Liefde de Sterkste. Rond de machtige Engelsche vestingstad. Bont Allerlei. Illusies. Zaterdag 10 December 1932. SCHAGER COURANT. Vijfde blad. No. 9191 maSsk. /:H Rt wu8,e,,We4ttoaj- in 'i zicht van de Afrikaansche kust het stadje der beroemde conferentie. diplomatie en bedorven magen. de doode man. een legende over gibraltar. naar het zuidelijk- stadje van europa. (Van onzen reizenden Correspondent ALGECIRAS, November. Het stadje Algeciras is de zuidelijkste handelsha ven van Spanje en van Europa. We trokken er op ons motorrijwiel heen in de verwachting een aanzien lijke, weelderige stad te zullen vinden, want hier werd immers ruim een kwart eeuw geleden de groo- te Marokko-conferentie gehouden, die voorloopig be sliste over de machtverdeeling in Noord-Afrika, en de diplomaten hebben de gewoonte de plaatsen voor hun conferenties goed uit te zoeken. Zij koesteren over het algemeen een sterke voorliefde voor steden met luxe-hotels, waar men geraffineerd kan eten en waar men 's avonds na afloop van de dagtaak nog eenig luchtig vermaak vindt. Het was niet alleen geduren de het historische congres te Weenen (men denke aan den bekenden film), dat men danste, zich amu seerde en uitvoerig at. Dit gebeurt op bijna alle groote diplomatieke conferenties. Na zulke conferen ties hebben de meeste diplomaten dan ook behoefte aan rust en moeten zich onder behandeling stellen van maagspecialisten. Een bedorven maag is voor een diplomaat wat een litteeken is voor een krijgs man: het bewijs, dat hij voor het vaderland zijn plicht heeft gedaan. Wij verwachten dus in een flinke, door vreemde lingen overstroomde luxe-stad te zullen komen, t maar bijna waren we Algeciras voorbij gereden. De weg gaat namelijk door een buitenwijk en we kon den ons niet voorstellen, dat zich hier de groote diplomaten van alle landen eenmaal vereenigd heb ben. Wij hadden den indruk, dat wij ons in een flink dorp bevonden, toen we vernamen, dat we reeds te Algeciras waren. Daarop reden we het stadje door langs bochtige, hellende straten, over een pleintje met bloemen en groen en een aardig kerkje en ten slotte naar de haven, een lange, door blauw water bespoelde kade, hei geheel beschermd door een lang havenhoofd. Vele visscherschecpjes en eenige passa giersbooten lagen er gemeerd. Enkele menschcn drentelden en luierden in de late zon bij een station op de kade, een station waar eiken dag een expres- trein aankomt, want over Algeciras loopt de verbin ding met den kortsten gereirelden zeedienst van Europa naar Afrika, dat men vanuit de haven dui delijk kan onderscheiden: blauwe bergen, waarop zelfs nog witte huisjes te herkennen zijn. Dichterbij, op slechts weinig kilometers, aan de andere zijde van de baai van Algeciras, waarboven overdag in de zon steeds witte meeuwen zweven en blanke en roest brnne zeilen drijven, verheft zich de geweldige rots taa Gibraltar, hier ook wel „de doode man" ge- z?<wnd. Gezien van de kustbergen, maakt de rots na melijk den indruk van een man, die met gevouwen banden op den rug ligt. De stad Gibraltar is goed zichtbaar en huizen en boomen zijn klaar te herken nen, tenminste als ook te Gibraltar goed weder heerscht, wat lang niet steeds het geval is. Heel dik wijls is de top van „den dooden man" gehuld in wolken en men ziet op de stad de regen nederslroo men, terwijl men zelf onder een blauwen hemel zich koestert in een zonnetje, dat hier in November nog flink warm kan zijn. Eiken avond wordt aan den voet van „den dooden man" een illuminatie ontstoken. Dat zijn de duizen den lichtjes van Gibraltar, vanwaar dan ook een vuurtoren zijn wisselende stralen uitzendt. Naar het zuiden ligt Afrika en daar knipoogt een ander licht, als lokt het. Ja, Afrika, wij komen, nog een oogen- blik geduld. Algeciras is eigenlijk een trouwhartig stadje Heel de wereld heeft de groote Marokko-conferentie reeds vergeten, de namen der diplomaten, die, behalve over het lot van Marokko, ook over vrede of oorlog be slisten, klinken ons bijna onbekend, maar Algeciras leeft voort in de herinnering aan de dagen, toen iedereen met spanning wachtte op de berichten uit het zuidelijkste Spaansche handelshaventje. Een ver standig ding hebben de diplomaten te Algeciras ge daan: ze begonnen de conferentie in Januari, het begin van het seizoen vor dit deel van Spanje. Ter wijl in het noorden van Europa winter heerscht, kan men er dan in den zonneschijn onder de palmen wandelen. De heeren gingen naar huis in April, als het ook in de rest van Europa al lekker weder be gint te worden. Het hotel, waar de diplomaten woon den, verreweg het grootste der stad. is enkele jaren geleden afgebrand, maar nog grootscher en indruk FEUILLETON. Naar het Engelsch van Mrs. Patrick MacGill. Een onverstandig plan. Dadelijk nadat Hetty weg was had Belle Lucas eer. taxi opgebeld en den chauffeur een pond geboden ala bij de snelheidslimite zou overschrijden om haar zoo gauw mogelijk naar het adres van Max Reiss te bren gen. En wetkelijk deed de man alles wat hij kon. want kinnen een kwartier was zij in zijn kamer, hij brulde de vreeselijkste bedreigingen tegen Jack. die vastge houden werd door den portier, die geholpen werd door twee andere mannen en den Zwitserschen bediende, die ..de politie" geroepen had als waarschuwing. In het begin had Jack met alle kracht voor zijn vrij heid gevochten, maar zijn vier tegenstanders waren ook allen jong en sterk en na eenige minuten was hij vol komen machteloos. ..Vertel mij de waarheid of ik begin weer opnieuw! Wat beteekent Hetty Loring voor jou?" had Jack den jammerenden geldschieter toegebruld en hij had de pxxjtste moeite om den man niet weer aan te vliegen, toen Max Reiss met een geslepen uitdrukking in zijn oogen antwoordde: „Zij is mijn vrouw." Het viel Jack niet in, een he<vijs hiervoor te vragen; hij nam de mededeeling eenvoudig ais waarheid aan. want hoe was anders Hetty's aanwezigheid daar te ver aren? Maar van één ding was hij heel zeker: Hetiy was verplicht geweest dezen stap te doen omdat zij nei- wekkender herbouwd in hetzelfde heerlijke park met prachtige palmenlanen: een parardijs. Te zien is nog steeds de zaal, waarin de conferentie vergaderde. Het is de zaal, waarin de gemeenteraad van Algeciras zijn zittingen houdt. Een tegeltableau met de portret ten der voornaamste deelnemers in volle beraadsla ging herinnert aan Algeciras groote dagen. Men vindt er op tegels in den wand ook de wapens der landen, die hier vertegenwoordigd waren, waaronder ook de kleine staten, o.a. België. Nederland, Zwe den. Eén wapen is evenwel weggebroken, namelijk dat van Spanje. Het was immers het oude wapen van het koninkrijk Spanje met een kroon. Die kroon was den tegenwoordigen republikeinsche machthei) bers een doorn in het oog en daarom moest dat wa pen verdwijnen. De kronen op de andere wapens, ook on die van landen, welke thans eveneens repu blieken zijn, b.v. Duitschland en Oostenrijk, schij nen den Spaanschen republikeinen geen maagpijn te bezorgen. Een paar keer per dag kan men van Algeciras met een passagiersbootje naar Gibraltar, een tochtje van nog geen half uur. Eén keer per dag vertrekt er een schip naar Vanger, tweemaal een naar Ceuta. dat men van hier kan zien liggen, tenminste de te gen don berg opgebouwde huizen ervan Tezamen mei de terugkomst dezer pasagiersboóten vormt dit ongeveer het heele havenverkeer. Toch houdt men met de vreemdelingen wel degelijk rekening. Er gaan kerels rond met draaiorgels, welke door een ezeltje worden getrokken. Op deze draaiorgels hebben ze de volksliederen van verschillende landen en menig maal heb ik gehoord hoe ze hij een met Franschen bezette automobiel de Marseillaise speelden. Ik heb daarop een dezer mannen aangesproken in onze moe dertaal. Hij keek me een oogenblik verbluft aan en speelde daarop God save the king. Ter gerust stelling van alle goede vaderlanders kan ik in op rechtheid mededeelen, dat ik den kerel geen centimo heb gegeven. Er zijn te Algeciras verscheidene goede en niet dure hotels. In het grootste en voornaamste, waar gedurende de conferentie de diplomaten woonden en dat er als een paleis uitziet, betaalt men voor een kamer met vollen pension niet meer dan dertie peseta's. Wij echter zitten, wachtend op brieven, die nog uit het Vaderland moeien komen, dikwijls in kroegjes der visschers en zeelieden en eten daar de vangarmen der inktvisschen, bereid in tomatensaus, wat heel lekker smaakt, of stukken tonijn, die er uitzien als stukken kalfsvleesch. Daar .praten we met de menschen, voor zoover ons dat mogelijk is en luisteren naar hun verhalen, die vaak legenden zijn, stammend uit den verren tijd, dat de Mooren in het land heerschten. Ze vertelden ons ook over Gibraltar en de afkomst van dezen naam, die volgens de ge leerden noch Spaansch, noch Engelsch is. Volgens deze onderzoekers werd de berg, aan welks voet thans de Engelsche stad ligt, genoemd naar den aan voerder der Mooren, Tarik, die in 711 met de zijnen het eerst aan land kwam. Naar hem noemde men den berg Djebbcl al Tarik (djebbel beteekent in het Arabisch „berg" of „gebergte") en hieruit on'stond de naam Gibraltar. Een oude Spaansche zeeman wist me het evenwel beter te vertellen. In den tijd, dat de Mooren heerschten en de Christenen ver volgden. was er een vroom man, die in het geheim ergens op den berg een altaar had opgericht en daar dan in stilte met enkele getrouwen godsdienst oefening hield. Deze vrome man heette Gihross en daarboven was dus Gibros' altaar Vandaar de naam van de machtige Engelsche vestingstad, aldus de Spaansche zeeman. gens werk duifde zoeken en omdat zij, al zou zij zeit van honger willen omkomen, dit niet verantwoorden kon voor de twee kinderen. Zij was de vrouw van Max Reiss, dus voor nem ver loren en voortaan zou hij moeten leven zonder het ge voel. dat er eens een tijd zou kernen, dat hij een tehuis voor haar kon scheppen en zoo de droom verwezenlij ken, die het mooiste van zijn jeugd was geweest vanaf dat hij Hetty Loring had leeren kennen. Jack was naar de kamer van den portier, beneden in dc hall gebracht. Boven bracht Belle Lucas een prachtig idee, dat juist in haar opgekomen was, onder woorden. „Die rijke lui hebben er alles voor over als hun naam maar niet genoemd wordt in een politie-zaak. Ik wed, dat Lord Perivale zonder zich een moment te beden ken. liever duizend pond geeft, dan den naam van zijn zoon door den modder te laten sleuren." Zij vertelde haar plan aan Max Reiss, die half bewus teloos ternauwernood hoorde wat zij zei; doch uit zijn stilzwijgen maakte ze op, dat hij volkomen met haar plan instemde. Lady Olga. Lord Perivale zat eenzaam aan zijn ontbijt; het per- kamentkleurig gezicht was nog iets meer vertrokken, de schouders nog iets meer gebogen dan vroeger. Hij was nog steeds kwaad op zijn zoon en soms was hij verlangend om te weten of hij zijn plan nog volvoerd en de dochter van dien „moornaar", zooals hij Hetty nog steeds noemde, getrouwd had. Lang bleef hij niet alleen; de klok sloeg tien, toen Lady Olga de groote, rijk-gemeubileerde eetkamer bin nenkwam. Zij zag er buitengewoon aantrekkelijk uit in haar kostbaar, eenvoudig morgentoilet en Lord Perivalo zuchtte, toen hij zijn oogen liet rusten op haar levendig gezioht en haar elegant figuur. Zij had nauwelijks plaats genomen toen een bediende binnenkwam met de mededeeling dat er een vrouw in de hall was, die beweerde een zeer dringende boodschap voor Lord Perivale te hebben; zij wenschte onmiddellijk te worden ontvangen. Intusschen, we moeten van hier weg, naar Afrika, volgens het beginsel, dat we met zoo min en zoo kort mogelijke zeereizen naar Nederlandsch-Indië moeten komen. Van Algeciras gaat de korste gere gelde zeedienst van Europa naar Afrika, maar in een der zeemansherbergen maakte men ons opmerk zaam, dat we misschien met nog korter zeereis naar Afrika zouden kunnen komen en wel van het Spaan sche stadje Tarifa, het zuidelijkste stadje van Eu ropa. zooals Hammersfest het noordelijkste is. En Ta rifa heeft ook een haven, zij het slechts een visschers- haven. Dus moesten we erheen. Het zou misschien moge lijk zijn vandaar met een visschersboot naar Afrika te komen. J. K. BREDERODE. De familie Von Schleicher. De naam van den nieuwen Duitschen rijkskanse lier von Schleicher komt het eerst voor in oude kro- niel en van het iaar 1153 Toentertijd was er een adellijke familie, die von Schleicher heet'c en in Zuid Duitschland woonde. Haar leden hielden meest verblijf op het platteland en bekleedden nog geen hoogc ambten. Echter vind men hun namen verbon den aan de posten van raadsheer en rechter, zoodra in Neder-Bcieren de steden zich ontwikkelden. In de annalen van de stad Neurenberg vindt men een Franz Schleicher von Baltringen, die van 1517 tot 1567 raadslid was. Zijn zoon bracht het tot keizerlijke stedelijke rechter van Neurenberg. Tijdens de refor matie verhuisde de familie naar Wcstfalen, Hessen en Lippe-Detmold. In de 17e en 18e eeuw ontmoet men vele Schlcichers met en zonder „von", Schlei- chers als burchtheeren en schouten. Overal namen zij in hun omgeving een niet onbelangrijke plaats in, maar in de geschiedenis traden zij eigenlijk nog nief on. De eerste in en door de historie bekende von Schleicher is Fer- dinand, die als aanvoerder van zijn regiment in 1815 viel bij Lig- ny. Men vertelt van dezen man, dat hij behalve militair ook wijs geer en artist was. Hij ging door voor een intiemen vriend van Prins Louis Ferdinand von Preuszen. Zijn zoon Lud- wig, een zelfbe- wenschte geen of ficier te worden en ging in de po litiek. Hij is de eerste staatsman in de familie. Een an bijzondere rol speelde hij kort na de revolutie vj „Wie is zij en wat is die dringende boodschap?" vroeg Lord Perivale. „Zou het niet beter zijn haar te ontvangen en dat zelf te vragen? Als het een colportage of een bedelpartij is, kunt u haar wel aan mij overlaten," zei Lady Olga. Belle Lucas werd binnengelaten; zij viel met haar goedkoope, opzichtige kleeren en haar burgerlijke ma nieren wel geheet uit den toon der deftige omgeving. „Wat kan Lk voor U doen? Wilt u zoo kort mogelijk zijn, want mijn tijd is kostbaar", zei de oude edelman, „Mag Ik in het bijzijn van deze dame spreken?" vroeg Belle op gemaakten toon. Lady Olga wierp haar een verontwaardigden blik toe, die Belle uitdagend beantwoordde. „Zeker", antwoordde Lord Perivale kortaf. Belle Lucas, die wel eenige gevoel voor het theatrale had. zweeg een oogenblik, opdat haar woorden meer ef fect zouden hebben. „Mylord", hernam zij even later, „ik ben bij u geko men om u een aanbod te doen, dat. indien u het ac cepteert, uw goeden en geachten naam voor schande zal bewaren." Met een ijzigen blik sprak Lord Perivale: „Vertelt U mij maar eens op welke wijze u mijn goeden naam voor den ondergang wilt redden!" Maar zijn blik veranderde, toen Belle Lucas hem de reden van haar komst vertelde en zij geheel klaar was met haar relaas. „Ik zal u laten arresteeren wegens een poging tot af persing", klonk het snijdend. „Af... af... afpersing? Maar het is de waarheid, My lord! Ieder woord van wat ik u verteld heb, is de waar heid!" stotterde Belle ontsteld. In Lord Perivale's gezioht vertrok geen spier toen hij antwoordde: „Het maakt voor mij geen verschil of uw verhaal waar is of niet. Als mün zoon zich een tweede keer misdragen heeft, moet hij zelf maar de gevolgen ondc vinden." „Waar zei u, dat Lord Perivale's zoon op het oogen blik is?" Lady Olga sprak deze woorden op harden toon tot de schreiende vrouw, die bij de tafel stond. „De politie heeft hem naar het bureau in Vine Street gebracht totdat mynheer Reiss een officieele '48. Hij was een origineel type en verscheen te Berlijn met voorliefde in boerenkiel. Ofschoon hij als politi cus slaagde, bracht hij het grootste deel van zijn le ven door op het Westfaalsche landgoed Brodhagen, waar ook zijn tweede zoon Hermann von Schleicher, de vader van den tegenwoordigen rijkskanselier werd geboren. Hermann stierf op tamelijk jeugdigen leef tijd als luitenant te Danzig. Kurt von Schleicher, de man die thans een zoo belangrijke post bekleedt, is Hermanns oudste zoon en werd geboren te Brandenburg op 7 April 1S82. De koudste plaats der aarde. De koudste plaats der aarde is niet in de ijsregio- nen te vinden van het Poolgebied, maar in Engeland. In Cambridge is onlangs éen instituut voor laagste temperaturen geopend. Het bevat een vertrek, waar bij vergeleken de sneeuwhuttcn, de Eskimo's zelfs goed verwarmd mogen heeten. De temperatuur kan tot 100 graden onder nul worden waargenomen. Zulk een koude vindt men nauwelijks in de Poolgebieden. Een glas water bevriest nog voor men het drinken kan. In dit ijsvertrek werken de mannen der weten schap, die als Poolonderzoekers gekleed zijn. Hun hoofdbezigheid is dc oplossing van het probleem, hoe men levensmiddelen ook tijdens langdurige transpor ten frisch kan houden. Het werk wordt zeer bemoei lijkt door het feit, dat men zich niet langer dan 10 minuten achtereen in het vertrek kan ophouden. Kunstwerken als brandstof. In de kerk te Neustift in Tsjecho-Slovvakije werd een op hout geschilderd beeld van den uit Brugge af- komstigen schilder Piotro de Pietri gevonden. De meester was naar Neustift gekomen, waar hij in opdracht van den vorst van Lichtenstein de Mauri- tiuskerk schilderde. Pietro schiep een uit twaalf tafereelen bestaanden Kruisweg. Later geraakten de schilderijen in vergetelheid en stonden in een rom melkamer opgeborgen. Elf er van werden als brand stof gebruikt en het twaalfde is thans gevonden. Het schilderij heeft een buitengewoon hooge kunstwaarde en zal in het Olmützer museum worden onderge bracht. Ach ja, die illusies, Er zijn er zooveel, We houden ze vast,- Want we willen ons deel, We houden ze vast, Tot ze eind'lijk vergaan In den nuchteren loop Van ons vluchtig bestaan! We droomen van toekomst Door arbeid en plicht, We droomen van hooger, In koesterend licht. Vooruit in de wereld, We hebben een kans, En een saldo-tegoed Op de levensbalans! We streven naar rijkdom, Die nooit wordt bereikt, Waarmee steeds een ander Verleidelijk prijkt. We zijn vaak al jaren Ons denken vooruit. En meencn maar steeds, Dat de rekening sluit! We bouwen en bouwen, De toren verrijst, Die, trotsch op zijn sterkte, Ons doorzicht bewijst. W ij legden den grondslag, Van ons was 't begin, Eén levensorkaantje, En 't bouwwerk stort in! Ach ja, die illusies, Wie koestert ze niet? 't Is altijd 't refrein Van het lokkende lied. We houden ze vast, Tot ze hoop'loos vergaan In den luchtigen loop Van ons vluchtig bestaan! December 1932. (Nadruk verboden). KROES. aanklacht tegen hem kan Indienen," antwoordde Belle door haar tranen heen. „Ik geloof, dat het beter is, wanneer ik het verhaal van die vrouw eerst eens ga onderzoeken voordat u een aanklacht tegen haar indient Ze kan wel een krankzinnige zijn en als wij het kunnen vermijden, is het toch beter om de politie er niet in te halen. Zal ik er even heen rijden en eens zien of die Max Reiss werkelijk gewond is en of Jack er iets mee te maken heeft ot- niet?" zei de heldere, scherpe stem. De oude edelman keerde zich tot het mooie donkere gezicht, waarvan de oogen hem zoo trotsch en onge duldig aankeken. Er was een merkbare verzachting in zijn stem, toen hy antwoordde: „Waarom zou je jezelf zooveel moeite en onnoodige onaangenaamheden bezorgen, terwille van dien kwajongen! Is het, omdat je nog van hem houdt, Olga?" Het antwoord van Lady Olga ging vergezeld van een schamperen lach. Met een vlugge beweging slipte zij haar hand door Lord Perivale's arm en drukte dien zacht: „Ik voel geen greintje liefde meer voor een man als Jack, ik acht en bemin zijn vader en ik voel met hem mee en dat nieuwe gevoel van mij is heusch niet al leen medelijden; het is gebaseerd op bewondering voor een edelmoedig, rechtvaardig en volmaakt goed mensch, Met groote behendigheid werkte Lady Olga zich iii de nieuwe rol, die zij wilde gaan spelen en zij was een bewonderenswaardige actrice; haar diepe, rijke stem trilde en haar donkere oogen keken smeekend en angstig in de zijne. Een glans van geluk verscheen in Lord Perivale's "ogen, terwijl hij naar de zachte, moduleerende stem naast hem, luisterde. „Zullen wij naar mijn studeerkamer gaan,kindlief?" vroeg hij, haar met ouderwetsche hoffelijkheid zijn arm biedend. „Blijf hier hi de kamer bij die vrouw, Nokes." zei hij kortaf tot den bediende, die in de gang wachtte. „Mijn lieve Olga, ik hoop, dat je niet boos zult zijn om wat ik je ga zeggen, maar je woorden hebban een vreemd verlangen bij mij opgewekt, een verlangen, dat ik niet begrijp en evenmin kan verantwoorden; dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 17