Calvin Coolidge t De ramp van „Atlantique". Zaterdag 7 Januari 1933. SCHAGER COURANT. Vierde biad. No. 9206 DE MOOISTE FOTO Plotselinge dood van den voormallgen president der Vereen. Staten. DERTIG DAGEN NATIONALE BOUW. Uit New York: De oud-president der Vereonigde Staten van Amerika, Calvin Coolidge, is Donderdag op 61-jarigen ieeftyd overleden. Omtrent het overlijden van den vroegeren president der Vereenigde Staten, Calvin Coolidge, wordt nader ge meld, dat Coolidge Donderdagochtend vroeg, zooals ge woonlijk naar zijn buerau is gegaan. In den loop van den ochtend keerde hij evenwel vergezeld van zijn se cretaris in huis terug, daar hij zich niet wèl gevoelde. Toen mevrouw Coolidge van een wandeling thuis kwam, trof zij haar man dood aan. Het was toen 18 uur 55 A.T. Hoover werd direct in kennis gesteld van het overlijden van Coolidge. 30 Dagen rouw in leger en vloot. President Hoover maakt bekend, dat hij zal aanwezig zijn bij de teraardebestelling van Coolidge. Deze teraar debestelling za.1 met volledige militaire eer plaats vinden Voor leger en vloot is een rouw van 30 dagen uitgeschre ven. De Amerikaansche garnizoenen zullen op den dag der teraardebestelling bij de reveille 13 kanonscho ten lossen, terwijl daarna tot en met den taptoe ieder half uur een schot gelost zal worden. Uit de geheele wereld komen condoleantietelegrammen binnen. De dag der bijzetting is nog niet bekend. Donderdag j.1. heeft de vroegere particuliere secretaris nog een schrijven van Coolidge ontvangen, waarin deze merkwaardigerwijze schreef: „Mijn werk is gedaan." Naar bekend wordt, heeft Coolidge in de laatste dagen en weken herhaaldelijk over zijn' gezondheidstoestand geklaagd, zonder dat hij evenwel bizondere beteekenis aan zijn toestand had geschonken. Thans wordt mede gedeeld. dat men den vroegeren president heeft gevon den in de gang, welke naar zijn slaapkamer leidt. Coo lidge is, naar het schijnt, door den dood verrast toen hü op een stoel zat en daarna op den grond gevallen. Het schijnt dat Coolidge toen hij werd gevonden, reeds een kwartier dood was. Uit zijn loopbaan. Calvin Coolidge, de zoon van een farmer uit den staat Vermont, heeft eerst wiskunde gestudeerd en later rechtswetenschappen. Hij begon zijn carriers als advo caat, werd daarna president van een bankinstelling en ging in het jaar 1911 over naar het gemeentebestuur. Later werd hü lid en vervolgens voorzitter van den Se naat van Massachussetts. Eenlge jaren lang was Coolidge plaatsvervangend gou verneur van dezen staat, totdat hü tot gouverneur werd gekozen. In Maart 1021 werd Coolidge vice-president en na den dood van Harding. In Augustus 1923, president der Vereenigde Staten. Na afloop van zijn ambtsperiode werd hü in November 1924 als republikeinsch candidaat met groote meerderheid van stemmen herkozen. In zijn ambtsperiode viel het groote olieschandaal, het Teapotdome. voor. doch Coolidge's positie werd hierdoor niet geschokt. De houding van Coolidge op het gebied der buitenlandsohe politiek wordt gekenmerkt door zün absoluten afkeer van den Volkenbond, zün energiek op treden in zake ontwapening en zün standpunt dat de oorlogsschulden der geallieerden moeten worden be taald. Het mislukken der Amerikaansche politiek ter Mari tieme Ontwapeningsconferentie van Genève leidde er toe dat Coolidge in het jaar 1928 niet weer werd gecan- dideerd. Hij stelde als zijn opvolger voor Herbert Hoo ver, die dan ook met groote meerderheid van stemmen werd gekozen. Hij zelf nam toen de functie op zich van directeur der New York Life Insurance. Te Northampton (Massachussetts), waar hij jaren lang als advocaat, bankpresident. burgemeester en gou verneur heeft gewerkt en waar hü zich weer gevestigd had, is hü onverwachts ten gevolge van een hartaanval overleden. Sneltrein grijpt autobus. Noodlottig ongeluk op de Tsjechi sche grens. Drie dooden. Ze ven gewonden. WEENEN, 5 Jan. (V.D.). De sneltrein Praag- Weenen, welke om half negen te Weenen moet aan komen, is Donderdagavond met een uur vertraging gearriveerd. Naar thans bekend wordt, is de oorzaak der ver traging een botsing tusschen den trein en een auto bus, welke plaats vond in de buurt van het op Tsje- cho-Slowaaksch grondgebied liggende grensstation Lundenburg. Bij deze botsing werden drie personen gedood, vier ernstig en drie licht gewond. Dokters, die zich toevallig in den trein bevonden,, hébben den gewonden de eerste hulp verleend. De laatste wagen van den trein werd ontruimd om plaats te bieden aan de gewonden, die naar Lunden burg werden vervoerd, waar zij in het naastbijgele- gen bospitaa.1 werden opgenomen. De chauffeur eigenaar van de autobus, werd slechts licht gewond. De inzittenden van de autobus zijn boeren, die terug Voerden van een in de buurt gehouden jaarmarkt. De griep te New-York. Neemt steeds In omvang toe. Deze week reeds ruim honderd dooden. Uit NEW YORK: Do influenzaepidemie, die de stad teistert, neemt nog steeds in omvang toe en gaat verge zeld van ernstigü gevallen van longontsteking, tenge volge waarvan reeds verscheidene personen om het le ven zijn gekomen. Sedert het begin van deze week zijn 85 personen gestorven aan longontsteking en 19 aan in fluenza. lederen dag worden honderden nieuwe geval len gemeld, en het is te vreezen, dat het aantal slacht offers nog belangrijk zal stijgen. Driehonderd dooden in één weok in Enge land en Wales. Uit LONDEN: In de groote bevolkingscentra van Engeland en Wales zijn volgens officieele gegevens in de week, geëindigd op 31 December j.1. driehonderd per sonen aan de griep overleden. Belasting=aanslagen in Noord=Holland. Vaststelling voorloopig aangehouden. Echter niets anders dan een maat regel van orde. Ged. Staten van Noord-Holland hebben d.d. 16 No vember 1932 een rondschrijven gericht aan de gemeente besturen in die provincie, waarvan de aanhef luidde: De Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken, heeft ons de bevoegdheid verleend binnen 10 dagen na den aanvang van het belastingjaar voor een bepaalde gemeente en een bepaalde belasting de vast stelling van de aanslagen te stuiten op grond van het feit, dat het voornemen bestaat op het heffen van meer belasting aan te dringen". Naar aanleiding van vragen van het Tweede Kamer lid den heer Mavchant deelt de Minister van Binnen landsche Zaken mede, dat bedoeld rondschrijven een uitvloeisel is van de telkenjare van de züde der regee ring uitgezonden aanwijzingen omtrent de behandeling van belastingverordenigen. Voor het jaar 1933 bevatten deze aanwüzingen, vergeleken bij vorige jaren, enkele nieuwe punten, met name de samenwerking tusschen direct of indirect belastingscheppende autoriteiten en de Rij ltsbe lastingad m in.ist ratie Deze aanwijzingen, waarvan het verleenen van de bevoegdheid er één is, berusten niet op eenig wettelijk voorschrift, maar zijn te beschouwen als maatregelen van orde. De onderhavige bepaling heeft ten 'doel, de Rijks administratie onnoodige werkzaamheden te besparen. Het komt n.1. veelvuldig voor, dat Ged. Staten de ge meenten, als gevolg van het onderzoek der gemeente- begrooting, nog na den aanvang van het desbetreffende belastingjaar, wanneer de rijksadministratie met de aanslagregeling een aanvang heeft gemaakt, in over weging moeten gven, de blastingen te verhoogen. De bedoelde maatregel van orde zal nimmer mogen dienen voor een gebruik, als verondersteld. Bedoeling toch is, dat als regel de vaststelling van de aanslagen wordt aangehouden, hangende de beslissing over de be lastingheffing zelf, ongeacht de strekking van die be slissing. Aangezien het hier geldt een regeling onder meer ten behoeve van de rijksbelastingadministratie, geldt zij alleen voor die belastingen, welke door de administratie worden ingevoerd. In verband met het karakter van maatregel van orde, aan bedoeld voorschrift eigen, behoort de rijksbelasting administratie zich, overeenkomstig de voorschriften, door den minister van Financiën~ten deze gegeven, naar de aanwijzingen te gedragen. In verband met het bepaalde in art. 296, lid 1, eerste zinsnede der Gemeentewet, zal het vaststellen van de aanslagen der rijksbelasting in hoofdsom moeten wachten, totdat omtrent de opcentenheffing zekerheid is verkregen. 2150 wagons minder. De achteruitgang van het vervoer aan de laadplaats te Broek op Langendijk sedert 1930. Dat de tuinbouw aan den Langendijk en omstre ken zoo langzamerhand in zijn vollen omvang door den slechten economischen toestand op handelsge bied wordt getroffen, moge wel hieruit blijken dat de verzending van groenten per wagon alleen aan de laadplaats te Broek op Langendijk vanaf 1930 is achteruitgegaan, met rond 2150 wagons van pl.m. 10000 K.G. Vervalsching door verzekeringsagent? Door de politie gearresteerd. Uit Hilversum. Een dezer dagen ontving de ambtenaar van het successie-kantoor van een Rotter- damsche verzekeringsmaatschappij het bericht, dat een zekere Vaasen te Hilversum overleden was en dat deze maatschappü in verband hiermede een bedrag van f 500 had uitgekeerd aan een agent te Hilversum, M. ge naamd. Bij het treffen van maatregelen aangaande de belasting, bleek evenwel, dat V. niet gestorven was en zelfs niet in de registers van den Burgerlijken Stand ingeschreven stond. De verzekeringsmaatschappij was echter in het bezit van de overlijdensacte, afkomstig van den Burgerlijken Stand te Hilversum, welke even wel vervalscht bleek te zün. De verzekeringsagent had n.1. de acte laten drukken en had ook de handteeke- ningen nagemaakt. De machtiging tot het ontvangen der gelden bleek eveneens vervalscht te zijn. De agent is in hechtenis genomen. Amerika's drankverbod. De Senaatscommissie vóór opheffing. Uit Washington wordt aan Reuter bericht: De juridische sub-commissie uit den Senaat, welke belast is met het bestudeeren der voorstellen inzake het drankverbod, heeft zich uitgesproken ten gunste van een opheffing van dit verbod. Volgens de by de com missie aanhangige voorstellen zullen de „droge" staten beschermd worden en zal het Congres gemachtigd wor den het openen van slyteryen te verbieden. Brand op een Franschen onderzeeër. Het vuur met eigen bluschapparaten ge- bluscht Uit TOULON: Aan boord van den in de haven van Toulon liggende onderzeeer „Fresnel" is brand uitgebro ken. De bemanning slaagde er in het vuur met de aan boord zijnde bluschapparaten meester te worden. Twee matrozen hebben lichte brandwonden gekregen. De ma- terieele schade zou van geen beteekenis zün. Portret-Atelier JAC. DE BOER, Keizerstraat - DEN HELDER. RECHTSWEZEN. I De moord ln den Blijdorppolder. Verdachte staat voor de Rotterdamsche rechtbank terecht. EISCH 10 JAREN. Donderdag heeft de Rotterdamsche rechtbank in een zitting met gesloten deuren de zaak behandeld betref fende den moord op Marietje van Os, op den 9en Oc- tober 1929. In den avond van dien dag omstreeks 7 uur werd de 10-jarige Marietje van Os in de Coolschestraat aangesproken door een onbekend man. die haar naar een straat vroeg. Het kind was zoo welwillend hem te helpen, doch de man deed of hij de uitleggingen niet begreep en op zyn uitnoodlging nam het kind achter op zün fiets plaats om' hem den weg te wijzen. De onbe kende man nam haar mee naar den Blijdorppolder, waar later het lykje van het kind werd gevonden. Het zoeken naar den dader. Bij het zoeken naar den dader van dezen afschuwelij ken moord werden verscheidene sporen door de politi® gevolgd, doch het resultaat was steeds nihil, al was men in den aanvang ook nog zoo hoopvol gestemd. Zelfs is de zaak een geruimen tüd uit de publieke belangstelling geweest, totdat het tenslotte gelukte een getuige op te duiken, die wist te verklaren, dat hij in den bewusten avond omstreeks half acht een man, dien hij kende, bij de Heulbrug op zijn fiets had gezien, komende uit de richting van de Melkmarkt. Die man zou H. J. H. ge weest zijn, dezelfde, die thans op zijn eigen bekentenis ter zake van het plegen van den moord moest terecht staan. Hy ia 25 jaar en koperslager van beroep. Verdachte J. H., die inmiddels wegens een dergelyk misdrijf, thans evenwel met minder ernstig gevolg, ge pleegd in het zuiden van ons land, was veroordeeld en die nu opnieuw voor een dergelyk feit in de gevangenis vertoefde, had zich tegenover een mede-gevangene er over uitgelaten, dat hij den moord in Blijdorp had ge pleegd. Nadat dit aan de autoriteiten ter kennis was gekomen, heeft H. tegenover den psychiater dr. Schol ten in de strafgevangenis te Scheveningen een volledige bekentenis afgelegd. Volgens hetgeen van de bekentenis van verdachte H. is uitgelekt, zou hij nimmer de bedoeling gehad hebben het kind te vermoorden, doch toen het begon te scheeu- wen, en hy ontdekking van zijn misdrijf vreesde, zou hij haar in zijn angst geworgd hebben. In deze zaak, die met het oog op het zedekwetsende met gesloten deuren werd behandeld, werden 15 getui gen gehoord. De eisch. Het O.M. heeft geëischt tien jaren gevangenis straf door te brengen in een bijzondere strafgevangenis en daarna ter' bschikking stelling van de regeering. De uitspraak is bepaald op 19 Januari. De reddingsboot kantelde. Terwijl men in de buurt van het brandende schip voer, zag men plotseling oen vreeselijk schouwspel. Tusschen de davids van de „Atlantiquc" hing' een sloep, bemand met een aantal opvarenden, die men juist wilde gaan strijken. Up een gegeven oogenblik. zag men echter een van de talies doorbranden. De sloep kantelde, bleef aan één talie hangen en allen die er in zaten stortten in zee. Men slaagde or ten slotte in zes van hen te redden. Enkelen van hen hadden zeker twee uren lang in zee rond gedreven en verkeerden in totaal uitgeputten toestand. Van de „Atlantique" zoo vertelde de stuurman ver der, hebben wij geen radioseinen ontvangen. Van een Engelsch kuststation ontvingen wij kort nadat wij naar de „Atlantique" geseind hadden de vraag: „Wat seint ge over een brandend schip?" Van ons zijn de eerste berichten over den brand toen gekomen. Geweldige hitte. De hitte, die de „Atlantique" uitstraalde was in middels geweldig geworden en het was onmogelijk het schip dicht te naderen. Het schommelde hevig eu telkens als een gedeelte van de romp onder water was geweest steeg een wolk van verdampt water om hoog. Langzamerhand begon het slagzij te maken, die naar onze schatting geleidelijk tot wel twaalf graden opliep. Woensdagochtend om half acht was het schip een groote vuurpoel. Onder de menschen, die wij gered hadden 86 in totaal bevonden er zich verschillende die schram men en vleeschwonden hadden opgeloopen. Niemand was gelukkig ernstig gewond. Het meerendeel ervan waren stewards en stokers. Voorts waren er drie da mes onder, een verkoopster van een fraai Parijsch modehuis, een masseuse en een pédicure en een aan tal ingenieurs. Tot half één des middags, zoo besloot de stuur man zijn relaas, zijn we bij de „Atlantique" geble ven. Wij waren de laatsten die wegvoeren. Op dat moment brandde het schip nog hevig en kwam juist de „Roode Zee" opdagen. Voor dien tijd hebben we verschillende andere sche pen in de buurt gezien, waaronder het Nederlandsche s.s. „Achilles', de „Fort Castleen nog een Hol- landsch schip (dit zal de „Errato" geweest zijn) die aan de reddingsactie hebben deelgenomen. Wij zijn onmiddellijk naar Cherbourg gestoomd, waar wij onze geredden aan wal hebben gezet. Hoeveel menschen zijn er omgekomen? De kapitein van de „Ruhr", aldus wordt medegedeeld, vroeg zich af, waar, indien het juist it dat er lü vermisten zijn, al de geredden gebleven zijn. Bij een oppervlakkige recapitulatie kwam hij tot slechts ongeveer 150 geredden. Waarschijnlijk is het volgens den kapitein wel, dat van de inzittenden, van de sloep, waarvan een der balies brak, enkele menschen verdronken zijn. Men heelt tot het laatst gezocht en eerst toen men zeker heid had dat er geen menschen meer op zee rond dreven, is men weggevaren. Aan boord van de „At lantique" is naar de meening van den kapitein, nie mand om het leven gekomen. Jammer was het dat enkele kleine schepen die in de buurt van het brandende schip waren, geen ra dio aan boord hadden, tengevolge waarvan het on mogelijk was onderling verbinding te krijgen. Vol lof was de kapitein voor het werk dat de be manning van het Nederlandsche schip de „Achilles" gepresteerd heeft. Dit schip, dat kleiner is dan de „Ruhr", kon gemakeklijker rond de „Atlantique" ma noeuvreeren. In één uur tijds, vertelde de kapitein nog, stond de „Atlantique" van voor tot achter en van boven tot beneden in brand en na een paar uur, brandde, naar de rook te oordeelen, enkel nog de olie. Het wrak op sleeptouw. Een onderhoud met den kapitein en den len stuurman van het Duitsche motorschip „Ruhr". EEN ONTZETTEND SCHOUWSPEL. Nadat het nog hevig brandende wrak van den Franschen Oceaanstoomer „Atlantique" door een straffen wind in de richting van de Engelsche kust was afgedreven, hebben de in de nabijheid kruisen de sleepbooten er tenslotte verbinding mee gekregen. Door een zestal sleepboten, waaronder drie N e- derlandsche, zoo werd Donderdagavond gemeld, naderde de „Atlantique" langzaam de Engelsche kust. Men wil trachten het wrak naar Weymouth te brengen. De kabels konden slechts aan het hek van de „Atlantique" bevestigd worden, daar het voorste gedeelte van het schip nog hier en daar in brand staat. De slagzijde bedraagt thans bijna 20 graden. De „Atlantique" heeft sinds zij Woensdagochtend door de bemanning is verlaten, een afstand van bijna 100 K.M. afgelegd, aangezien het schip wordt voortge dreven door een tamelijk krachtigen storm uit Z.W. richting. Kapitein Schoofs is op weg naar de Engelsche kust, daar hij als eerste het wrak wil betreden, wanneer het schip wordt binnengesleept. Den geheelen dag door waren honderden menschen aan de Engelsche kust bijeen om het grandioze schouwspel van het langzaam voorbijglijdende nog steeds in een rookwolk gehulde wrak gade te slaan Een aantal vliegtuigen cirkelde boven het schip, teneinde van betrekkelijk geringe hoogte de ontwik keling van het vuur na te gaan. Een Fransche kanonneerboot bevindt zich voortdu rend in de buurt van de „Atlantique' De mondingen der torpedolanceerbuizen zijn op het schip gericht ten einde de „Atlantique" eventueel tot zinken te kunnen brengen. Mij vreest nl. dat het, indien het on tijdig zou zinken, de scheepvaart in het Kanaal zou kunnen belemmeren. Donderdagavond waren geruchten in omloop vol gens de weike de pogingen de „Atlantique' te bergen naar het schijnt voorloopig weer zouden 'n opge geven. Op ongeveer 25 K.M. ten Zuiden van Need ies werd hei schip drijvende gezien in Westelijke richting. Het afdrijven van het schip wordt ver klaard uit het feit, dat het getij is veranderd. Uit Parijs wordt gemeld, dat te Cherbourg het ver hoor der geredde leden van de bemanning intusschen wordt voortgezet. Streng onderzoek naar de oorzaak van den brand. De minister voor de Handelsmarine, Léon Meyer, heeft Donderdagochtend vroeg een enquêtecommis sie samengesteld, welke direct begonnen is met het verhooren dei- overlevenden. De kapitein van de „Atlantique" en de eerste offi cier, zoomede tien officieren en minderen zijn aan boord van een Fransche sleepboot naar de „Atlan tique" teruggevaren om aanwezig te zijn bij het ver- sleepen van het schip. Men wil vermijden, dat deze gelegenheid doord sche pen van vreemde nationaliteit zou worden te baat genomen om het schip in bezit te nemen, daar vol gens het internationale recht een door zijn beman ning verlaten schip toebehoort aan de bemanning van het schip, dat het verlaten schip wegsleept. In verband hiermede heeft de president van de Com pagnie de Navigation Sudatlantique den admiraal van de vlootbasis Cherbourg verzocht den kapiteins bevel te geven, dat niemand zal probeeren aan boord van de „Atlantique" te gaan zonder daartoe nadruk kelijk door commandant Schoofs te zijn gemachtigd. In de Parijsche pers wordt algemeen een nauw keurig onderzoek geëischt. Men legt er grooten na druk op, dat tusschen den brand van de „Atlan tique" en die van de „Georges Philippar" een eigen aardige overeenstemming bestaat. Bij beide schepen is het vuur des ochtends ontdekt en op beide schepen is het uitgebroken in een ledige hut eerste klasse. Voorts waren in beide gevallen de draadlooze instal latie reeds zoo goed als van den aanvang van den brand af, onbruikbaar. Bij afwezigheid van den Duitschen ambassadeur heeft legatieraad Dr. Forster Donderdag den Fran schen premier zijn deelneming betuigd met het ver lies van de „Atlantique". Wat de stuurman vertelde. Donderdagavond te ongeveer half negen is het Duitsche motorschip „Ruhr" van de H. A. P. A. G„ dat, zooals bekend 86 van de opvarenden van de „At lantique" heeft gered in de Maashaven te Rotterdam gearriveerd. Aan boord hebben persvertegenwoordigers een on derhoud gehad met den eersten stuurman, den heer Förster. De heer Förster vertelde dat hij in den nacht van Dinsdag op Woensdag te vier uur de wacht had overgenomen, waarhij hem, naar daar gebruikelijk is: was opgegeven welke schepen in de nabijheid waren. Daarbij was melding gemaakt van een groot pas sagiersschip dat achteraf de „Atlantique' zou blijken te zijn. Tegen 6 uur zag de heer Förster dit schip voor zich uit. Het voer met alle lichten aan en plotseling be merkte hij midscheeps een rossig schijnsel. Even later zag hij vonken boven het schip. Den vierden officier voegde hij toe: „Mensch er brennt!" Ilij wekte den kapitein, die onmiddell jk last gaf bij te draaien. Wat dichter bij gekomen, ontwaarden zij een vuurpoel, die zich geweldig snel naar het achterschip uitbreidde. Kolossale vlammen lekten aan alle zijden uit het schip en er ontwikkelde zich een geweldige rook. Zoc re zien was het kilometers ver aan de lijzijde van het schip onmogelijk een hand voor oogen te zien. Terwijl men op het brandende schip afvoer zette men reeds de stormladders over de verschansing en hing men touwen uit Men zag dat men van het brandonde schip booten uitzete. Te dicht kon men niet bij de „Atlantique" komen daar dit gevaar zou «opleveren. Maar na een tijdje zag men uit de grau we morgenschemering vier booten opdagen. De men schen, die zich daarin bevonden werden aan boord genomen. Inmiddels had mén zelf ook booten uitgezet. De eerste, die onder commando van den 2en stuurman Ilelmann stond, slaagde er in een aantal menschen, die in zee dreven, aan boord te nemen en veilig en wel naar de .Ruhr te brengen. Met een tweede boot, waarover de 4e officier Pe- tersen bet bevel voerde, voer men tut op een dertig meter afstand van de boeg van de „Atlantique", die inmiddels dwars voor den wind was gedraaid. Voor op de boeg stonden nog enkele menschen, waaronder vermoedelijk de kapitein, die men toeriep over boord te springen. Zij weigerden echter dit te doen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 13