Het huis op het eiland. Het streven der Tuinders anderen organisatie-vorm. In Fransch Marokko. Bij Griep t Zaterdag 21 Januari 1933. SCHAGER COURANT. Derde blad. No. 9214 DE MOOISTE FOTO DOOR SPAANSCH NAAR FRANSCH MAROKKO. WAAROM DE MOHAMEDAANSCHE GODS- DIENST IN NOORDELIJKE STREKEN PRACTISCH NIET KAN BELEDEN WORDEN. VIER MAAL OP EEN DAG CONTROLE VAN ONZE PASPOORTEN. (Van onzen reizenden correspondent.) Rabat, Januari. DEN* morgen, dat we Tanger verheten om onze reis door Afrika naar Egypte voort te zetten, reden wc eerst nog voorbij het Nedenandsch Consulaat-generaal, en voor die gelegenheid hadden we de driekleur „geheschen", dat wil zeggen, we hadden ons Nederlandsch vlaggetje van stevig dundoek bij den stuurstang bevestigd, wat we alleen bij bijzondere gelegenheden doen, daar. we niet steeds en overal opzien willen verwekken. Wij zijn „beschei den wereldreizigers en ook een schip voert niet «teeds de nationale vlag, alleen by het in- en uitloo- pen van en het verblijf in een haven en bij bijzon dere ontmoetingen op zee. als de vlag ten groet of als herkenningsteeken dient. Hoewel het nog vroeg in den ochtend was, kwam de consul-generaal, de heer Gerth van Wijk, met vrouw en dochter naar buiten en zelfs noodigden ze ons, zwervers, uit op een st°vig Nederlandsch ont bijt. De heer Gerth van Wijk is een onzer consulaire vertegenwoordigers, die begrijpt en voelt, dat hij er niet slechts is voor zuiver otticieele aangelegenhe den. doch ook om aan Nederlanders in het buiten land te doen beseffen, dat er zooiets bestaat als een sterke Nederlandsche samenhang. Door heel zijn we zen en heel zijn optreden vertegenwoordigt hij niet slechts „den staat doch ook „net vaderland' Voor ons vertrek uit langer had mijn Tsjechische kameraad onze machine nog eei.s nagezien en ons plan was met zoo min mogelijk oponthoud onderweg tot in Egypte te komen, maar een duister punt was en is nog steeds Tripolitaine, waarover we niettegen staande al onze pogingen geen voldoende inlichtin gen hebben kunnen krijgen Alles wat we over de verkeersmogelijkhcden in dat Italiaansche gebied te weten kouden komen, was vang en weinig zeggend. Hoe de werkelijkheid is, zullen we later, als we er zijn, wel ontdekken. Op enkele kilometers slechts van de stad Tanger kwamen we aan de eerste controle Daar namelijk verlieten we de internatiunale zone en kwamen we weder in het deel van Marokko, dat Spaansch pro tectoraat is. Dadelijk na de eerste controle kwam een tweede, die voor het Spaansch-Morakkaansche ge bied. Daarna konden we meer dan honderd kilome ter verder suizen, zonder eenige controle-post te ont moeten. Kort na het verlaten van Tanger zag ik op den weg, langzaam, in statigen gang, de eerste kamee- len weder op Afrikaanschen bodem. Grootscb en Straattooneel ln een Marokkaansch stadje. Op den voorgrond een zingende bedelaar met tamboerijn. FEUILLETON. Naar het Engelsch van Archibald Marshall. HOOFDSTUK XV. „C moet rau méér brengen George Greenfield kwam op een regenachtigen en winderigen avond op Wetstones aan; toen hij uit het rijtuig stapte, om in de boot plaats te nemen, sloeg de regen hem in het gezicht. Afgevallen bladeren en gebro ken twijgen woeien de trappen op van het kasteel, dat donker en somber voor hem oprees. De verwoestende ktlem van den herfst had zich reeds over de zomersche schoonheid gelegd. Lord Caradoc begroette hem Sn de hall en kon nauwe lijks wachten tot George zijn natte kleeren voor droge had verwisseld en haastig zijn souper had gebruikt, om zijn gast te betrekken in een gesprek over het onder werp. waarvan zijn hart en geest vol waren. Ze zaten in het kleinere achtervertrek van de biblio theek en Lord Caradoc scheen geen woorden genoeg te hebben voor de bewondering waarmee Sir Roderick Eer tram's grootste werk hem had vervuld. Ook over George kwam iets van het overweldigend enthousiasme van zijn gastheer en de wijze waarop hij dit toonde deed Lord Caradoc zich geluk wenschen met den medewer ker dien hij gevonden had. George moet al in slaap gevallen zijn op het oogenblik dat zijn hoofd het kussen aanraakte en hij ontwaakte dei volgenden morgen niet voor acht uur. toen de knecht al in zön kamer bezig was. De wind war in den loop van den nacht geheel gaan liggen: de lucht was schoongewaaid en volkomen helder. Het uitricht dat Guy Bertram bij zjjrf eerste ontwa ken zco in verrukking had getracht trof ook George diep toen hij voor het open raam g.ng staan. De late Afscheid van Tanger. Vóór hot Nederlandsche Consulaat. In het midden de heer Gerth van Wijk, onze consul-generaal, met vrouw en dochter. eon einde maakte, schijnt ook hier de geesten, ten minste die der Spaansche bewoners en der Spaan- sche bezetting, in beweging te hebben gebracht, want we kwamen over een brug van merkwaardige, eenigs- zins zonderlinge, doch fraaie architectuur, welke brug gewijd is aan nagedachtenis van een der Spaan sche officieren, die kort vóór den val van het ko ningschap, wegens een door hen geleide republi- keinsche beweging werden doodgeschoten. Dc laatste plaats van eenige beteekenis, waar we op Spaansch-Marokkaansch gebied door reden, was El Ksar-c!-Kebir (Alcazar), op 125 K.M. van Tanger, een stad met voor een groot deel Europeesch karak ter, en sterk garnizoen. Enkele kilometers verder kwamen we weder aan een controle, namelijk daar waar we van Spaansch naar Fransch gebied over gingen. De Franschen en Spanjaarden hebben deze controle thans zeer practisch ingericht en onderge bracht in dezelfde gebouwen. Gemoedelijk werken Franschen en Spanjaarden tezamen, met het resul taat, dat men als reiziger met éénmaal stoppen aan alle formaliteiten kan voldoen en alles in één moeite doorgaat. Op Fransch gebied viel ons eerst de weg tegen. Men had ons de wegen in Fransch Marokko geroemd en de weg, waarop wij kwamen, liet, zonder bepaald slecht te zijn, nogal te wenschen over. Later heb ik de reden begrepen. De Franschen, die in hun deel van Marokko enkele goede havens bezitten, gevoelen er natuurlijk niets voor een deel van Marokko's in- en uitvoer te leiden over Tanger en dus hebben zij er ook geen belang bij bijzonder werk te maken van den weg. welke naar die internationale stad voert. De eerste plaats van beteekenis, waar we op Fransch gebied aankwamen, was Kenitra, of, zooals meer bijzonder het nieuwe Europeesche deel heet, Port Lyautey, ruim honderd kilometer van het Spaansche gebied. Onoogelijk, in den tegenwoordigen omvang nog van korten datum, is het Arabische deel, verbluf fend het Europeesche deel. Daar vindt men groote magazijnen, winkels, cafés aan breede geasphal- eigenwijs waren ze. zooals ik ze heb gekend vroeger in Afrika, in Azië on mijn hart begroette deze werk zame, tevreden, zoo weinig eischende sterke dieren, deze schepen der woestijn, met vreugde en sympa thie. - Van de steden, welke we op Spaansch gebied door kwamen, was Larache de belangrijkste, weder een witte stad van Oostersche schoonheid met een over wegend Mohamedaansche bevolking, welke thans een moeilijken tijd doormaakt. Het is thans namelijk de tijd van bet vasten, de Ramadan. Een maand lang mogen de Muzelmannen vanaf het oogenblik 's morgens, dat zij een zwarten van een witten draad kunnen onderscheiden, tot aar. het ondergaan van de zon niet9 eten of drinken. Dit jaar valt de Rama dan in den tijd, dat de dagen kort en niet warm zijn, maar daar de Mohamedaansche jaren engeveer twee weken korter zijn dan de.onze, is dit niet steeds het geval. Een Ramadan in vollen, heeten zomertijd wordt dan ook een werkelijke marteling, 's Avonds cn 's nachts halen de Mohamedanen evenwel de schade in. Zij eten en verheugen zich in al het goede des levens tot tegen den morgen. De laatste dagen te Tanger heb ik daarvan den last gehad. Ik woonde in het hartje der oude stad, dichtbij een Arabisch restaurant en een Arabisch kof fiehuis, waar heel den nacht muziek van fluiten en doedelzakken weerklonk Troepen jongere Mo hamedanen trokken met trommelslag door de nauwe straat onder mijn ensters. Deze vastentijd, die dqor den Koran nadrukkelijk als een verplichting is voorgeschreven, maakt de beoefening van den .Vlobamedaanscheu godsdienst, dien ras echte Muzelmannen hopen eenmaal nog over de geheele wereld te verbreiden, in noordelijke stre ken onmogelijk. Moslims, die b.v. te Tromso, ,'n het noorden van Noorwegen zouden wonen en zich zou den willen houden aan den Ramadan, .".ouden ver oordoeld zijn van honger te sterven. Te Tromsö im mers gaat s zomers gedurende enkele maanden de zon in het geheel niet onder Ook zuidelijk van den Noordpoolcirkel zou he; b.v. in Zweden en Noorwe gen zeer bezwaarlijk, zoo niet onmogelijk zijn. de voorschriften van den Koran betreffende het vasten, op te volgen. Door deze voorschriften is dus de Islam gebonden aan bepaalde gebieden en kan hij niet wor den tot een werkelijkcu wereldgodsdienst. De Rama dan beperkt natuurlijk ook de krachtsontwikkeling der geloovigen. die zonder eten en drinken, overdag geen noemenswaardigen arbeid kunnen verrichten. De Mohamedanen, die we onderweg ontmoetten, waren terneergeslagen en sombeis Nachts hadden zij weinig of niet geslapen en nu mochten zij niet eten, niet drinken en zelfs niet rooken. Enkele malen kwamen we door een dorp met eon sterk Spaansch garnizoen, langs een kamp, want nog steeds vertrouwen de Spanjaarden de bewoners van Marokko niet al te veel Bovendien, als dezen er al niet aan zouden denken in opstand te komen, be staat nog steeds de mogelijkheid dat het nu onder drukte rooverswezen weder opbloeit. De revolutie in Spanje, die aan het koningschap zomerbloemen vormden een magnifieke omlijsting van het beeldhouwwerk en de balustraden en de waterval ruischte en klaterde vrooljjk naar het blauwe water van het meer. De knecht legde hem uit waar gezwom men werd. George begaf zich vlug naar het meer en dompelde zich met welbehagen in het koele water Toen hij na zijn bad de trappen van het huis weer opging, een toonbeeld van jeugd en gezondheid en ener gie, was' hij het type van den knappen, levenskrachti- gen jongeman, waarnaar men met genoegen kijkt Flui tend wipte hij veerkrachtig de laatste treden op van de trap, die naar het groote front terras voerde en toen hij naar boven keek, zag hij Cecily staan, een bos bloe men in de eene hand, de andere rustend op den steenen rand van de balustrade. Hij bleef met een ruk staan en keek naar haar tot een beweging van het meisje hem tot de werkelijkheid deed komen. Toen liep hij verder en groette haar, zco gewoon-beleefd, alsof gedurende dit korte oogenblik niet den ganschen opzet van zijn le vensplan was veranderd. Het was niet haar schoonheid die hem een schok gaf, ofschoon zij heel mooi was. Wie zal zeggen wat het Is, dat onuitsprekelijke en mysteri euze ln de oogen van een meisje, dat geen boodschap voor velen inhoudt, maar dat het geheele zijn van één man in beroering brengt? Het oogenblik dat George naar Cecily had staan kij ken was zoo kort geweest, dat het een oppervlakkig toeschouwer zou zijn ontgaan. Zij gaven elkaar een hand en gingen samen het huis binnen, pratende over de schoonheid van den morgen en over het werk, dat Ge orge op Wetstones wachte, Hij was blij een oogenblik alleen te kunnen zijn, hij wilde wat klaarheid scheppen in zijn stormende ge dachten. want hij was zich bewust van wat tot hem gekomen was. Maar toen hij gereed was met zijn toilet, moest hij zichzelf bekennen, dat hij er niet in was ge slaagd zijn gedachten te ordenen... Den heelen morgen werkte hij met Lord Caradoc. De geestdriftige geschledvorscher zou graag den heelen middrg en avond aan den arbeid zijn gebleven, maar hij beperkte zioh in zooverre dat hii George verzocht vóór het diner nog een uur in de bibliotheek te komen en nog een uur voor het naar bed gaan. Vóór de lunch ging Cecrge even naar zijn kamer en wederom probeerde hii tot klaarheid te kernen met zich zelf, maar één gedachte overheersehte alle anderen- dat hij binnen eenige minuten met haar aan tafel zou zitten en dat hij maar één verlangen had: den avond in haar gazelschap te kunnen doorbrengen. Portrei-Atelier JAC. DE BOER, Keizerstraat - DEN HELDER. teerde straten en eerst vraagt men zich verbaasd af, waar dan toch de klanten voor al deze gelegenheden vandaan komen. Dan ontdekt men villawijken. Het zijn niet alleen Europeanen die hier zaken drijven. Ook arbeidzame Arabieren hebben het hier reeds tot welstand gebracht. Een haven is hier aan de kust van den Atlantischen Oceaan, waar schepen van en kele duizenden ton kunnen binnen loopen. Vooral echter is de stad een centrum van een in bloei toe nemende omgeving, waar zich Fransche kolonisten hebben gevestigd, die op de modernste wijze den vroe ger zoo goed als geheel braak liggenden grond be werken. Enkele Arabieren volgen het door de Fran schen gegeven voorbeeld, de meeste cv.-nwel willen van alle verbeteringen niet weten en houden hals starrig vast aan de manieren en de werkwijzen hun ner voorvaderen. Frankrijk heeft hier inderdaad grooten, schoonen arbeid verricht en daarbij de arme, ongelukkige be volking niet vergelen. Onder de goede inrichtingen is er bijvoorbeeld één, waar aan kinderen melk wordt verstrekt en zieke kinderen geneeskundige behande ling vinden. Eiken morgen komen er vele Arabische moeders met hun kleinen, maar vele andere willen van dit alles niet weten. De Franschen immers zijn „ongeloovigen" niet-Mohamedanen en dit, meer dan iets anders, maakt vele Arabieren afkeerig van wat anders tot nog grootei zegen zou zijn. Bewonderenswaardig is evenwel wat de Franschen reeds tot stand brachten. Een middag en een avond bleven we in de merkwaardige stad, die nog een groote toekomst voor zich heeft. Den volgenden mor gen trokken we verder naar het veertig kilometer verder liggend Rabat, de sultanstad. J. K. BREDERODE, naar een Men schrijft ons uit Langendljk: Het streven naar een anderen organisatievorm der tuinders begint zich meer en meer te oonsolideeren en wijst op het groeiend verlangen van een groot aantal onder hen, om zich meer daadwerkelijk te gaan be moeien met het maatschappelijke vraagstuk. Dit stre ven is ontstaan onder den druk der economische ont reddering, waarvan de tuinbouw, als zijnde voor zijn welstand aangewezen op den uitvoer naar het buiten land, vooral de hevigheid ondervond. Voor de crisis uitbrak, waren de tuinders vereenigd in de locale tuinbouwvereenigingen, waar over politiek, zoowel eoonomische als parlementaire, gezwegen werd, als gold het de meest delicate kwestie, die er bestond. Dat behoefde geen verwondering te wekken, daar de politiek© overtuiging bij vele tuinders zeer nauw samen hangt met hun geloofsovertuiging en wie alzoo raakt aan de eerele. loopt groot gevaar de tweede te kwetsen. De behoefte van bijna iederen tuinder om het principe van anderen, ten aanzien van geloof of politiek, te ontzien, had tot gevolg, dat het terrein der politiek zoo spaarzaam werd betreden, als gold het heiligen grond. De druk der tijden heeft echter voor velen de nood zakelijkheid doen geboren worden, die rustige rust te laten varen, omdat zij begrepen, dat in het parlement in den tegenwoordigen tijd wordt beslist over hun wel en wee. De christelijken hebben hun afgevaardigden met wie ze in nauw contact staan, de R.K. hebben reeds hun zelfstandige tuindersorganisaties, die voort durend voeling hielden met politieke partij en vak- vereeniging. Doch de duizenden anderen, niet tot een der beide richtingen behoorend, misten elk contact met politieke leiders, zoodat hun wenschen via een organi satie nooit kwamen daar. waar men ze eigenlijk wenschte voor te dragen. Deze feiten en overwegingen zijn de aanleiding geweest tot de stichting van een Neutralen Bond, die nu in de meeste plaatsen van Westfriesland zijn afdeellngen heeft. Er begint zich nu een meer vaste lijn af te teekenen in de organisatie der tuinders. De R.K. L.T.B.'s bestaan reeds als zelfstandige tuindersorganisaties en zijn als zoodanig leden der Veilingsorganisaties. De leden zijn niet meer aangesloten bij de plaatselijke, gemengde vereeniglngen. Met de Christelijke en Neutrale tuinders is dit nog Aan de lunch stelde Mevrouw Herbert voor te gaan theedrinken in een klein tuinhuisje met een stroodak, dat aan den overkant van het meer in de bosschen lag. George roeide hen. en toen ze de plaats van bestem ming hadden bereikt, zette Mevrouw Herbert zich op de veranda en ging zitten breien; weldra echter viel ze in een lichte sluimering, die tenslotte overging in 'n vaste slaap. George en Cecily wandelden langs het meer en zochten rotskristallen, daarna kookte ze water op een houtvuurtje en zette thee. Nog nooit in zijn leven had George zich zoo gelukkig gevoeld... Ofschoon hii tot diep ln den nacht met den onvermoei- baren Lord Caradoc werkte en hij met volle aandacht bij zijn interessant werk was, bleef de herinnering van den middag als zoete geur om hem zweven. De dagen rijden zich aaneen, met een voor George gelijkvormig, maar allerminst eentonig programma: hard inspannend werk in den morgen: zachtverglijden- de uren van geluk in de avonden. Van de seconde af dat hij Cecily in haar frlssche, jonge schoonheid boven aan de trap had zien staan, wist hij dat een machtige aandrift meester was geworden van zijn hart en ziel en dat het niet mogelijk zou zijn zich daaraan te ontwor stelen. Maar dat begeerde hij ook niet; diep onderging hij de weemoedige zoetheid van deze eerste liefde en de maand op Wetstones een eeu^gheid van liefe lijke ontroering ging als een droom'aan hem voorbij Toch, hoe ook verloren in zijn liefde. George had vol doende nuchter verstand overgehouden om te beseffen dat voor een jongeman met geen andere vooruitzichten dan die. welke door een stel goede hersens en werklust kuntfen worden verkregen, een huwelijk met de erfge name van Lord Caradoc niet zonder meer werkelijkheid wordt, dat eerst allerlei hinderpalen groote en klei ne uit den weg moeten worden geruimd, maar wan hopen aan zijn succes was iets dat George niet licht deed en hij beoordeelde Lord Caradoc zeker niet ver keerd, toen hij aannam, dat deze er niet de man naar tvas om een pretendent naar de hand van zijn dochter om finantieele redenen af te wijzen, wanneer er geen andere bezwaren waren... George's wild verlangen dreef hem tot handelen. Ci- rely's rustige, vriendelijkheid en haar duidelijk-zicht- baar. doch door geen hevige emotie geuit behagen ln zijn gezelschap, voorkwam dat haar oogen plotseling, door een uitbarsting van hartstocht werden geopend. Er was maar heel weinig voor noodig om van Ceorge's kant een verklaring te provoceercn. een verklaring die hij ongaarne dan na rijp beraad cn in volkomen-even- wel het geval, doch het staat te voorzien, dat daarin in afzienbaren tijd verandering zal gaan komen. De le den beginnen in te zien, dat het eigenlijk dwaasheid is, lid te zijn van twee vereenigingen, die dezelfde doelstel ling hebben, doch waarvan in de eene wél en in de an dere niet mag worden gesproken over de middelen, die de leden volgens hun principe willen gebruiken, om tot bereiken van het doel te geraken. Dat men voorloopig nog lid blijft van de oorspronkelijke vereeniging moet toegeschreven worden aan het conservatisme, iederen mensch eigen, en dat gevoed wordt door aanhankelijk heid en liefde voor iets, dat hem jarenlang van dienst en waarde is geweest. Met de tijden veranderen edhter de middelen, noodig om zijn doel te bereiken. Het doel is tegenwoordig van aspect veranderd en daarmee zullen ook de middelen wijziging ondergaan. De afdeeling van den Neutralen Bond van Boeren. Land- en Tuinbouwers heeft reeds met bijna algemeene stemmen een voorstel aangenomen, om de mogelijkheid bij de betrokken veillngsbesturen te onderzoeken, of zij als zoodanig (afd. v. d. N. B.) aan sluiting kunnen krijgen bij de veilingen. Er is geen twijfel aan, of die mogelijkheid bestaat, beter gezegd, die mogelijkheid is reeds werkelijkheid, daar afdeelin- gen van den L.T.B. ook als zoodanig zijn toegelaten. Zouden de Marktbesturen anders beslissen, zij zouden meten met twee maten. Voor het vermoeden, dat zij zich daaraan zouden schuldig maken, is intusschen geen enkele aanleiding en men mag verwachten, dat weldra de uitspraak zal vallen, dat de bedoelde afdeelingen tot de veilingsorganisatie» kunnen toetreden. Zoo voltrekt zich dan een organisatievorm der tuin ders, die-reeds was aanvaard in volle consequenties door de R.K. onder hen, niet in zijn vollen omvang door vele Christelijke tuinbouwers, die een afzonderlijken Boeren- en Tuindersbond hadden, doch nog altijd tegelijkertijd lid bleven van de Plaatselijke, gemengde vereenigring, en nu. ais noodwendigheid van de gevolgen der wereld crisis. ook aanvaard wordt door de Neutralen. Het lo gisch gevolg en de natuurlijke consequentie van het aan vaarde standpunt zal weldra leiden tot het bestaan van drie organisaties, zooals die ook bestaan op het gebied der werknemers en op dat van vele categoriën van werkgevers. Op die wijze zal het mogelijk blijken, dat bij een gezonde samenwerking betere resultaten zullen worden bereikt dan onder den toestand, waarbij het niet mogelijk was zich prlcipieel te uiten. Les idéés marchent, ook hier in deze tuinbouwstreek. en Influenza, Rheumatische pijnen, gevatte Koude, Hoofdpijn, Kiespijn, Aangezichtspijn cn vastzittende Hoest, zullen Mijnhardt's Poeders U spoedig helpen. Prijs per poeder 8 et. Doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw Drogist wichtigen toestand zou hebben willen doen. Hij voelde heel sterk dat hij tegenover dit jonge meisje, dat in sommige opzichten zoo ver van hem stond, geen recht had een aanzoek te doen, zonder daartoe eerst haar va der verlof te hebben gevraagd. Op een avond, ze zaten in de kleinere werkkamer achter de bibliotheek, waar zij hun groote werk had den verrioht, achtte Geeorge het oogenblik gekomen en bepleitte hij zijn zaak bij Lord Caradoc. Zij hadden hom arbeid voltooid; zij hadden elkaar gerust geluk mogen wenschen met het resultaat van een maand ge concentreerde inspanning: een groote stapel copie, klaar voor den drukker. In levendig gesprek over wat zij hadden voleindigd, en wat het resultaat van hun arbeid zou zij®, waren de uren voorbijgesneld en de bleeke Septembermorgen begon reeds door de gordijnen te lichten. Toen was er een kort stilzwijgen geweest. Lord Ca radoc zat ln den zwaren eikenhouten stoel, denzelfden stoel waarin Sir Roderick dag na dag zijn halve leven bijna, had gezeten, moeizaam voorbereidenden en op bouwend. wat een monument zou worden van Eng el- sohe geschiedschrijving. George stond op en ging naar het venster ora de gordijnen open te trekken. De grijze ochtendschemering lag over de zware boomen en de van dauw druipende bosohjes, waarin de vogels tjilpend den nieuwen dag begroetten. „Ik zou u graag over een persoonlijke aangelegenheid spreken," begon de jongeman aarzelend. Lord Caradoc wendde zich naar hem toe. hoffelijk als altijd maar met zijn gedachten volkomen afwezig. Gedurende de korte pauze in het gesprek had George naar een passend begin voor zijn pleitrede gezocht, maar in den buitelenden wedloop van zijn gedachten waren de woorden hem ontvlucht. Even was er nieu we stilte. „Ik wilde de hand van uw dochter vragen." kwsni het toen alsof de woorden naar buiten werden g°- stooten. „Mijn dochter?" echode Lord Caradoc nog hr-elen 1 verstrooid. „Van het eerste oogenblik af dat ik haai zag I: n ik van haar gaan houden," vervolgde Georg" r"1 vattende, terwijl hij verder sprak. „Ik besef Jat ik haar niet waard ben in geen enkel opzicht, m: r ik reu mijn leven willen wijden, om haar gelukkig t? maken."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 9