Het huis op het eiland.
Het streven der Tuinders
anderen organisatie-vorm.
In Fransch Marokko.
Bij Griep t
Zaterdag 21 Januari 1933.
SCHAGER COURANT.
Derde blad. No. 9214
DE MOOISTE FOTO
DOOR SPAANSCH NAAR FRANSCH MAROKKO.
WAAROM DE MOHAMEDAANSCHE GODS-
DIENST IN NOORDELIJKE STREKEN
PRACTISCH NIET KAN BELEDEN
WORDEN. VIER MAAL OP EEN
DAG CONTROLE VAN ONZE
PASPOORTEN.
(Van onzen reizenden correspondent.)
Rabat, Januari.
DEN* morgen, dat we Tanger verheten om onze
reis door Afrika naar Egypte voort te zetten,
reden wc eerst nog voorbij het Nedenandsch
Consulaat-generaal, en voor die gelegenheid
hadden we de driekleur „geheschen", dat wil zeggen,
we hadden ons Nederlandsch vlaggetje van stevig
dundoek bij den stuurstang bevestigd, wat we alleen
bij bijzondere gelegenheden doen, daar. we niet steeds
en overal opzien willen verwekken. Wij zijn „beschei
den wereldreizigers en ook een schip voert niet
«teeds de nationale vlag, alleen by het in- en uitloo-
pen van en het verblijf in een haven en bij bijzon
dere ontmoetingen op zee. als de vlag ten groet of
als herkenningsteeken dient.
Hoewel het nog vroeg in den ochtend was, kwam
de consul-generaal, de heer Gerth van Wijk, met
vrouw en dochter naar buiten en zelfs noodigden ze
ons, zwervers, uit op een st°vig Nederlandsch ont
bijt.
De heer Gerth van Wijk is een onzer consulaire
vertegenwoordigers, die begrijpt en voelt, dat hij er
niet slechts is voor zuiver otticieele aangelegenhe
den. doch ook om aan Nederlanders in het buiten
land te doen beseffen, dat er zooiets bestaat als een
sterke Nederlandsche samenhang. Door heel zijn we
zen en heel zijn optreden vertegenwoordigt hij niet
slechts „den staat doch ook „net vaderland'
Voor ons vertrek uit langer had mijn Tsjechische
kameraad onze machine nog eei.s nagezien en ons
plan was met zoo min mogelijk oponthoud onderweg
tot in Egypte te komen, maar een duister punt was
en is nog steeds Tripolitaine, waarover we niettegen
staande al onze pogingen geen voldoende inlichtin
gen hebben kunnen krijgen Alles wat we over de
verkeersmogelijkhcden in dat Italiaansche gebied te
weten kouden komen, was vang en weinig zeggend.
Hoe de werkelijkheid is, zullen we later, als we er
zijn, wel ontdekken.
Op enkele kilometers slechts van de stad Tanger
kwamen we aan de eerste controle Daar namelijk
verlieten we de internatiunale zone en kwamen we
weder in het deel van Marokko, dat Spaansch pro
tectoraat is. Dadelijk na de eerste controle kwam een
tweede, die voor het Spaansch-Morakkaansche ge
bied. Daarna konden we meer dan honderd kilome
ter verder suizen, zonder eenige controle-post te ont
moeten.
Kort na het verlaten van Tanger zag ik op den
weg, langzaam, in statigen gang, de eerste kamee-
len weder op Afrikaanschen bodem. Grootscb en
Straattooneel ln een Marokkaansch stadje. Op
den voorgrond een zingende bedelaar met
tamboerijn.
FEUILLETON.
Naar het Engelsch van
Archibald Marshall.
HOOFDSTUK XV.
„C moet rau méér brengen
George Greenfield kwam op een regenachtigen en
winderigen avond op Wetstones aan; toen hij uit het
rijtuig stapte, om in de boot plaats te nemen, sloeg de
regen hem in het gezicht. Afgevallen bladeren en gebro
ken twijgen woeien de trappen op van het kasteel, dat
donker en somber voor hem oprees. De verwoestende
ktlem van den herfst had zich reeds over de zomersche
schoonheid gelegd.
Lord Caradoc begroette hem Sn de hall en kon nauwe
lijks wachten tot George zijn natte kleeren voor droge
had verwisseld en haastig zijn souper had gebruikt, om
zijn gast te betrekken in een gesprek over het onder
werp. waarvan zijn hart en geest vol waren.
Ze zaten in het kleinere achtervertrek van de biblio
theek en Lord Caradoc scheen geen woorden genoeg te
hebben voor de bewondering waarmee Sir Roderick
Eer tram's grootste werk hem had vervuld. Ook over
George kwam iets van het overweldigend enthousiasme
van zijn gastheer en de wijze waarop hij dit toonde deed
Lord Caradoc zich geluk wenschen met den medewer
ker dien hij gevonden had.
George moet al in slaap gevallen zijn op het oogenblik
dat zijn hoofd het kussen aanraakte en hij ontwaakte
dei volgenden morgen niet voor acht uur. toen de
knecht al in zön kamer bezig was. De wind war in den
loop van den nacht geheel gaan liggen: de lucht was
schoongewaaid en volkomen helder.
Het uitricht dat Guy Bertram bij zjjrf eerste ontwa
ken zco in verrukking had getracht trof ook George
diep toen hij voor het open raam g.ng staan. De late
Afscheid van Tanger. Vóór hot Nederlandsche
Consulaat. In het midden de heer Gerth
van Wijk, onze consul-generaal, met
vrouw en dochter.
eon einde maakte, schijnt ook hier de geesten, ten
minste die der Spaansche bewoners en der Spaan-
sche bezetting, in beweging te hebben gebracht, want
we kwamen over een brug van merkwaardige, eenigs-
zins zonderlinge, doch fraaie architectuur, welke
brug gewijd is aan nagedachtenis van een der Spaan
sche officieren, die kort vóór den val van het ko
ningschap, wegens een door hen geleide republi-
keinsche beweging werden doodgeschoten.
Dc laatste plaats van eenige beteekenis, waar we
op Spaansch-Marokkaansch gebied door reden, was
El Ksar-c!-Kebir (Alcazar), op 125 K.M. van Tanger,
een stad met voor een groot deel Europeesch karak
ter, en sterk garnizoen. Enkele kilometers verder
kwamen we weder aan een controle, namelijk daar
waar we van Spaansch naar Fransch gebied over
gingen. De Franschen en Spanjaarden hebben deze
controle thans zeer practisch ingericht en onderge
bracht in dezelfde gebouwen. Gemoedelijk werken
Franschen en Spanjaarden tezamen, met het resul
taat, dat men als reiziger met éénmaal stoppen aan
alle formaliteiten kan voldoen en alles in één moeite
doorgaat.
Op Fransch gebied viel ons eerst de weg tegen.
Men had ons de wegen in Fransch Marokko geroemd
en de weg, waarop wij kwamen, liet, zonder bepaald
slecht te zijn, nogal te wenschen over. Later heb ik
de reden begrepen. De Franschen, die in hun deel
van Marokko enkele goede havens bezitten, gevoelen
er natuurlijk niets voor een deel van Marokko's in-
en uitvoer te leiden over Tanger en dus hebben zij
er ook geen belang bij bijzonder werk te maken van
den weg. welke naar die internationale stad voert.
De eerste plaats van beteekenis, waar we op
Fransch gebied aankwamen, was Kenitra, of, zooals
meer bijzonder het nieuwe Europeesche deel heet,
Port Lyautey, ruim honderd kilometer van het
Spaansche gebied.
Onoogelijk, in den tegenwoordigen omvang nog
van korten datum, is het Arabische deel, verbluf
fend het Europeesche deel. Daar vindt men groote
magazijnen, winkels, cafés aan breede geasphal-
eigenwijs waren ze. zooals ik ze heb gekend vroeger
in Afrika, in Azië on mijn hart begroette deze werk
zame, tevreden, zoo weinig eischende sterke dieren,
deze schepen der woestijn, met vreugde en sympa
thie. -
Van de steden, welke we op Spaansch gebied door
kwamen, was Larache de belangrijkste, weder een
witte stad van Oostersche schoonheid met een over
wegend Mohamedaansche bevolking, welke thans
een moeilijken tijd doormaakt. Het is thans namelijk
de tijd van bet vasten, de Ramadan. Een maand
lang mogen de Muzelmannen vanaf het oogenblik
's morgens, dat zij een zwarten van een witten draad
kunnen onderscheiden, tot aar. het ondergaan van
de zon niet9 eten of drinken. Dit jaar valt de Rama
dan in den tijd, dat de dagen kort en niet warm zijn,
maar daar de Mohamedaansche jaren engeveer twee
weken korter zijn dan de.onze, is dit niet steeds het
geval. Een Ramadan in vollen, heeten zomertijd
wordt dan ook een werkelijke marteling, 's Avonds
cn 's nachts halen de Mohamedanen evenwel de
schade in. Zij eten en verheugen zich in al het goede
des levens tot tegen den morgen.
De laatste dagen te Tanger heb ik daarvan den
last gehad. Ik woonde in het hartje der oude stad,
dichtbij een Arabisch restaurant en een Arabisch kof
fiehuis, waar heel den nacht muziek van fluiten
en doedelzakken weerklonk Troepen jongere Mo
hamedanen trokken met trommelslag door de nauwe
straat onder mijn ensters.
Deze vastentijd, die dqor den Koran nadrukkelijk
als een verplichting is voorgeschreven, maakt de
beoefening van den .Vlobamedaanscheu godsdienst,
dien ras echte Muzelmannen hopen eenmaal nog over
de geheele wereld te verbreiden, in noordelijke stre
ken onmogelijk. Moslims, die b.v. te Tromso, ,'n het
noorden van Noorwegen zouden wonen en zich zou
den willen houden aan den Ramadan, .".ouden ver
oordoeld zijn van honger te sterven. Te Tromsö im
mers gaat s zomers gedurende enkele maanden de
zon in het geheel niet onder Ook zuidelijk van den
Noordpoolcirkel zou he; b.v. in Zweden en Noorwe
gen zeer bezwaarlijk, zoo niet onmogelijk zijn. de
voorschriften van den Koran betreffende het vasten,
op te volgen. Door deze voorschriften is dus de Islam
gebonden aan bepaalde gebieden en kan hij niet wor
den tot een werkelijkcu wereldgodsdienst. De Rama
dan beperkt natuurlijk ook de krachtsontwikkeling
der geloovigen. die zonder eten en drinken, overdag
geen noemenswaardigen arbeid kunnen verrichten.
De Mohamedanen, die we onderweg ontmoetten,
waren terneergeslagen en sombeis Nachts hadden
zij weinig of niet geslapen en nu mochten zij niet
eten, niet drinken en zelfs niet rooken.
Enkele malen kwamen we door een dorp met eon
sterk Spaansch garnizoen, langs een kamp, want nog
steeds vertrouwen de Spanjaarden de bewoners van
Marokko niet al te veel Bovendien, als dezen er al
niet aan zouden denken in opstand te komen, be
staat nog steeds de mogelijkheid dat het nu onder
drukte rooverswezen weder opbloeit.
De revolutie in Spanje, die aan het koningschap
zomerbloemen vormden een magnifieke omlijsting van
het beeldhouwwerk en de balustraden en de waterval
ruischte en klaterde vrooljjk naar het blauwe water
van het meer. De knecht legde hem uit waar gezwom
men werd. George begaf zich vlug naar het meer en
dompelde zich met welbehagen in het koele water
Toen hij na zijn bad de trappen van het huis weer
opging, een toonbeeld van jeugd en gezondheid en ener
gie, was' hij het type van den knappen, levenskrachti-
gen jongeman, waarnaar men met genoegen kijkt Flui
tend wipte hij veerkrachtig de laatste treden op van de
trap, die naar het groote front terras voerde en toen hij
naar boven keek, zag hij Cecily staan, een bos bloe
men in de eene hand, de andere rustend op den steenen
rand van de balustrade. Hij bleef met een ruk staan en
keek naar haar tot een beweging van het meisje hem
tot de werkelijkheid deed komen. Toen liep hij verder
en groette haar, zco gewoon-beleefd, alsof gedurende dit
korte oogenblik niet den ganschen opzet van zijn le
vensplan was veranderd. Het was niet haar schoonheid
die hem een schok gaf, ofschoon zij heel mooi was. Wie
zal zeggen wat het Is, dat onuitsprekelijke en mysteri
euze ln de oogen van een meisje, dat geen boodschap
voor velen inhoudt, maar dat het geheele zijn van één
man in beroering brengt?
Het oogenblik dat George naar Cecily had staan kij
ken was zoo kort geweest, dat het een oppervlakkig
toeschouwer zou zijn ontgaan. Zij gaven elkaar een hand
en gingen samen het huis binnen, pratende over de
schoonheid van den morgen en over het werk, dat Ge
orge op Wetstones wachte,
Hij was blij een oogenblik alleen te kunnen zijn, hij
wilde wat klaarheid scheppen in zijn stormende ge
dachten. want hij was zich bewust van wat tot hem
gekomen was. Maar toen hij gereed was met zijn toilet,
moest hij zichzelf bekennen, dat hij er niet in was ge
slaagd zijn gedachten te ordenen...
Den heelen morgen werkte hij met Lord Caradoc. De
geestdriftige geschledvorscher zou graag den heelen
middrg en avond aan den arbeid zijn gebleven, maar hij
beperkte zioh in zooverre dat hii George verzocht vóór
het diner nog een uur in de bibliotheek te komen en
nog een uur voor het naar bed gaan.
Vóór de lunch ging Cecrge even naar zijn kamer en
wederom probeerde hii tot klaarheid te kernen met zich
zelf, maar één gedachte overheersehte alle anderen-
dat hij binnen eenige minuten met haar aan tafel zou
zitten en dat hij maar één verlangen had: den avond in
haar gazelschap te kunnen doorbrengen.
Portrei-Atelier JAC. DE BOER,
Keizerstraat - DEN HELDER.
teerde straten en eerst vraagt men zich verbaasd af,
waar dan toch de klanten voor al deze gelegenheden
vandaan komen. Dan ontdekt men villawijken. Het
zijn niet alleen Europeanen die hier zaken drijven.
Ook arbeidzame Arabieren hebben het hier reeds
tot welstand gebracht. Een haven is hier aan de kust
van den Atlantischen Oceaan, waar schepen van en
kele duizenden ton kunnen binnen loopen. Vooral
echter is de stad een centrum van een in bloei toe
nemende omgeving, waar zich Fransche kolonisten
hebben gevestigd, die op de modernste wijze den vroe
ger zoo goed als geheel braak liggenden grond be
werken. Enkele Arabieren volgen het door de Fran
schen gegeven voorbeeld, de meeste cv.-nwel willen
van alle verbeteringen niet weten en houden hals
starrig vast aan de manieren en de werkwijzen hun
ner voorvaderen.
Frankrijk heeft hier inderdaad grooten, schoonen
arbeid verricht en daarbij de arme, ongelukkige be
volking niet vergelen. Onder de goede inrichtingen
is er bijvoorbeeld één, waar aan kinderen melk wordt
verstrekt en zieke kinderen geneeskundige behande
ling vinden. Eiken morgen komen er vele Arabische
moeders met hun kleinen, maar vele andere willen
van dit alles niet weten. De Franschen immers zijn
„ongeloovigen" niet-Mohamedanen en dit, meer dan
iets anders, maakt vele Arabieren afkeerig van wat
anders tot nog grootei zegen zou zijn.
Bewonderenswaardig is evenwel wat de Franschen
reeds tot stand brachten. Een middag en een avond
bleven we in de merkwaardige stad, die nog een
groote toekomst voor zich heeft. Den volgenden mor
gen trokken we verder naar het veertig kilometer
verder liggend Rabat, de sultanstad.
J. K. BREDERODE,
naar een
Men schrijft ons uit Langendljk:
Het streven naar een anderen organisatievorm der
tuinders begint zich meer en meer te oonsolideeren en
wijst op het groeiend verlangen van een groot aantal
onder hen, om zich meer daadwerkelijk te gaan be
moeien met het maatschappelijke vraagstuk. Dit stre
ven is ontstaan onder den druk der economische ont
reddering, waarvan de tuinbouw, als zijnde voor zijn
welstand aangewezen op den uitvoer naar het buiten
land, vooral de hevigheid ondervond.
Voor de crisis uitbrak, waren de tuinders vereenigd
in de locale tuinbouwvereenigingen, waar over politiek,
zoowel eoonomische als parlementaire, gezwegen werd,
als gold het de meest delicate kwestie, die er bestond.
Dat behoefde geen verwondering te wekken, daar de
politiek© overtuiging bij vele tuinders zeer nauw samen
hangt met hun geloofsovertuiging en wie alzoo raakt
aan de eerele. loopt groot gevaar de tweede te kwetsen.
De behoefte van bijna iederen tuinder om het principe
van anderen, ten aanzien van geloof of politiek, te
ontzien, had tot gevolg, dat het terrein der politiek zoo
spaarzaam werd betreden, als gold het heiligen grond.
De druk der tijden heeft echter voor velen de nood
zakelijkheid doen geboren worden, die rustige rust te
laten varen, omdat zij begrepen, dat in het parlement
in den tegenwoordigen tijd wordt beslist over hun wel
en wee. De christelijken hebben hun afgevaardigden
met wie ze in nauw contact staan, de R.K. hebben
reeds hun zelfstandige tuindersorganisaties, die voort
durend voeling hielden met politieke partij en vak-
vereeniging. Doch de duizenden anderen, niet tot een
der beide richtingen behoorend, misten elk contact met
politieke leiders, zoodat hun wenschen via een organi
satie nooit kwamen daar. waar men ze eigenlijk
wenschte voor te dragen. Deze feiten en overwegingen
zijn de aanleiding geweest tot de stichting van een
Neutralen Bond, die nu in de meeste plaatsen van
Westfriesland zijn afdeellngen heeft.
Er begint zich nu een meer vaste lijn af te teekenen
in de organisatie der tuinders. De R.K. L.T.B.'s bestaan
reeds als zelfstandige tuindersorganisaties en zijn als
zoodanig leden der Veilingsorganisaties. De leden zijn
niet meer aangesloten bij de plaatselijke, gemengde
vereeniglngen.
Met de Christelijke en Neutrale tuinders is dit nog
Aan de lunch stelde Mevrouw Herbert voor te gaan
theedrinken in een klein tuinhuisje met een stroodak,
dat aan den overkant van het meer in de bosschen lag.
George roeide hen. en toen ze de plaats van bestem
ming hadden bereikt, zette Mevrouw Herbert zich op de
veranda en ging zitten breien; weldra echter viel ze in
een lichte sluimering, die tenslotte overging in 'n vaste
slaap. George en Cecily wandelden langs het meer en
zochten rotskristallen, daarna kookte ze water op een
houtvuurtje en zette thee. Nog nooit in zijn leven had
George zich zoo gelukkig gevoeld...
Ofschoon hii tot diep ln den nacht met den onvermoei-
baren Lord Caradoc werkte en hij met volle aandacht
bij zijn interessant werk was, bleef de herinnering van
den middag als zoete geur om hem zweven.
De dagen rijden zich aaneen, met een voor George
gelijkvormig, maar allerminst eentonig programma:
hard inspannend werk in den morgen: zachtverglijden-
de uren van geluk in de avonden. Van de seconde af
dat hij Cecily in haar frlssche, jonge schoonheid boven
aan de trap had zien staan, wist hij dat een machtige
aandrift meester was geworden van zijn hart en ziel en
dat het niet mogelijk zou zijn zich daaraan te ontwor
stelen. Maar dat begeerde hij ook niet; diep onderging
hij de weemoedige zoetheid van deze eerste liefde en
de maand op Wetstones een eeu^gheid van liefe
lijke ontroering ging als een droom'aan hem voorbij
Toch, hoe ook verloren in zijn liefde. George had vol
doende nuchter verstand overgehouden om te beseffen
dat voor een jongeman met geen andere vooruitzichten
dan die. welke door een stel goede hersens en werklust
kuntfen worden verkregen, een huwelijk met de erfge
name van Lord Caradoc niet zonder meer werkelijkheid
wordt, dat eerst allerlei hinderpalen groote en klei
ne uit den weg moeten worden geruimd, maar wan
hopen aan zijn succes was iets dat George niet licht
deed en hij beoordeelde Lord Caradoc zeker niet ver
keerd, toen hij aannam, dat deze er niet de man naar
tvas om een pretendent naar de hand van zijn dochter
om finantieele redenen af te wijzen, wanneer er geen
andere bezwaren waren...
George's wild verlangen dreef hem tot handelen. Ci-
rely's rustige, vriendelijkheid en haar duidelijk-zicht-
baar. doch door geen hevige emotie geuit behagen ln
zijn gezelschap, voorkwam dat haar oogen plotseling,
door een uitbarsting van hartstocht werden geopend.
Er was maar heel weinig voor noodig om van Ceorge's
kant een verklaring te provoceercn. een verklaring die
hij ongaarne dan na rijp beraad cn in volkomen-even-
wel het geval, doch het staat te voorzien, dat daarin
in afzienbaren tijd verandering zal gaan komen. De le
den beginnen in te zien, dat het eigenlijk dwaasheid is,
lid te zijn van twee vereenigingen, die dezelfde doelstel
ling hebben, doch waarvan in de eene wél en in de an
dere niet mag worden gesproken over de middelen, die
de leden volgens hun principe willen gebruiken, om tot
bereiken van het doel te geraken. Dat men voorloopig
nog lid blijft van de oorspronkelijke vereeniging moet
toegeschreven worden aan het conservatisme, iederen
mensch eigen, en dat gevoed wordt door aanhankelijk
heid en liefde voor iets, dat hem jarenlang van dienst
en waarde is geweest.
Met de tijden veranderen edhter de middelen, noodig
om zijn doel te bereiken. Het doel is tegenwoordig van
aspect veranderd en daarmee zullen ook de middelen
wijziging ondergaan. De afdeeling van den Neutralen
Bond van Boeren. Land- en Tuinbouwers heeft reeds
met bijna algemeene stemmen een voorstel aangenomen,
om de mogelijkheid bij de betrokken veillngsbesturen te
onderzoeken, of zij als zoodanig (afd. v. d. N. B.) aan
sluiting kunnen krijgen bij de veilingen. Er is geen
twijfel aan, of die mogelijkheid bestaat, beter gezegd,
die mogelijkheid is reeds werkelijkheid, daar afdeelin-
gen van den L.T.B. ook als zoodanig zijn toegelaten.
Zouden de Marktbesturen anders beslissen, zij zouden
meten met twee maten. Voor het vermoeden, dat zij zich
daaraan zouden schuldig maken, is intusschen geen
enkele aanleiding en men mag verwachten, dat weldra
de uitspraak zal vallen, dat de bedoelde afdeelingen tot
de veilingsorganisatie» kunnen toetreden.
Zoo voltrekt zich dan een organisatievorm der tuin
ders, die-reeds was aanvaard in volle consequenties door
de R.K. onder hen, niet in zijn vollen omvang door vele
Christelijke tuinbouwers, die een afzonderlijken Boeren-
en Tuindersbond hadden, doch nog altijd tegelijkertijd
lid bleven van de Plaatselijke, gemengde vereenigring,
en nu. ais noodwendigheid van de gevolgen der wereld
crisis. ook aanvaard wordt door de Neutralen. Het lo
gisch gevolg en de natuurlijke consequentie van het aan
vaarde standpunt zal weldra leiden tot het bestaan van
drie organisaties, zooals die ook bestaan op het gebied
der werknemers en op dat van vele categoriën van
werkgevers. Op die wijze zal het mogelijk blijken, dat
bij een gezonde samenwerking betere resultaten zullen
worden bereikt dan onder den toestand, waarbij het
niet mogelijk was zich prlcipieel te uiten. Les idéés
marchent, ook hier in deze tuinbouwstreek.
en Influenza, Rheumatische pijnen, gevatte
Koude, Hoofdpijn, Kiespijn, Aangezichtspijn
cn vastzittende Hoest, zullen
Mijnhardt's Poeders
U spoedig helpen. Prijs per poeder 8 et.
Doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw Drogist
wichtigen toestand zou hebben willen doen. Hij voelde
heel sterk dat hij tegenover dit jonge meisje, dat in
sommige opzichten zoo ver van hem stond, geen recht
had een aanzoek te doen, zonder daartoe eerst haar va
der verlof te hebben gevraagd.
Op een avond, ze zaten in de kleinere werkkamer
achter de bibliotheek, waar zij hun groote werk had
den verrioht, achtte Geeorge het oogenblik gekomen en
bepleitte hij zijn zaak bij Lord Caradoc. Zij hadden
hom arbeid voltooid; zij hadden elkaar gerust geluk
mogen wenschen met het resultaat van een maand ge
concentreerde inspanning: een groote stapel copie,
klaar voor den drukker. In levendig gesprek over wat
zij hadden voleindigd, en wat het resultaat van hun
arbeid zou zij®, waren de uren voorbijgesneld en de
bleeke Septembermorgen begon reeds door de gordijnen
te lichten.
Toen was er een kort stilzwijgen geweest. Lord Ca
radoc zat ln den zwaren eikenhouten stoel, denzelfden
stoel waarin Sir Roderick dag na dag zijn halve leven
bijna, had gezeten, moeizaam voorbereidenden en op
bouwend. wat een monument zou worden van Eng el-
sohe geschiedschrijving.
George stond op en ging naar het venster ora de
gordijnen open te trekken. De grijze ochtendschemering
lag over de zware boomen en de van dauw druipende
bosohjes, waarin de vogels tjilpend den nieuwen dag
begroetten.
„Ik zou u graag over een persoonlijke aangelegenheid
spreken," begon de jongeman aarzelend.
Lord Caradoc wendde zich naar hem toe. hoffelijk
als altijd maar met zijn gedachten volkomen afwezig.
Gedurende de korte pauze in het gesprek had George
naar een passend begin voor zijn pleitrede gezocht,
maar in den buitelenden wedloop van zijn gedachten
waren de woorden hem ontvlucht. Even was er nieu
we stilte.
„Ik wilde de hand van uw dochter vragen." kwsni
het toen alsof de woorden naar buiten werden g°-
stooten.
„Mijn dochter?" echode Lord Caradoc nog hr-elen 1
verstrooid.
„Van het eerste oogenblik af dat ik haai zag I: n
ik van haar gaan houden," vervolgde Georg" r"1
vattende, terwijl hij verder sprak. „Ik besef Jat ik
haar niet waard ben in geen enkel opzicht, m: r
ik reu mijn leven willen wijden, om haar gelukkig t?
maken."