De P.E.N.-tarieven. Niet versagen! Woensdag 14 December 1932. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9193 Een Grappenmaker. Doorgaan met de drooglegging der Zuiderzeewerken. De gemeenten met een eigen Electriclteitsbedrijf komen op tegen de h o o g. e inkooptarieven van het P.E.N. Een rapport, uitgebracht aan de Electriciteitscommissie voor Nrd.- Holland, inzake de exploitatie-uit komsten van het Provinciaal Elec- triciteitsbedrijf van Noord-Hol land. Indertijd is een Electriciteitscommissie ingesteld voor Noord-Holland, welke commissie bestond uit de beeren burgemeester Lommen van Castricuin. burgemeester De Groot van Zuid- en Noord- Schermer, G. Heinstman, directeur der gemeente bedrijven van Hoorn, alsmede de afgevaardigden der Vereeniging van Stroomdistributie-Bedrijven: Dr. R. Kuipers, P. C. Bouwens en J. J. van Huiten. Zij heeft ten doel de belangen te behartigen van de gemeenten, welke het hoogste in kooptarief voor de electrische energie betalen. Deze commissie nu heeft door een accountantskan toor een rapport laten samenstellen inzake de exploitatie-uitkomsten van het P.E.N. en daaruit haar conclusies getrokken, welke conclusies zij, ter ondersteuning van een reeds eerder gezonden request der elf gemeenten, behoorendc tot tarief-groep I, aan de Provinciale Staten van Noordholland, als nog onder de aandacht van dit College heeft ge bracht. De conclusies laten we hieronder volgen: A. Nadat in de jaren 1923/1927 het in het tijdvak 1917/1922 geleden verlies ad fl.S81.26-i.33V2 kon wor den ingehaald, heeft men in de jaren 1927 tot en met 1931, dus in 5 jaren daartoe in staat ge steld door de hooge tarieven, die men aan de eng ros-a (nemers berekende buiten de ge wone afschrijvingen voor aflossing op het rentclooze voorschot der Provincie tot een bedrag van f600.000.— en voor extra afschrijvingen en reserveeringen f6.223.312— uit de winsten kunnen afzonderen. De zichtbare reserve zal. indien de cijfers der be grooting van 1932 werkelijkheid worden, per 31 De cember 1932 f2.707.000.bedragen, waarbij dan de Stille Reserves buiten beschouwing zijn ge laten. De zichtbare en geheime reserves zullen per 31 Do cember 1932 bedragen pl.m 15 van het per 31 De cember 1931 in het Stroomdistributiebedryf (dus bui ten de Centrale Velsen) geïnvesteerde kapitaal, ver minderd met de aflossing op de leeningen in 1932. B. De begrooting voor 1933 is te pessimistisch op gezet. Indien de kostprijs der energie te leveren door de üntrale Velsen niet hooger is dan de inkoopprijs in Y5\ aan de P.E.G.E.M. betaald, hetgeen in verband de sterk verlaagde kolenprijzen toch zeker te vwrtachten zal zijn, dan kan. bij gelijken stroomver ioop als in 1931, de winst voor 1933. in verband met de voordeelige resultante van mindere batèn en min der lasten builen de exploitatie van het Algemeen Stroombedrijf (becijferd in het rapport op f 575.781.—) toch zeker op f 1.000.000.— gesteld worden, een winst zijnde ongeveer 10 van het per 31 December 1931 in de Centrale Velsen geïnvesteerde kapitaal. Bij de becijfering van deze winst is dan voor 1933 reeds rekening gehouden met de van 1 Januari 1933 af gedurende 10 jaar aan de Provincie uit te keeren achterstallige rente ad f80 400. C. De exploitatie der laagspanningsgebieden lever de volgens de jaarverslagen van het P.E N. uiterst ge ringe winsten op. Wij verwijzen overigens voor de be schouwingen over het laagspanningsgebied naar het rapport, waaruit bli kt, dat bij een juiste groepeering der cijfers deze gebieden verliesgevend zijn geweest. Deze gebieden hebben o.i. dus niet, zooals sommigen het willen doen voorkomen, het Provinciaal bedrijf er boven op geholpen, en or is naar onze meening geen enkele reden om te veronderstellen, dat hierin door verdere overneming van G.E.B.'s verbetering zal worden gebracht. D. In alle gemeentelijke inkooptarieven is, behal ve de kostprijs der electrische energie, ook het aan deel in de algemeeno distributiekosten volledig ver disconteerd. Ook de stroomlevering aan de groep ge meenten met het laagste tarief blijkt nog behoor lijk winstgevend te zijn. E. De gemeenten met het hoogste inkooptarief (Groep 1) dragen pro rato een „overmatig" deel bij in de exploitatiewinst. Uit de cijfers blijkt, dat handhaving van het in 1925 ingevoerde tarief op economische gronden niet te verdedigen is. Handhaving van dit tarief, dat fnuikend is voor een behoorlijk e electriciteitsvoorziening, is onder de huidige omstandigheden in strijd met elk begrip van billijkheid en recht. Wij meenen, dat, indien men het nog aan de Pro vincie op het rentelooze voorschot af te lossen bedrag van f646.000.— ten laste der Reserve brengt, verder niet onnoodig exira afschrijft en tenslotte de Reserij ves in een langzamer tempo opvoert, zeer zeker een tariefsverlaging, die f500.000per jaar zou bedra gen, kan doorgevoerd worden, zoodat de vergoeding der maximale belasting voor alle gemeenten verlaagd zou kunnen worden tot het oorspronkelijk peil van f80.— tot f50.— per K.W. Ten slotte geven wij U hierbij een overzicht van de hoogste en laagste gemeentelijke engrostarieven van het P.E.N. en tevens, ter vergelijking, die van andere stroomleverende bedrijven. Vergoeding Max. Belasting, per K.W. kWh. prijs Hoogste P.E N. tarief Laagste P.E.N. tarief Amsterdam-Zaandam Haarlem-Heemstede 's Gravenhage Dordrecht IJssel Centrale van 1150.tot f 110.4.5 ct. van f 80.tot f 40.2.4375 ct. van f 75.tot f 35.2.0 ct. van f 70.tot f 55.2.75 ct. van f 80.tot f 50.2.5 ct. van f 75.tot f 35.van 2.5 ct. tot 1.75 ct. van f 55.tot f 35.van 2.0 ct. tot 1.8 ct. Het door de hiervoren genoemde gemeenten ge vraagde tarief komt neer op een vergoeding voor maximale belasting van f 100.tot f 62.50 per K.W. en een kWh. prijs van 2.4375 cent. Gezien de financiecle positie van het P.ÈN., zoo als die uit het accountantsrapport blijkt, en'in aan merking nemende de elde s geldende engrostarieven, kunnen naar onze meening tegen inwilliging van het verzoek geen gegronde bezwaren bestaan. De Electriciteitscommissie voor N.-Holland (w.g.) LOMMEN. Voorzitter, (w.g.) G. HEINSTMAN, Secretaris. Castricum, Hoorn, Dec. 1932. Tot zoover de door de Electriciteitscommissie ge trokken conclusies uit het haar uitgebrachte accoun tantsrapport. Wij willen echter de belangstellende lezers nog wij zen op hetgeen Gedeputeerde Staten van Noord-Hol land in hun Memorie van Antwoord op het afdee- lingsverslag der Provinciale Staten over het Electri- citeitsbedrijf hebben gezegd. In ons nummer van gis ter is daarover onder het hoofd „P.E.N.-tarieven" een uitgebreid verslag opgenomen, en daarin heeft men kunnen lezen, dat Ged. Staten in geen geval tot verlaging der tarieven geneigd zijn en zij er nog maals op wijzen, dat alleen dan 'n bevredigen de toestand kan ontstaan, wanneer de stroom overal rechtstreeks door het P. E. N. wordt geleverd. DE BLUE BAND GLIMLACH Franschman speelt voor doode, om te zien, wat voor uitwerking dit op zijn erfgenamen heeft. De zaak zal echter nog een staartje hebben. Het is al eenige maanden geleden, dat een burger van Marseille op vreemde wijze met zijn leven manoeu vreerde. Hij was steeds een liefhebber geweest van grappen, die de menschen in spanning hielden en zoo besloot hij op zekeren dag van het ondermaansche te verdwijnen. Hij stierf. Kennisgevingen werden rondge stuurd. Zijn echtgenoote sohafte een fraaie kist aan en de talrijke vrienden en kennissen van den overledene ve: nelden zich aan zijn sterfbed. Wanneer men weet dat Léon Barats vrouw en eenige intieme vrienden (onder wie een dokter) waren Inge wijd. dan moet men toegeven, dat de geheele tragedie als een prachtige farce kan worden beschouwd. De berichten over het verloop van het geval zijn ver schillend. maar we willen onzen lezers het meest in teressante verslag niet onthouden Bloedverwanten en vrienden volgden de baar en te midden der dleptreurige nabestaanden wandelde de heer Barat persoonlijk, toegerust met valsche baard en pruik. Toen de kist in het graf werd neergelaten, vernam men snikken vooral afkomstig van degenen, die zouden er ven. Aangrijpende redevoeringen werden afgestoken. Als laatste trad een heer met donkerbruine baard naar vo ren en schetste de goede eigenschappen van den ge storvene. Op dat oogenblik moest de arme vrouw van den overledene haar zakdoek voor haar gezicht houden Haar schouders schokten, een iedeT weende mee en tenslotte wischte de beklagenswaardige weduwe zich de tranen van het gelaat Toen de eerste kluiten het stoffelijk overschot van den braven, mannelijken, geestelijken, talentvollen, phi- losophiseh gevormden, wetenschappelijk aangelegden, in de kracht van zijn leven weggerukten, met groote oor spronkelijkheid begaafden vriend, echtgenoot, broeder en behuwdbroeder in moeder aarde begonnen op ,te ber gen. verscheen daar plotseling een ambtenaar, die het verder begraven verbood op grond van het feit, dat het lijk niet den bij de wet bepaalden tijd op het doodsbed, had gelegen. Barat had dit opzettelijk zoo Ingericht en had zelf een vriend naar de politie gestuurd om op het vergrijp de aandacht te vestigen. Eenigszins nijdig haalden de doorgravers de kist weer op. plaatsten haar in de koets en de terugtocht werd ondernomen. De gelaten der treurenden stonden nog even droef, maar een scherp opmerker (zooals b.v. Deon Barat!) had één oogenblik bij velen een trek van wrevel kunnen waarnemen. „Nu was alles al achter den rug, en daar begon het lieve leven of beter: het vervelende begraven weer van voren ai aan." De begrafenisgasten spraken weinig onderweg: er werd iets meer gekucht dan. naar het weer te oordeelen, misschien noodig was geweest. De kist werd opengebroken, het lijk (een puike imi tatie) werd op het doodsbed gevleid en... vanzelfspre kend waren de reeds zoo geschokte overlevenden bij het onverkwikkelijke werk niet tegenwoordig. Inmiddels was de man met de bruine baard verdwe nen en een half uur later stelde een der intieme vrien den van den doode voor zich gezamenlijk naar de sterf kamer te begeven teneinde de trekken van den dierba ren afgestorvene nog eenmaal te aanschouwen. „Hmhra" „Ja ja". Men kon niet weigeren. Zwijgend zat men bij het lijk, netjes op stoelen na tuurlijk. Een der aanwezigen meende de stilte te moeten verbreken en bromde: „Een goed mensch is heenge gaan". „Ja ja". Silte. De dokter (een der vrienden) verhief zich van zijn stoel en begon een speech af te steken. Anderen volgden. Een der naaste bloedverwanten zei: „Zijn geest is on sterfelijk. Meen vooral niet, dat hij in werkelijkheid ge storven is." Op dat oogenblik richtte het stoffelijk overschot zich op en antwoordde: „Een waar woord." Glazen water en flesschen azijn moesten geleegd wor den om de dames weer bij te krijgen. Het was als in een stuk van Molière. Alles ware met een sisser en een weinig schaamrood op de kaken der hebzuchtige familieleden afgeloopen, indien niet een der voornaamste erfgenamen, die een hartkwaal had, van ontzetting was overleden. De ver ontwaardigde echtgenoote van dezen laatste heeft tegen Leon Barat een aanklacht ingediend, daar zij haar man benevens diens financieelen hulp kwijt is. Het had maar weinig gescheeld, of zij had Leon Barat van moord be schuldigd, maar de advocaten maakten haar duidelijk, dat dit niet kon. Zelfs van „dood door schuld" is waar schijnlijk geen sprake, te minder daar Barat staande houdt, dat het slachtoffer wanneer hij (Léon Barat) niet onverwaoht was herrezen, toch van ergernis zou zijn gestorven, omdat de nalatenschap hem ontging. De Fransche rechter zit er mee in. Inderdaad is het mogelijk. Barat te bestraffen, maar als aanklager zal dan de staat moeten optreden, want de eisch der vrouw ls niet erg aanvaardbaar. Als de wangunst der tijden keert, móeten wij klaar zijn. De Regeering aarzelt nog met haar beslissing inzake de voortzetting der Zuiderzeewerken. Zij toont zich kleinmoedig en durft, naar het schijnt, geen risico's ean. De Tweede Kamer heeft zich nog niet definitief kun nen uitspreken, maar wat daar tot. uiting kwam, klonk hoopvol. Daarom maken wij ons niet al te ongerust over de beslissing, die een der dagen zal vallen, al ver heugen wij ons van ganscher harte, dat juist nog te 'echter t\jd een krachtig pleidooi voor de verdere droog legging der voormalige Zuiderzee ls verschenen. Wij dan ken dit aan de Zuiderzee-vereeniging, wier krachtige propaganda naast het doorzettingsvermogen van Dr. Lely het ter hand nemen van dit groote werk heeft mogelijk gemaakt. Zij gaf aan een commissie, bestaande uit de heeren D. van Blom, M. Th. Helsterkamp, Th. Ligthart, A. Plate, H. N. ter Veen en M, F. Visser, opdracht om de tegen voortzetting van de drooglegging gerezen bezwa ren te onderzoeken en zoo mogelijk te weerleggen. Het komt ons voor, dat de Commissie geslaagd is en gaarne werken wij mede, om het resultaat van haar onderzoek bekend te maken. Waar het omgaat, is dit. De kosten noodig om 44.000 H.A. vruchtbare grond in het N.O.-deel aan de zee te ontrukken, worden geschat op 144 millloen of f 3275 per H.A.; dit bedrag nu over schrijdt bij de thans geldende prijzen in belangrijke mate de directe verkoopwaarde, zelfs van kleigrond. De zaak is dat de Regeering meent ln dezen tijd dit ..ver lies" (pl.m. 66 milioen) niet voor haar rekening te mogen nemen. Wat de Commissie hiertegen aanvoert, is van drie erlei aard. Dr. Th. v. d. Waerden geeft daarvan in Het Volk deze samenvatting: DE RATEN. 1. In de eerste plaats wordt de vraag onder de oogen gezien of het wel juist is de offers van een werk als dit slechts te vergelijken met deonmiddellijk te verwachten baten. Waarom legt men aan de Wieringer- meer en verdere Inpoldering zoo'n geheel andere maatstaf aan dan aan werken als de IJmuider sluis, de nieuwe Maasbrug e.d.? Toch staan er Indirecte voordee len op het spel, die gedeeltelijk van geheel denzelfden aard zijn, voordeelen waarvan de fiscus ten slotte ook niet koud blijft! Men stelle zich de verbrokkeling en economische zwakte eens voor van Nederland, wanneer onze oer ouders niet eeuwen en eeuwen lang hadden gewerkt aan inpolderingen en indijkingen langs het geheele Westen en Noorden. Trouwens ziet men nu reeds welk een belangrijk achterland een aanwinning als de Wle- ringermeer in korten tijd kan worden voor de geheele streek West-Friesland en zelfs voor sommige indu strieën in de rest van Nederland Nu schrikken de menschen in het algemeen terug voor gioote uitgaven, zelfs al zijn ze vruchtdragend, in een zware crisis, een tijd waarin immers iedereen moet bekrimpen. Dit moge juist zijn voor particulieren die hun inkomsten zien achteruitgaan en ook voor de Ge meenschap waar het geldt afsnijden van onnutte uitga ven, het is een geheel verkeerde opvatting voor wat betreft productieve werken, die men in betere tijden wel zou aandurven. Immers niet alleen zijn in laagconjunctuur de prijzen van werktuigen en grondstoffen het goedkoopst, maar ook komt men, than3 beginnende, op den goeden tijd klaar. Zoolang het economische leven zich in een golf beweging voortzet, is het zaak emplooi gereed te heb ben in den tijd waarin uitbreidingsdrang en onderne mingslust op hun hoogtepunt staan; de akkers moeten braakliggen als de landhonger het felst is. Waarlijke welzijnspolitiek ls beginnen in de kwade tijden, klaar- zijn in de goede. En bovendien: welk een moreele en materieele stuw kracht gaat er niet uit van werkverruiming op groote schaal in een tijd, waarin wanhoop en depressie hoog tij vieren! LANDAANWINNING. 2. In de tweede plaats wordt nogeens den nadruk gelegd op de waarde eener landaanwinning op groote schaal voor de volkskracht. Daarbij hebben wij ons te keeren tegen twee groepen van critici. Aan de eerste groep zij, die wanhopen aan de toe komst van onze landbouw wijdt de kommissie niet veel aandacht. Alleen wijst zij erop, dat de nieuwe gronden zich bij uitstek leenen voor grootbedrijf, voor akkerbouw en die is het juist, waarheen wij ons weer zullen moeten oriënteeren. wanneer werkelijk de inter nationale markt voor onze dure (tuinbouw-) producten meer en meer gesloten wordt. Verder vertrouwt zij, dat de tendenz van eeuwgn naar steeds waardevoller wor den van de gronden, zich zal doorzetten, ook weer in de naaste toekomst. Ook wij gelooven niet aan een plotseling einde van van den West-Europeeschen landbouw. Wij zijn de Ame- rikaansche concurrentie der 90er jaren in korten tijd te boven gekomen; waar zelfs thans de beste bedrijven het hoofd boven water kunnen houden, zullen straks zeker nieuwe winsten vloeien. Aan den anderen kant staan zij, die het spook der overbevolking niet meenen te kunnen bestrijden met dit luttel aantal hectaren grond, dat slechts ruimte kan bieden voor een 300.000 menschen do bevolkingsaan was van maar drie jaren. Aan deze bedenkingen zijn uitvoerige beschouwingen gewijd. Aan de hand van vele cijfers wordt aangetoond hoe weinig, door de generaties heen, het platteland deel heeft aan de bevolkingstoena me, terwijl toch juist daar de geboorte-overschotten het grootst zijn. Telken jare echter nemen de groote steden het overgroote deel der van het agrarisch productiepro ces uitgestotenen op. RUIM BAAN VOOR BOERENZOONS EN LANDARBEIDERS. Het zijn deze boerenzoons en land arbeiders, doorkneed in het bedrijf, maar over tollig op de oude akkers, aan wie de Zuiderzee ruimte zal moeten bieden. En voor hen zal zij die ook kunnen bieden, zeker een tiental jaren lang voor het geheele overcompleet van het platteland. Thans, nu de overkropte steden hen niet verstuwen kunnen, thans is het zaak ruim baan te maken voor hun ontplooiingsdrang en werkkracht. Daarna op dit punt zijn de geleerden het nu vrijwel eens zal het niet zoo heel lang meer duren, of de bevolkingstoe name zal minderen, ja wellicht tót stilstand komen. Dan echter heeft de inpoldering haar nuttig en nu zoo noodig werk gtdaan. „W ie thans helpt, helpt dubbe 1". 3. Doch is het wel mogelijk, thans te helpen Vergt dit niet te veel van de draagkracht van het volk in deze benarde tijden? Ook deze vraag is door de com missie grondig onder de oogen gezien. De groote kosten met het oog op de huidige prijzen wellicht niet zóó hoog als men aanvankelijk raamde vallen in de eer ste 12 jaren; per jaar rond 10 millioen. Terecht merkt de commissie in de eerste plaats op, dat voor een der gelijk werk, waarvan ons nageslacht de vruchten plukt, niet de belastingbetaler van nu hoeft op te draaien, maar zeer wel geleend kan worden. Temeer dit wordt aan de hand van uitvoerige berekeningen aan getoond daar de gronden reeds na 18 Jaren ten min ste 2 k 3 pet. van het kapitaal aan pacht opbrengen op de basis van de, lage nu geldende pachten. Slechts het verschil met de geldende rentevoet zou de staat be hoeven bij te passen als tegenwaarde voor de „onbe weegbare", Indirecte voordeelen. Wij zullen thans niet te diep ingaan op deze cijfers. De aangevoerde argu menten zijn voldoende om met hernieuwde kracht te ijveren voor: Doorgaan met deZuiderzoe- werken!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5