De Opera der Nabobs. De geboorte van een modernen staat Wraak Leven en werk van Moestafa Kemal Pasja ©ASPIRihelpf steeds Tien jaren zjjn verloopen sinds de laatste heersober van het huis Osman, de laatste sultan van Turkije op een Engelsch oorlogs schip uit zijn land uitweek, die sedert dien tijd de geschiedenis van Turkije maakt, die uit een ralddeleeuwsch, half barbaarsch land een modernen staat wist te vormen. In deze serie wordt verteld over leven en werk van dezen man, van Moestafa Kemal Pasja. 1. De ondergang van het hnls Csman. De November-nacht ligt over Yildiz-KIosk, dat „Ster rentent" beteekent Geen lichtstraal dringt uit het ge- Ibouw naar bulten. Dienaren bewegen zich over de bin nenplaatsen en dragen lasten weg door een kleinen zij ingang van het paleis van den sultan. In dit palels, in een klein vertrek zit een gebogen grijsaard, stil en apathisoh staart hij voor zich heen. Slechts de magere gele vingers zijn voortdurend in beweging, spelen met de roode tespi, met de kogeltjes van den Mohamme- da&nschen gebedsketen. Naast hem zit een jonge vrouw knap en verveeld Newsad is haar naam. In een hoek ataat een jongeman, aan één stuk door sigaretten roo- kend; nu en dan verlaat hij het vertrek, om spoedig terug te keeren. rookend... „Welnu, Ertogrul?" „By het aanbreken van den dag..." En opnieuw zwijgen de drie; de stilte wordt alleen verbroken door het rinkelen van de tespi in de handen van den grijsaard, die in diep gepeins verzonken is. Als nu eerst de dag maar is aangebroken, als het le ven er maar veilig afgebracht is, al is ook alles verlo ren. Alles paleis, hoofdstad, land. volk en sultanaat. Sultanaat? Hij is immers reeds geen sultan meer. geen padisja; slechts het kalifaat, de geestelijke waardigheid, hebben de opstandelingen te Angora hom gelaten en tegelijk hebben zij tegen Allah's vertegenwoordiger op aarde een aanklacht wegens hoogverraad ingediend. Zy hebben het plan, hem voor een speciaal gerecht te bren gen. En dat beteekent een doodsvonnis... Met inspanning onderdrukt de oude man een al te heftig sidderen van de handen. Nu, hy heeft zyn maat regelen genomen; hy staat onder de bescherming van Moestafa Kemal Pasja. het machtige Britsche rijk. In de haven wacht een bar kas, die hem naar het Engelsche oorlogsschip „Malaya" zal brengen. Kwam de dag maar snel! Alles mogen zy van hem nemen, maar het leven wil hy behouden... Wat was dat? Heeft iemand geroepen? Kwam die stem van buiten of steeg ze op uit zyn beangstigde borst? „Maghroelanma! Padisjahi 9©rden boeyoek Allah war!" De grysaard buigt het hoofd. Het was een herinne ring, de traditioneele roep. waarmee men ook hem by zyn kroning begroette: „Word niet hoogmoedig, o, Pa disja! Allah is grooter dan gy!" Allah Is grooterAllah heeft gewild, dat, na een heerschappy van zeven eeuwen, het trotsche huis Os man voor goed is ondergegaan. Osman de Eerste, zoo heette de stamvader, die het Huis zyn naam heeft ge geven, de eerste, die den titel van Sultan droeg en die den bynaam „El Gasi", de Overwinnaar, verwierf. De lippen van den grysaard beginnen met koortsach tige snelheid te bewegen; zyn het vloeken, die hy uit spreekt, of ^jbeden? Dat woord „El Gasi" herhaalt hy telkens waer: voor de moede, treurige oogen van den oude duikt een gelaat op: gebruind, strak, onver- biddeiyk. Dat U hy, de generaal daar in Angora, aan wien de zoogenaamde Nationale Veragdering dictato riale macht heeft opgedragen; dat is de rebel, die den sultan en zyn huls ten val heeft gebracht, die niet alleen In Anatollë, maar in het geheele ryk den naam „El Gasi", den eerenaam der sultans, heeft gekregen. Dat ls Kemal Moestafa Pasja, die het waagt, geheel Europa weerstand te bieden, die uit ruinen een nieuwen staat wil opbouwen. Hy heeft den grysaard den ge nadeslag gegeven; hy heeft de Nationale Vergadering gedwongen, het Kalifaat los te maken van het Sulta naat, en den vroegeren sultan wegens hoogverraad aan te klagen. Hoe heeft de vermetele In de beslissende by- eenkomst van de Vergadering niet geschreuwd: „De souvereiniteit wordt niet overgedragen, maar ver overd. Vroeger heeft het huis Osman haar veroverd, thans de natie!" De huichelaar! Wat beteekent dat, de natie? Voor zichzelf elscht Kemal Pasja alle macht op. Heden dictator morgen sultan. Is hetzelfde nog niet eens voorgekomen, in Europa, in Frankrijk? Toen was het Napoleon, nu is het Moes tafa Kemal De rechterhand strekt zich tastend uit naar New sad, die voor eenlge jaren nog niets meer was dan de knappe dochter van een tuinier daarna de li&* vellngsvrouw van den padisja, en thans een vluch tende evenals de padisja, evenals Ertogrul, zijn zoon. Maar de vrouw ontwijkt de zoekende hand. Ver laten hem dan allen? Ook zij? Wat biyft hem dan over? Het leven, het gewichtigste! Leveii! Voortaan onder Britsche bescherming. Het zy zoo. Allah's wil geschiede De dag brak aan. Tegen het einde van November 1922 vluchtte de laatste sultan, Wahededdln, opvolger van Mohammed V, na eerst vier jaren tevoren als reeds oud man den Turkschen troon te hebben bestegen, uit Ylldlz-Kiosk. Hy bereikte de wachtende barkas en het Engelsche oorlogsschip „Malaya", zonder dat zyn vlucht werd opgemerkt. Dat was de ondergang van het huis Osman en van het Turksche sultanaat. Eindelijk was de weg vrij voor de vorming van een nieuwen Turkschen staat; één van de moeliykste staatsrechteiyke opgaven, die de nieuwe geschiedenis kent, was hier opgelost: de opbouw van den nationalen eenheidsstaat uit de puln- hoopen van een ineengestorte absolute monarchie. De laatste sultan vond oorspronkelijk onderdak op Malta, zocht daarna tevergeefs hulp en bescherming by Koning Hussein te Mekka en stierf weinige jaren later te San Remo. De val van het huis Osman is een mijlpaal op den ontwikkelingsweg van den modernen staat, als hoe danig wy het Turkye van heden hebben te zien. Het oude Oosten, dat gedurende de geheele negentiende eeuw en in het begin van de twintigste vaak een be- belangrijke rol speelde In Europa's geschiednis, Is daar mede verdwenen. Het begrip „Oosten" heeft een an dere gedaante gekregen. De geboorte van dezen nieu wen staat is een gewichtig stuk geschiedenis uit het naaste verleden, dat echter nog zeer weinig bekend is. Dat stuk geschiedenis zou er niet zyn zonder dien eenen naam, zonder den „Gasi" Moestafa Kemal de beroemde figuur, van welke men toch zoo weinig weet. Wie is deze man? Wat was en is zyn werk? De beantwoording van die vragen hebben we ons in deze artikelen-serie tot taak gesteld. Een der nieuwste crlsls-oifers ls de beroemde Metropolltan-Opera te New-York. Groote weelde, maar konde pracht. Een eigen schepping der Ame- rikaansche geldmagnaten. Op geld kwam het niet aan, totdat op eens de beurskrach in Wallstreet kwam. De Metropolltan-Opera in New-York is van buiten gezien in het geheel geen elegant theater. Grauw ligt het tusschen de gebouwen van de 39ste straat, een oud- theater. dat men zelfs in New York dringend door een modern zou willen zien vervangen. Oo-k de toóneelzaal. zij moge in haar afmetingen zeer zeker sensationeel zijn. munt niet bepaald uit door smaak en cultuur. Het pla fond ls met gouden pleisterwerk overladen een groote weelde, maar een koude pracht. Zooals bekend is, is deze Opera de eigen schepping der Amerikaansche geldmag naten. De 35 parterreloges waren van den beginne af voor de dollar koningen gereserveerd, die ieder 30.000 dollar a fond perdu stortten. Tot aan het uitbreken van den oorlog konden de aandeelhouders met gereóhtvaar- digden trots er op wyzen, dat sinds de eerste opvoering slechts vier loges van bezitter gewisseld hadden. Trouw zb'n allen byeengebleven. trouw in vreugde en leed hebben zij de geweldige groote sommen van het jaariyksche deficit gedekt uit ..muzikaal traditiegevoel" zooala in de Amerikaansche pers het gebruikelijke slag woord luidt. De 30.000 dollars heeft geen mensch by de stichting als kapitaalinleg beschouwd. De rente er van was van meer geestelyken, men mag zeggen van meer gevoeligen aard. Zij lag ln de voldoening, in kunstzin nig opzicht Amerika den weg te wyzen. een zeker kunst niveau in het land waar de dollar regeert, te handhaven. Dat bleef tot het begin van de crisis zoo. Wanneer ook uit dit „nationale offer" nooit eenig dividend was te halen, zoo lag zijn waarde toch daarin, dat het bezit van een loge ln de Metropolitan-Opera documenteerde, dat men tot de allereerste kringen behoorde. De loge eerst geeft Iemand toegang tot die kringen. Uit dit oog punt is het dan ook te begrijpen, dat b.v. in het jaar 1928 Vanderbllts parterloge voor 200.000 dollars aan den financier Brewster verkocht is. In dit Operagebouw is nooit spaarzaamheid betracht Men heeft altyd een beetje boven zyn kracht geleefd; de eerste zangers en dirigenten der wereld traden te gen vorstel yke gages op, die geen enkele Opera ter we reld ooit overtreffen kon. In New York beteekent de eerste voorstelling ln de Metropolitan-Opera de opening van het seizoen. Op de zen avond ontbreekt geen enkel vooraanstaande figuur van de groote familiën, als daar zyn: Astor, Gould, Macay. Morgan. Vanderbilt. Kahn, Loeb, Harriman, Rockefeller. Het is een waaraohtig sprookjesrijk, dat SPIER-* als gevolg van kqQvallen Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbuisjes ven 20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabt. 10 ets. hier opdoemt. Want de kwesties, die anders het burger- lyk leven beheerschen en tot in de loges der Operage bouwen hun schaduwen werpen, spelen hier geen enkele rol. De strijd om het bestaan, de sociale nood, maken voor de poorten van dit Operagebouw halt, want hier zijn enkele families, die een staat voeren, die grooter is dan die van menig rijk en die met hun vermogen de schulden van vele grootmachten kunnen betalen, zon der dat zij daardoor tot den bedelstand zouden worden gebracht. Nog in het jaar 1929 schatte men het ln de loges en in het parket aanwezig zijnde vermogen op ruim 50 milliarden. De theaterdirecteur Casazza was de gelukkigste man van dien tyd, want hy kende geen zorgen. Hij had slechts tot taak de allereerste sterren der wereld te engageeren. Het 45ste seizoen van de Opera b.v. werd met Puccl- ni's „Turandot" geopend. De vierhonderd meest voor aanstaande families waren aanwezig. ..Het gouden hoef- yzer", de halve kring van loges der dollarwnillionnalrs, straalde ln volle pracht. Er zaten 3600 menschen in de toeschouwersruimte en verder woonden 600 staande de voorstelling bij. Op het tooneel waren 11 sterren, 300 zangers, 50 koorknapen, 90 balletdansers en 30 musici. Beneden ia het orkest volgden 200 oogen den staf van den diri gent. De grootste Amerikaansche tooneel-architect Joseph Urban had voor de decors gezorgd, Jeritza ver tolkte Turandot en Glacomo Dauri Volpl den prins Calaf. De trots van het Huis, zyn wereldroem om zoo te zeggen, is zyn ensemble. Albert Niemann heeft hier gewerkt en Lilly Lehmann, Camso, Destinn en Wal ker, Schaljapln en Hempel. Toen in Europa reeds het spook van de Opera-crisis rondwaarde, was de Metrol politan-Opera de gevaarlyke magneet voor Europa's beste operakrachten. Hier was nog een gelukkig eiland, dat niets wist van verminderde gages, enz. Toen de Opera-crisis ook in de Vereenigde Staten zich deed gelden, publiceerde de Metropolitan-Opera een trotsche lijst met de beroemdste mannen: dat had uitwerking! Weer reed de lange rij van auto's voor. Twee negers in het rood openden de deuren. Uit eiken wagen steeg een ln rok gekleed heer met hoogen cyllnderhoed en minstens een „groot toilet". En dan nam de mode- pracht plaats, ongeduldig wachtend op de pauze, waar op het toch eigenlijk aan kwam. In het programma boekje waren alle loge-eigenaars nummeragewyze met volledigen naam aangegeven. In de wandelgang van den eersten rang zijn de ruimten van de Metropolitan- Opera-Club", die de Opera onderhoudt en haar milli- oenen-deficits dekt. Om lid te kunnen worden, moet men minstens een millioen dollars bezitten. Zeer veel milliardairs, die er heel wat voor zouden geven om lid te worden, zullen dezen wensch nooit verwezen- ïykt zien, daar allen, wier rijkdom of persoon op een of andere wyze aanleiding tot bezwaren geven, voor altyd van het lidmaatschap dezer aanzienlijke club biyven uitgesloten. Moeilijkheden. Reeds einde 1931 mompelde men in ingewijde krin gen en de Broadway is altyd ingewyd van finan cieels moeilijkheden in het beroemdste Operagebouw ter wereld. Het werd bekend, dat de Metropolitan- Opera zonder hulp niet verder bestaan kon. Sinds de groote Wallstreet-beurskrach hebben talryke abonné's hun plaatsen van de hand moeten doen. De vast ver bonden zangerB en musici toonden zich de traditie van het huis waardig; vrijwillig hebben zij een deel van hun inkomen laten vallen, teneinde de Opera voor sluiting te bewaren. Maar ook dat was niet voldoende. Het bezoek verminderde sterk. Het was een senatio- r.eele gebeurtenis in het theaterleven van New-York, toen er van een verlaging van de entréeprijzen sprake was. De Metropolitan-Opera zou een populaire Opera, een theater voor iedereen worden. Onmogelyk, zeggen zy, die een daling van het peil vreeze'n; anderen willen meer rekening met de realiteit houden, om niet alles te verliezen. Intusschen trokken zich twee geldgevers terug, die zich de luxe om voor Maecenas te spelen, niet langer konden permitteeren. Een nieuwe vond men voor hen niet! Wanneer inderdaad de financleele borgen zullen besluiten, de Opera te laten voortbestaan, dan zullen zeer zeker de entréeprijzen en de abonne menten voor de loges radicaal verlaagd worden. Het nieuwe seizoen zal bovendien echter afhangen van de geneigdheid van de kunstbeschermers om voor »een speeltyd van drie maanden een garantiefonds van ruim 8 ton te stichten. Kart verhaal ALS hü vrijkomtU weet het evengoed als ik. Joan Burnier boog zich naar de jonge vrouw toe, die onbeweeglijk voor zich zat te staren. Zij week onwillekeurig terug, met afkeer. O, zij doorzag hem! Hem en zyn vriend Ganco. dat ma gere, laffe, kleine mannetje met zijn vaal gezicht. Zij had die beiden altijd doorzien, met vrouwelijke intuïtie en zij had haar man honderden malen voor 'hen gewaarschuwd. Maar Pierre had niet willen luisteren. Zwak van nature, als hij was. liet hij zich inpalmen door den sluwen Ganco en den joviaal- doenden Joan Burnier. En toen hij zich, door hen, in die gevaarlijke zaak had laten trekken, lieten zij hem niet alleen in den steek, toen het misliep, doch het was zelfs op hun getuigenis dat hij de vier ja ren gevangenisstraf had gekregen, die nu over een week voorbij zouden zijn. En toch had Jean Burnier, een maand geleden, de brutaliteit gehad bij haar t9 komen en geld ter leen te vragen. We moeten weg, Gance en ik, had hy gezegd, Pierre zal ons vermoorden, als hij vrijkomt. Dat wilt u toch niet? Het is Uw eigen voordeel als U ons helpt. Zij had het geld gegeven,. Pierre was de va der van haar twee kinderen, dat kon zij niet ver geten, al was haar liefde voor hem gestorven. Zij wilde, zooveel zij kon hem helpen een nieuw leven te beginnen. Met ha.ar bcetie spaargeld bij zich, zou den zij vertrekken, ver wet. Maar de twee schurkeD hadden het geld opge maakt, dat zij hem had gegeven en nu zat Jean daar weer, met zijn onbeschaamde openhartigheid en zei: We moeten minstens 12.000 francs hebben om naar Australië tc kunnen vluchtenals hij ons "vindtje wilt den vader van je kinderen toch niet aan de guillotine zien sterven? Zij wist. dat hij gelijk had: als Pierre die beiden vond, waren ze verloren en hij eveneens. Toen hij de gevangenis inging, had hij slechts gezegd: „Ze zullen het me betalen, al moet het me m'n leven kosten!" Zooals meer zwakke en goedgeloovige menschen was hij, eenmaal tot woede gebracht, tot alles in staat, bloeddorstig als een tijger, vasthcudend en onverzettelijk. Daarbij was hij een ware reus, met handen als mokers, wien het inderdaad kinderspel "ou zijn, die beiden te vermorzelen. Het is nog niet eens voor mijik kan me verdedigen, pleitte Burnier, maar die arme Gance, zijn hart is zwak en hij leeft in voortduren- den angst. Ik schiet hem neer. als hij een hand naar me uitsteekt, uw man. dat kan ik u wel zeggen wettige zelfverdediging. Het is chantage, die U pleegt op me! Wat blijft ons anders over? Ze steunde het hoofd in de handen. Ze kon het geld misschien krijgen van familieleden, maar welke toekomst ging zij dan met de kinderen tegemoet? Ik zal het U brengenover een paar dagen... zei ze met zwakke stem. Hij trok een ontevreden gezicht. Waarom over een paar dagen? Zij antwoordde vastbesloten, walgend van dien man: Vrijdagavond zal ik het U brengen. Zaterdag zou Pierre vrijkomen. Zijn straftijd was verkort, wegens goed gedrag. Ze wist, dat de beide lafaards dan tenminste werkelijk zouden vluchten en haar niet nog eens bedriegen. Burnier merkte wel. dat zij onverzettelijk beslo ten was en ging weg, na nogmaals ie hebben ge zegd: U weet dat hij ons zal vinden als we geen geld hebben om ver weg te gaanen wat de ge volgen zullen zijn. Toen hij ver weg was, liet de arme vrouw het hoofd in de handen zinken en schreide. Het leven zou ondragelijk worden met een man, verbitterd door machteloozen haat, zonder geld, in schulden, maar zij verdrong die gedachten, verdrong den hei- melijken wensch: kwam hij maar nooit terug. Al léén met de kinderen geholpen door haar familie, die haar slechts verder wilden heipen als zij zich van Pierre liet scheiden, zou zij een nieuw leven kunnen opbouwenmaar zij mocht den vader van haar kleintjes niet in den steek laten. In de eerste plaats moest zij hem beletten, een nieuwe misdaad te begaan Om hèm, doch ook om de kinderen, die den smet zouden moeten dragen, dat hun vader een moordenaar was! En toen de Vrijdagavond kwam. had zij het geld en begaf zich op weg naar Jean Burnier. Ze voelde zich nu gelaten en dof hopeloos Morgen kwam Pierre. Ze huiverde terug voor dat weerzien. Ze wist, dat hij vier jaar lang gedroomd had van wraak. Hoe zou hij het dragen als hij merkte, dat die beiden ontkomen waren? Zou hij ooit weer een normaal mensch kunnen worden? Ooit weer wer ken, liefhebben, vroolijk zijn als anderen? Hij had haar zelden geschreven en bij haar trouwe bezoe ken was hij stil, vroeg slechts naar de kinderen en scheen vervuld van zijn eigen gedachten. Ze had zijn oogen steeds somberder en dreigender zien worden bij elk bezoek, zijn mond verbetener, zijn gezicht doorgroefd, zijn haar vergrijsd, op zijn vier- en-dertigste jaar. Maar hij behield zijn gestalte van Hercules, zijn gevaarlijke handen, zijn oer-kracht. Hij was bekend in de gevangenis om die kracht en deze kracht, losgelaten op een doodsvijand, moest, een vernielend wapen zijn. Gance en Burnier wachtten op haar. Zij zaten dicht bij de Kachel. Rond hen stonden koffers gepakt, voorzien van labels, alles was gereed. Zij hadden enkel nog het geld noodig, om te kunnen gaan, een passage op een boot nemen, vèr weg te vluchten Jean hield zich onverschillig. Hij was even bang als zijn makker, maar verborg het krampachtig. Terwijl hij aan een sigaar zat te trekken, dook Gance weg in een leunstoel, terwijl zijn schichtige oogen ronddwaalden, in alle hoeken spiedden en soms een zenuwachtige rilling door zijn lichaam liep. Het is laat, fluisterde hij eindelijk. Ze zal heusch wel komen, antwoordde Jean on geduldig. En als ze niet komt? Of, te laat? OfZijn handen bewogen gejaagd, hij trilde nu over zijn hoe- Ie lichaam. Hij zal me vermorzelen, met één hand, als een vlieg, fluisterde hij en zijn tanden klapperden. Hij zal niets, snauwde Jean, wij zijn weg. als hij vrijkomten voordat hij ontdekt heeft waar wij zyn. zitten we in veiligheid Maar ze komt nietze komt niet Man, hou op! schreeuwde Jean, sinds maan den maak je me gek met je lafheid. Het is nog geen tien uur, ze zal dadelijk wei verschijnen, haar fa milie zal heusch wel voor het geld zorgen, die heb ben het en willen geen nieuwe schandalen. En praat er nou alsjeblieft niet langer over! Wat is er! Hij keek onwillekeurig naar de deur, want de oogen van zijn vriend hadden zich akelig wijd open gesperd. Ererisiemand Als een schor steunen kwam het over de blau wige, weggetrokken lippen van Gance. Je bent gek! snauwde Jean onzeker of mis schien is zij Doch nog voordat hij had uitgesproken, zag hij zelf. dat de deurknop langzaam bewoog en dat toen langzaam, héél landzaam, de deur begon open te gaan. Gance, half opgericht in zijn leunstoel, staarde met uitpuilende oogen. Jean voelde een rilling over zijn heele lichaam gaan, maar hij beet de tanden op elkaar en haalde zijn revolver te voorschijn. De deur opende zich zoo geruischloos en zacht, als of een tochtje ze geleidelijk aan verder schoof en nóg hoopte hij op een degelijke, natuurlijke verkla ring. Pierre kón het immers niet zijn? Die kwam morgen pas thuis en wist niet eens hun adres en Doch toen de deur geheel en al open was kwam er een zonderling geluid uit Gance's keel Op den drem pel stond een Hercules-gestalte, wiens breede schou ders de deuropening vulden. Hij stond daar heel stil en uit zijn bleek, doorgroefd gelaat, staarden de oogen vreemd. Gance kreunde, trachtte zich op te richten en zak te toen in elkander. Jean richtte zijn revalver op de gestalte aan de deur. Ik schiet, schreeuwde hij, ik waarschuw je, ik schiet! Zijn stem sloeg over. Vreeselijker dan welke bedreiging ook, was de starre blik van den ander. Hij haalde de-trekker over en schoot. De man aan de deur deed langzaam een pas naar hem toe. Jean schoot nog een? en nog eensschoot zes kogels af op die gestalte en hij was bekend in de misdadigerswereld om zijn onfeilbaar-zeker tref fen. Doch de ander naderde en naderde, zonder zich te haasten Jean staarde naar hem, als gehypnoti seerd. Hij week achteruit met iederen stap, dien de ander nam. Tusschen hen in stond de tafel. Er was geen andere uitweg mogelijk dan door het venster. En steeds nader kwam de ander, zonder een geluid te geven, zonder een andere beweging dan dit stap voor stap naderen en het verschrikkelijke openen en sluiten van zijn reusachtige handenHij naderde en naderdenu was ook de tafel niet meer tus schen hen Pierre! steunde lean, Pierre...... Hij rukte het venster op en dat eene moment, waarin hij den ander zijn rug toekeerde, was vol holsche ontzetting. Hij greep een buis, die langs het huis liep en wilde zich later, afglijden. Maar de buis liet loshij viel, terwijl hij boven het ver schrikkelijke gelaat van zijn verschrikkelijken vijand zag neergebogenviel te pletter in de don kere straat beneden. Toen Pierre's vrouw bij het huis kwam, vond ze er een groote menigte en de politie. Men had het lijk van een man gevonden. Volgens getuigen was hij uit het raam geklommen en gevallen. Blijkbaar vluchtte hij voor iets. Boven vond men een tweede lijk: Ganco, gestorven aan hartverlamming, het gelaat nog verwrongen van een onnoemelijke ontzetting. Doch wat men niet vond, was de reden van den angst, die blijkbaar beide mannen in den dood had gedreven Pierre's vrouw vluchtte naar huis, de tasch met geld in beide handen geklemd. Pierrehet moest Pierre zijn...... maar hoe kon dat? Was hij een dag eerder vrijgekomen? Thuis zat zij aan de bedjes der kinderen en wacht te, huiverend en beangst. Zou hij komen? Zou hij die beiden hebben gedood, of hadden zij nog andere vijanden gehad? Den heelen nacht, zat zij, starend naar de gezichtjes der slapende kinderen. In den morgen schrikte zij door een kloppen op de deur. Buiten stond een man in uniform. De vrouw lende tegen den muur, al het bloed leek weg te vloeien uit haar lichaam. Werktuigelijk prevelde zij: „Ja", toen hij haar naam noemde. Ik heb een treurige boodschap voor. U, zei hij medelijdend, Uw man, die vandaag zou zijn vrijge komen, heeft gisteravond een ongeluk gekregen, om streeks tien uur. Hij struikelde o-er een paar treoV loen hij naar de binnenplaats ging en viel zoo gelukkig, dat hij den nek brakhij was d:> dood JOAN ERV-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 7