Met kruiwagen en schop. Donderdag 29 December 1932. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9201 Brieven over Engeland. - Technisch niet verantwoord, maar.... Kruiwagen en schop zijn nuttige, ja, onmisbare werk tuigen, maar hun beteekenis is door uitvinding van al lerlei kunstige en machtige machines aanmerkelijk ge daald. Uit onze jeugd herinneren wij ons nog het verewaren van een zeedijk. Er kwam geen machine aan te pas. Kruiwagen en schop waren de eenige werktuigen en geen andere dan menschelijke kracht werd aangewend. Eindelooze rijen mannen kruiden de klei uit de putten op het oude dijkslichaam en zwoegden onmensche- lÖK. Denk nu eens aan de Zuiderzeewerken en aan den aanleg van moderne groote wegen en vraag u af, of ze technisch en finantleel mogelijk zouden zijn met alleen menschen, schoppen en kruiwagens! Niettemin overweegt men ernstig om bij het graven der Westfriesche kanalen en bij den aanleg van enkele groote wegen het grondwerk te laten verrichten niet uitschakeling der machines. Kunstwerken, zooals sluizen, duikers en bruggen, en het wegdek blijven van zelf buiten beschouwing: in aanmerking voor hand- kracht komt louter en alleen het echte grondwerk. Vei lig kan men zeggen, dat zulk een terugval op een ver ouderde methode uit technisch oogpunt niet verant woord is. De nood dezer tijden spreekt echter ook een hartig woordje mee en als het ongebruikt laten der ma chines het gevolg heeft, dat een aantal arbeiders aan de verschrikkingen der werkloosheid worden onttrok ken, dan rijst de vraag, of dit niet opweegt tegen een technische zonde. O.i. wel. Het wordt een keuze tusschen twee kwade en naar onzen smaak is het technische kwaad het minst erge. In elk geval kan een proef in deze richting geen groote onheilen stichten, al geven wij onmiddellijk toe, dat men zich met een dergelijke proef waagt op een terrein waar vele voetangels en klemmen liggen. Als het Rijk zulke plannen overweegt, schijnt er on verbiddelijk aan vast te zitten, dat slechts werkverschaf- fingsloonen betaald zullen worden. Dat lijkt ons onver dedigbaar. Het geldt hier productieve werken, immers kanalen en wegen, welker aanleg economisch in alle op zichten verantwoord is. Welnu, dan mag er o.i. geen sprake van zijn, dat de arbeiders aan zulke werken het gelag moeten betalen. Hoe het dan precies zal moeten gaan. is niet gemak kelijk te zeggen, doch misschien zou dit een richtsnoer kunnen wezen: de loonen bij een redelijke prestatie in geen geval lager dan de ter plaatse geldende. Zonder geschoolde vaklieden is ook grondwerk niet mogelijk. Neemt men van hen slechts een gering aan tal om dienst te doen als voorwerkers voor de werk krachten uit de omgeving, dan arbeiden deze feitelijk in werkverschaffing, doch met dit verschil, dat ze niet minder zullen verdienen dan wanneer zij hun gewonen arbeid verrichten. Dit is niet alles winst, want voor eigenlijke grond werkers wordt het besohikbare werk kleiner. Dit sy steem beteekent dus niet uitsluitend werkverruiming, doch gedeeltelijk slechts werkverplaatsing. Niet ten on rechte spraken wij van voetangels en klemmen! Intusschen is de zaak belangrijk genoeg om ook de praktijk eens te laten spreken en daarom bevelen wij een proefneming ten zeerste aan. Naar het schijnt komt daarvoor de weg van Noord- scharwoude naar Koedijk in aanmerking. Geestmeram- bacht heeft stoun toegezegd onder voorwaarde, dat de aanleg in werkverschaffing zal geschieden. Wordt die voorwaarde niet vervuld, dan komt de weg er niet en dus evenmin deze werkgelegenheid. Beiden zouden wij heel erg vinden en het een noch het ander zouden wij op onze verantwoording willen nemen. Daar om bwvelen wij hier aan om het voorbeeld te volgen van een aantal gemeentebesturen in West-Friesland, die buiten het Rijk om allerlei werken meestal wegen- verbetering laten uitvoeren tegen het ter plaatse gel dende loon. Dat is ook werkverschaffing, doch men ont zeilt het gevaar, dat men gedwongen wordt om uurloo- nen te betalen die ergerlijk laag zijn en die, hoe men het ook wendt en keert, als het ware uitnoodigen om de lijn trekken. Oproer in een Engelsche „model"- gevangenis. Omdat ze voor straf geen kerstmispudding hadden gekregen. Het vocaal en Instru mentaal „concert", dat de gevangenen maak ten op grooten afstand hoorbaar. Naar uit Chelmsford (Essex) aan de Engelsche bla den wordt gemeld, zijn in de gevangenis aldaar de ge detineerden In opstand gekomen. Het oproer is vermoedelijk ontstaan, doordat gevan genen, die straf gekregen hadden, omdat ze een 14 da gen geleden reeds herrie geschopt hadden, geen Kerst pudding op hun menu zagen prijken. Dit schijnt het sein voor deze „misdeelden" geweest te zijn, om de leiding te nemen van een formeel oproer. De mannen, die aan deze „demonstratie" ten gunste van de verstrekking van Kerstpudding deelnamen, hie ven een waar Indlanengebrul aan, imiteerden de onmu zikale geluiden, welke door wilde beesten en een buik pijn lijdende katten plegen te worden uitgestooten en luisterden het vocaal gedeelte van hun programma op door een instrumentaal accompagnement, waarbij de metalen etenskannetjes en traditioneels houten lepels nuttige diensten bewezen. De geluiden waren op grooten afstand hoorbaar. Anderen weer zorgden voor het onontbeerlijke „slag werk" door met allerlei geïmproviseerde werktuigen het noutwerk va.n hun cellen te betrommelen. Het bewakend personeel kreeg intusschen versterking en de toegangen tot de gevangenis werden onder extra- Btrenge controle gestrld. Agressief optreden van de ge vangenen schijnt niet te zijn voorgekomen. De gevangenis te Chelmsford werd in het begin van dit jaar heropend en staat als een model-gevangenis te boek. De gastvrije inrichting wordt meestdeels bewoond door misdadigers van het motor-bandieten-gehalte. Er Zijn verscheidene kleurlingen onder. Hotelbrand te Boekarest. Milli oenen schade. V.D. verneemt uit Boekarest: Maandagavond laat is in het zeven verdiepingen hoo- ge hotel „Britania" te dezer stede in de zevende verdie- Ping brand uitgebroken. Spoedig breidde de brand zich over alle verdiepingen uit. Alle brandweren van Boekarest en omgeving zijn ge- requireerd en werken koortsachtig aan de bestrijding van het vuur. Talrijke vrouwen en kinderen konden zich slechts in veiligheid brengen door naar beneden te springen, waar zij werden opgevangen. Tegen 11 uur waren vier verdiepingen geheel in vlam den gehuld. Er bestaat gevaar, dat het geheele gebouw «at 500 kamers bevat, een prooi der vlammen zal wor den. De materieele schade wordt geschat op 40 millioen ei. Het staat nog niet vast, of menschenlevens verloren zyn gegaan. UIT ONZE OOST. Amokpartij op Soembawa. Drie dooden en één gewonde. Aneta seint uit Blma: Bij de amokpartij in kampong Sape werd het kam ponghoofd gedood en een adatwaardigheidsbekleeder zwaar gewond. De amokmaker was gewapend met drie lansen en een kris. Hij was gekleed in een pantser van touwen en vezels, waarop de door de bevolking afge schoten looden kogels afketsten. De uitgezonden halve brigade sommeerde den amokmaker de wapens neer te leggen, waarop deze de militairen aanviel. Een Ja- vaansch sergeant werd door een lanssteek zwaar ge wond en is in het hospitaal te Raba overleden. De amok maker werd door een Ambonneesohen infanterist met vier karabijnschoten neergelegd. Steekpartij op een stoomschip. Dooden en zwaar gewonden. Aan boord van het s.s. „Van Swoll" der K.P.M. lig gende aan een grooten steiger te Samarinda heeft een steekpartij plaats gehad, welke aan eenige Timoreesche schepelingen het leven heeft gekost. Het schip lag te lossen, meldt het Soer. Hbl. toen door den eersten officier diefstal werd gerapporteerd. Een koelie van den wal had aan een dek-passagler diens portemonnaie ontfutseld, hetgeen niet onopge merkt was geschied. De dader werd dan ook aangewe zen en zich ontdekt ziend, vluchtte hij, na wegwerpen van het gestolene in een W.C., alwaar hij werd gepakt en aan de politie overgeleverd. Om herhaling te voorkomen, vaardigde de eerste of ficier de order uit, dat geen walkoelies meer aan boord mochten komen en plaatste hij een Timoreeschen sche peling als wachtsman bij den toegang naar den achter- kuil. Toen even later eenige koelies zich aan boord wilden begeven, werd hun door dien wachtsman de toegang ge weigerd. De koelies werden hierdoor zoo woedend, dat zij den wachtsman te lijf gingen en hem behoorlijk af rosten. Hij werd ontzet en na dit incident gingen de werkzaamheden eenigen tijd haar gewonen gang. Plot seling ontstond echter aan boord een groot misbaar. Eenige koelies die kans hadden gezien toch aan boord te komen, en die waarschijnlijk ook betrokken waren geweest by het eerste incident, trokken plotseling hun messen en vielen eenige schepelingen aan. Ook de vierde officier die zich in de achterkuil be vond. werd geattaqueerd. Een Timoreesche schepeling zeeg, in den buik getrof fen, zwaargewond op het dek neer. Een mandoer van de scheepskoelies kreeg eenige steken in den rug. Een andere Timorees werd ook zwaar getroffen. De vierde officier wist een aanval te pareeren. Eenige officieren die zich in de nabijheid bevonden, wapenden zich met ijzeren voorwerpen om de aangeval lenen te hulp te komen. Er ontstond een algemeene sauve qul peut ook aan den wal. In de verwarring en op het zien van de versterking vluchtten de daders van boord. Als passagiers aan boord waren eenige Europeesche soldaten bestemd voor Tarakan. Eenigen van hen keer den juist van een wandeling naar boord terug en een der vluchtende misdadigers bracht op den steiger den genie-soldaat Gudde een steek toe. Dit alles speelde zich in een minimum van tijd af. In middels waren het K.P.M.-kantoor de politie en de dyj- ter gewaarschuwd, de goedangs gesloten en door de me- dereizende militairen wachten uitgezet bij de toegangen naar boord om te verhinderen dat eventueel zich nog daar bevindende daders zouden ontkomen. Na grondig doorzoeken werd nog aan boord, noch in de goedangs een spoor van de daders ontdekt. Een der misdadigers, een koelie der Borsumij, die pertinent was herkend, werd onmiddellijk achterhaald en zwaar geboeid naar de gevangenis geleid. De zwaar gewonde soldaat werd met- den telefonisch bestelden militairen brancard naar het hospitaal gebracht, waar dokter Gabeler onmiddellijk operatief ingreep. De drie andere zwaargewonden werden naar het hospitaal der Oost-Borneo Maatschappij vervoerd. Een der Timoree sche schepelingen stierf kort daarop terwijl de andere den volgenden middag aan de bekomen verwondingen overleed. De mandoer maakt het redelijk wel, terwijl na de geslaagde operatie, er alle hoop is dat de geniesol daat Gudde, spoedig zal herstellen. Ongerustheid onder de bollenkweekers. Dreigt er gevaar voor de bollenstreek langs de duinen? Vrees, dat door de waterwinning van het Provinciaal Wa terleidingbedrijf de grond steeds meer zal gaan uitdrogen. Het voorstel tot aan koop van duingronden bij Egmond door de provincie. In een van de eerstvolgende Statenzittingen van onze provincie komt een kwestie aan de orde, wel ke voor de bollenstreek in het algemeen en die nabij Egmond in het bijzonder, van het allergrootste be lang is, Langs de geheele duinstreek toch zijn de hollen- kweekers tamelijk ongerust geworden over de wa terwinning der laatste jaren door het Provinciaal Waterleidingbedrijf. De vrees zou niet ongegrond zijn, dat de uitbreiding van verschillende waterleidingen voor geheel Kennemerland funeste gevolgen zal heb ben: gevolgen, die reeds bij Wijk aan Duin en Heems kerkerduin waargenomen zijn, terwijl den laatsten tijd ook te Castricum de zoo gevreesde uitdroging van den grond zich begint te vertoonen. Het bekend worden nu' van het. voorstel van Ged. Staten van Noord-I-Iolland om ten behoeve van de wa terwinning voor de provincie twee duinterreinen bij Egmond-Binnen en Egmond aan Zee van pl.m. 986 H.A. aan te koopen, zooals we in ons nummer van gister meedeelden, heeft, naar wij thans in de „Tel." lezen, vrij groote ongerustheid gewekt bij belangheb bende bollenkweekers ter plaatse en ook bij Benne- broeksche en Hillegomsche kweekers, die in de om geving van Egmond bollengronden bezitten. Ged. Staten zeiden in hun toelichting, dat „ver grooting van het duingebied voor het Provinciaal Waterleidingbedrijf niet onmiddellijk noodig is en de terreinen als een hoogst wenschelijke reserve te beschouwen zijn, die met het oog op de mogelijk heden, welke het IJselmeer biedt, wellicht voor wa terwinning nooit aangesproken zal behoeven te wor den." In kweekerskringen is men het er echter over eens, zoo verzekerde men, dat de provincie naar ander wa ter dan duinwater moet uitzien, daar door een dus danige zij het dan nog voorgenomen voort schrijdende wateronttrekking aan de duingronden, die onmiddellijk grenzen aan den kostbaren „geest grond", deze laatste wereldvermaarde teeltgrond 24 December 1932. EEN dag voor Kerstmis, terwijl ik dit schrijf. Een drukke dag voor alle buismoeders, die moeten zorgen, dat er genoeg in huis is voor de twee komende Zondagen, maar het toeval zegenen, dat ge maakt heeft, dat er geen drie feestdagen op elkaar volgen. Een veel drukkere dag nog voor de leveran ciers, die niets liever zouden willen, dan dat al hun bedienden vier handen hadden, en zij zelf acht. Maar een tien keer, honderd keer, duizend keer zoo drukke dag voor onze overburen aan de andere zijde van de Noordzee. Het Is waar, dat de Hollandsche Kerstdag geleidelijk aan meer en meer op den Engelschen gaat lijken. Wie had er, toen wij jong waren, een Kerstboom in zijn huiskamer staan op den 25sten December; Niemand, of zoo goed als niemand. En thans, als we tenminste aannemen, dat de duizenden boomen, die we op de markten zien liggen, ook verkocht worden, leder, of zoo goed als ieder. En wie verstuurde er vroeger kerstkaarten? Nieuw jaarskaarten, ja, dat was wat anders. Ik herinner me nog zeer goed, dat mijn vader een lijst had met ruim honderd veertig namen er op, van menschen, die op den eersten Januari van het nieuwe jaar een schriftelijke gelukwensch behoorden te ontvangen. Soms werd in den loop van het jaar een naam geschrapt: een teeken, dat de dood geen rekening had gehouden met den wensch van eenige maanden geleden. Soms ook werd er in den loop van het jaar een naam toegevoegd aan de lijst: een nieuwe vriend of kennis was opgenomen in den kring. En zeer wijselijk werd aan het geheugen op den 31sten December niets overgelaten. De onder vinding had geleerd, dat dat booze gezichten aan den eenen, beschaamde aan den anderen kant te weeg bracht. Ik moet me erg vergissen, als het niet waar is, dat ik geloof, dat er van de Nieuwjaarwenschen een dikke tachtig procent verdwenen zijn, die wel niet alle, maar toch voor een aardig deel, eenvoudig in Kerstwenschen veranderd zijn. Dit weet ik althans zeker, dat er in den loop van de laatste twee dagen een aantal kerstkaar ten ln mijn huis is verschenen, om daar, na een zekere bewerking te hebben ondergaan, ook weer uit verdwe nen te zijn. En even zeker weet ik, dat dit aantal van de aanstaande week te verzenden nieuwjaarskaarten verre overtreft. Finantleel is dat geen verbetering. De kerstkaart die wij verzenden, moge honderd keer zoo mooi zijn als het visitekaartje, dat de gelukwenschen van onze vaders overbracht, maar het is ook honderd keer zoo duur. Neemt U me even niet kwalijk. Daar komt juist de middagpost. Er zijn maar weinig werkzaamheden, die we niet een oogenblik onderbreken om te zien, wat de post ons brengt. Helaas valt de oogst vaker tegen dan mee. En nu? Valt hy mee of tegen? Twee zakelijke brie ven. Geen van beide van veel belang. En drie Kerst kaarten. Tot grooten schrik van mijn vrouw, drie kaarten an menschen, die door ons niet kerstkaartelijk bedacht zijn. Ja, we zullen hun oogenblikkelijk een kaart terug sturen. Maar op tijd kunnen onze kaarten nu niet meer komen, We zijn er beiden werkelijk een beetje door ontdaan. Jammer, dat we nu juist die menschen hadden over geslagen. En in eensh lijkt het me toe, dat ik weer veertig jaar jonger ben geworden. Ik zie mijn Vader en Moeder in ernstig gesprek gewikkeld. Zoo juist hebben zij kaartjes ontvangen van drie, vier menschen, aan wie zy niets gestuurd hebben. Mijn Vader zit al aan zijn schrijfbureau, om de adressen te schrijven voor de nu, helaas, onvermijdelijk te laat komende kaartjes. Mijn Moeder gaat met een bezorgd gelaat naar de keuken, waar het water staat te koken. En een kleine jongen van acht jaar gaat verder met zijn spel, en voor bloembollen wel eens voorgoed waardeloos zou kunnen worden zooals reeds in de omge ving van Wijk aan Zee is geschiedt.. De huurders van deze hollengrondens die voor deze cul tuur totaal ongeschikt zijn geworden door de ont trekking van het zoo allernoodzakelijke watergehalte zijn in een proces gewikkeld met jhr. Boreel van Ho- gelanden, daar zij de huur niet wenschen en niet kunnen voldoen. Het lot van deze kweekers, wier bedrijf ten doode is opgeschreven sommige vonnissen zijn reeds ge veld! is natuurlijk niet onopgemerkt gebleven bij hun confraters. Het is overal dezelfde vrees: uitdro ging van den kostbaren en niet te vervangen geest grond. „Het. is bekend", zoo schrijven Gedeputeerdeu, „dat de directeur van het P.W.N. gunstige verwachtingen koestert omtrent de mogelijkheid het IJselmeer als het binnen b.v. 6 8 jaar verzoet zal zijn, als water- winplaats te gebruiken. Al wijzen ook de tot dusverre verkregen voorloopige resultaten er op, dat deze ver wachtingen een goede kans hebben te worden ver wezenlijkt, zekerheid bestaat daarom trent nog nie t." En zoolang, die zekerheid niet bestaat voelen de bollenkweekers zich in hun bestaan bedreigd. Een algemeen belang, dat voor de watervoorziening van de provincie en een particulier streekbelang staan hier tegenover elkander. Doch zoo verneemt boven genoemd blad tegen een dusdanige voortgaande wateronttrekking door de provincie, zullen de kwee kers. uit zelfbehoud, ongetwijfeld steeds sterker gaan protesleeren. Inbrekers te Haarlem aangehouden. Bijna nog ontsnapt. Toen Dinsdagavond de werfbaas H. op de opslag plaats van bouwmaterialen van de firma Filippo aan den Spaarndammerweg te Haarlem controleerde, ont dekte hij twee personen, die bij zijn nadering op de vlucht gingen. Toevallig passeerde een wielrijder, die de beide mannen achterna ging en een van hen wist te grijpen, Hij bracht den aangehoudene bij den werf baas terug, die den man verder bewaakte. Toen echter een politieagent naderde, wist de man weer aan zijn bewaking te ontsnappen en aan den haal te gaan. Hij begrijpt niet, waarom groote menschen zich om zulke dingen druk kunnen maken. Hy begrijpt het nu beter. Maar genoeg over onze zorgen en zorgjes. Laten we ons liever voorstellen, dat we Holland, en de werkelijk nog maar kleine Kerstdrukte v an Holland achter ons hebben gelaten, en even een kleine visite zijn gaan maken bij onze Engelsche buren, om te zien, hoe zij zich door hun werkelijk groote drukte trachten te slaan. We kunnen natuurlijk deftig doen, en een bezoek af leggen in een van die groote speelgoedpaleizen, zooals Londen er zoovele heeft. Van een van deze lees ik juist, dat de directie nogal tevreden is over den gang van zaken dit jaar. De dagelijksche verkoop aan speel goed bedraagt ongeveer duizend pond, dus zelfs bij den tegenwoordigen stand van het Engelsche geld meer dan acht duizend gulden. Het aantal bezoekers, die evenwel voor het grootste gedeelte kijkers zijn, en geen koopers, bedraagt soms meer dan twee honderd dui zend per dag. Maar we kunnen ook eens niet deftig doen. We laten de groote speelgoedwinkels liggen, en de kleine even eens. Voor ditmaal gaan we eens winkelen, of althans kijken, bij de straatverkoopers. Holborn en Ludgate Hill zijn daarvoor de uitgezoch te plaatsen. En denk nu niet, dat U niet te kust en te keur terecht kunt. Duizenden bij duizenden kinderen zouden in den zevenden hemel gebracht kunnen wor den, wanneer U en ik hier eens voor hen winkelden, als we het althans dien naam mogen geven. Als U dien buitenhandel eens geïllustreerd wilt zien, behoeft U slechts Punch in te zien van deze week. Een goedhar tig heer, die een meisje van ongeveer zes jaar, met aan de hand twee kinderen van een jaar of drie, langs de speelgoedmannen ziet loopen, vraagt haar, of zij zou willen, dat hy wat voor haar kocht. „O, meneer, antwoordt het moedertje, „dat is nu mijn allergrootste wensch geweest, toen ik een kindje was." Zij hebben een moeilijk en zenuwachtig bestaan, die straatverkoopers. Hun bedrijfskapitaal is slechts heel gering, tien shilling, een pond, dertig shilling op zijn. allermeest. Daar mag je geen vergissingen mee be gaan. Geen handel beteekent geen brood voor een ge zin, en algeheele ondergang U moet ze zien binnengaan bij den groothandelaar 1n speelgoed. Houndsditch is de plaats daarvoor. Eerst staan ze lang en aandachtig voor de ramen te kijken. Ze wikken en wegen. Zou die verkeersagent met me chaniek in zijn armen er in gaan bij de menschen? Of die hondensleetjes, die je moet opwinden met een sleutel, of die „smeris" op een motorfiets? Binnen in de zaak is het een heidensch kabaal. Ieder spreekt tegelijk, en het Eagelsch is vaak allesbehalve onberispelijk. „Hoeveel zijn die verfdoozen?" Tien shilling? Ik geef zeven en een half. Nou acht dan. Geef maar hier." En op een andere plaats, met een ruwe onverschil ligheid, die alleen een groote zenuwachtigheid tracht te verbergen, zegt een kerel: „Zeg erese baas, die pop pen, die ik hier vanmorgen heb gekocht, da's niks ge daan hoor. Geen kooper voor te vinden. Wat is dat nou voor goed?". En dan de groote vraag: „Kan ik ze voor wat anders ruilen?" O, als daar het antwoord nee op is. Maar meestal is de groothandelaar meegaand. Wat voor verschil maakt het trouwens voor hem, of hij honderd poppen, of hon derd verkeersagenten meer in zyn magazijn heeft lig gen? En waarom zou hij zijn klanten niet van dienst zijn? De stelregel van de straathandelaars is: Vlug ver- koopen en weinig winst. Hun ideaal is, den 's morgens ingeslagen voorraad nog dienzelfden morgen van de hand te doen, en dan terug te gaan naar den groothan delaar, om dien middag een nieuwen voorraad te ver- koopen. Dit jaar is de concurrentie zeer groot. De straatver- kooper van beroep ziet met leede oogen, dat er honder den vreemde eenden bezig zijn mee te zwemmen in zijn byt. Allen werkeloozen. Het nieuwe vak is hun vreemd, en zy hebben met angst hun „kapitaal" dien morgen in handen van den groothandelaar achtergelaten. Laat ons voor hen hopen, dat het met rente tot hen terug keert. gleed evenwel uit en viel met zijn hoofd op straat, waardoor hij een bloedende wonde kreeg. Hij werd nu opnieuw ingerekend en naar het politiebureau overge bracht. Daar bleek dat de aangehoudene de 22-jarige losse werkman S. uit Haarlem was. Zijn hoofdwond werd dcor een lid van den ongevallendienst verbonden en daarna in het St. Elisabethgasthuis gehecht. S. bekende, dat het zijn bedoeling was geweest om met zijn kameraad, den 22-jarigen smid v. D., in te breken in de koekfabriek van de firma van Dijk aan de Paul Krugerkade. De politie heeft daarna ook den smid v. D. aange houden, die echter ontkende iets met de poging tot In braak uitstaande te hebben. S. was in het bezit van wegenbelastingkaarten en het nummerbewijs ten name van J. d. V. Uit een onderzoek is gebleken, dat op 17 December een auto, welke onbeheerd op de Gedempte Oudegracht gestaan heeft, verdwenen was. De auto is den volgenden ochtend achter de zweminrichting aan de Kleverlaan gevonden. De beide mannen zijn in bewaring gesteld. Op zoek naar zijn zoon. Een reis van 16.000 K.M. gemaakt, doch te vergeefs. Eenigen tijd geleden ontving een planter in Nairobi in Britsch Oost-Afrika uit Londen bericht, dat een van zijn twee zoons, die daar studeeren, spoorloos verdwenen was. Een brief aan zijn jongeren broer, met een bank biljet van tien pond als afscheidscadeau benevens een tweede schrijven aan zyn ouders waren de laatste tee kenen van leven. In den laatsten brief deelde de jongeman med«, d*+ hij genoeg had van de droge studie en de wijde wereld introk. Het bericht van de verdwijning van haar oudsfen zoon trof de moeder zoo geweldig, dat zij ziek werd. 7?*ar er geen uitzicht op beterschap bestond, zoolang de verloren zoon niet terecht was, besloot de planter zelf he'. onder zoek te leiden. Hij vertrok uit Nairobi met een vlieg tuig naar Londen, waar hij echter, ondank3 het feit, dat de politie alles in het werk stelde om den jongen te ontdekken, geen spoor van zijn zoon vinden kon... De reis van meer dan 16000 kilometer was dus ver- geefsch gebleken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5