Bont Allerlei.
Waarnaar men
luistert
Het gestolen luchtballonnetje
Oe geschiedenis van twee deugnieten.
VRIJDAG 13 JANUARI.
HILVERSUM (1875 M.)
VAiRA.: 8.00 Gramofoonmuziek; V.P.R.O.: 10.00 Mor
genwijding; VARA: 10.15 Gramofoonmuziek; 11.10 „Onze
Keuken" door P. J. Kers;; 11.40 Voordracht door Jan
Lemaire; AVRO: 12.00 Klein orkest o.l.v. Nico Treep;
2.00 Gramofoonmuziek; 2.30 Kamerorkest oJ.v. Louis
Schmidt; VARA.: 4.00 De Notenkrakers o.l.v. Daaf
Wins; 4.50 Na schooltijd; 5.30 Klein orkest oJ.v. Paul
Duchant; 6.15 Gramofoonmuziek; 6.20 Orgelspel door
Johan Jong; 6.40 „De Film" door H. G. Kannegieter;
7.00 Orkest oJ.v. Hugo de Groot; V.P.R.O.: 8,00 Cur
sus; 8,30 Concert; 9.00 Cursus; 9.30 Concert; 10.00
Persberichten van het Vrijz. Godsd. Persbureau; 10.05
Vaz Dias; Serie: Fragmenten en Verhalen; 10.45 Gra
mofoonmuziek; VARA: 11.00 Gramofoonmuziek.
HUIZEN (296 M.)
K.R.O.: 8.00 Morgenconcert; 10.00 Gramofoonmuziek;
11.30 Halfuurtje voor zieken en ouden van dagen; 12.00
Politieberichten; 12.15 Sextet oJ.v. Piet Lustenhouwer;
I.45 Rustpoos zender; 2.00 Gramofoonmuziek; 2.30 Re
cital voor twee piano's: 3.00 Gramofoonmuziek; 3.10
Voordracht door Chr. Schneider; 3.30 Vervolg concert;
4.00 Viool en piano; 4.30 Inleiding op de serie inter
views over „Landbouwcrisis en Crisissteun" door Th.
Arts; 5.00 Viool en piano,* 5.30 Gramofoonmuziek; 5.50
Conoert; 6.15 Albert Vogel: „Welsprekendheid"; 6.45
Concert; 7.10 „Van vreemde landen en volken": De Re
publiek San Marino: 7.30 Politieberichten; 7.45 S. J.
Coomans: „Schaken"; 8.05 Gramofoonmuziek; 8.15
„Klein Dorrit", Operette in drie bedrijven; 9.15 Vaz
Dias; 11.30 Gramofconmuziek.
BRUSSEL (509 M.)
12.20 Concert; 1.30 Gramofoonmuziek; 5.20 Concert door
het Radio-orkest; 6.35 Gramofoonmuziek; 8.20 Concert,
9.20 Idem; 10.30 Gramofoonmuziek.
KALUNDBORG (1153 M.)
12.05 Strijkorkest; 1.50 Gramofoonmuziek; 3.20 Orkest
7.30 Cellosonate; 10.25 Dansmuziek.
BERLIJN (419 M.)
3.50 Concert; 6.30 Vocaal concert; 8.05 Harmonie-orkest
HAMBURG (372 M.)
12.35 Gramofoonmuziek; 1.30 Idem; 3,50 Concert; 5.15
Populair concert; 6.50 Volksmuziek; 8.20 Concert; 8.35
Noragorkest; 9.55 Concert; 10.45 Idem.
KONTGSYVUSTEKHAUSEN (1635 M.)
II.20 Gramofoonmuziek; 1.20 Idem; 3.50 Concert; 5.15
Kwartet; 6.55 Concert.
LANGENBERG (472 M.)
11.20 Populair concert; 12.20 Concert: 4,20 Vespercon
cert; 4,50 Strijkkwartet; 9,50 Concert,
DAVENTRY (1554 MO
12,20 Orgelrecital; 1.05 Concert; 2.20 Dansmuziek; 3.20
Concert; 4.20 Concert; 8.20 Gramofoonmuziek, 11.20
Dansmuziek.
PARIJS-EIFFEL (1446 MO
7.50 Omroeporkest o.l.v. Ed. Flament.
PARIJS-RADIO (1725 M.)
8.05 Gramofoonmuziek; 12.50 Concert; 7.40 Populair
concert; 8.20 Europeesch concert.
MILAAN (331 MO
3.20 Kamermuziek; 6.20 Gevarieerd concert; 8.20 Sym-
phonieconcert;
ROME (441 MO
3.20 Concert; 8.05 Gevarieerd programma; 8.50 Blijspel.
WEENEN (517 M.)
7.05 Volksliederen; 8.05 Concert; 8.20 Europeesch con
cert; 9.30 Concert.
WARSCHAU (1411 M.)
5.20 Populair concert; 7.35 Pianorecital; 8.20 Uitzen
ding uit Milaan; 10.20 Dansmuziek.
BEBOMUNSTER (460 M.
6.40 Pianorecital; 7.20 Populair conoert; 9.00 Populair
concert door het Omroeporkest.
ZATERDAG 14 JANUARI.
HILVERSUM (1875 M.)
VARA.: 8.00 Gramofoonmuziek; V.P.R.O.: 10.00 Mor
genwijding; VARA.: 10,15 Uitzending voor de arbeiders
in de Continubedrijven; 12.00 De Notenkrakers o.l.v.
Daaf Wins; 2.00 Verzorging zender; 2.15 Gramofoon
muziek; 2.50 J. G. Schoup: „Anti-oorlogsactie"; 3.10
Mandoline-ensemble; 3.50 Beoefening der huismuziek;
4.30 „Uit de Rcode Jeugdbeweging"; 4.50 Aocordeon-
soli door Cor Steijn; 5.10 Rondgang door het Veilig
heidsmuseum te Amsterdam; 6.00 Friesch uurtje; 7.00
Causerie; 7.30 De Flierefluiters o.l.v. Hugo de Groot;
7.55 Herhaling S.O.S.-berichten; 8.00 Zaterdagavond
programma; 10.00 Varia; daarna Orgelspel door Joh.
Jong; 10.30 Vaz Dias; 10.40 Gramofoonmuziek; 12.00
Tijdsein en Sluiting.
HUIZEN (296 M.)
K.R.O.: 8.00 Morgenconcert; 10.30 Gramofoonmuziek;
11.30 Godsdienstig halfuurtje; 12.00 Politieberichten;
12.15 Concert door Trio; 1.45 Verzorging zender; 2.00
Halfuurtje voor de rijpere jeugd; 2.30 Kinderuurtje;
4.00 Orgelbespeling door Alphons Driessen; 5.15 Espe-
rantonieuws; 5.30 K.R.O.-boys onder leiding van Piet
Lustenhouwer; 6.20 Journalistiek weekoverzicht door
Paul de Waart; 6.40 De K.R.O.-boys; 7.10 Prof. H. A.
Kaag; „De ontwikkelingstendenzen in het economisch
leven"; 7.30 Politieberichten; 7.45 Sportpraatje; 8.00
Orkest o.l.v. Marlnus van 't Woud; 9.00 Vaz Dias en
vervolg concert; 9.45 Voordracht door Aug. de Laat;
10.00 Orkest; 10.30 Voordracht; 10.45 Orkest; 11.00 Gra
mofoonmuziek; 12.00 Sluiting.
BRUSSEL (509 M.)
12.20 Concert; 1.30 Concert; 5.20 Concert; 6.35 Mevr.
Harvant zingt; 7.15 Gramofoonmuziek; 9.20 Concert;
10.30 Dansmuziek.
KALUNDBORG (1153 M.)
11.20 Strijkorkest; 1.50 Gramofoonmuziek; 2.50 Harmo
nie-orkest; 8.00 Léharconcert.
BERLIJN (419 M.)
5.30 Concert door Kamerorkest; 6.45 Populair concert.
HAMBURG (372 M.)
10.50 Concert; 3.50 Concert; 6.50 Gramofoonmuziek;
10.20 Dansmuziek.
KONTGSWUSTERHAUSEN (1635 M.)
11.20 Gramofoonmuziek; 3.10 Concert uit Hamburg;
5.15 Kinderliederen; 10.05 Dansmuziek.
LANGENBERG (472 M.)
11.20 Populair concert; 1.55 Gramofoonmuziek; 7.20
Weldadigheidsavond; 10.05 Concert.
DAVENTRY (1554 M.)
12.20 Concert; 1.20 Concert; 2.30 Concert; 3.50 Concert,
5.05 Orgelconcert; 8.20 Promenadeconcert; 11.00 Dans
muziek.
7.50 Radiotooneel.
PARIJS-EIFFEL (1446 M.)
PARIJS-RADIO (1725 M.)
8.05 Gramofoonmuziek; 9.20 Concert; 12.20 Concert; 4.10
Dansmuziek; 9.05 Gramofoonmuziek; 9.35 Concert
MILAAN (331 M.)
4.20 Concert; 6.20 Gramofoonmuziek; 8.05 Gevarieerd
programma; 9.20 Variété-programma.
ROME (441 M.)
4.50 Orkestconcert; 7.20 Gramofoonmuziek; 8.20 Opera.
WEENEN (517 M.)
9.20 Populair concert.
WARSCHAU (1411 M.)
5.20 Populair concert; 7.20 Idem; 9.25 Pianorecital;
10.20 Dansmuziek.
BEROMUNSTER (460 M.)
Weer wat nieuws!
Of de volgende, als noviteit aangekondigde, merk
waardigheden inderdaad bestaan, weten we niet,
maar voor alle zekerheid maken we er melding van.
De Weensche arts Dr. H. Robiscek zou een me
thode hebben gevonden om iemand in acht-en-veer-
lig uur het rooken af te leeren. Wanneer beeldspraak
hier geoorloofd is, zouden we zijn advies moeten
vergelijken met het ei van Columbus. Hij schrijft
nl. een overbekende ademhalingsoefening voor, die
rnen telkens wanneer het verlangen naar een sigaret
kwellend wordt, moet herhalen. Zij verloopt als
volgt: 1. zeer diep inadmen; 2. met ingehouden adem
ongeveer vier seconden wachten; 3. krachtig uit
ademen, tot men geheel „leeg" is; 4. vier tellen
wachten en dan weer met 1 beginnen.
Volgens dr. Robiscek is de lust tot rooken het ge
volg van een zekere spanning, die wordt veroor
zaakt door het inzuigen en weer uitblazen van den
rook. Vooral hard werkende lieden, wier longen
niet te best functionneeren, is het bewust of onwil
lekeurig om deze spanning te doen. De beschreven
ademhalingsoefening zou daarom in de plaats van
sigaret en sigaar kunnen treden, waarbij dan de
gezondheid zou worden bevorderd, terwijl ze door
het rooken juist schade zou lijden
Het ligt voor de hand, dat men na de acht-en-
veertig uur misschien wel van de sigaret, maar iD
geen geval van de ademhalingsoefening af is. Im
mers, wanneer men die niet dagelijks blijft verrich
ten. gaan de longen er niet op vooruit en zal zich
het verlangen naar tabak steeds weer manifestee
ren.
Een spotvogel merkte naar aanleiding van dr.
Robiscek raadgevingen in een Weensch magazine
ongeveer het volgende op: „Dr. R.'s methode is zeer
aanbevelenswaardig voor hen, die tegen wil en dank
van nicotine gebruik maken. Eventueele volgelingen
die aan het rooken verslaafd zijn, waarschuwen we
echter tegen al te grooten ijver: zij mochten eens
aan de ademhalingsoefeningen verslaafd
raken!
Overigens weten wij een veel doeltreffender me
thode om het rooken binnen de acht-en-veertig uur
af te leeren: zes-en-veertig uur lang diep uit-, en in
ademen, en de laatste twee uur den adem inhouden."
Een andere opzienbarende ontdekking is die van
het anti-angstmiddel, dat in een Londensch labora
torium werd bereid. In kleine doses zou het als me
dicijn reeds zijn benut. Het is een vreemd idéé, dat
men, door dit middel populair te maken een ge
slacht van helden in 't leven zou kunnen roepen:
het aantal huwelijken zou toenemen, de pantoffel-
heros zou uit den tijd geraken, doodsverachting en
geestesmoed zouden dé overheerschende trekken
in het karakter der menschheid worden
Wat lezen wij echter? „De uitwerking van het
angst-antitoxine was verbluffend. Duiven vielen
katten aan en dreven hen op de vlucht; was de poes
echter óók ingespoten, dan bekocht de duif haar
vermetelheid met den dood. Muizen wisten honden
ontzag in te boezemen, althans wanneer de laatste
geen injectie hadden gekregen."
Dat brengt ons tot nadenken. Wanneer men het
antitoxine in zijn lichaam heeft, verliest men blijk
baar alle inzicht en begint men ook als het niet nood
zakelijk is, tegen de bierkaai te vechten. Moed ont
aardt in vermetelheid, strijdbaarheid in twistziekte,
beginselvastheid in ruziezoekerij.
Behalve het anti-angstmiddel zijn er in den laat-
sten tijd ook mosterd- en andere gassen uitgevon
den, voorts mijlen-vèr-dragende kanonnen en me
thoden om een geheele bevolking aan de pest te
doen sterven. Combineer deze dingen met het angst-
antitoxine
Wij stellen voor, den Londenschen uitvinder op te
hangen.
Iets over Indianen.
De Indianen sterven uit. De meeste stammen van dit
oudtijds beruchte en toch zoo interessante volk zijn
thans verdwenen. En de stammen, die er nog zijn, ste
len geen blanke squaws meer en gaan niet meer uit op
de scalp der bleekgezichten, al doen de Buffalo-Bill-
boekjes huiveringwekkende verhalen over hun moord
zucht. De Indianen, die er nog zijn, ontvangen de blan
ke reizigers vriendschappelijk in hun armoedige hutten
De Indianen zijn de eeuwen door een raadselachtig
volk geweest. Nooit heeft men nauwkeurig kunnen te
weten komen, vanwaar zij Amerika hebben kunnen
binnendringen; wat hun eigenlijke afstamming is. Nu
zij dreigen te verdwijnen, doen de geleerde volkkundlgen
al hun best gegevens te verzamelen over dit volk.
In oude Indiaansche grafheuvels heeft men steenen
gevonden, waarvan de inscripties veel overeenkomst ver-
toonen met die van oude grafheuvels in China en Sibe
rië. In Amerika, zoowel als in de oude wereld waren
deze inscripties het werk van de priesterklasse. De
priesters alleen verstonden de schrijfkunst.
Ook de Amerikaansche priesters waren vermoedelijk
oorspronkelijk Boeddhisten. Men heeft in Amerika veel
sporen gevonden, die wijzen op een Boeddhistische be
volking. Waar die nu vandaan gekomen zijn? Waar
schijnlijk is het dat de Boeddhistische Kita's die in de
5e eeuw van Indië naar Siberië en vandaar naar Japan
verdreven werden, omstreeks de 8ste eeuw in Amerika
zijn gekomen. De grafheuvels in Siberië en de „mounds"
in Amerika stemmen vrijwel overeen. Ook vond men
bij Indianen een aantal wapenen, gordels en versierse
len, die in denzelfden vorm in Siberië werden terugge
vonden. Zoowel de manier van krijgsvoeren als verschil
lende godsdienstige gebruiken waren bij de Japanners
en de reeds uitgestorven Chlbka-Indianen overeenstem
mend.
De eenige oorspronkelijke schrijfmethode, die men in
Amerika heeft gevonden, zijn de touwhiëroglyphen, die
men in Mexico vindt en de Huastec-Mayaqhuiche, met
zijn vreemde teekens uit Midden-Amerika. Deze beide
schrijfwijzen zijn geheel verschillend en wijzen op een
geheel afzonderlijke afkomst.
Het schijnt, dat ongeveer in de 5e eeuw. toen in Eu
ropa de Barbaren uit het Oosten binnendrongen (o.a.
de Hunnen) andere stammen uit Centraal-Azië verdre
ven werden naar China en Siberië.
Toen de Barbaren weer uit Europa werden verdreven,
veroorzaakten zij een opschudding, die ten gevolge had,
dat Aziatische stammen, de „Khithan" genoemd, China
in bezit namen.
De inscripties nu in steenen gevonden, afkomstig van
de „Khithan", dateeren uit denzelfden tijd en zijn van
denzelfden vorm als de Indiaansche uit Midden-Ame
rika.
Ten slotte zijn er van de Indiaansche stammen als
de Crucks en de Chactaws mondelinge overleveringen
bekend, dat zij afkomstig zijn uit Kamchatka.
In elk geval is het waarschijnlijk, dat tweemaal stam
men uit Azië in Amerika zijn binnengedrongen.
Millionair als kellner.
De filmstad Hollywood heeft een nieuwe sensatie,
die ook bij de dolJarmillionairs in de groote steden
van Amerika groot opzien baart. In een restaurant
te Hollywood is nl. de 23-jarige millionair Albert
James baron Guggenheim als kellner werkzaam
Voorts doet hij ook dienst als bordcnwasscher. De
Amerikaansche openbare meening vermoedde ach
ter deze geschiedenis een stuk romantiek en nam
eerst aan, dat Guggenheim vrijwillig van zijn onge
hoorde rijkdommen afstand had gedaan, om tenville
van een luim, zelf in zijn levensonderhoud te voor
zien.
Deze veronderstelling werd versterkt door het be
richt van een journalist, die niet buitengewone fan
tasie zijn lezers een sprookje opdischte, dat ook ge
loofd werd. Zoo deed in de eerste dagen het ver
haal de ronde, dat Guggenheim vrijwillig zijn smo
king met de witte kellnersjas had verwisseld.
Van dit verhaal is echter geen woord waar.,De zaak
is, dat de jonge Guggenheim in vier jaar meer dan
twaalf millioen francs voor on/.innige uitgaven er
door heeft gebracht. Dit is de reden, waarom do be
heerders van het vermogen van zijn grootvader, die
hem een legaat van twintig millioen francs ver
maakt had, zijn maandclijksche uitkeeringen inge
trokken hebben. Volgens het testament van zijn
grootvader zou de jonge Guggenheim deze uitkee
ringen tot de uitbetaling van het kapitaal op zijn
3Csten verjaardag ontvangen.
De schandaal-geschiedenissen van Guggenheim
hebben reeds meermalen de Amerikaansche open
bare meening bezig gehouden. Toen de jonge mil
lionair zijn uitkeering niet meer ontving, nam hij
de eerste de beste betrekking aan, die hij kon krij
gen.
In het lokaal, waar hij thans bedient, was hij vroe
ger stamgast. Terwijl hij daar vroeger vorstelijke
fooien gaf, moet hij zich nu met een maandelijkschc
verdienste van 800 francs vergenoegen.
Hoe de meisjes moe
ten z ij n.
Zeventien jaar geleden schreef in een „Komieke
Volkskalender" (een soort almanak) een dichter iets
over meisjes. De naam van den man is niet bekend.
Zeker is hij allang gestorven. De „Komieke Volkska
lender" had zeker geen ander doel dan de menschen
aan het lachen te maken. Zonder het te willen ontrukte
hij een stukje poëzie aan de vergetelheid, dat o.i. hot
lezen meer waard is dan vele verzen van poëten, die
niet in volkskalenders schrijven of dit ooit zullen doen
en die zich tot ons aller vreugd nog steeds verheugen
in een onverwoestbare gezondheid.
„De meisjes moeten zijn als bloemen, zoo mooi en
teer en toch weer niet als bloemen: ze moeten de
vlinders van zich af houden.
De meisjes moeten zijn als de hostie: zij moeten een
mysterie Insluiten en toch weer niet als de hostie:
ze moeten niet over de tong gaan.
De meisjes móeten zijn als aeolusharpen, zoo wel
luidend en liefelijk en toch weer niet als aeolusnar-
pen: ze moeten zich niet uit hun gewone doen laten
brengen door veel wind.
De meisjes moeten zijn als de zon, zoo eenlg In
haar soort en toch weer niet als de zon: zij moeten
niet 's ochtends en 's avonds rood worden.
De meisjes moeten zijn als de maan: genegen tot
liefde en toch weer niet als de maan, die bijna lede
ren avond het rechte pad verlaat
De meisjes moeten zijn als de sterren, zoo verheven
en toch zoo mild en weer niet als de sterren, die
immers menschen toelonken.
De meisjes moeten zijn als de kerk. zoo eerbied-af-
dwingend en toch weer niet als de kerk: ze moeten
niet de klok voor zich laten luiden.
De meisjes moeten zijn als druiven, zoo vol zachte
geest en weer niet als druiven, want smulgrage vo
gels snoepen daarvan,"
WAT BEROEMDHEDEN
MEEMAKEN.
Ubaldo Oppi, de Italiaansche kunstschil
der, werd in zijn jeugd vurig bemind door een ro
mantisch aangelegde Florentijnsche schoone. Eens
zaten ze samen op het terras van hotel „Aurora" in
Fièsole.
„Ubaldo, zou je in het water springen om me
te redden?"
„Ja, Marietta".
„Ach, Ubaldo, zou je ook voor me door het
vuur gaan?"
„Lief kind", zei Ubaldo nadenkend, „Een kunst
schilder is niets voor jou. Wat jij noodi hebt is een
brandweerman."
Hans van B 1 o w had een bijzondere
antipathie tegen twee leden uit zijn orkest, laat ons
zeggen, de heeren Schulz en Schmidt. üp zekeren
dag waren heiden niet op de repetitie verschenen.
„W aar is meneer Schmidt?"
„Herr Doktor, meneer Schmidt heeft van nacht
een beroerte gehad."
„Uitstekend, uitstekend, maar nu zitten we
toch nog met meneer Schulz."
Richard Strausz' werk „Schlagobers" is
zeer melodieus en elegant. Er komen in de muziek
echter ook burleske gedeelten voor, die zeer komiek
aandoen, hetgeen voornamelijk hel gevolg is van de
geluiden, die door gestopte blaasinstrumenten wor
den veroorzaakt!
Na afloop van de première komt een dame den
componist geluk wenschen.
„En zegt L me nu eens. meester", roept ze ver
rukt uit. „Die komieke geluiden in het laatste ge
deeltemaken de musici die werkelijk met hun
mond?"
„Dat hoop ik tenminste", zegt Strausz.
Generaal Wrangel onderwierp eens
«en paard, dat iets mankeerde aan een inspectie.
Toen hij thuis kwam, miste hij zijn zegelring. Daar
hij dien nergens anders dan in den stal kon hebben
verloren, sr.elde hij terug en doorzocht met den stal
meester alle hoeken en gaten, maar tevergeefs.
De eenige mogelijkheid was nu nog, dat het
paard den ring met het voedsel had opgeslokt. De
stalmeester kreeg derhalve de opdracht, goed op de
uitwerpselen van het dier te letten.
Den volgenden middag komt de stalmeester
YVrangel tegemoet stormen.
„Heer Graaf, de ring komt direct!"
„lloe weel je dat zoo precies, m'n zoon?"
„Omdat er al 'n heel stelletje v..g.n ljggen
met het familiewapen van meneer den graaf erop."
Max A d a 1 b e r t. de beroemde grimmige ko
miek, brengt eens een visite aan den tandarts. Hij
neemt op verzoek van de assistente in de martel
stoel plaats. Het meisje stelt zich voor „Zuster Ag-
nes."
Max kijkt haar verbaasd aan en knort dan:
„Aangenaam: broeder Adalbcrt!"
Mark Twain moest in een provinciestad
eens een lezing over wereldlitteratuur houden. Hij
begon als volgt:
„Met de wereldlitteratuur is het momenteel
treurig gesteld. Homerus leeft niet meer. Cervantes
is gestorven. Shakespeare is tot de vaderen verza
meld. Goethe heeft ons verlaten; en ik voel me ook
niet erg prettig."
Of
Wim ging welgemoed weer loopen,
(I Doch opeens bleef hij daar staan,
Hij zag een Bataksche jongen,
j Die hem keek nieuwsgierig aan.
Zou deze mogelijk Hollandsch kennen?
Zeg eens vriend, hoe is je naam?
Maar de jongen bleef maar zwijgen,
Gansch tot spreken onbekwaam.
526.
Kijk, zei Pim, wat zou dat wezen,
Wat een zonderling gebouw,
Zou dat soms een zwembad wezen,
Kom, dan gaan we zwemmen gauw.
Och, wel neen, sprak ons pilootje.
Je verbeelding ia te sterk,
Het zal wel heusch geen zwemschool
Eerder denk ik, het is een kerk.