VAN DIT EN VAN DAT k
EN VAN ALLES WAT 1
DE KLEINE HUISGENOOT.
Het gestolen luchtballonnetje De geschiedenis van twee deugnieten.
WETENSWAARDIGHEDEN.
WARE WOORDEN.
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 21 Januari 1933. No. 9214.
ZATERDAOAVOVDSCHETS
Vrij bewerkt naar het Engelsch door SIROLF.
Nadruk verboden alle rechten voorbehouden.
WIJ hebben vereenigingen tot bescherming der
dieren, vereenigingen, die het welzijn behartigen
van alle mogelijke levende wezens of doode din
gen, doch wie behartigt feitelijk de belangen van onze
dierbaarste nieuwe kleine huisgenoot, de cactus? En
daarom doet het 't hart zoo goed te vernemen, dat een
gezelschap van edelmoedige lieden zich aaneengesloten
heeft en besloten heeft tot de oprichting van een ver-
eeniging van cactusvrienden, welke eerlang de konink
lijke goedkeuring zullen trachten te verwerven en waar
van de leden plechtig bij handslag hebben beloofd hun
kleine huisgenooten, de dierbare kleine cactussen, voor
taan goed to behandelen.
Ik wil het U nu wel bekennen, dat het hoog tijd
werd! Afschuwelijke toestanden heerschten er in het le
ven van vele en van onze cactussen, terwijl de wreed
heid, waarmede onwetenden hun cactussen behandelen
genoeg zou zijn om zelfs een straatkei te doen weenen.
Stel U maar eens een oogenblik in de plaats van Uw
cactus. Van Uw prille jeugd af hebt ge geleefd in de
wijde open vlakten, geroosterd door de koperen zon, om
ringd door vriendelijke kameelen, jakhalzen en pyrami-
den, terwijl elke Vrijdagavond de plaatselijke derwischen
dansjes arrangeeren. En dan plotseling komt er een
bruut, die U uit Uw geboorteland wegrukt en wordt ge
In een pot gezet en weggevoerd naar Amsterdam of Slo-
terdijk of LutjebroekbovenkarspelOm daar in een el
lendig bestaan weg te kwijnen, in een atmosfeer van
mist en kou, radio's, pluchen canapé*» en de complete
werken van den Schoolmeester.
Want weet U wat het ellendige is? De meeste men-
schen, die cactussen houden, weten weinig of niets om
trent de gewoonten van hun kleine lievelingen. Ze zet
ten ze maar neer in de voorkamer voor het raam naast
de garaniums en laten ze daar aan hun lot over. Som
mige begaan zelfs de onvergeeflijke fout van ze water
te geven, terwijl elke schooljongen weet, dat een cac
tus negen dagen door den woestijn kan loopen, zonder
te drinken. Is het dan te verwonderen, dat de cactus
in het algemeen er zoo lusteloos uitziet? Maar zie dan
eens naar de gelukkige cactus! Goed verzorgd en goed
gevoed! Wat een verschil! Zie eens hoe opgewekt hij
zijn prikkels uitsteekt om zijn meester te begroeten!
Hoe welgedaan en vroolijk hij er uitziet! Laten we nooit
vergeten, dat de cactus een vreemdeling is in een
vreemd land. Het geheim van een goede behandeling
bestaat hierin, dat men zooals bij elk huisdier zooveel
mogelijk het klimaat en de omgeving moet nabootsen
van zijn geboorteland; dat is niet altijd makkelijk. Maar
we kunnen toch op zijn minst probeeren de arme ban
neling op zijn gemak te zetten en hem te bewijzen, dat
hij onder vrienden is. En dat brengt me een aardige ge-
scheidenis in de gedachte. Een vriend van me, die in
een andere plaats woont, was, zonder dat hij aanspra
kelijk gesteld kon worden, de bezitter geworden van een
prachtige cactus, Stekelvarken genaamd! Hij werd Ste
kelvarken genoemd, omdat, toen hij uit Arabië kwam er
net uitzag als een bal, bedekt met prikkels, precies zoo
als het ei van een stekelvarken. Voordat mijn vriend
dus de waarheid omtrent hem ontdekte, werd de arnu
kleine baby-cactus behandeld, alsof het een stekelvar
ken was. Hij werd gevoed met adders en wormen er.
boa-constrictors en andere reptielen. Zoodra hij na
tuurlijk zijn fout ontdekte, zette hij het ding in een pot
en veranderde het menu. Doch sindsdien is de naam
Stekelvarken gebleven. Een poosje terug nu, kwam mijn
vriend tot de ontdekking, dat Stekelvarken iets man
keerde. Hij zag er niet zoo stekelig uit als hij gewoon
was en scheen weinig belangstelling voor het leven te
hebben. Hij zat daar maar in zijn pot te kniezen. Een
paar weken later werd er een- film vertoond in de bios
coop met eenige scenes erin, die in de Sahara waren
opgenomen, en op mijn voorstel nam mijn vriend zijn
cactus mee naar de bioscoop. De uitwerking was won
derbaarlijk! Vanaf dat oogenblik begon Stekelvarken
zich beter te voelen. Hij werd dikker, liet er nog een
paar stekels bij groeien en na zes avondvoorstellingen
en vijf matiné's was hij een volslagen nieuwe cactus. La
ter vernam ik van mijn vriend, dat hij op den laatsten
avond zijn cactus verwisseld had met een, die in de
hall van de bioscoop stond.
Laten wij hopen, dat deze les voor het groote leger
der cactusvrienden een leering moge zijn, laten ze lid
worden van de vereeniglng tot bescherming der cactus-
belangen en laten ze plechtig beloven hun cactussen lief
te hebben. Het is tenslotte makkelijk genoeg. Een intel
ligente cactus houdt van alles dat hem aan zijn geboor-
land herinnert. Ik voor mij zelf, als mijn cactus een
beetje terneergeslagen is, of er een beetje pips uitziet,
dan speel ik voor hem ..Het lied der woestijn" en met
een kikkert hij weer op. In koude dagen zal een cactus
een warm kruikje zeer op prijs stellen en anderp is het
verstandig hem een paar hoofdstukken uit het „geheim
der woestijn" voor te lezen. Diepgaande onderzoekingen
hebben bewezen, dat cactussen zeer hevig aan heimwee
lijden. Hun stekels gaan dan hangen en begroeten hun
meesters niet meer met die opgewektheid, welke het
kenmerk is van de echte gezonde, tevreden cactus. Als
dat bij mij gebeurt, stop ik mijn cactus In een taschje
en neem hem mee naar Artis.
Daar laat ik hem dan kijken naar de drommedarlssen
en de jakhalzen. En U heefj er geen idee van. hoe hem
dat opkikkert. En voor de kameelen is het trouwens ook
heel goed. Ze staan daar dan de cactus en de kameel
en het is roerend om te zien, hoe ze dan door het tra
liehek heen een praatje maken over den goeden ouden
tijd. En soms zal de kameel een stukje van het oor van
mijn cactus afknagen en mijn cactus prikt op zijn beurt
in de neus van den kameel en dan zijn ze toch allebei
zóó gelukkigDe vraag is dus niet: Hoe krijg ik in
dezen beroerden tijd mijn maag vol? Doch: Ben ik mijn
cactus waardig, ben ik vandaag goed voor mijn cactus
geweest? Is er iets dat ik kan doen om een beetje zon
neschijn in het leven van mijn cactus te brengen? En als
wij deze vragen dan bevestigend kunnen beantwoorden,
dan zal het wel met ons zijn. Ons motto zij dus voor
taan: „Voor elke cactus een menschwaardig bestaan!"
Is het U bekend:
dat melk het kostbaarste boerenproduct is?
dat het in Amerika 300 dollar per jaar kost om een
man in de gevangenis te onderhouden en minder dan
100 dollar per jaar om een kind op school te houden?
dat toen er nog veel meer paarden waren en min
der auto's, er nog veel meer afval verwijderd moest
worden
dat de kosten van het grootste Engelsche museum,
het Britsch Museum, per jaar ongeveer f 4.5 millioen
beloopen?
dat een enkele vrouwelijke zalm van ongeveer 25
pond, circa 30.000 eitjes legt, waarvan er 4 pet. uitkomt?
d a t de z.g. Blauwe Nijldam. 170 mijlen ten Zuiden
van Khartoum, f 150 millioen heeft gekost en dat er
16 millioen kubieke meters grond noodig waren om
dien dam te maken?
dat er te Sjanghai en Tientsin fabrieken zijn voor
de fabricage van kleeden. matten, lucifers enz.?
dat er in één kleedenfabriek 2000 kinderen werken
van 9 tot 15 jaar oud?
dat die kinderen per dag 14 uur werken voor een
loon van 15 cent?
Men put meer levensvreugde uit hetgeen men doet,
dan. uit hetgeen men geniet.
o
Denk niet aan het verleden en ook niet te veel aan
de toekomst, aanvaard het heden en waardeer het!
o
Beweren, dat men zijn begeerten voldoet door het be
zit, staat gelijk met het vuur met stroo te willen blus-
schen.
o
Droefheid komt van ziele-onrust. De zekerheid van
volbrachten of te volbrengen plicht geeft een kalmte,
die gemakkelijk tot vreugde geleidt.
o
Een van de goede dingen verbonden aan het zeggen
van de waarheid is. dat men niet behoeft te onthouden
wat men zegt.
o
Geen heftige woorden! Zij doen afbreuk aan de goede
zaak en helpen de slechte zaak niet winnen.
o
Het is grootere kunst liefde te behouden dan liefde
op te wekken.
De predikant in de ton.
Deze geestelijke, die zich Ds. Davidson noemt, lijkt
niet op Diogenes, zooals de oppervlakkige trekker van
vergelijkingen misschien gelooft. Hij heeft meer weg
van professor Unrat, wiens tragische historie ons werd
beschreven door Heinrich Mann en ons werd voorge
speeld door Emil Jannings in „De Blauwe Engel".
In plaats van te gaan leven in cynische teruggetrok
kenheid zooals de oude Griek deed. stelt Davidson zich
in een vat ten toon tegen geldelijke tegemoetkoming,
aan een der openbare wegen te Blackpool. En welke
reden geeft hij hiervoor op?
Na een heele verwikkeling, waaraan noch hij noch
zijn impressario schuld zouden hebben, heeft de pre
dikant er in toegestemd in de ton te kruipen ten einde
zijn naaste geen schade te berokkenen en zijn impres
sario niet te benadeelen. Deze verontschuldiging heeft
hij ten overstaan van den commissaris der Blackpooler
politie aangevoerd in verband met het feit. dat hü da
ordo verstoord heeft. Inderdaad: een der straten werd
volledig geblokkeerd door een menigte van ongeveer
6000 toeschouwers, die elkaar verdrongen om iets te
zien
Het vat bestaat overigens uit twee deelen. Aan den
anderen kant zit een jongedame, die tweehonderd pond
krijgt, als ze het er een week lang dag en nacht uit
houdt. Haar dreven weer andere motieven dan den eer
waarden heer Davidson. Zij zit hier terwille van haar
zuster, die wil trouwen en daartoe de tweehonderd pond
in geld noodig heeft.
Davidson heeft het geld. dat hem zal worden uitge
keerd. voor iets anders noodig: er is een proces tegen
hem aanhangig gemaakt. Dat heeft hij in eerste instan
tie verloren en nu gaat hij in hooger beroep.
Men vraagt zich intusschen af, of deze tonkunste
naars werkelijk door nobele drijfveeren worden bewo
gen.
Van tijd tot tijd verschijnt er een Inspecteur van po
litie, die den heer Davidson dan meedeelt, dat hij veer
tig shillings per uur zal moeten betalen, als hij nog lan
ger blijft, of die hem angstig probeert te maken door er
op te wijzen, dat de menigte misschien woedend zal
worden en hem met ton en al in zee gooien.
De zaak is echter, dat de autoriteiten den standvas-
tigen predikant weinig kunnen doen. Hij overtreedt
geen openbare zeden en bevindt zich met zijn vat (dat
hij woning noemt) op een plaats, waar iedereen dag
en nacht mag stationneeren.
Collega's hebben hun stem tegen hem verheven; hü
heeft gedreigd hun een proces te zullen aandoen. Men
gelastte hem het meisje uit de ton te zetten. Zij weiger
de haar plaatsje te verlaten. Ds. Davidson deelde voorte
de politie mee, dat hij geen bezwaar had tegen de aan
wezigheid van een detective in de ton, welke hen dag
en nacht zou mogen bespieden, mits hü zijn eigen eten
meebracht. „Overigens" meent Davidson, „ben ik vrij
om in mijn huis te doen en te laten wat ik wil. maar
ik bevindt me hier. zooals ik zei, om eenige medemen-
sohen niet in ongelegenheid te brengen."
De heer der ton zit voortdurend achter een ruit en
geniet veel belangstelling. De manager heeft verklaard
zijn debutant vijfhonderd pond voor veertien dagen te
zullen betalen. .Maandag j.1. hebben elfduizend personen
den dominee bezocht en bedroeg de recette 95 pond. De
toegangsprüs per persoon is twee pence. De andere da
gen werd er gemiddeld f 50 ontvangen.
Wij hopen, dat deze successen onzen debutant niet
naar het hoofd stijgen. De Amerikanen kondigen reeds
aan, dat hij een tournée door de V. S. zal maken met
Barbara Harris of Rose Ellis. Wanneer men hem niet
terughoudt, eindigt hij nog zooals professor Unrat: in
een music-hall, of zooals Bmil Jannings: in Hollywood,
531.
Wim kwam eind'lyk in het oerwoud,
Waar de boomen, dik en zwaar,
Hem omringden als een vesting
Hy dacht gansoh niet aan gevaar.
Hü bleef even kalmpjes stilstaan,
Hoorde nergens zelfs geluid,
Hè, dacht hij, 't is wel wat eng hier,
Zelfs geen vogel die er fluit.
532.
En de kampong schonk aan Pim we
Andermaal een groot pleizier.
Want hü zag een buffelwagen
Met een Indischen koetsier.
Beide dieren, saamgebonden,
Sjokten stapvoets, langhaam voort.
Wel, wel, zei Pim tot zün makker,
Wat is 't hier toch een raar oord!
533.
Wim dacht, dat hü in dit oerwoud.
Ganscb alleen aan 't wand'len was:
Toch dacht hij daar iets te hooren
In het lange droge gras.
't Was ook zoo: een orang oetang.
Slim en lenig, vol van list,
Kwam voorzichtig, langzaam nader,
Was vlak by. eer hij het wist.
534.
Ook de beide zwervers treden
't Onherbergzaam oerwoud in.
„Dat is anders hier mün jongen,
Dan de Dam of het Rokin",
Zei de vlieger; „Ja," sprak Pim toen.
Dat is zeker en gewis.
't Is zoowaar om van te huiv'ren
Jonge, wat een wildernis.
,53»