Shaw spreekt, Opstandige jeugd in China. Bij Griep COURANT. Tweede bfad. No. 9209 Stuurt Engeland aan op revolutie? Vit de Filmwereld OP LEVEN EN DOOD... VOOR DE FILM! DE JONGSTE SENSATIE VAN HOLLYWOOD. ADIEU LILIAN HARVEY. EEN OPZIENBAREND OORDEEL. Het spijt me aldus Shaw, de Engelsche schrij ver en niets ontziende criticus dat ik steeds op dit aambeeld moet blijven hameren, doch gij zult het met mij eens zijn, dat de belastingen geheven moeten worden van rijke menschen en niet van de arme De begrooting moet sluitend gemaakt worden; er moet 850 millioen pond worden gevonden. Doch inplaats van ze te verkrijgen uit grondbelasting, belasting op de inkomsten uit het Suezkanaal of weeldebelasting, verkreeg men ze door de arbeiders te kort te doen. Wanneer MacDonald een even goed socialist was geweest als in zijn jeugd, zou hij tot de conservatieven in zijn kabinet hebben gezegd: „Heeren, wij moeten er belastingen op leggen om de begrooting slui tend te maken". Doch de conservatieven had den de macht in han den en de grondeige naars worden ontzien. Om alleen maar bij de Londensche grond eigenaars te blijven: ik woon in Londen en moet voor dat voorrecht 500 pond per jaar be talen, niet aan den staat, maar aan de grondeigenaren. De Lon- denaars betalen 400 millioen pond per jaar aan de grondeigenaars, die over deze inkom sten geen belasting be hoeven te betalen. Die 400 millioen pond moe ten een klein aantal menschen in staat stellen om in weelde en nietsdoen te leven. Doch de Regeering hield zich, alsof dat feit haar onbekend was en deed iets veel gevaarlijker: zij demoraliseerde het volk door de arbeidsloonen en de kleine salarissen te ver minderen in ergerlijke mate. Het zijn niet. alleen de eenvoudigen, die hieronder te lijden hebben. Ik moest onlangs voor een kleinig heid bij een dokter wezen en betaalde drie guineas. Mopperend, want als ik naar een hospitaal kliniek was gegaan, had het mij misschien vijf shillings ge kost. Toep vertelde de dokter mij, dat hij waarlijk niet te benijden was en dat hij tot vier uur 's middags moest werken voor zijn belasting, huishuur, enz., en eerst daarna voor zijn persoonlijke behoeften. Drie kwart van zijn inkomsten moest hij weer afstaan aan de menschen, die al 400 millioen pond per jaar krijgen voor nietsdoen. Maar toen ik tegenover hem het, Fabianisme noemde, was hij verontwaardigd In de handelswereld wordt ongeyeer 1000 millioen pond verdiend; daar komt danwel belasting op, maar niet in verhouding tot de belasting op de werk- loozen. De industrieelen kunnen voortgaan met op- eenhoopen van hun winsten. Weelde artikelen wor den niet belast, wat daarvan ook de gevolgen zullen zijn. Welk een belachelijke verwaarloozing van be lastingobjecten! Waarom dwingt de Regeering de rij ken niet, om hun steeds aangroeiend kapitaal op pro ductieve wijze te gebruiken, inplaats van het in weel de en nietsdoen te verkwisten? Als men dat deed, zou er nog meer kapitaal in het buitenland belegd worden. Zelfs thans is er reeds •200 millioen pond Engelsch kapitaal buiten Engeland belegd. Als dat geld in Engeland werd gehouden, zou het Engelsche'volk betere kleeren en betere woningen kunnen krijgen en zou de belegging op den duur voordeeliger blijken dan Argentijnsche papieren. De Engelschen ontwikkelen zich al meer c-n meer tot parasieten ten opzichte van andere landen. Doch dat brengt, met zich mee, dat wij van het buitenland meer en meer afhankelijk worden. Wij zijn te laks om onze eigen voedingsmiddelen en andere benoodigdheden te produceeren. De socialistische partij gaat in deze niet vrij uit. Zij heeft er in toegestemd, dat de loonen verlaagd werden om een klein aantal menschen in staat te stellen, een lui en verkwistend leven te leiden in het buitenland, Haar plicht was daarentegen, qm den uitvoer van kapitaal te verbieden, totdat er in alle behoefte aan kapitaal bij onze eigen industrieën was voorzien. Met het kapitaal, dat thans in het buiten land is belegd, zou reeds zeer veel gedaan kunnen worden. Ik denk b.v. aan de 100.000 gezinnen in Lon den, die in één enkele kamer wonen. Dat is iets ver schrikkelijks. Elke man moet een kamer hebben, waarin hij zich van alles kan afzonderen, ook van zijn vrouw. Elke vrouw moet een kamer hebben, waar zij zich van haar man en haar huishouden kan afzonderen. Zoolang dat niet bereikt is, moest het verboden zijn om kapitaal te beleggen in het buiten land. De handel door buitenlanders op Engeland is een andere uitwas van het kapitalistische stelsel, waar tegen de Regeering moest optreden. Eerst, moet er gezorgd worden voor den binnenlandschen handel en voor zoover er handel met het buitenland noodig is, moet hij gedreven worden door de Regeering. Ten allen tijde is in de geschiedenis van ons land de buitenlandsche handel omvangrijker geweest dan de binnenlandsche. Er werd altijd meer ingevoerd dan uitgevoerd. De liooge invoerrechten gaan dit eenigs- zins tegen en daarom juich ik ze ook ten zeerste toe. Men zegt wel eens, dat wij die goederen u: het buitenland moeten invoeren, welke daar beter wor den gemaakt dan bij ons, doch dat is niet juist. In dat geval moeten w*; zelf de betere machines aan schaffen en zelf artikelen van dezelfde superieure kwaliteit produceeren. Hetzelfde geldt voor levensmiddelen. Wij behoor den voor ons voedsel van het buitenland afhankelijk te zijn. In eiken be'angrijkcn oorlog werd de beslis si ïg niet bepaald door het verloop van den veldslag of het aantal levens, dat men had kunnen vernieti gen, maar door een hongerblokkade. Engeland is zoo zeer afhankelijk van het buitenland voor zijn voor naamste levensbehoeften, dat de schitterendste veld slagen nog geen overwinning beteekenden. Om in dezen toestand verandering te orengen, moet de Re geering allen handel controleeren en gaandeweg den invoer van buitenlandsche goederen meer en meer verbieden. Als ik nog eens denk aan dien dokter," die slechts een vierde van zijn werkdag voor zichzelf werkt, en aan inkomens van de Londensche grondeigenaars, dan kan ik niet nalaten op te merken dat het Par lement daar iets aan moet doen, aangezien, anders het volk er verandering in zal brengen. Ook de ver deeling van' dén vrijen tijd is ongelijkmatig; die dok ter werkt veertien uur per dag en de grondeigenaar behoeft den ganschen dag niets uit te voeren. Ik zou ook de twee millioen vverkloozen kunnen stellen te genover degenen, die in hun betrekking tien en twaalf uur per dag bezig zijn. Dat alles ;an zoo niet blijven, zelfs niet. wanneer men met machinegeweren d bestaande orde zou willen verdedigen. De ramn kan uitgesteld wrrden, doch zij zal komen in een niet te verre toekomst.. Als men deze wantoestanden niet wil veranderen en blijft afwachten, totdat, die ramp losbreekt, kunnen -• ij slechts hopen, dat dit zoo spoedig mogelijk gebeurt. Dat zou voor alle partijen nc het beste zijn, want thans zou met een minimum van geweld het doel bereikt kunnen worden. Wat. tenslotte de ontwapening betreft, daarom geef ik eerlijk gezegd niets. Ik ben te oud om te dienen en mijnentwege moge ze mijn huis in branc steken. Maar ik ben net zoo'n lafaard als de meeste andere menschen en heb een afkeer van geweld en bloed vergieten. En de volgende oorlog zal verschrikkelijk zijn, of het nu een luchtoorlog is of wat anders. Ook in het aloude Rijk der Chineezen be ginnen meer en meer de Westersche ze den zich baan te breken. Wat moet er met de 4 millioen bijvrouwen gebeuren, als straks de Chi nees niet meer dan één vrouw hebben mag. In de oude wereld zijn we het al sinds grruimen tijd gewend, dat de opgroeiende jeugd zie'; weinig of niets meer aantrekt van, en zelfs bij irkeur dwars ingaat tegen de wenschen der oude Maar in het aloude Rijk van het Midden, in China, was tot dusver de jonge menscli, mannelijk en vrouwelijk, nog de gehoorzame onderdaan zijner ouders. Nu ech ter heeft, langzaam maar zeker, die golf van verzet ook China bereikt en in de gezinnen der Chineezen krijgt men thans de verontwaardiging en het leed dat onze Europeesche ouders al voor jaar en dag leerden kennen, tot ze wijselijk berusten, wetend, dat de aarde draait en alles tenslotte wel voor elkaar zal üomen in het groote bestel der dingen. Natuurlijk weten Chineesche ouders dat ook en misschien voel beter dan de gemiddelde Europeaan, naar voor hen gelden bij deze kwestie ook tal van andere zaken. Nergens ter wereld is de traditie zóó sterk als in het Hemelsche Rijk en nergens ter we reld ook neemt de vrouw een zoo nederige positie in als juist daar. Men weet dat., als in China een dochtertje geboren wordt, niemand eenige reden vindt tot vreugde, ter wijl deze vreugde niet hoog genoeg oplaaien kan als de jonggeborene een zoon is. Het jonge meisje groeit in haar ouders huis. als gehoorzame dienaresse van de Eerste Dame, haar moeder, en te mi.tden van de afgunst, het domme gepraat en de kleine intriges van haar vaders bijvrouwen. Haar ouders hebben, toen ze nog een heel klein popje was, haar hand reeds beloofd aan een zoontje van een bevriende familie en wanneer de tijd daar is, wordt het meisje aan bedoel den jongeling uitgehuwelijkt, zonder hem ooit gezien te hebben. Ook zij wordt clan wederom de Eerste Dame in haar huis waar ze onbeperkt regeert, maar niettemin haar mans byvrouwen moét duiden. en ziek gevoel door gevatte koude, alsmede bij pijnen .van velerlei aard. zullen een van de hieronder genoemde Mijnhardt's Poeders U spoedig helpen: Mijnhardt's Grieppoeders. Hoestpoeders. Rheumatiekpoeders. Hoofdpijnpoeders. Kiespijnpoeders. Maagpoeders. enz. Vraag Mijnhardts Poeders en zie toe dat de naam Mijnhardt op doos en poeders voorkomt. Prijs per poeder 8 ct. en per doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw Drogist. Zoo was het tot dusver en geen enkel Chineesch jong meisje waagde tot voor kort te protesteeren te gen deze aloude gewoonten. Maar in de laatste de cennia gingen Chineesche jongelieden van goeden huize naar Europa en Amerika en studeerden daar aan de universiteiten. Zij leerden Westersche zeden kennen en brachten deze mee naar het Midden bij hun thuiskomst. En nu is het verzet er. Nu wil jong- China een wet doordrijven, waarbij het hebben van bijvrouwen verboden wordt en met de gevangenis zal worden bestraft, zooals onlangs in de bladen gemeld werd. Waar Turkije voorging, zal China volgen. o Natuurlijk bedenken degenen, die deze nieuwe mo raal invoeren in het land met zijn eeuwenoude tra dities niet, dat een dergelijke invoering noodwendi- gerwijze duizenden slachtoffers moet maken. Men heeft ruw berekend, dat er ongeveer 4 millioen bij vrouwen leven in de vrouwenvertrekken van eer zaam Chineesche woningen. Zij werden door haar heeren en meesters onderhouden. Maar wat moet er voortaan met hen gebeuren. De ouderen zullen moe ten gaan bedelen en de jongeren belanden op de beruchte „bloemenbooten". De Jong-Chineezen voe ren hiertegenover als argument aan dat ieder in grijpende verandering natuurlijkerwijs slachtoffers kost. Toen de slavernij in Amerika werd afgeschaft, waren er in Brazilië en Virgina millioenen slaven die tot dusver in huns meester huis een tamelijk lui baantje hadden geleid, en die nu plots op straat stonden en heel hard moesten werken om aan den kost te komen. Het zal natuurlijk nog wel geruimen tijd duren eer ook maar een deel van China's enorm groote popu latie er toe zal komen om de nieuwe gebruiken te aanvaarden. Maar toch wijze vele dingen er op, dat ook in het Hemelsche Rijk het oude ineenstort om plaats voor het nieuwe te maken. De Chineesche vrouw, die eeuwen en eeuwen haar voeten inwik kelde en verminkte, wordt dezer dagen door haar Westersch-ontwikkelde echtgenoot gedwongen dit na te laten. Ook zal de jonge vader van een Chineesch zoontje niet steeds meer van zijn vrouw eischen, dat ze het jonge kind zoo spoedig doenlijk afstaat aan haar schoonfamilie, die op den zoon en toekomstige stamhouder recht heet te hebben. Oude gebruiken vervallen meer en meer, oud bijgeloof wordt verla ten. Als gezegd, dit geschiedt niet op eenmaal. Maar het is niet meer tegen te houden. En daarom is het nu in China een harde tijd voor de ouderen, die zich nog eerbiedig neigen voor de ziels „tabletten" der voorvaderen en alles willen houden in de oude beproefde banen. Zeker gaat er met de verwestersching der idecen veel schoons en schilderachtigs verloren. Maar daar nevens mag niet worden erkend, dat misschien nu eindelijk de Chineesche vi'ouw eens zal komen op een hooger, en menschyvaardigër niveau dan "waar om ze, althans naar ónze begrippen, tot dusver stond. Georga cuc- aw heeft voor de Fablan Society to Londen zijn oordeel medegedeeld over het belastingstelsel. Uit den aard der zaak zijn wij het niet eens met ve le zijner uitlatingen, doch de billijkheid van een belasting voor de zeer rijke Engelsche grond eigenaars kan niet ont kend worden. door DEN SENSATIEFILM-ARTIEST. Harry Piel, de bekende hoofdrolvertolker in sensatiefilms, verhaalde onzen mede werker twee interessante avonturen, die dicht bij de grens van leven en dood bewijzen, dat zij geen zoogenaamde „truc-opnames" kunnen zijn, maar die tegelijkertijd moeten aantoonen, wat de sensatie-acteur van heden ten dage moet kennen, wil hij zijn publiek boeien. Wij geven Harry Piel's vertellingen hier woordelijk weer „Ziet het publiek de een of andere sensatie in een film, die hem kippetjesvel bezorgt, of hem een grie- zelkreet ontlokt, dan is er beslist ergens iemand te vinden, dio beweert, dat het een truc-opname is, of dat de bekende hoofdrolspeler zich bij de gewaagd heden laat vertegenwoordigen door een doublé, die in bet masker van den hoofdrolspeler de sensatie bewerkt. Nu is de toeschouwer natuurlijk in twijfel. Moet hij aan zijn held gelooven, of niet? In het laatste ge val zou namelijk de sensatie-artiest niets meer heb ben, wat de heldenvereering kon rechtvaardigen en zou die geen recht tot bestaan meer hebben. Men zou dit nog verder kunnen drijven en zeggen: „De man is een zwendelaar, een bedrieger, hij denkt dat wij zoo maar......" Neen, dat doet hij niet! Ik wil hier aan de hand van twee voorbeelden deze onuitge sproken twijfel ontzenuwen; de toeschouwer kan ge rust aan de werkelijkheid der sensatie gelooven en zijn held vereeren! Jaren geleden werd ik in een film over daken, d.w.z. over een heel complex huizen vervolgd en de sensatie zou daaruit bestaan, dat ik over een smalle binnenplaats van den eenen dakrand op de andere zou moeten springen. Dergelijke scenes beoefen ik nooit van te voren. Ik zocht dekking achter schoor- steenen, ik schoot en werd beschotenIk liep verder en was ongeveer 15 Meter van het dak, van waar ik springen zou, verwijderd, toen volgens het manuscript een kogel mij trof. Gewond sleep ik mij zelf verder, neem een aanloopik spring... en ik zie, dwz. ik voel, dat ik niet op het tegenover liggende dak zal terechtkomen! Ik wist, dat ik ver loren wasik zou vallen en in de diepte te plet ter slaan!...,.. Toenzag ik plotseling den bliksemafleider! Nog juist, voordat ik omlaag stortte, kon ik dien grijpen. Ik bleet' krampachtig hangen! Mijn camera man, die het ongeluk zag, kon van schrik niet, ver der draaien, maar begreep onmiddellijk de situatie en schreeuwde: „vasthouden, hangen blijven!" Daar op draaide hij kalm de scene, zooals ik hulpeloos, door bloedverlies, uitgeput, aan den bliksemafleider hing. Ik hield mij stevig vast en speelde mijn rol verder. Hij draaide een ongedacht sensatiemoment in zijn filmstrook, namelijk hoe ik mijn vervolgers, nu niet meer over de daken, maar glijdend langs den bliksemafleider, wist te ontkomen. Had ik toentertijd mis gegrepen, dan had U Harry Piel wel niet meer te zien gekregen. Het huis was namelijk niet (en dat was bij uitzondering het ge val), van papier maché, maar een soliede gebouwd, stevig steenen huis van vier verdiepingen in liet Oosterkwartier van Berlijn. U meende natuurlijk, dat het zoo moest zijn, maar vraagt U dat maar eens aan den auteur van het manuscript! Herinnert U zich, dat ik eens met een tijger ge filmd heb? U dacht waarschijnlijk, dat het dier tam was. Zeker, hij kwam van Hagenbeek, maar tam was hij daarom nog niet! Op de voorbereidende repetities ging alles goed. De tijger en ik konden het best met elkaar vinden. Maar tegen de opname werd hij een beetje op diëet gehouden. Ergens in" den hoek van de studio lag een stuk heerlijk vleesch voor hem. En nu gebeurde hetWij hadden natuurlijk steeds zonder licht gerepeteerdToen nu de schelle, gloeiende Jupiter-lampen plotseling werden 'ngeschakeld, werd liet dier onrustig en sprong in zijn zenuwachtigheid op mij toe. Ik versteende van schrik! Tenslotte ben ik geen dierentemmer, geen domp teur, en de tijger was ook geen dressuurtijger! Hij viel mij aan ik had hem wel kunnen doodschieten, maar in de eerste plaats had ik mijn revolver niet meegebracht en in de tweede plaats zou de geheelo opname bedorven zijn. Wat moest ik beginnen? Op het allerlaatste oogunblik sprong ik in den hoek, waarin het,vleesch. lag en toen hij dht te pak ken had, was ik gered! Op zulke oogenblikken helpt geen bidden en geen hypnotische dompteursblik, maar alléén tegenwoordigheia van geest. Een sensatiefilm-artiest moet alles kunnen: rijden, zwemmen, chauffeeren, vliegen, parachutespringen, in één woord: hij moet een meester zijn in alle mo gelijke soorten van sport. Maar zijn voornaamste eigenschappen moet toch zijn: tegenwoordigheid van geest en moed! En als U nu nóg eens iemand verteld, dat Harry Piel doublé voor zich liet werken, zend hem dan maar eens naar mij toe, dan zal ik hem door mijn I doublé Harry Piel knockout laten slaan!" (Nadruk verboden.) Mariene in heerenkleeding. Zelfs de weigering van het congres om het drank verbod te herroepen wordt in Hollywood niet zoo druk besproken als de kleeding van Mariene Diet- rich. Zij loopt in heerenkleeding rond niet aan het strand of in haar eigen tuin, maar op straat. Misschien om te demonstreeren, dat haar kleeding in haar vrijen tijd niemand aangaat. Misschien om dat zij, zooals vele beroemde vrouwen, meer voelt voor de mannelijke dan voor de vrouwelijke wijze van kleeden. Ze bevindt zich dan in gezelschap van Rosa Bonheur en George Sand. Natuurlijk heeft Mariene Dietrich ten volle het recht om zich te kleeden zooals zij wil Of het ech ter verstandig is, de Amerikaansche mentaliteit in aanmerking nemende, is een andere vraag Als elke filmster is zij afhankelijk van haar publiek en wel in de eerste plaats van het Amerikaansche publiek. En dat wil zijn filmsterren verafgoden op z ij n ma nier. Het maakt zich van een ster een bepaalde voorstelling of deze met d8 waarheid in overeen stemming is doet er niet toe en dan wee dengene, die daarmee in conflict durft te komen Menige film ster heeft reeds door één rol. die buiten het voor hem of haar geijkte kader viel, met één slag alle oopulairiteit verloren. Voor de vrouwelijke filmster ren geldt dit in nóg sterkere mate dan voor de mannelijke. Toch zijn er enkelen, die de publieke opinie durven weerstreven en zich om hun publiek niet bekom meren. Men zegt, dat Ann Harding er in haar vrijen tijd uitziet als een keukenmeid met vacantie en Ka- therine Hepburn draagt het liefst een donkerblauw overhemd van dikke, stof met overalls in dezelfde kleur. De sterren, die gedurende een lange reeks van jaren reeds populair zijn geweest, behooren echter niet tot deze categorie. Zij vertoonen zich niet in het publiek, wanneer zij niet tot het uiterste verzorgd en volgens de laatste mode gekleed zijn Wij denken aan sterren van jarenlang beproefde populairiteit, als Norma Shearer, Constance Bennett, Joan Crawford, Kay Francis, Joan Benett en Roth Chatterton, om van Marion Davis en Mary Pickford niet te spre ken. Dé overeenkomst in hun politiek, om ook in het dagelijksch leven de illusie van „filmster" hoog te houden, bewijst dat dit blijkbaar de eenige poli tiek is, waarmee men in de filmwereld bestand is tegen al te hinderlijke variaties in de grens van het publiek. Het is een bewijs te meer, dat een filmcar rière niet alleen afhankelijk is van talent, maar ook en misschien nog meer van de onberekenbare gevoelens van het publiek. Met rassche trippelpasjes den ladder des roems beklommen. Hollywood heeft zich meester gemaakt van Lilian Harvey, een der meest geliefde filmsterren in Euro pa. Voor haar bewonderaars beteekent dat maar in zekeren zin een verlies, daar haar Engelsche films toch ook wel hier zullen komen. Neu Babelsberg raakt echter een van zijn eerste krachten kwijt. Lilian Harvey (die onder haar eigen naam op treedt) werd geboren in Engeland en kwam kort voor het uitbreken van den wereldoorlog naar Ber lijn. Ze was de Duitsche taal niet machtig en werd daarom dikwijls bespot door haar schoolvriendin nen. Bij haar onderwijzers stond ze in een niet al te best blaadje, omdat ze bet nu eenmaal in haar hoofd had gezet een groot danseres te worden en dienten gevolge het verplichte werk wel eens verwaarloosde. Geen bedreigingen of straffen konden haar van haar plan afbrengen. Toen ze nauwelijks zestien was, stond ze al op de planken. Het sierlijke schepseltje veroverde zoowel directies als publiek. In 1923 had ze in een Weensche revue een zoodanig succes, dat de filmregisseur Ro- bert Land haar op slag engageerde voor een tragische rolprent. Lilian maakte derhalve haar debuut, in een zeer bloedige zedenschildering, getiteld „De vloek", waarin tegen het einde meer lijken werden vertoond dan er medespelenden waren. Het succes was zeer behoorlijk en Lilian beklom met rassche trippel pasjes, een danseres waardig, den ladder des roems. Gelukkig viel ze kort na haar eerste film in han den van lieden, die haar talent m vroolijk te zijn en te parodieeren ontdekten. Derhalve schafte men haar tragische gestes af en gaf haar rollen in come- dies. Meer dan twee dozijn van dergelijke rollen moest ze spelen voor ze internationale bekendheid verwierf. Ook hier blijkt dus weer het verhaal van het meis je, dat in één dag „ster" werd, een sprookje te zijn. Om het ver te brengen, moet men in negen van de tien gevallen over energie en talenten beschikken, en: werken, voortdurend en hard werken. De geluidsfilm bracht drie jaar geleden Lilian Har vey op het hoogtepunt van haar carrière. Het is een ongewoon resultaat, wanneer men als filmspeelster reeds na tien jaar door Amerika wordt opgeëischt. Niemand twijfelt er intusschen aan, of Lilian Harvey zal terugkomen na de nieuwe wereld van haar te hebben overtuigd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 5