Een moeilijke Rangeer=Puzzle. Oplossingen KRUISWOORD-RAADSEL. Schaken. Dammen. DENKSPORT Zoekplaatje. op de pyTamiden van Cheops. Maar... pas op de mummies... Lord Carnavon heeft er de schadelijke gevolgen van ondervonden! Dat la het gemak van een tocht door Egypte per kruiswoordraadsel... Je blijft er bijzitten, loopt geen gevaar... Lees zoowel van r.-boven naar links be neden als van links boven naar rechts beneden: 1. Een spijs uit den slachttijd 2. Ranonkelachtige planten 8. Bezorgen, doen toekomen, verschaffen 4. Oneerbiedige vorm voor spreekt 5. Tijdsbepaling 6. Klinknageltje 7. Hengel korf 8. Koninklijke Engelsche Marine (afk.) 9. Water bij Amsterdam GEWEIGERD DAMEGAMBIET. Wit: A. van Berkel. Zwart: F. Spijksma. L, d2d4 Pg8—f8 2. c2c4 e7e6 8. Fblc8 LfSb4 4. Lel—d2 Een zeer tamme voortzetting. Energieker is 4. Dc2 of Db3, om een loo- per tot een verklaring te dwingen. Zwart kon nu met 4 Lc3: Pe4 een zeer bevredigend spel verkrijgen. 4. 0-0 6. e2e3 d7—d5 Zwart is de partij modern begonnen; hij had haar nu ook zoo moeten voortzetten, b.v. d6, Pd7 en eö. De looper op c8was dan gemakkelijker in het spel gekomen, terwijl hij na den tekstzet de geheele partij door den pion- nenketen opgesloten blijft. 6. Pgl—f3 Pb8—d7 7. Lfl—d3 Tf8e8 Hier was a7—a8 een zeer goede zet Na 8. 00 vindt zwart dan met Dc4; 9. Lc4: b5. 10. Ld3 Lb7 een goede plaats zijn voor zijn looper, terwijl na 8. Cd5: Ed5: de diago naal c8h3 vrijkomt. De tekstzet heeft de bedoeling den tegenstoot e6eö door te zetten. Waarom zwart dit plan later weer laat varen, is niet duidelijk. a2—a3 Lb4XcS 9. Ld2Xc3 c706 10. Tal—cl d5Xc4 1L Ld3Xc4 Pw6d5 12. 0-0 Pd7—f8 Geen sterke zet Zwart kon hier Pc3: 13. Tc3: Dc3! minstens gelijk spel verkrijgen, omdat wit dan de bevrij ding e8e5 niet meer kan verhinderen. De tekstzet geeft 't punt eö vrij en houdt Lc8 voorgoed opgesloten. 13. Lc4dï. Dreigt e4, met sterken aanval. 18. PdSXcS 14. TclXcS Pf8d5 18. To3—cl Lc8d7 16. Ddle2 g7g6 17. Ld 3bl Wit bereidt den aanval kalm voor. 17. Ta8—c8 18. Pf8e5. Het paard staat hier zeef sterk en dient hatuurlijk niet den slechten Ld7 af te ruilen. 18. Te8e7 Zwart kan slechte lijdelijk toezien en den storm afwachten. Misschien was hier echter f7—f5 te beproeven. 19. De2—f3. Het zwakke punt f6 wordt onder de loupe genomen; tevens dient deze zet öm na e3 e4 te verhinderen, dat het paard naar f4 komt. 19. Dd8e8 Tempoverlies; direct Df8 móest geschieden. 20. e3e4. De lang verwachte! 20. Pd 8b8 Door den ongelukklgen toestand van allé zwarts stukken moet het paard naar dit zeer slechte veld. 21. b2—b4. Om tegenspel met c6c5 In den klem te smoren. 2L a7a6 22. Pe5—o4. De bedoeling is duidelijk. Zwart kan den dreigenden Inval van het paard niet ver hinderen. Stelling na 22. Peö—g4. Zwart: F. S pij karna. abcdetgn Wit: A. Berkel. 22. De8f8 23. Pg+-f«t Kg8—4x8 24. Df3—f4 Kh3~gf 26. Df4g5. De dreiging Ph5t heeft weinig om het lijf. Wit deed dan ook beter direct To3 te spelen, b.v. 25. Tc8 Kh8 (er is weinig an ders); 20. Th3 h5; 27. Ph5:! Qh5:. 28. Th5:t Kg8; 29. Dg5t met winst van Te7, of 29. Dg4t Dg7. 30. Gg5 enz. (Wordt vervolgd). PROBLEEM van H. Re go uw. Zwart: 11. Wit: 11. De diagramstand in cijfers luidt al» volgt: Zwart: 2, 6, 8, 9, 10, 18, 18, 19. 20, 28, 40. Wit: 11, 27, 28, 29, 35, 36, 41, 42. 44, 48, 49. Wit begint en wint! PROBLEEM van P. K1 e u t Jf Zwart: 9. Wit: 10. De diagramstand in cijfers luidt al» volgt: Zwart: 6, 14, 18, 17, 18, 28, 86, 86, 89: WH: 28, 32, SS, 87, 38, 80, 11, 43, 48, 46. Wit begint én wint! Een groote menschenmenlgte was al spoedig op de been om naar deze stagnatie te kijken en ook belde machinisten klom men van de locomotief. De eerste liep radeloos heen en weer en dacht, dat deze kwestie niet te herstellen zou zijn. De ander daarentegen stond een oogenblik na te denken, daarbij ijverig op zijn vingers tellende. Opeens gaf hij zijn collega een por in de zijde en verklaarde niet zonder trots: „Ik breng dat zaakje in orde". De ander keek hem verbaasd aan en zelde: „Ja, maar hoe zal je dit doen?" De machinist 2 wa» echter geen praat jesmaker en had heel goed over de puzzle nagedacht. „Ik zal zorgen, dat beide trei nen elkander voorbij kunnen rijden en wel «66, dat Jij met Jê drie wagons naar rechts verder rijdt en ik met mijn vier wagons naar links. Wij moeten alleen maar wat rangeeren." Dit was nu wel gemakkelijk gezegd, maar hoe kouden «ij dit ten einde kun nen brengén? De eersté locomotieven waren zeer pri mitief ingericht, zodat men de wagons slechts aan het achtergedeelte van de locomotief kon vasthaken Doch machinist no. 2 stond alweer te denken en zeide: „Geloof mij, het komt in orde. Bovendien wil ik Je nog verklappen, dat ik slechts 33 bewegingen behoef uit te voeren". Wat een duivelskunstenaar moet die ma chinist no. 2 dan wel zijn, niet? Nu moeten jelui eens probeeren óm na te gaan, hoe de machinist dit moeilijke verkeersprobleem dacht op te lossen. De zaak is niet zoo heel gemakkelijk en het beste krijgen jelui de oplossing, als je de hierboven geteekende locomotie ven en wagens uitknipt en ze tegenover elkander op de aangegeven wijze laat verschuiven, dus naar rechts en links. Wij zullen de rechter locomotief gemaks halve R.L. en de linker locomotief L.L. noemen, de wagons rechts W.R.I. tot en met 4 en de wagons links W.L.I. tot en met 3. Wij willen jelui alleen even verklappen, dat van de eerste beweging alles afhangt. Goed nadenken hoor, en niet meer dan 33 handelingen verrichten. van de vorige week Het Ridderkruis. D» tweede hengelaar bevindt zich in de takken van de middelste boom, met het hoofd naar beneden; de rechterhand ligt onder den toren! Jelui kunt Je natuurlijk niet voorstellen, dat er een tijd geweest is, dat de spoor trein er uitzag zooals op dit plaatje. Dit is naturlijk al heel lang geleden, dat be grijp je wel en hoewel et in dien tijd veel felnder treinen reden daü thans en deze ook veel langzamer reden, zoo iets van 15 K.M. per uur, deden zich toch nog vaak verkeersmoeilijkheden voor. Men had n.1. vroeger geen dubbel spoor ook nog niet zulke uitgebreide spoor tjes als tegenwoordig. 2oo gebeurde het dan ook een», dat de beide luxe-expresse treinen, die tusschen Vliegenheim en Nergenshuizen reden, op een gegeven oogenblik tusschen de belde stationnetjes op kleinen afstand van el kander stil moesten blijven staan om de eenvoudige reden, dat er maar één spoor Was. Wat te doen? Goede raad was duür. Wel is waar was er op zijde een klein dood spoor, dat afgesloten werd door een «tootblok, maar dat was hoogstens groot genoeg om er één locomotief of éen wagen op te rijden. Belde treinen hadden echter behalve de locomotief nog wagons, de een drle «n Öe ander vier. Horizontaal: 2. Hen 3. Baard 4. Bestand 11. Drankbeatrijdersbond 12. Getijen 13. Inham 14. Lid Verticaal: 9. Dra 7. Banka 8. Verband L Verantwoordelijkheid 6. Verraad 8. Nabob 10. Ons Een pyramlde van dobbelsteenen. Het bovenste getal is 24; tweede rij van links naar rechts: 15 27 20; derde rij: 18 6; vierde rij: 19 5 12 10 -17 13; vijfde rij: 9 11 3; zesde rij: 23 1 18 4 8 22; zevende rij: 14 2L De betooverde getallentiguur. K moet 13 zijn; g h 1 kan slechts 9 12 11 zijn en voor a, 1 end blijven slechts 8, 7 en 10 over. a 1 d is 25, du» b cia 32 25 la 7. b en c kunnen slechts 8 en 4 zijn. b kan dus hoogstens 4 zijn, h hoogstens 12, d hoogstens 10, dus moet e minstens 6 zijn. e Is 6; f is 5; b is 4; h ls 12; d la 10; o 1» 3; i is 9; 1 is 7, a ia 8; g 1» li- De wonder-pyramlde. A, Aa, Aal, Nazi, Droog, Amelie, Mees ter: Zaandam, Zaliger. Sohaakoplossing. CF. G i ego ld). 1. Del—hl d4—d3. 2. Dhl—alt L o4 el; 2. Dhl—a8t; L h7—h5; 2. DhlXhSt. De Tooverpyramide. Die kruiswoordraadselredacteurs toch!... Om nu ook al van de pyramlden van een kruiswoordraadsel te maken!... Ach, wat zal ik U zeggen... Een jaar geleden heb ik een reisje door die streken gemaakt en daar ik juist nog een mooie toto daarvan had liggen, gebruikte ik die ditmaal eens voor onderwerp. U zult toch niet kunnen ontkennen, dat verandering van spijze doet eten?... Welnu... beproef dan Uw krachten een» VOOR SCHERPZINNIGE DENKERS.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 15