goede daad. Een China en Japan. Vechtpartij te Oss. Na de bezetting van Sjankaikwan. Te rugtocht der Chineezen. In den nacht van Maandag ap Dinsdag hebben de Japanners, zooals reeds gemeld, de Noordelijkste grens en havenstad van het eigenlijke China, Sjanhaikwan, gelegen aan het einde van den grooten Chineeschen muur nabij de Golf van Petsjili, geheel bezet en daar mede het eigenlijke China, op een terrein dat niet als exterritoriaal beschouwd kon worden (zooals verleden jaar groote deelen van het operatiegebied nabij en om Sjanghai) betreden. Aan de bezetting van Sjang Hai Kwam door Japan- sche troepen is een groote Japansche aanval vooraf gegaan, waaraan werd deelgenomen door 4000 man in fanterie, cavallerie met zeven vliegtuigen, twee torpedo jagers en 20 stuks veldgeschut Nadat door het artillerievuur een groote bres in den muur was geslagen, gingen de Japanners tot den eersten stormaanval over, welke evenwel door de Chineezen werd afgeslagen. De tweede aanval der Japanners heeft succes gehad. Internationale verwikkelingen te Sjang Hai fiwan? Tokio, 3 aJnuari (V.D.). De bevelhebber der bui- tenlandsche troepen te Tienstsin zijn, volgens een me dedeling van het Japansche agentschap „Rengo", in een spoedvergadering in het Japansche hoofdkwartier bijeengekomen, ten einde den toestand te bespreken, welke ontstaan is na ht opblazen van een spoorbrug op 3 K.M. ten Westen van Sjang Hai Kwan, hetgeen waarschijnlijk door Chineezen is verricht. In het Ja pansche bericht wordt voorts verklaard, dat de spoor lijn Sjang Hai KwanPeking op grond van het „Boxer- protocol" door buitenlandsche troepen moet worden bewaakt. De Japansche regeering heeft de Japansche autoritei ten in Noord China gewaarschuwd China, dat Japan klaarblijkelijk wil provoceeren. in de hand te werken. Het Japansche ministerie van Oorlog verklaart een telegram te hebben ontvangen van den chef van het Japansche leger in China, Nakamoera, waarin wordt medegedeeld, dat de Japansche troepen den derden Ja nuari om 3 uur 30 Sjang Hai Kwan hebben bezet. De Japansche troepen zijn de stad binnengerukt en hebben alle openbare gebouwen bezet. De Chineesche troepen hebben, zonder tegenstand. Sjang Hai Kwan verlaten en worden door bet Japansche leger achtervolgd. Naar van Japansche zijde officieus wordt medege deeld, zijn te Sjang Hai Kwan eenige duizenden man Chineesche troepen door de Japansche infanterie ont wapend. De Chineesche regeering maant tot kalmte SJANGHAI, 3 Jan.: (VJ>.) Verschillende Chineesche organisaties hebben in ver band met de bezetting van Sjang Hai Kwan door Ja pansche troepen van de Chineesche regeering de onmid dellijke verbreking der diplomatieke betrekkingen met Japan en het verklaren van den volksoorlog tegen Ja pan geëischt Andere organisaties eischen invoerverbod van Japan sche goederen. De Chineesche Centrale regeering maant in een verklaring tot kalmte en verzekert, datzij de na tionale belangen zal beschermen. Kort verhaal door EUGèNE MARCELLE. TOEN vicomte de Brissac de appartementen aan de Avenue Haussmann, verliet, was hij een beetje aangeschoten en eenigszins ge- ergerd. Meestal was hij, na het drinken van een paar glazen wijn, in een prettige, aangename stemming, maar vanavond voelde hij zich weinig behagelijk. Marguérite had hem. tijdens het middagmaal, den mantel uitgeveegd,hem een egoist genoemd. ..-Jij. jij'", had ze gezegd, in een van die opgewon den buien, die zoozeer het volkskind kenmerkten, „jij bent een egoist", jij denkt alleen aan jezelf, jij geeft die goede Jeanne een standje, omdat jij vindt het is bovendien verbeelding dat de soep niet krachtig genoeg en jou „chateaubriand" wat te gaar. Weet jij, hoeveel duizenden er zijn, die op hun Oudejaarsavond niets hebben, met honger naar bed gaan? Die met een leege maag het oude jaar eindi gen, om met een leege maag het nieuwe jaar in te gaan. Denk jij er wel eens aan. Jij bont al net als de anderen, die geld hebben en zich van de armen niets aantrekken. Alles is je onverschillig „Jij niet, lieve Marguérite, jij mij niet", had hij gezegd „Ik net zoo goed, over eenige jaren zullen we zien, als ik niet meer zoo jong meer ben en het bekoor lijke, wat jij nu aan me vindt, is verdwenen, of gaat verdwijnen." „Maar ik heb je Hef „Misschien tijdelijk, maar er is ook heel veel eigen liefde bij. Je kunt nu nog met me pronken, Lucien, je kunt je nu nog met me vertoonen. Misschien heb je nu nog vriendon, die jou benijden om mijn bezit." „Je stelt je allerdwaast aan vanavond, terwijl ik het voornemen heb, om vanavond „la Sylvestre" ge zellig te vieren, ga je te keer tegen me. Waaraan heb ik dat verdiend?" „Zie je wel. Hoe breng ik Oudejaarsavond het pret tigst door, dat is een vraag, die jou al een paar we ken bezig houdt. Natuurlijk zullen onze vrienden op het appèl zïjn en sinds wanneer weet je, wat van avond zal worden opgediend. Of heb jé een apart menu „Wat bezielt je toch vanavond, Marguérite?" „Dat begrijp jij, die altijd in weelde bent opge voed, toch niet, maar ik ben nog niet zoo verdor ven en egoistisch om te kunnen vergeten, hoe ik zelf feestdagen heb doorgebracht met een stuk droog brood, of blij was wat afgekrabte beenen van den slager te kunnen krijgen om er een mager soepje van te kunnen koken. O, ik heb het buitengewoon goed bij je, maar juist, omdat ik het nu zoo goed heb, kan ik niet vergeten, wat ik geleden heb en dat er nog duizenden zijn, die nu ook zoo lijden. En jij, jij, daar vraag jij niet naar. Dat gaat langs je heen." „Hoe kan ik dat weten?" „Juist, dat kan jo niet weten. Het is je onbekend, je hebt er nooit mee kennis gemaakt, jullie denken, dat. do heele wereld net zoo is als jullie klein krin getje. Jullie kent niet anders dan de paarden, de wedrennen, de plaats in de opera en vrouwen." „Ik heb toch het recht te profiteeren van het geld, dat ik bezit......" „Natuurlijk, daartoe heb je het recht en je maakt er ook goed gebruik van. Maar op zulke avonden denk ik te veel aan mijn klassegenooten, ik ben nog niet verdorven gcijoeg om te vergeten, hoe het vroeger was. Jij, jij verdient niet, dat je rijk bent, want jij bent je er niet van bewust, hoeveel ellende er in ons Parijs geleden wordt. Waar wou je van avond soupeeren?" „Ik heb Ledoyen uitgekozen......" „Aan de Champs Elysees? Nou, voor vanavond Japan schuilt de verantwoordelijkheid op China. De Japansche regeering heeft genoeg gewaarschuwd en verklaart, dat maarschalk Tsjang Hue Llang de ver antwoordelijkheid draagt voor den polltieken toestand, daar hij door de concentratie van zijn troepen het Ja pansche leger heeft geprovoceerd. Bende jeugdige bandieten in Den Haag aangehouden. Een twintigtal opgeschoten jongens tas* schen de 16 en 19 jaar, die de stad on veilig maakten. Zij stalen ook aato's en rijwielplaatjes. Het is aan de politie in Den Haag gelukt, de hand te leggen op een groep jongens van tusschen de 16 en 19 jaar, die er den laatsten tijd hun werk van maakten, om o.a. auto's en rijwielbelastingmerken te stelen. Reeds zijn 14 hunner aangehouden en ten deele in het Huis van Bewaring ingesloten. Talrijke aangiften van diefstallen van automobie len vanaf de openbare straat en rijwielbelasting merken van onbeheerd staande fietsen kwamen in den laatsten tijd binnen. De auto's werden later hier en daar teruggevon den, meermalen beschadigd en nadat verschillen de voorwerpen er uit gestolen waren. Met de arrestatie van een drietal jongelui, die verplacht werden van diefstal van een viertal rijwiel belastingmerken, gepleegd in den avond van 23 De cember jl. in de omgeving van het Zuiderpark, kwam er licht in deze zaak. Het bleek, dat de diefstallen gepleegd werden door groepjes van 3 a 5 jongelui die s avonds er op uit trokken. De taktiek gevolgd bij het stelen van auto's was deze De wagen werd eerst een twintigtal meters weg geduwd, waarna werd gestart, dit om te voorkomen dat het geluid van den motor door den eigenaar werd gehoord. De gestolen rijwielbelastingmerken werden gedeel telijk op de markt aan onbekende personen, gedeel telijk bij een zekeren v. O., wonende Oliënberg, van de hand gedaan. Laatstgenoemde werd in verband hiermede terzake heling gearresteerd. Het ontvan gen geld werd grootendeels aan bioscoopbezoek en sigaretten besteed. Tot zelfs buiten de stad werden de strooptochten uitgebreid. Te Warmond werd in een koffietent ingebroken en de inhoud bestaande uit chocolade, bier, Verkade's artikelen, enz. gedeeltelijk gestolen. Aan de Leegh- waterkade werd een pakhuis opengebroken en de auto weggehaald. Deze werd bij Leiden achtergela ten, omdat de benzine op was. De inhoud van drie doozen fondant, in de auto aanwezig, werden op gegeten. Op het Leeghwaterplein werd een koffietent open gebroken en eenige flesschen limonade leeggedron ken. Op de Laan van N.O. Indië werd met een gestolen auto met een vaart van ongeveer 75 K.M. op een al daar stilstaande auto gereden, waarbij twee jon gelui met hun hoofd door de voorruit vlogen. Aan de auto waarmede gereden werd, werd een schade van ettelijke honderden guldens toegebracht. Het ongeluk met doodelijken afloop op de Laan van Meerdervoort, den len Kerstdag gebeurd, be geef ik je vrij, ik ga niet met je mee. Ik heb geen zinAls ik geld had, gaf ik vanavond eten aan de armen. Dan zou ik den Oudejaarsavond beter, door brengen dan te zitten aan de oesters, de kaviaar, poulet la broche, zonder te denken aan de armen,, die kijken, of ze hij de hallen nog wat afval vinden of die hun bed opzoeken onder de bruggen, nadat ze een bord soep hebben gekregen van de bedeeling." „Ja, lieveling", had de Brissac wijsgeerig gezegd, terwijl hij zich nog een glas Bourgogne had inge schonken, „zoo is het leven. Zie je, nu ga ik even weg, een beetje frissche lucht happen op de boule vards en dan kom ik je halen, om met me mee te gaan. Jij gaat natuurlijk met je „lieve man" mee. „Noyons le chagrin" moet je maar denken En zonder haar antwoord af te wachten, was hij heengegaan. Toen hij het huis had verlaten al was hij een beetje aangeschoten had hij wel opgemerkt, dat de portier allervriendelijkst had gebogen, vermoede lijk denkende aan de Nieuwjaarsfooi wist hij niet. welken weg hij zou nemen. Neen hij voelde zich niet zoo behaaglijk als an ders. Hij meende niet, dat hij het standje van Mar guérite had verdiend, maar haar woorden hadden hem toch getroffen. Hij had wel geen medelijden ge kregen, maar 't was hem alsof hij 'n onaangename boodschap had ontvangen, zooiets als de mededee- ling, dat het paard, waarop hij had gewed, verloren had. „Die vrouwen", zeide hij tot zichzelf, terwijl hij tot de ontdekking kwam, dat hij achter de „Madeleine" stond, hebben altijd iets eigenaardigs. Ze blijven met hun gedachten toch altijd aan hun vroegere omgeving vastzitten. Een werkelijke vicomtesse de Brissac zou het niet beter kunnen hebben dan zij en toch scheen haar iets te ontbreken aan haar ge luk. Dwaasheid, Marguérite behoort tot die uiterst gevoelige menschen, die zich nog wat aantrekken van het leven van anderen. Neen, dan was zijn le vensregel anders en hij voelt zich er gelukkig bij Je niet bemoeien met anderen. Alleen zoeken naar wat je eigen leven kan veraangenamen en ver- mooien. Het kasteel van zijn familie, dat in Au- vergne op een heuvel lag, was eigenlijk het symbool van zijn leven. Het stak boven de omgeving uit, als of het zich er boven verheven waande. In vroegere eeuwen had de omtrek aan den heer van het kasteel toebehoord en die bezittingen waren er voor den heer, de pachters en de onderhoorigen, ze leefden en werkten voor het kasteel en zijn bewoners. Zoo voel de hij zich ook. Hij vroeg niet, hoe de anderen leef den, hij vroeg alleen, hoe leef ik. Dat was de beste methode. Dat bezorgde je een bepaalde gemoedsrust, je behoefde niet over de dingen te piekeren, die je niet aangingen. Die Marguérite, met haar lief hartje trok zich de dingen te veel aan. Het was acht uur in den avond. Een kille regen viel neer. De kraag van zijn jas hoog op liep de Bris sac voort. Het natte plaveisel weerkaatste het licht der lantaarns. Door de Rue Royal, waar hij zich nu bevond, jaagden de auto's, liepen de voorbijgangers haastig voort. De winkels waren gesloten, de vitri nes zonder licht, slechts hier en daar brandde een reclame voor een restaurant of voor een café, waar men zich gereed maakte om Oudejaarsavond te vie ren. Lucien, terwijl hij in de richting van de Place de la Concorde wandelde, vond de stemming van de stad luguber, inderdaad bepaald droefgeestig. Ze ker, het plein was nog vol licht, maar claar achter, naar den kant van de Seine, was alles als uitge storven, al viel in de donkerte hier en daar een licht waar te nemen. Hij stak dwars het plein over, keek even in de Champs Elyssées, waar, aan weerszijden guirlandes van licht tot aan de Place de 1'Etoile op liepen, tot waar de Are de Triomphe zich som ber afteekende. Hij vond het vervelend, dat Marguérite, juist van avond, waarvan hij zich veel had voorgesteld, zoo zwaar op de hand was geweest. Misschien had ze gelijk, inderdaad, had hij er maar op los geleefd( zich weinig om anderen bekommerend. Maar dat zij vanavond daarover moest beginnen. Hij liep de Pont de la Concorde over trof eveneens een gestolen automobiel, waarmede met een snelheid van ongeveer 40 K.M. werd gere den. Gebleken is dat met de gestolen auto's meer malen met roekelooze snelheid werd gereden. Op het Lamgroen werd een gestolen auto achter gelaten, doordat de motor warm was geloopen, waar door een schade werd veroorzaakt van eenige hon derden guldens. Thans is het politie-onderzoek bijna geëindigd. Gisterochtend zijn er nog drie aangehouden. Ge zocht werd nog zekere W. K„ doch die bleek reeds in een tuchthuis te zitten. Bijna al de aangehouden jongelieden waren vroe ger reeds met de politie of de justitie in aanraking gekomen wegens kleine diefstallen, inbraak, weder- spanngheid enz., enkele hunner hadden nog verschil lende maanden tuchtschool te ondergaan. Met een mes gestoken. Herbergier grijpt een bijl- Dinsdagavond om ongeveer 8 uur vertoefden in de herberg van den caféhouder Kerckhof aan den Hee- soheweg te Oss eenige bezoekers, van wie de 37-jarlge Van V. in zwaar beschonken toestand de vrouw van den herbergier, wier man afwezig was, lastig viel. Toen even later de kastelein K. thuis kwam, ontstond er tus schen den bezoeker en den. caféhouder een heftige woor denwisseling, waarbij van V., die ter plaatse als een vechtersbaas bekend staat, onder het uiten van allerlei verwenschkngen en ondr bedreiging mte een geopend knipmes den kastelein verweet, in het café beroofd te zijn van een portemonnaie. Inhoudende ongeveer 40 gul den. Mei wapens elkaar te Hjf. De caféhouder aldus de „Tel." trachtte den beschon ken man buiten de deur te zetten. Van V. verzette zich hiertegen hardnekkig en stak in dolle woede met het geopende mes naar den herbergier, die, buiten zichzelf van drift uit de keuken een bijl haalde en hiermede den ruziezoeker twee slagen op het hoofd en een houw over den rug gaf. Daarna heeft h}j Van V. buiten het café geworpen. Door buurtbewoners werd de marechaus see gewaarschuwd, die spoedig ter plaatse versoheen. Onmiddellijk werd een geneesheer ontboden, die de eerste hulp verleende. Het slachtoffer bleek twee gapende hoofdwonden te hebben, waarvan een over den rechter slaap en een over het achterhoofd; verder had hij een ernstige ver wonding in den rug. Na verbonden te zijn werd Van V. naar zijn woning vervoerd. Zijn toestand is ernstig. De kastelein werd door de marechaussee verhoord. Hij verklaarde in drift en uit noodweer te hebben gehandeld Er werd proces-verbaal opgemaakt De bijl werd in be slag genomen. Bij het verder onderzoek is gebleken, dat de bewering van Van V., dat hij was beroofd, een onwaarheid was, daar de portemonnaie met den geheelen inhoud later in zijn zakken werd teruggevonden. Nog kan worden gemeld, dat Van V. eenige maanden geleden op dezelfde wijze de vrouw van een anderen caféhouder heeft las tig gevallen. Ook hier hij .buiten den waard" gere kend, die hem bij die gelegenheid met een staaf ijzer een geduchten slag op het hoofd had gegeven. Van dit letsel was Van V. ternauwernood hersteld. Jean Araser had honger en hij bezat werkelijk geen centime meer. Hij was moe van het slenteren langs de rivier en zijn lichaam deed hem pijn van den honger. Hij stond geleund over de ballustrade van de Seine, bij het Instituut en keek naar het wa ter van de rivier, dat, door een lichten wind bewo gen, tegen den muur kabbelde. Tegenover hem, aan de overzijde, keek hij naar de donkere gebouwen van het „Louvre". Niet ver van hem een lichtschijn, een weerkaatsing van de lantaarns van de Place de le Concorde en rechts van hem, vermoedde hij de Place du Chatelet, waarboven ook een lichtglans zich spreidde. Jean Araser balde de vuist en hief haar dreigend op naar de overzijde, alsof hij daar een vijand zag. Het was hem te moede, alsof hij nu moest sterven. Hij vond het goed, hij wist het, het leven had voor hem toch geen waarde meer. Hij verwachtte er niets meer van. Huiverend van honger en koude in de oude, vettige, versleten jas, die om zijn lichaam slobberde, overdacht hij zijn leven. Hij herinnerde zich den avond van zijn verloving. Dat was ook op oudejaarsavond, Men was eerst naar de kerk geweest en toen in den intiemen familie kring het middernachtelijk uur afgewacht. Hij was nog jong, reeds een kunstenaar in zijn vak. Hij maakte houten beeldjes snijwerk, dat hij aan de groote winkels op de boulevards, Rue de la Paix, Avenue de 1'Opera verkocht. Ook de bric-a-brac- winkcltjes in de galerijen van het Palais Royale, namen graag zijn beeldjes, die ze grif aan de vreem delingen verkochten. Op dien avond had hij een beeldje meegebracht, dat hij „Le baiser", de kus, had genoemd Een meisje, slank figuurtje, met modern kopje, stond op haar teenen, de lippen vooruit gesto ken, alsof zij bereid was een kus te ontvangen. Haar beide armen vielen langs haar lichaam in volkomen overgave. Zijn ouders, zijn zuster en broer, en het nichtje, dat bij hen inwoonde, vonden het buitengewoon moio, vooral het nichtje, op wie hij verliefd was, en die zijn liefde beantwoordde, prees het uitbun dig. Men vond, dat het kopje de trekken van Suzette had. En men spotte met haar en met hem. Toen hot middernachtelijk uur was aangebroken, een nieuw jaar werd ingezet, toen ze van de nabije kerk de klokken hoorde, had hij haar hand gegrepen en haar gekust en onder de gelukwenschen van de andere familieleden hadden zij zich verloofd. Jean dacht aan dit moment, terwijl hij luisterde naar het een- toonig gekabbel van de rivier. Gesterkt door de lief de van Suzette had zijn kunst zich ontwikkeld, zoo dat hijzelf kon exposeeren op de jaarlijksche ten toonstelling in het Grand Palais. Toen was de oorlog gekomen en ook hij had dienst genomen, om het vaderland, dat in gevaar scheen te verdedigen. Ook hij behoorde tot de millioenenschaar, bereid hun leven te geven voor het behoud van den dierbaren grond. Drie jaar lang had hü gevochten, had koude en gebrek geleden in de loopgraven van zoovelen slagvelden, tot een granaatscherf hem de rechterhand ernstig verwondde. Verlamd bleef zijn arm, ongeschikt voor den dienst, ook ongeschikt voor zijn kunst. Als een invalide keerde hij terug. Volkomen vervreemd van het Pa- rijsche leven. Hoe zou hij zijn brood kunnen verdie nen? Toen hij uit het station stapte, bij zijn terug keer .knipte hij met de oogén, alsof hij van de duis ternis in het licht was gekomen. Ja, ja hij zou zijn vrouw weer opzoeken, die nog altijd hetzelfde huis bewoonde als voor den oorlog. Maar wat zou hij moeten doen? Hij zag zijn Parijs, dat hij altijd zoo lief had gehad, terug, maar was de stad niet als een wildvreemde voor hem. Ze leek hem koel en koud als een vrouw, die geen liefde meer voelt. Verduiveld, Parijs leek wel een eocotte. Maar hij had zijn vrouw, die een steun voor hem zou zijn. Toen hij de portiersloge voorbijging, om naar de der de verdieping te klimmen, hield de vrouw van den portier hem staande. „Hé, monsieur Araser, U hier, dat is wel onver wacht!" „Het is altijd onverwacht als men uit den oorlog terugkeert. Is mijn vrouw boven „Uw vrouw, jaeh, Uw vrouw, neen, die is niet meer boven „Niet meer boven, zegt U. U bedoelt, dat ze, op het Barometerstand op Woensdagmorgen 8 uur: 767 m.M. Vooruitzichten: Goed weer. Temperatuur: 4 gr. C. is 39 gr. F. INRICHTING VOOR OOGONDERZOEK. FIRMA GEBR. ROTGANS. Hoogztjde E 103, Schagen. Gedipl. Opticien - Refractionist. Het oogonderzoek doen wij gratis. Een hevige orkaan. Noorwegens Westkust geteisterd Uit Oslo wordt bericht, dat in den nacht van Maandag op Dinsdag een hevige storm opstak aan Noorwegen's Westkust, die de sterkte van een or kaan bereikte. Groote verwoestingen werden aange richt. In de haven van Bergen is een groote kolenkraan, geheel vernield. Van verscheidene pakhuizen wer den de daken afgerukt, terwijl huizen instortten. De bovcngrondsche electrische leiding, telegraaf- en telefoonverbindingen, werden vernield. In de haven gingen eenige schepen op drift. Alle stoomschepen liggen met vuur onder de ketels en met voldoen den stoom om zoo noodig terstond te kunnen ma noeuvreeren. Door neerstortende dakpannen liepen vorscheidene personen verwondingen op. De mate rieel schade is groot. Storm met orkaankracht boven den At* lantischen Oceaan. Uit Londen wordt gemeld: De orkaan woedde gister onverminderd voort uit Zuidelijke richting. De zee was zeer onstuimig. Het Lloydstoomschip Bremen heeft 48 uur vertra ging en zal niet voor Donderdag te New York aan komen. De „Levithan" en tal van kleine Oceaanstoomers zuilen eveneens ernstige vertraging ondervinden, doch de luchtdienst Londen-Parijs heeft gewoon doorgang kunnen vinden. moment, niet boven is. „Het spijt me, mijnheer Araser, maar ik moet L zeggen. Uw vrouw woont hier niet meer." Het was Jean, alsof een granaat hem had getrof fen. Hij wankelde. „Ja, ja, ik begrijp natuurlijk, de woning was haai te duur, ze is verhuisdWeet U, waar zij nu is „Ik wou, dat ik het kon mijn beste mijnheer, maat dat kan ik niet, Mijnheer Araser, luister eens. U moet begrijpen dat in den oorlog de mannen niet alleen hebben te strijden, ook de vrouwen, die ach ter blijven hebben haar strijd. Er blijft altijd een ben- do „salauds" achter, die altijd loeren op de vrouwen van hen, die voor hun land vechten. Ze laten andere voor de eer van La Patrie strijden, terwijl zij loeren op de eer van anderen. Toen het bekend werd, dat U was gewond en dat U als invalide zou terugko men, toen heeft Uw vrouw geen weerstand kunnen bieden en is gevlucht." „Met wien?" „Dat weet ik niet". Ze zag, hoe hij, tegen de deur post geleund, huilde „Kom, kom mijnheer Araser". zei ze, met het be rustend gebaar van de vrouw uit de Parijsche volks klasse. „kom, kom, daar moet U zich weinig van aantrekken „En heeft ze alles meegenomen?" „Alles, alleen een houten beeldje gaf ze mij in be waring. Ze zei tegen me: „Geef hem dat, als mijn man terugkomt, en zeg hem, dat hij mij vergeet". Uit een kleine kast in de portiersloge haalde ze een pakje in grauw papier gewikkeld. „Dat is het", zei ze. Jean maakte zenuwachtig het pakje open. Het beeldje „Le baiser" door hom genoemd, kwam voor den dag. Aandoening had zich van hem meester ge maakt. De herinnering aan gelukkige dagen had ze hem willen laten. Het gevoel van wraak dat plotse ling in hem was gekomen tegen zijn vrouw, werd wat getemperd door haar daad, het beeldje, waarvan hij nooit had willen scheiden achter te laten. Hij staarde er langen tijd op, wikkelde het weer in het papier, dankte de portiersvrouw en ging heenDaar in de portiersloge had hij zijn wils kracht, zijn energie achtergelaten. Hij werd een on verschillige, die al verder en verder afzakte. Hij scharrelde wat rond bij de hallen, deed boodschap pen, als hij honger had. Sliep dan eens hier en dan eens daar op een bank, op een buitenboulevard, tot hij door een agent werd gewekt, sliep wel eens onder een brug of onder een groentekar bij de hallen. Hij bedelde als hij het noodig had, hij verkocht kranten om een stuk brood te kunnen koopen, maakte de portieren der auto's open bij een of anderen schouw burg of cabaret, leed honger, gebrek, koude. Maar te midden van al zijn ellende en ondanks den honger, die hem kwelde, had hij geen afstand kunnen doen van „le baiser". In den binnenzak van zijn versleten jas bewaarde hij het werk van.zijn handen. Het klei ne vrouwenfiguurtje, dat hem de trekken van zijn vrouw bewaarde. Waar was ze? Het was hem onver schillig. Hij had haar niet meer ontmoet, en elk ge voel van wraak was hem vreemd geworden. Hij re kende maar, alsof ze dood was en dat hij haar por tret droeg, dat was het beste. Hij had honderde malen op hat punt gestaan, dit houten portret te verkoopen, maar hij kon het niet, dat was afstand doen van alles, wat hem aan een gelukkig verleden bond. Aan dat alles dacht Jean, toen hij, zijn lichaam ge drukt tegen de steenen balustrade, om minder pijn te voelen, zijn vuist dreigend ophief tegen de over zijde, waarachter hij het weelderige en het uitgaan de Parijs wist. O, hij haatte dat vervloekte Parijs, die draaikolk, waarin zoovele levens ten gronde gingen, die wereldsche weelde, tegen de verlokkingen, waar aan zoovelen geen weerstand konden bieden. In de sfeer van het luchtige, vermaakzoekende Parijs was ook zijn Suzette gekomen en was er in opgenomen. En vanavond was het Oudejaar. Hij lachte met van pijn verwrongen gelaat, om de tegenstelling van vroe ger en nu Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 7