Het huis op het eiland
Arrondissementsrechtbank te Alkmaar
Raad Winkel.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
ZITING VAN DINSDAG 31 JANUARI.
Uitspraken:
Klaas B., caféhouder te Hilversum, hooger beroep
onnis overtreding motor- en rijwielwet, gepleegd op
net Breed te Hoorn. Vonnis van den Kantonrechter te
Hoor. waarbij appellant was veroordeeld tot f 10 boete
of 10 dagen hechtenis, vernietigd en verdachte vrijge
sproken. Verdediger was mr. A. Prins Jr.
Willem W., visscher Egmond aan Zee, hooger beroep
vonnis kantongerecht te Alkmaar, ter zake jachtwet
overtreding. Vonnis bevestigd, doch straf gewijzigd en
opgelegd f 5 boete subs. 5 dagen en teruggaaf der car-
bidlantaarn.
Pieter Gr., visscher Eginond aan Zee, als voren. Von
nis bevestigd, doch thans opgelegd f 15 boete of 5 dagen
en teruggaaf der lantaarn.
Joh. W., arbeider, Harenkarspel, diefstal of verduis
tering van vier biggen. Geen uitspraak.
Hendr. Jac. T., vertegenwoordiger. Alkmaar, hooger
beroep vonnis overtreding art. 14 motor- en rijwielregle
ment. Vonnis bevestigd, maar opgelegd f 0 boete of
3 dagen.
Jan Arie in 't V.f chauffeur, Oudorp, hooger beroep
vonnis overtreding art. 22 motor- en rijwielwet. Vonnis
bevestigd, doch aan beschadigde partij uit te betalen
f 5.85.
Jan W., Albert Maarten P. en Jac. de W., allen te
Den Helder, thans in voorarrest. Voortgezet misdrijf
van diefstal in vereeniging onder verzwarende omstan
digheden; le en 3e ter beschikking regeering gesteld.
No. 2 veroordeeld tot 1 jaar gev., waarvan 8 maanden
voorw. met 3 proefjaren.
Gerrit H., Velzen, thans gedetineerd, diefstal en
vernieling; vervalt.
Harenkarspel.
ONBEVOEGDE LUISTERVINKEN TEN DEURE
UITGEWEZEN.
De eerste zaak van de nieuwe agenda betrof den 29-
jarige Lambertus Jacobus A. uit Harenkarspel en had
betrekking op de eventueele ten uitvoer legging eener
voorw. opgelegde straf, vermoedelijk al een oud beestje,
daar onze aanteekeningen over de laatste 2 jaren geen
aanwijzing gaven. Overeenkomstig de wet werd deze
vordering tot omzetting met gesloten deuren behandeld
«n verder geen mededeeling gedaan.
Den Helder.
EEN ROTTERDAMMER. DIE TE DEN HELDER
ALLES STAL WAT LOS EN VAST WAS.
In het eerste kwartaal van 1932 had te Den Helder
zijn tent opgeslagen de 26-jarlge varensgezel Theodorus
Joh. van E. uit Rotterdam, welk jongmensch daar of-
fideel vertoefde om een zieke kennis op te passen, doch
tevens van de gelegenheid profiteerde om een aantal
brutale diefstallen te plegen. De Begoniastraat, alwaar
een bouwwerk in uitvoering was, trok zijn bijzondere
belangstelling en wist hij daar verschillende timmer
mansgereedschappen, stijgerwerk, 'n rijwiel en 'n tuin
slang te bemachtigen. Ten slotte liep deze langgevin-
gerde meneer toch in de gaten en maakte de politie een
ednd aan zijn schadelijke liefhebberden. Op 8 Nov. stond
hij terecht voor een serie van 7 diverse diefstallen «n
requireerde de Officier 1 jaar gevangenisstraf.
Er bevond zich echter in deze zaak 'n zwakke© draad,
die misschien kon leiden tot een voorw. straf en werd
Interlocutoir gelast een reclasseeringsrapport
Heden kwam dit proces wéér aan de orde en werd
neg gehoord mej. Cornelia de Ridder geboren Jaoobs,
Öie een -wringer en een tuinslang had vermist, wat geen
wonder was, aangezien vriend van E. deze voorwerpen
had ingepikt. Voorts verscheen de onontbeerlijke heer
Wiggers, die adviseerde dat het misschien nog eens met
Theo was te wagen. Hij verkeerde steeds in een finaal
ongeschikt milieu.
Gevorderd werd echter tegen dezen ouden justitie-
bekende opnieuw 1 jaar. Verdediger bleef op voor
waardelijk aansturen of uiterste clementie.
AnnaPaulo wna.
HALF ZIEK VERSCHEEN HIJ OP HET
VERDACHTENBANKJE.
De 30-jarige expediteur Jb. v. E. uit Anna Paulowna,
had op 22 Juni te Burgervlotbrug, op den Rijksweg,
den heer J. G. Schaaf, aannemer te Alkmaar, als ko
mende van rechts, den voorrang niet verleend, waardoor
een aanrijding plaats had en aan den wagen van den
heer Schaaf schade werd toegebracht.
De Kantonrechter te Schagen veroordeelde den on-
handïgen chauffeur tot f 25 boete of 25 dagen. De scha
de werd nit vergoed en de veroordeelde kwam in hoo-
FEUILLETON.
II
I
23.
„Meneer Conder, ik geloof dat u de man is", zei de
landeigenaar met iets plechtigs in zijn toon en in zijn
volle lengte opreizend.
„Wel alle menschen!" riep Bobby verbouwereerd
en Rawlings liet een forsche, klinkende laoh hooren.
„Neemt u mij niet kwalijk," zei hij, „ik drukte mij
niet geheel juist uit. Ik bedoelde dat u de man is dien
ik hebben moet. Ik geloof namelijk dat ik thans de
gelegenheid krijg een zeer oude opdracht te vervullen.
Als u m*j wilt excuseeren, zal ik even een paar papleren
uit mijn kamer halen."
Na een paar minuten kwam hij terug en bracht een
lamp mee. die hij tusschen zich en zijn gast op tafel
plaatste. Daarna ging hij weer zitten en haalde een toe
gevouwen papier te voorschijn, benevens een groot, met
een ouderwetsche zegel gesloten en van een opschrift
voorzien couvert
„Mijn Grootvader", begon hij zijn uiteenzetting, „was
een van de werklieden, die hielp bij het verbouwen van
„Wetstones" in den tijd van Sir Michael Bertram, bij
welke verbouwing ook die wondermooie cascades zijn
aangelegd. Ik herinner mij mijn grootvader nog heel
goed. Hij werd heel oud en vertelde dikwijls van zijn
jeugd; hij had het altijd bijzonder graag over de ver
bouwing van het kasteel, waaraan hij meegewerkt had.
Volgens zijn zeggen, was er een of ander geheim aan
het huis verbonden, een mysterie dat geopenbaard had
moeten worden aan enkelen van de werklieden, die bij
de verbouwing werkzaam waren. Deze hadden allen on
der eede moeten beloven het geheim niet te openbaren
Nu weet u ook, waarom hij bij mijn bezoek aan North-
waite, zooveel belang stelde in Wetstones.
Maar het rondloopen met dit geheim bezwaarde mijn
grootvader, een eenvoudige oude man die graag recht
door zee ging," zette Rawlings zijn verhaai voort. „Ein
delijk nam hij mij in vertrouwen. Het was den dag
waarop ik voor de eerste maal naar Engeland zou ver
trokken om naar kostschool te gaan, toen hij mij bij
zich riep. Hij was toen al heel oud en ik herinner mij,
dat hij begon te schreien en verdrietig stamelde dat wij
elkaar wel nooit terug zouden zien. Hij hield heel veel
ger beroep, dat heden onder de loupe werd genomen.
De appellant, hoewel ziek en onder dokters „handen"
had zich toch de moeite getroost, persoonlijk te ver
schijnen. Ondanks zijn mindere dispositie, was de ver
dachte nog actief en had een getuige a décharge mede
gebracht in den persoon van zekeren heer Komen. j.
ontkende alle schuld en wilde niet aannemen, trc *4
vertoogen van den president, zich aan eenige straloare
handeling te hebben schuldig gemaakt. De heer Schaaf
vertelde destijds den Rijksweg te hebben bereden in de
richting Alkmaar. Hij zag de auto van verdachte wel
vanaf de richting vlotbrug naderen, doch rekende op
zijn rechtsche voorrecht, waarmede verdachte echter
géén rekening hield, met gevolg dat een krachtige
aanrijding volgde en zelfs een band sneuvelde. De wa
gen van den heer Schaaf werd ais het ware In 't mid
den getorpedeerd en van den weg afgedrongen.
De president wees op de mogelijkheid, indien hij zoo
weinig de regels van den weg respecteerde, hij zijn rij
bewijs zou kunnen verliezen. Verdachte had nota bene
nog wel 'n briefje geteekend voor de maatschappij,
waarin hij schuld erkende. Dit werd door appellant
ontkend. De getuige a décharge beweerde eveneens dat
de heer Schaaf de aanrijding had veroorzaakt.
De heer Officier nam niet veel notitie van dezen
getuige en verklaarde voorts de redeneeringen van den
appellant niet te kunnen volgen. Er ontbrak alle logica
aan. Hij begreep blijkbaar niet voor welk artikel hij te
recht stond. Niet voor 22 maar 5. Hij had den heer
Schaaf voorrang moeten geven en daarmede basta.
Eisch dan ook bevestiging van het gewezen vonnis.
Bergen.
OOK 'N MANTER OM DE VOORDEELEN VAN EEN
GOEKOOP PENSION TE GENIETEN.
De 58-jarige arbeider Cornelia Sn., wonende te Schoort
en thans vertoevende in het huis van bewaring te Alk
maar, stond terecht wegens oplichting van een pension
houdster te Berg6n, op Zaterdag 24 September. Deze
snaak, reeds vroeger veroordeeld wegens oplichting,
vervoegde zich op genoemden datum bij de 35-jarige
winkelierster mej. C. M. v. Gelderen, weduwe van den
heer C. Roozendaal, wonende Oosterweg, welke dame
ook al eens opgelicht is door een chauffeur uit Bever
wijk, 'n psychopaat. Hij deelde de juffrouw mede, werk
zaam te zijn aan de waterleiding te Bergen, doch wo
nende te Alkmaar, wat hem te ver was. Ook stond het
hem niet aan gebruik te maken van de keet op het
werk en dus verzocht hij de juffrouw om pension, wat
hem ook gelukte. Het bleek echter dat men hier te doen
had met een soort parasiet, wien het te doen was om
gratis kost en Inwoning te genieten. Hij verhuisde dan
ook spoedig naar een pension, waar dergelijke gasten
met genoegen kosteloos worden opgenomen, doch zich
dan hebben te houden aan zekere belemmerende voor
waarden. Door verdachte werd het ten laste gelegde
erkend. Dr. Ten Raa, zenuwarts aan het Prov. Ge
sticht, verklaarde als deskundige, dat verdachte niet
beschikte over volledige toerekeningsvatbaarheid en acht
te voortdurende controle zeer gewensebt.
De heerWiggers, ook hier weer present, vermeende
dat de reclasseeringskansen gunstig waren, mits toe
zicht en leiding niet ontbraken. Een provisioneel ver
blijf in de „Wilhelmina-hoeve" achtte getuige bijzonder
nuttig. Dr. Ter Raa kon zich met dit idéé wel ver
eenigen. De vereeniging „Het Hooge Land" zou zich
met het toezicht belasten. De verdachte, reeds zes
maal veroordeeld, wien al die moeite en zorg gold,
bleek tot alle concessies bereid!
De Officier releveerde met eenige verbazing, dat de
zelfde weduwe ook al eens door een andere oplichter
was bedrogen. Het leek wel een afspraak tusschen der
gelijke heeren. Wat verdachte betrof, hij was een ge
vaar voor de maatschappij en moest dus noodwendig
van de vloer. Verdachte is bovendien onmiskenbaar lui
en stond op een laag zedelijk peil. Spreker requireerde
ten slotte 10 maanden voorw. onder de voorgestelde bij
zondere voorwaarden Verdachte vond alles goed en de
verdedigr, mr. De Groot, toonde zich ook bijzonder in
genomen met de zeldzame overeenstemming die zich
hier voordeed onder Officier, verdachte en verdediger.
Pleiter kon zich dus vrijwel vereenigen met de voor
genomen maatregelen tot heil van zijn cliënt, hoewel
hij ook geen bezwaar zou maken, indien nog Iets méér
tot diens geestelijk en maatschappelijk heil kon worden
verricht. Uitspraak a-s. week
Alkmaar.
HE7T COMFORTABELE PENSION IN „DE NACH
TEGAAL" OF: EEN GERAFFINEERDE
OPLICHTER.
De middagzitting was heden gewijd aan den persoon
van den 43-jarigen huisknecht Eduard Oornelis van W.,
thans zonder vaste woonplaats, als we het huis van
bewaring buiten spel willen laten.
Dit heerschap had zich ontpopt als een geheide op
van mij als kleine jongen en was altijd heel lief voor
mij, en het eerste bericht wat mtf bereikte, toen ik in
Engeland voet aan land zette, was de tijding van zijn
overlijden. Bij ons afscheid had hij mij deze papieren
gegeven met de woorden, dat hij die aan mij toever
trouwde, dat ik zorg moest dragen ze niet te verliezen
en dat ik ze nooit aan iemand mocht laten zien. Op dit
papier", vervolgde Rawlings, het losse vel omhoog hou
dend, „staat zoowat alles wat hij mij mondeling had me
degedeeld, en ik geloof dat thans het oogenblik is aan
gebroken om zijn wensch te vervullen. Ziehier wat hij
schreef:
„Aan mijn kleinzoon, John Rawlings, te Nunderad-
gee, in Nieuw Zuid Wales.
Het hierbij ingesloten verzegelde stuk, gemerkt
met het woord Wetstones en dat ge niet moogt ope
nen, vertrouw ik aan uwe handen toe. Indien ge
ooit mocht vernemen dat de familie Bertram of
eenige andere familie in moeilijke of onaangename
omstandigheden verkeerdt, tengevolge van zonder
linge of geheimzinnige gebeurtenissen, betrekking
hebbende op het kasteel Wetstones bij Northwaite
in Cumberland, moet ge het verzegelde papier on
geopend aan den heer des huizes geven of wel aan
een zijner'vrienden, die het dan aan hem moet ter
hand stellen. Het stuk mag niet per post verzonden
worden, maar moet van den eenen hand in den an
deren overgaan. Mocht u niets van dien aard ter
oore komen, vertrouw dan het verzegelde document
met bovengenoemde aanwijzingen aan uw zoon toe.
Hij zal het wederom aan zijn zoon moeten overge
ven en zoo steeds voort, van vader op zoon. Nie
mand, uitgezonderd de heer en meester van Wet
stones zal het zegel mogen verbreken.
29 Juni 18... John Rawlings."
Hij overhandigde Bobby het papier en de jongeman
keek met belangstelling naar het wel wat met hane-
pootige, maar toch netjes geschreven schrift van den
ouden kolonist, die nu al sedert tientallen jaren in het
graf rustte.
„Ik heb dat papier altijd trouw bewaard", ging Bob
by's gastheer voort, maar ik moet bekennen, dat het
heele geval mij door het hoofd was gegaan totdat de
laatste gebeurtenissen op Wetstones mij alles voor den
geest deed komen. Toen besloot ik om. ingeval do zaak
niet opgehelderd mocht zijn als ik het volgend jaar naar
Europa ging, het verzegelde document mede te nemen
en het ter hand te stellen aan Sir Roderick's erfge
naam, daar het niet per post mocht worden verzonden.
Maar nu u op het tooneel is verschenen kan ik veilig
mijn handen van de zaak aftrekken, maar denkt u er
vooral om dat u het niet per post verzendt. Zooals u
gehoord hebt heeft mijn grootvader dat uitdrukkelijk
verboden."
lichter! In ae tweeae helft van 1932 had zijn gunstig
gesternte hem in Alkmaar gevoerd, waar hij in den
heer H. A. Wessels, hotelhouder in de „Nachtegaal" eer.
uit den aard der zaak gewillig slachtoffer vond. Ieder
zou er vermoedelijk ingeloopen zijn. Meneei Eduard v.
W. stelde zich dan voor als een aannemer, die te Br.
op Langendyk een boerenplaats moest bouwen en nu
voornemens was zich in „De Nachtegaal" en pension
te begeven. Hij had ook nog een broeder, die hier zaken
had en eveneens ln de Nachtegaal wensch te te profl-
teeren. Hij nam dan in het hotel zijn intrek en genoot
naar hartelust van de goede zorgen. Op een goeden dag
vroeg hij naar het adres van een flinken expediteur,
die genoeg was geoutilleerd om een vracht hout uit
Bergen op Zoom te halen, waarop hem de bekende
veetransporteur N. Ruiter werd aangewezen. Nadat hij
een week had gelogeerd, liet Donderdag 10 October me
neer Eduard, die ook den Commissaris der Koningin In
Zeeland als relatie had genoemd (deze dignitaris had
opdracht gegeven om bewuste plaats te bouwen) zich
wekken en deelde hij mede dat hij naar Broek op Lan
gendijk wenschte te vertrekken, alwaar het bouwwerk
zijn tegenwoordigheid vereischte. Hij vroeg aan den
heer Wessels om een bedrag van f 15 voor wisselgeld
bij het uitbetalen der loonen, welk gel£ hem in goed
vertrouwen werd verstrekt. Hierop nam hij afscheid,
om niet terug te keeren. Bijna onnoodig er bij te mel
den, dat hij van den overeengekomen penslonsprijs nim
mer een cent Staalde en vermoedelijk ook wel nooit
-al betalen. De Nachtegaal zal helaas hier wel kunnen
fluiten naar de duiten!
Als verdediger was aan dezen oplichter, nummer twee
al vandaag, toegewezen Mr. Bulskool van Schagen. die
als gewoonlijk deze taak. hoe slecht ook betaald, met
ambitie, activiteit en juridische liefde waarnam.
Onder de getuigen bevond zich ook Dr. Kruijtbosch.
de bekende psychiater uit Bakkum, die als zyn oordeel
kenbaar maakte, dat deze fantast was een psychopaat
met verminderde toerekeningsvatbaarheid, hoewel niet
in hooge mate.
Door den heer Wessels. de man die den finantleelen
klap had te doorstaan, werd verklaard, dat met den
„aannemer" (In een geheel anderen zin des woords)
werd overeengekomen een pensionprijs van f 4.50 per
dag. Voorts animeerde de nieuwe gast den hotelhouder
met het vooruitzicht ook zijn broer als gast binnen zijn
muren te mogen herbergen. Mede informeerde hij naar
den vrachtrijder met betrekking tot het houttransport
uit Bergen op Zoom en als hoogste troef speelde hy uit
zijn betrekkingen met den gouverneur van Zeeland.
Werkelijk vervoegde hij zich ook bij den heer N. Ruiter,
door den heer Wessels aanbevolen, met informatien
naar het verlangde houttransport naar Bergen op Zoom.
De heer Ruiter kon die opdracht nietuitvoeren en noem
de verschillende adressen, die daarvoor beter waren in>
gericht Finantieele sohade heeft wonder genoeg, de
heer Ruiter met deze uitbreiding zijner zakenkennissen
niet geleden. Hij mag zich daarover zelf wel hartelijk
de hand drukken
De heer Wiggers, in 4 van de 5 strafzaken als vraag
baak fungeerende, adviseerde plaatsing in de Wllhelmi-
nahoeve onder de auspiciën van het „Hooge Land", de
bekende phiiaatropische inrichting.
Wat verdachte betrof, deze heer vertoonde nu en dan
een gepaste aandoening, waarby snikken en tranen niet
ontbraken en beweerde overigens zich van zijn machi
naties in Alkmaar niet veel te kunnen herinneren.
De heer Wessels echter zooveel te meer. die leed f 58
schade! Volgens den heer Wiggers was het „Hooge
land" uitnemend voor verdachte geschikt. Hy kon daar
worden geplaatst in Valkenburg, waar hem zijn talen
kennis, hij spreekt Fransch en Duitsch, goed te pas kan
komen. Hy schijnt byzonder goed te voldoen als com
missionair voor een hotel en prospectussen uit te reiken
ter aanwinning van logeergasten, maar dan natuurlyk
betalende!
De heer officier, de feiten wettig en overtuigend be
wezen achtende, meende te moeten opmerken met be
trekking tot den persoon des verdachten, dat diens her
sens met het samenstellen van zyn in Alkmaar gede
biteerde leugens, nogal tamelijk goed hadden gewerkt.
Het was gebleken, dat een hotel voor hem niet was
terra incognita en hy uitstekend wist hoe hij zich in
zoo'n inrichting had te gedragen. Zijn manier van op
treden was zóó wei-overwogen en handig dat een advo
caat het hem niet zou verbeteren!
Proost, zei Mr. Buiskool!
De officier releveerde voorts de internationale bereisd
heid van verdachte, die de geheele wereld rondzwierf en
meer van die wereld zag. dan het geheele gezelschap in
de rechtszaal tezamen. HI1 had onder meer ook gewerkt
in het beroemde Warenhuis van Tietz ln Berlyn en ge
diend in het Vreemdelingenlegioen! Overigens vond de
officier hem geen ongeschikte knul. die werkeiyk de
belangstelling nog wel waard was. Ten slotte releveerde
de officier 10 maanden gev. voorwaardelijk met toepas
sing der maatregelen, gedurende den loop van het pro
ces besproken.
Mr. Buiskool, vermeende dat hem. wat den persoon
van verdachte betrof, niet veel te bespreken overbleef,
meende toch te moeten opmerken, dat het vereischte
bewijs niet was geleverd, zooals pleiter nader stipuleer
de, zoodat vrijspraak zou moeten volgen. Ging de recht
Indien Bobby Conder terstond na zyn in ontvangst
nemen van het belangrijke en geheimzinnige document
naar huis was teruggekeerd, had hij aan verschillende
zyner vrienden heel wat angst en zorg bespaard. Maar
hy ging nog niet naar huls: nog lang niet. En het ver
zegelde couvert, veilig opgeborgen in zyn actetasch, tus
schen eigen aanteekeningen over de toestanden in de
diverse deelen van het Britsche wereldrijk, reisde met
hem mede door Nieuw Zeeland, de Maleische Staten.
Japan en Canada, eer het belandde in de handen van
Guy Bertram.
Toen laatstgenoemde jongeman naar Londen terug
keerde, na zijn onderhoud met Peggy's vader, voelde
hy zich aanvankelijk zoo diep ellendig en verslagen als
een jong mensch, die teleurgesteld is in zyn liefste ver
langens, zich maar gevoelen kan.
Hij was zóó in den put, dat hy zich tot zijn eigen
verbazing moest bekennen dat het terugvinden van zijn
gestolen vermogen hem eigenlyk nog maar weinig inte
resseerde. Weken en weken waren voorbij gegaan en
geen spoor van de vermiste juweelen ontdekt, evenals
van den verdwenen Martin of van het ïyk van Sir Ro-
derick, hoeveel moeite zich Calthorp ook getroostte.
Nadat Guy zich ongeveer een week lang doelloos en
somber door Londen had gedwaald, pakte hy zijn kof
fers en ging probeeren of de schilderachtige frörden van
Noorwegen hem misschien afleiding en troost zouden
brengen. Hij trof een paar opgewekte kennissen in het
hooge Noorden: en al bleef zyn wond ongeheeld, zijn
algemeene stemming werd toch wel wat beter.
Weer in Londen terug, het was begin October. liep hij
geheel onverwacht George Greenfield tegen ht lyf. Tot
Guy's onuitsprekelijlcen schrik, was zijn vriend in diepen
rouw gekleed en toen hij hem met een verontrustend
vragenden blik de hand drukte, beg-eep George onmid-
deliik dat de jonge Bertram nog nie;3 gehoord had van
het overlijden van Mevrouw Greenfield.
„Mijn moeder is gestorven." zei George op ernstigen
toon. „Ze is maar kort ziek geweest; veertien dagen ge
leden Is zij overleden."
Guy liep met hem mede en geheel van zijn stuk ge
bracht, stamelde hij een paar deelnemende woorden.
„En waar is Peggy nu?" vroeg hy, nae en korte, pyn-
ïyke stilte.
„By haar vader in Glasgow". antwoordde George,
„daar blijft ze", cn met iets pathetisch in zyn stem
voegde hij erbij: „Het huisje in Highgate staat te huur."
„Zou je niet even met mij willen meegaan naar de
kamers, George?" vroeg Guy opeens: „Er is iets dat ik
graag met je zou willen bespreken."
De ander maakte geen bezwaar en weldra traden de
beide jongelui Guy's zitkamer binnen.
George liet zich in een leuningstoel bij het venster
vallen, terwijl Guy met rusteloo-e passen de kamer op
en neer liep.
bank hiermee niet accoord, dan zou pleiter zich kunuetj
vereenigen met de maatregelen, die men ten zyne op.
zichte wil nemen. Pleiter releveerde nog dat verdachte
10 jaar had gediend ln het Vreemdelingenlegioen te Al-
giers. Daar had hij verdiend het Oorlogskruis, wat men
niet uitreikt aan legionaires met een ongunstigen dienst-
staat.
De officier repliceerende, verzette zich tegen een even.
tueele vrijspraak, die voorzeker niet zou zyn ln het be
lang van verdachte, welke alsdan weer geheel gerul-
neerd op straat zou staan. Als bewijs dat verdachte ln
de „Nachtegaal" had gelogeerd, voerde de officier nog
aan. dat men desverlangd een tasch, die zich bevindt
in het huls van bewaring, door den heer Wessels, als
bewijs, dat verdachte daar werkeiyk logeerde, kunnen
doen herkennen.
Mr. Bulskool gaf toe, dat het voor zijn cliënt beter zou
zyn indien hij werd veroordeeld, doob ala advocaat
meende hij verplicht te zijn, de juridische argumenten,
die hem ten dienste staan, naar voren te brengen en
in dat geval was bjj de nieening toegedaan, dat het
wettig en overtuigend bewijs der oplichting niet was ge-
leverd. A.s. Dinsdag uitspraak.
De raad dezer gemeente kwam in openbare vergade
ring bijeen op Dinsdag 31 Januari j.1., nam. 1& uur.
Voorzitter de heer J. Koster, burgemeester; secreta
ris de heer A. de Ridder.
Aanwezig allo leden.
Op de publieke tribune hebben vele werkloozen plaats
genomen.
Na opening worden de notulen zonder op- of aanmep
kingen vastgesteld.
Mededeetingen.
In verband met de in de vorige vergadering gesteld®
vraag van den heer Van Wyk om nog voor het einde
van hot jaar 1932 het grindhok op te ruimen, is geble
ken dat dit niet zoo eenvoudig was als verondersteld
werd, aangezien daarin nog voorraad aanwezig was,
welke eerst verwerkt moet worden. Bovendien zal als
gevolg van het wegnemen ter plaatse schoeiingwerk
moeten worden uitgevoerd. B. en W. trachten dit te
zijner tyd zoo goedkoop mogelijk uit te voeren.
Ten opzichte van het verzoek om verlichting van het
pad by A. Raven e.a. wordt medegedeeld, dat verplaat
sing van den lantaarn by de Wed. P. Leijen niet moge
lijk ls gebleken en eventueele voorziening op anders
wijze zal moeten plaats hebben.
Naar aanleiding van dit laatste zegt do heer Dekker
niet goed te begrUpen, waarom het plaatsen van bedoel
de lantaarn bU het perceel Leijen op bezwaren stuit
Het zou al moeten wezen, dat B. en W. alle lantaarns
aan één kant uitsluitend willen hebben. Wanneer echter
de hier bedoelde verlichting aan de andere zydo van het
pad wordt aangebracht zal er zeker geen bezwaar voor
plaatsing bestaan. Burgemeester zal hierover met den
directeur van het gasbedrijf in overleg treden.
Ingekomen stukkon.
Ingekomen zijn dankbetuigingen voor toegekende sub
sidie van de Noordhollandsche Vereeniging „Het Witt®
Kruis", het Historisch Genootschap „Oud-Westfries
land" en Winkels Harmonie.
Aanneming benoemingen:
Mevr. G. StrykerMolenaar als Regentes van het
Tehuis voor Ouden van Dagen;
den heer A. Slooves als lid van het Algemeen Bur-
gerlyk Armbestuur;
den heer G. Nobel als lid der Commissie van Toe
zicht op het Lager Onderwys;
De Nieuwjaarsrede van den Voorzitter van de Kamer
van Koophandel en Faorieken voor Hollands Noorder
kwartier;
Een beslissing van Ged. Staten dezer Provincie van
23 December 1932, no. 2, houdende verdaging van de
beslissing op de begrooting 1933.
Een beschikking van Ged. Staten van 4 Januari 1933
no. 93, houdende machtiging van het Algemeen Burger-
ïyk Armbestuur om reductie op de landpacht te verlee-
nen.
Een mededeeling van den Minister van Binnenland-
sche Zaken van 10 Januari j.1. no. 068 W.V., dat met de
besturen der organisaties van landarbeiders overleg
wordt gepleegd over verlenging van den ultkeerings-
termljn.
Al deze stukken worden voor kennisgeving aangeno
men.
Ingekomen ls een verzoek van het gemeentebestuur
van Ambt-Hardenberg om adhaesïe te betuigen aan
een besluit van den Raad dier gemeente, waarin by de
regeering wordt aangedrongen de belastbare opbrengst
ongebouwde eigendommen te verminderen.
De meerderheid van het College van B. en W. stelt
voor dit verzoek voor kennisgeving aan te nemen.
Het eerst wordt het woord aan de minderheid van het
college van B. en W. verleend, in deze den heer Brug
man, die zegt, dat 't niet enkel de drang der bedroe-
„Ik weet niet of Peggy je iets omtreni mij verteld
heeft," zei hij eindelijk, terwyl hy voor George bleef stil
staan.
„Ja, dat heeft rij", antwoordde George. „Ik denk niet
dat ze ertoe gekomen zou zijn al3 mUn moeder was biy-
ven leven, maar zooals de omstandigheden nu zijn ben
Ik vrijwel de eenige vriend, die ze op de wereld heeft
Haar vader natuurlijk niet meegerekend!" liet hy er bui
tengewoon grimmig op volgen.
„Wat gaat er ln haar om? Wat moet zij wel van my
denken, dat ik haar zonder eenige verklaring in den
steek liet!" riep Guy hartstochtelijk uit.
„Wel, zy denkt dat haar vader dal ftllerbeminlijk-
ste heerschap er op de een of andere manier In ge
slaagd is. zoodanigen invloed op je uit te oefenen, dat
1e je verplicht voelde van haar af te zien. Zij denkt ook
tenminste als ik haar goed beoordeel dat je je niet
had mogen laten lnfluenceeren, en Ik durf niet beweren
dat ik het ln dit opzicht heelemaal oneens ben met
Peggy. Maar wij zijn te goede vrienden om het daarover
aan den stok te krijgen. Ik ben overtuigd dat je met
hart en ziel van Peggy houdt en ik zou niets liever wil
len, dan dat jullie zoo spoedig mogelijk konden trouwen.
Maar wat had die oude schavuit eigenlijk tegen je in
te brengen?"
„Hy scheen de opinie toegedaan te zijn t ik een
onwaardig lid van de maatschappy ben, omdai nooit
voor mijn eigen onderhoud heb behoeven te v\ ":en."
„Wat een nonsens." viel George uit. ..Natuurlijk heeft
hy geen andere motieven. H'j lion of wilde jo geen recht
rtrecksch antwoord geven en daarom verzon hy dat
kletspraatie. Hy liegt om het pure pleizier van hpl He
ren-zelf! Er zUn ln jouw leven toch geen geheimen of
duistere punten, die hem ter oore zyn gekomen en waar
mede hii zijn voordeel tracht te doen.?"
„Er is absoluut niets van dien aard!"
„Nu, dan raad ik je op je stuk te blyven ctaar.. totdat
Peggy meerderjarig is en dan met of zonder zyn toe
stemming met haar te trouwen. Het zme kind is dol
op je en als het zoover is zal ik alles doen wat ik kan
om jullie te helpen."
„Je bent een juweel van een kerel. Gerrge", zei Guy
hartelyk „Je hebt my heelemaal opg'rrhn'ier* en weer
nieuwen moed gegeven. Wil je hcar vooral ^u'dclijk ma^
ken, dat het terwille van hóór was dat ik die belofte
gegeven heb."
„My dunkt dat zij dit wel besefte. Ze kan toch mooi-
Hjk denken dat je het uit egoïstische mo:sevr« hebt ge
daan. Maar ik zal er haar toch nog eens uitdrukkeHj!
op wyzen om jou plezier te doen. En nu moet ik er v
door, kerel."