Shaw spreekt,
Opstandige jeugd in China.
Bij Griep
COURANT.
Tweede bfad. No. 9209
Stuurt Engeland aan op revolutie?
Vit de Filmwereld
OP LEVEN EN DOOD...
VOOR DE FILM!
DE JONGSTE SENSATIE
VAN HOLLYWOOD.
ADIEU LILIAN HARVEY.
EEN OPZIENBAREND OORDEEL.
Het spijt me aldus Shaw, de Engelsche schrij
ver en niets ontziende criticus dat ik steeds op
dit aambeeld moet blijven hameren, doch gij zult het
met mij eens zijn, dat de belastingen geheven moeten
worden van rijke menschen en niet van de arme De
begrooting moet sluitend gemaakt worden; er moet
850 millioen pond worden gevonden. Doch inplaats
van ze te verkrijgen uit grondbelasting, belasting op
de inkomsten uit het Suezkanaal of weeldebelasting,
verkreeg men ze door de arbeiders te kort te doen.
Wanneer MacDonald
een even goed socialist
was geweest als in zijn
jeugd, zou hij tot de
conservatieven in zijn
kabinet hebben gezegd:
„Heeren, wij moeten er
belastingen op leggen
om de begrooting slui
tend te maken". Doch
de conservatieven had
den de macht in han
den en de grondeige
naars worden ontzien.
Om alleen maar bij
de Londensche grond
eigenaars te blijven: ik
woon in Londen en
moet voor dat voorrecht
500 pond per jaar be
talen, niet aan den
staat, maar aan de
grondeigenaren. De Lon-
denaars betalen 400
millioen pond per jaar
aan de grondeigenaars,
die over deze inkom
sten geen belasting be
hoeven te betalen. Die
400 millioen pond moe
ten een klein aantal menschen in staat stellen om
in weelde en nietsdoen te leven. Doch de Regeering
hield zich, alsof dat feit haar onbekend was en deed
iets veel gevaarlijker: zij demoraliseerde het volk
door de arbeidsloonen en de kleine salarissen te ver
minderen in ergerlijke mate.
Het zijn niet. alleen de eenvoudigen, die hieronder
te lijden hebben. Ik moest onlangs voor een kleinig
heid bij een dokter wezen en betaalde drie guineas.
Mopperend, want als ik naar een hospitaal kliniek
was gegaan, had het mij misschien vijf shillings ge
kost. Toep vertelde de dokter mij, dat hij waarlijk
niet te benijden was en dat hij tot vier uur 's middags
moest werken voor zijn belasting, huishuur, enz., en
eerst daarna voor zijn persoonlijke behoeften. Drie
kwart van zijn inkomsten moest hij weer afstaan
aan de menschen, die al 400 millioen pond per jaar
krijgen voor nietsdoen. Maar toen ik tegenover hem
het, Fabianisme noemde, was hij verontwaardigd
In de handelswereld wordt ongeyeer 1000 millioen
pond verdiend; daar komt danwel belasting op,
maar niet in verhouding tot de belasting op de werk-
loozen. De industrieelen kunnen voortgaan met op-
eenhoopen van hun winsten. Weelde artikelen wor
den niet belast, wat daarvan ook de gevolgen zullen
zijn. Welk een belachelijke verwaarloozing van be
lastingobjecten! Waarom dwingt de Regeering de rij
ken niet, om hun steeds aangroeiend kapitaal op pro
ductieve wijze te gebruiken, inplaats van het in weel
de en nietsdoen te verkwisten?
Als men dat deed, zou er nog meer kapitaal in het
buitenland belegd worden. Zelfs thans is er reeds
•200 millioen pond Engelsch kapitaal buiten Engeland
belegd. Als dat geld in Engeland werd gehouden, zou
het Engelsche'volk betere kleeren en betere woningen
kunnen krijgen en zou de belegging op den duur
voordeeliger blijken dan Argentijnsche papieren. De
Engelschen ontwikkelen zich al meer c-n meer tot
parasieten ten opzichte van andere landen. Doch dat
brengt, met zich mee, dat wij van het buitenland meer
en meer afhankelijk worden. Wij zijn te laks om onze
eigen voedingsmiddelen en andere benoodigdheden
te produceeren.
De socialistische partij gaat in deze niet vrij uit.
Zij heeft er in toegestemd, dat de loonen verlaagd
werden om een klein aantal menschen in staat te
stellen, een lui en verkwistend leven te leiden in
het buitenland, Haar plicht was daarentegen, qm den
uitvoer van kapitaal te verbieden, totdat er in alle
behoefte aan kapitaal bij onze eigen industrieën was
voorzien. Met het kapitaal, dat thans in het buiten
land is belegd, zou reeds zeer veel gedaan kunnen
worden. Ik denk b.v. aan de 100.000 gezinnen in Lon
den, die in één enkele kamer wonen. Dat is iets ver
schrikkelijks. Elke man moet een kamer hebben,
waarin hij zich van alles kan afzonderen, ook van
zijn vrouw. Elke vrouw moet een kamer hebben,
waar zij zich van haar man en haar huishouden kan
afzonderen. Zoolang dat niet bereikt is, moest het
verboden zijn om kapitaal te beleggen in het buiten
land.
De handel door buitenlanders op Engeland is een
andere uitwas van het kapitalistische stelsel, waar
tegen de Regeering moest optreden. Eerst, moet er
gezorgd worden voor den binnenlandschen handel en
voor zoover er handel met het buitenland noodig is,
moet hij gedreven worden door de Regeering. Ten
allen tijde is in de geschiedenis van ons land de
buitenlandsche handel omvangrijker geweest dan de
binnenlandsche. Er werd altijd meer ingevoerd dan
uitgevoerd. De liooge invoerrechten gaan dit eenigs-
zins tegen en daarom juich ik ze ook ten zeerste
toe. Men zegt wel eens, dat wij die goederen u: het
buitenland moeten invoeren, welke daar beter wor
den gemaakt dan bij ons, doch dat is niet juist. In
dat geval moeten w*; zelf de betere machines aan
schaffen en zelf artikelen van dezelfde superieure
kwaliteit produceeren.
Hetzelfde geldt voor levensmiddelen. Wij behoor
den voor ons voedsel van het buitenland afhankelijk
te zijn. In eiken be'angrijkcn oorlog werd de beslis
si ïg niet bepaald door het verloop van den veldslag
of het aantal levens, dat men had kunnen vernieti
gen, maar door een hongerblokkade. Engeland is zoo
zeer afhankelijk van het buitenland voor zijn voor
naamste levensbehoeften, dat de schitterendste veld
slagen nog geen overwinning beteekenden. Om in
dezen toestand verandering te orengen, moet de Re
geering allen handel controleeren en gaandeweg den
invoer van buitenlandsche goederen meer en meer
verbieden.
Als ik nog eens denk aan dien dokter," die slechts
een vierde van zijn werkdag voor zichzelf werkt, en
aan inkomens van de Londensche grondeigenaars,
dan kan ik niet nalaten op te merken dat het Par
lement daar iets aan moet doen, aangezien, anders
het volk er verandering in zal brengen. Ook de ver
deeling van' dén vrijen tijd is ongelijkmatig; die dok
ter werkt veertien uur per dag en de grondeigenaar
behoeft den ganschen dag niets uit te voeren. Ik zou
ook de twee millioen vverkloozen kunnen stellen te
genover degenen, die in hun betrekking tien en
twaalf uur per dag bezig zijn. Dat alles ;an zoo niet
blijven, zelfs niet. wanneer men met machinegeweren
d bestaande orde zou willen verdedigen. De ramn
kan uitgesteld wrrden, doch zij zal komen in een niet
te verre toekomst.. Als men deze wantoestanden niet
wil veranderen en blijft afwachten, totdat, die ramp
losbreekt, kunnen -• ij slechts hopen, dat dit zoo
spoedig mogelijk gebeurt. Dat zou voor alle partijen
nc het beste zijn, want thans zou met een minimum
van geweld het doel bereikt kunnen worden.
Wat. tenslotte de ontwapening betreft, daarom geef
ik eerlijk gezegd niets. Ik ben te oud om te dienen
en mijnentwege moge ze mijn huis in branc steken.
Maar ik ben net zoo'n lafaard als de meeste andere
menschen en heb een afkeer van geweld en bloed
vergieten. En de volgende oorlog zal verschrikkelijk
zijn, of het nu een luchtoorlog is of wat anders.
Ook in het aloude Rijk der Chineezen be
ginnen meer en meer de Westersche ze
den zich baan te breken. Wat moet
er met de 4 millioen bijvrouwen
gebeuren, als straks de Chi
nees niet meer dan één
vrouw hebben mag.
In de oude wereld zijn we het al sinds grruimen
tijd gewend, dat de opgroeiende jeugd zie'; weinig
of niets meer aantrekt van, en zelfs bij irkeur
dwars ingaat tegen de wenschen der oude Maar
in het aloude Rijk van het Midden, in China, was tot
dusver de jonge menscli, mannelijk en vrouwelijk,
nog de gehoorzame onderdaan zijner ouders. Nu ech
ter heeft, langzaam maar zeker, die golf van verzet
ook China bereikt en in de gezinnen der Chineezen
krijgt men thans de verontwaardiging en het leed dat
onze Europeesche ouders al voor jaar en dag leerden
kennen, tot ze wijselijk berusten, wetend, dat de
aarde draait en alles tenslotte wel voor elkaar zal
üomen in het groote bestel der dingen.
Natuurlijk weten Chineesche ouders dat ook en
misschien voel beter dan de gemiddelde Europeaan,
naar voor hen gelden bij deze kwestie ook tal van
andere zaken. Nergens ter wereld is de traditie zóó
sterk als in het Hemelsche Rijk en nergens ter we
reld ook neemt de vrouw een zoo nederige positie in
als juist daar.
Men weet dat., als in China een dochtertje geboren
wordt, niemand eenige reden vindt tot vreugde, ter
wijl deze vreugde niet hoog genoeg oplaaien kan als
de jonggeborene een zoon is. Het jonge meisje groeit
in haar ouders huis. als gehoorzame dienaresse van
de Eerste Dame, haar moeder, en te mi.tden van de
afgunst, het domme gepraat en de kleine intriges van
haar vaders bijvrouwen. Haar ouders hebben, toen
ze nog een heel klein popje was, haar hand reeds
beloofd aan een zoontje van een bevriende familie en
wanneer de tijd daar is, wordt het meisje aan bedoel
den jongeling uitgehuwelijkt, zonder hem ooit gezien
te hebben. Ook zij wordt clan wederom de Eerste
Dame in haar huis waar ze onbeperkt regeert, maar
niettemin haar mans byvrouwen moét duiden.
en ziek gevoel door gevatte koude, alsmede
bij pijnen .van velerlei aard. zullen een van
de hieronder genoemde
Mijnhardt's Poeders
U spoedig helpen: Mijnhardt's Grieppoeders.
Hoestpoeders. Rheumatiekpoeders.
Hoofdpijnpoeders. Kiespijnpoeders.
Maagpoeders. enz. Vraag Mijnhardts
Poeders en zie toe dat de naam Mijnhardt
op doos en poeders voorkomt. Prijs per
poeder 8 ct. en per doos 45 ct.
Verkrijgbaar bij Uw Drogist.
Zoo was het tot dusver en geen enkel Chineesch
jong meisje waagde tot voor kort te protesteeren te
gen deze aloude gewoonten. Maar in de laatste de
cennia gingen Chineesche jongelieden van goeden
huize naar Europa en Amerika en studeerden daar
aan de universiteiten. Zij leerden Westersche zeden
kennen en brachten deze mee naar het Midden bij
hun thuiskomst. En nu is het verzet er. Nu wil jong-
China een wet doordrijven, waarbij het hebben van
bijvrouwen verboden wordt en met de gevangenis zal
worden bestraft, zooals onlangs in de bladen gemeld
werd. Waar Turkije voorging, zal China volgen.
o
Natuurlijk bedenken degenen, die deze nieuwe mo
raal invoeren in het land met zijn eeuwenoude tra
dities niet, dat een dergelijke invoering noodwendi-
gerwijze duizenden slachtoffers moet maken. Men
heeft ruw berekend, dat er ongeveer 4 millioen bij
vrouwen leven in de vrouwenvertrekken van eer
zaam Chineesche woningen. Zij werden door haar
heeren en meesters onderhouden. Maar wat moet er
voortaan met hen gebeuren. De ouderen zullen moe
ten gaan bedelen en de jongeren belanden op de
beruchte „bloemenbooten". De Jong-Chineezen voe
ren hiertegenover als argument aan dat ieder in
grijpende verandering natuurlijkerwijs slachtoffers
kost. Toen de slavernij in Amerika werd afgeschaft,
waren er in Brazilië en Virgina millioenen slaven die
tot dusver in huns meester huis een tamelijk lui
baantje hadden geleid, en die nu plots op straat
stonden en heel hard moesten werken om aan den
kost te komen.
Het zal natuurlijk nog wel geruimen tijd duren eer
ook maar een deel van China's enorm groote popu
latie er toe zal komen om de nieuwe gebruiken te
aanvaarden. Maar toch wijze vele dingen er op, dat
ook in het Hemelsche Rijk het oude ineenstort om
plaats voor het nieuwe te maken. De Chineesche
vrouw, die eeuwen en eeuwen haar voeten inwik
kelde en verminkte, wordt dezer dagen door haar
Westersch-ontwikkelde echtgenoot gedwongen dit na
te laten. Ook zal de jonge vader van een Chineesch
zoontje niet steeds meer van zijn vrouw eischen, dat
ze het jonge kind zoo spoedig doenlijk afstaat aan
haar schoonfamilie, die op den zoon en toekomstige
stamhouder recht heet te hebben. Oude gebruiken
vervallen meer en meer, oud bijgeloof wordt verla
ten.
Als gezegd, dit geschiedt niet op eenmaal. Maar
het is niet meer tegen te houden. En daarom is het
nu in China een harde tijd voor de ouderen, die
zich nog eerbiedig neigen voor de ziels „tabletten"
der voorvaderen en alles willen houden in de oude
beproefde banen.
Zeker gaat er met de verwestersching der idecen
veel schoons en schilderachtigs verloren. Maar daar
nevens mag niet worden erkend, dat misschien nu
eindelijk de Chineesche vi'ouw eens zal komen op
een hooger, en menschyvaardigër niveau dan "waar
om ze, althans naar ónze begrippen, tot dusver stond.
Georga cuc- aw
heeft voor de Fablan
Society to Londen zijn
oordeel medegedeeld over
het belastingstelsel. Uit
den aard der zaak zijn
wij het niet eens met ve
le zijner uitlatingen, doch
de billijkheid van een
belasting voor de zeer
rijke Engelsche grond
eigenaars kan niet ont
kend worden.
door
DEN SENSATIEFILM-ARTIEST.
Harry Piel, de bekende hoofdrolvertolker
in sensatiefilms, verhaalde onzen mede
werker twee interessante avonturen, die
dicht bij de grens van leven en dood
bewijzen, dat zij geen zoogenaamde
„truc-opnames" kunnen zijn, maar die
tegelijkertijd moeten aantoonen, wat de
sensatie-acteur van heden ten dage moet
kennen, wil hij zijn publiek boeien. Wij
geven Harry Piel's vertellingen hier
woordelijk weer
„Ziet het publiek de een of andere sensatie in een
film, die hem kippetjesvel bezorgt, of hem een grie-
zelkreet ontlokt, dan is er beslist ergens iemand te
vinden, dio beweert, dat het een truc-opname is,
of dat de bekende hoofdrolspeler zich bij de gewaagd
heden laat vertegenwoordigen door een doublé, die
in bet masker van den hoofdrolspeler de sensatie
bewerkt.
Nu is de toeschouwer natuurlijk in twijfel. Moet
hij aan zijn held gelooven, of niet? In het laatste ge
val zou namelijk de sensatie-artiest niets meer heb
ben, wat de heldenvereering kon rechtvaardigen en
zou die geen recht tot bestaan meer hebben. Men
zou dit nog verder kunnen drijven en zeggen: „De
man is een zwendelaar, een bedrieger, hij denkt dat
wij zoo maar......" Neen, dat doet hij niet! Ik wil
hier aan de hand van twee voorbeelden deze onuitge
sproken twijfel ontzenuwen; de toeschouwer kan ge
rust aan de werkelijkheid der sensatie gelooven en
zijn held vereeren!
Jaren geleden werd ik in een film over daken,
d.w.z. over een heel complex huizen vervolgd en de
sensatie zou daaruit bestaan, dat ik over een smalle
binnenplaats van den eenen dakrand op de andere
zou moeten springen. Dergelijke scenes beoefen ik
nooit van te voren. Ik zocht dekking achter schoor-
steenen, ik schoot en werd beschotenIk liep
verder en was ongeveer 15 Meter van het dak, van
waar ik springen zou, verwijderd, toen volgens
het manuscript een kogel mij trof. Gewond sleep
ik mij zelf verder, neem een aanloopik spring...
en ik zie, dwz. ik voel, dat ik niet op het tegenover
liggende dak zal terechtkomen! Ik wist, dat ik ver
loren wasik zou vallen en in de diepte te plet
ter slaan!...,..
Toenzag ik plotseling den bliksemafleider!
Nog juist, voordat ik omlaag stortte, kon ik dien
grijpen. Ik bleet' krampachtig hangen! Mijn camera
man, die het ongeluk zag, kon van schrik niet, ver
der draaien, maar begreep onmiddellijk de situatie
en schreeuwde: „vasthouden, hangen blijven!" Daar
op draaide hij kalm de scene, zooals ik hulpeloos,
door bloedverlies, uitgeput, aan den bliksemafleider
hing. Ik hield mij stevig vast en speelde mijn rol
verder. Hij draaide een ongedacht sensatiemoment
in zijn filmstrook, namelijk hoe ik mijn vervolgers,
nu niet meer over de daken, maar glijdend langs
den bliksemafleider, wist te ontkomen.
Had ik toentertijd mis gegrepen, dan had U Harry
Piel wel niet meer te zien gekregen. Het huis was
namelijk niet (en dat was bij uitzondering het ge
val), van papier maché, maar een soliede gebouwd,
stevig steenen huis van vier verdiepingen in liet
Oosterkwartier van Berlijn. U meende natuurlijk, dat
het zoo moest zijn, maar vraagt U dat maar eens
aan den auteur van het manuscript!
Herinnert U zich, dat ik eens met een tijger ge
filmd heb? U dacht waarschijnlijk, dat het dier tam
was. Zeker, hij kwam van Hagenbeek, maar tam
was hij daarom nog niet! Op de voorbereidende
repetities ging alles goed. De tijger en ik konden het
best met elkaar vinden. Maar tegen de opname werd
hij een beetje op diëet gehouden. Ergens in" den hoek
van de studio lag een stuk heerlijk vleesch voor hem.
En nu gebeurde hetWij hadden natuurlijk
steeds zonder licht gerepeteerdToen nu de
schelle, gloeiende Jupiter-lampen plotseling werden
'ngeschakeld, werd liet dier onrustig en sprong
in zijn zenuwachtigheid op mij toe. Ik versteende
van schrik!
Tenslotte ben ik geen dierentemmer, geen domp
teur, en de tijger was ook geen dressuurtijger! Hij
viel mij aan ik had hem wel kunnen doodschieten,
maar in de eerste plaats had ik mijn revolver niet
meegebracht en in de tweede plaats zou de geheelo
opname bedorven zijn. Wat moest ik beginnen?
Op het allerlaatste oogunblik sprong ik in den
hoek, waarin het,vleesch. lag en toen hij dht te pak
ken had, was ik gered! Op zulke oogenblikken helpt
geen bidden en geen hypnotische dompteursblik,
maar alléén tegenwoordigheia van geest.
Een sensatiefilm-artiest moet alles kunnen: rijden,
zwemmen, chauffeeren, vliegen, parachutespringen,
in één woord: hij moet een meester zijn in alle mo
gelijke soorten van sport. Maar zijn voornaamste
eigenschappen moet toch zijn: tegenwoordigheid van
geest en moed!
En als U nu nóg eens iemand verteld, dat Harry
Piel doublé voor zich liet werken, zend hem dan
maar eens naar mij toe, dan zal ik hem door mijn
I doublé Harry Piel knockout laten slaan!"
(Nadruk verboden.)
Mariene in heerenkleeding.
Zelfs de weigering van het congres om het drank
verbod te herroepen wordt in Hollywood niet zoo
druk besproken als de kleeding van Mariene Diet-
rich. Zij loopt in heerenkleeding rond niet aan
het strand of in haar eigen tuin, maar op straat.
Misschien om te demonstreeren, dat haar kleeding
in haar vrijen tijd niemand aangaat. Misschien om
dat zij, zooals vele beroemde vrouwen, meer voelt
voor de mannelijke dan voor de vrouwelijke wijze
van kleeden. Ze bevindt zich dan in gezelschap van
Rosa Bonheur en George Sand.
Natuurlijk heeft Mariene Dietrich ten volle het
recht om zich te kleeden zooals zij wil Of het ech
ter verstandig is, de Amerikaansche mentaliteit in
aanmerking nemende, is een andere vraag Als elke
filmster is zij afhankelijk van haar publiek en wel
in de eerste plaats van het Amerikaansche publiek.
En dat wil zijn filmsterren verafgoden op z ij n ma
nier. Het maakt zich van een ster een bepaalde
voorstelling of deze met d8 waarheid in overeen
stemming is doet er niet toe en dan wee dengene,
die daarmee in conflict durft te komen Menige film
ster heeft reeds door één rol. die buiten het voor
hem of haar geijkte kader viel, met één slag alle
oopulairiteit verloren. Voor de vrouwelijke filmster
ren geldt dit in nóg sterkere mate dan voor de
mannelijke.
Toch zijn er enkelen, die de publieke opinie durven
weerstreven en zich om hun publiek niet bekom
meren. Men zegt, dat Ann Harding er in haar vrijen
tijd uitziet als een keukenmeid met vacantie en Ka-
therine Hepburn draagt het liefst een donkerblauw
overhemd van dikke, stof met overalls in dezelfde
kleur. De sterren, die gedurende een lange reeks van
jaren reeds populair zijn geweest, behooren echter
niet tot deze categorie. Zij vertoonen zich niet in het
publiek, wanneer zij niet tot het uiterste verzorgd
en volgens de laatste mode gekleed zijn Wij denken
aan sterren van jarenlang beproefde populairiteit, als
Norma Shearer, Constance Bennett, Joan Crawford,
Kay Francis, Joan Benett en Roth Chatterton, om
van Marion Davis en Mary Pickford niet te spre
ken. Dé overeenkomst in hun politiek, om ook in
het dagelijksch leven de illusie van „filmster" hoog
te houden, bewijst dat dit blijkbaar de eenige poli
tiek is, waarmee men in de filmwereld bestand is
tegen al te hinderlijke variaties in de grens van het
publiek. Het is een bewijs te meer, dat een filmcar
rière niet alleen afhankelijk is van talent, maar ook
en misschien nog meer van de onberekenbare
gevoelens van het publiek.
Met rassche trippelpasjes den ladder des
roems beklommen.
Hollywood heeft zich meester gemaakt van Lilian
Harvey, een der meest geliefde filmsterren in Euro
pa. Voor haar bewonderaars beteekent dat maar in
zekeren zin een verlies, daar haar Engelsche films
toch ook wel hier zullen komen. Neu Babelsberg
raakt echter een van zijn eerste krachten kwijt.
Lilian Harvey (die onder haar eigen naam op
treedt) werd geboren in Engeland en kwam kort
voor het uitbreken van den wereldoorlog naar Ber
lijn. Ze was de Duitsche taal niet machtig en werd
daarom dikwijls bespot door haar schoolvriendin
nen. Bij haar onderwijzers stond ze in een niet al te
best blaadje, omdat ze bet nu eenmaal in haar hoofd
had gezet een groot danseres te worden en dienten
gevolge het verplichte werk wel eens verwaarloosde.
Geen bedreigingen of straffen konden haar van haar
plan afbrengen.
Toen ze nauwelijks zestien was, stond ze al op de
planken. Het sierlijke schepseltje veroverde zoowel
directies als publiek. In 1923 had ze in een Weensche
revue een zoodanig succes, dat de filmregisseur Ro-
bert Land haar op slag engageerde voor een tragische
rolprent. Lilian maakte derhalve haar debuut, in een
zeer bloedige zedenschildering, getiteld „De vloek",
waarin tegen het einde meer lijken werden vertoond
dan er medespelenden waren. Het succes was zeer
behoorlijk en Lilian beklom met rassche trippel
pasjes, een danseres waardig, den ladder des roems.
Gelukkig viel ze kort na haar eerste film in han
den van lieden, die haar talent m vroolijk te zijn
en te parodieeren ontdekten. Derhalve schafte men
haar tragische gestes af en gaf haar rollen in come-
dies. Meer dan twee dozijn van dergelijke rollen
moest ze spelen voor ze internationale bekendheid
verwierf.
Ook hier blijkt dus weer het verhaal van het meis
je, dat in één dag „ster" werd, een sprookje te zijn.
Om het ver te brengen, moet men in negen van de
tien gevallen over energie en talenten beschikken,
en: werken, voortdurend en hard werken.
De geluidsfilm bracht drie jaar geleden Lilian Har
vey op het hoogtepunt van haar carrière. Het is een
ongewoon resultaat, wanneer men als filmspeelster
reeds na tien jaar door Amerika wordt opgeëischt.
Niemand twijfelt er intusschen aan, of Lilian Harvey
zal terugkomen na de nieuwe wereld van haar te
hebben overtuigd.