De Opera der Nabobs.
De geboorte van een modernen staat
Wraak
Leven en werk van
Moestafa Kemal Pasja
©ASPIRihelpf steeds
Tien jaren zjjn verloopen sinds de laatste
heersober van het huis Osman, de laatste
sultan van Turkije op een Engelsch oorlogs
schip uit zijn land uitweek, die sedert dien
tijd de geschiedenis van Turkije maakt, die
uit een ralddeleeuwsch, half barbaarsch land
een modernen staat wist te vormen. In deze
serie wordt verteld over leven en werk van
dezen man, van Moestafa Kemal Pasja.
1. De ondergang van het hnls Csman.
De November-nacht ligt over Yildiz-KIosk, dat „Ster
rentent" beteekent Geen lichtstraal dringt uit het ge-
Ibouw naar bulten. Dienaren bewegen zich over de bin
nenplaatsen en dragen lasten weg door een kleinen zij
ingang van het paleis van den sultan. In dit palels, in
een klein vertrek zit een gebogen grijsaard, stil en
apathisoh staart hij voor zich heen. Slechts de magere
gele vingers zijn voortdurend in beweging, spelen met
de roode tespi, met de kogeltjes van den Mohamme-
da&nschen gebedsketen. Naast hem zit een jonge vrouw
knap en verveeld Newsad is haar naam. In een hoek
ataat een jongeman, aan één stuk door sigaretten roo-
kend; nu en dan verlaat hij het vertrek, om spoedig
terug te keeren. rookend...
„Welnu, Ertogrul?"
„By het aanbreken van den dag..."
En opnieuw zwijgen de drie; de stilte wordt alleen
verbroken door het rinkelen van de tespi in de handen
van den grijsaard, die in diep gepeins verzonken is.
Als nu eerst de dag maar is aangebroken, als het le
ven er maar veilig afgebracht is, al is ook alles verlo
ren. Alles paleis, hoofdstad, land. volk en sultanaat.
Sultanaat? Hij is immers reeds geen sultan meer. geen
padisja; slechts het kalifaat, de geestelijke waardigheid,
hebben de opstandelingen te Angora hom gelaten en
tegelijk hebben zij tegen Allah's vertegenwoordiger op
aarde een aanklacht wegens hoogverraad ingediend. Zy
hebben het plan, hem voor een speciaal gerecht te bren
gen. En dat beteekent een doodsvonnis...
Met inspanning onderdrukt de oude man een al te
heftig sidderen van de handen. Nu, hy heeft zyn maat
regelen genomen; hy staat onder de bescherming van
Moestafa Kemal Pasja.
het machtige Britsche rijk. In de haven wacht een bar
kas, die hem naar het Engelsche oorlogsschip „Malaya"
zal brengen. Kwam de dag maar snel! Alles mogen zy
van hem nemen, maar het leven wil hy behouden...
Wat was dat? Heeft iemand geroepen? Kwam die
stem van buiten of steeg ze op uit zyn beangstigde
borst? „Maghroelanma! Padisjahi 9©rden boeyoek Allah
war!"
De grysaard buigt het hoofd. Het was een herinne
ring, de traditioneele roep. waarmee men ook hem by
zyn kroning begroette: „Word niet hoogmoedig, o, Pa
disja! Allah is grooter dan gy!"
Allah Is grooterAllah heeft gewild, dat, na een
heerschappy van zeven eeuwen, het trotsche huis Os
man voor goed is ondergegaan. Osman de Eerste, zoo
heette de stamvader, die het Huis zyn naam heeft ge
geven, de eerste, die den titel van Sultan droeg en
die den bynaam „El Gasi", de Overwinnaar, verwierf.
De lippen van den grysaard beginnen met koortsach
tige snelheid te bewegen; zyn het vloeken, die hy uit
spreekt, of ^jbeden? Dat woord „El Gasi" herhaalt
hy telkens waer: voor de moede, treurige oogen van
den oude duikt een gelaat op: gebruind, strak, onver-
biddeiyk. Dat U hy, de generaal daar in Angora, aan
wien de zoogenaamde Nationale Veragdering dictato
riale macht heeft opgedragen; dat is de rebel, die den
sultan en zyn huls ten val heeft gebracht, die niet
alleen In Anatollë, maar in het geheele ryk den naam
„El Gasi", den eerenaam der sultans, heeft gekregen.
Dat ls Kemal Moestafa Pasja, die het waagt, geheel
Europa weerstand te bieden, die uit ruinen een nieuwen
staat wil opbouwen. Hy heeft den grysaard den ge
nadeslag gegeven; hy heeft de Nationale Vergadering
gedwongen, het Kalifaat los te maken van het Sulta
naat, en den vroegeren sultan wegens hoogverraad aan
te klagen. Hoe heeft de vermetele In de beslissende by-
eenkomst van de Vergadering niet geschreuwd: „De
souvereiniteit wordt niet overgedragen, maar ver
overd. Vroeger heeft het huis Osman haar veroverd,
thans de natie!" De huichelaar! Wat beteekent dat,
de natie? Voor zichzelf elscht Kemal Pasja alle macht
op. Heden dictator morgen sultan.
Is hetzelfde nog niet eens voorgekomen, in Europa,
in Frankrijk? Toen was het Napoleon, nu is het Moes
tafa Kemal
De rechterhand strekt zich tastend uit naar New
sad, die voor eenlge jaren nog niets meer was dan
de knappe dochter van een tuinier daarna de li&*
vellngsvrouw van den padisja, en thans een vluch
tende evenals de padisja, evenals Ertogrul, zijn
zoon. Maar de vrouw ontwijkt de zoekende hand. Ver
laten hem dan allen? Ook zij? Wat biyft hem dan
over? Het leven, het gewichtigste! Leveii! Voortaan
onder Britsche bescherming. Het zy zoo. Allah's wil
geschiede
De dag brak aan. Tegen het einde van November
1922 vluchtte de laatste sultan, Wahededdln, opvolger
van Mohammed V, na eerst vier jaren tevoren als
reeds oud man den Turkschen troon te hebben bestegen,
uit Ylldlz-Kiosk. Hy bereikte de wachtende barkas en
het Engelsche oorlogsschip „Malaya", zonder dat zyn
vlucht werd opgemerkt.
Dat was de ondergang van het huis Osman en van
het Turksche sultanaat. Eindelijk was de weg vrij
voor de vorming van een nieuwen Turkschen staat;
één van de moeliykste staatsrechteiyke opgaven, die
de nieuwe geschiedenis kent, was hier opgelost: de
opbouw van den nationalen eenheidsstaat uit de puln-
hoopen van een ineengestorte absolute monarchie.
De laatste sultan vond oorspronkelijk onderdak op
Malta, zocht daarna tevergeefs hulp en bescherming by
Koning Hussein te Mekka en stierf weinige jaren later
te San Remo.
De val van het huis Osman is een mijlpaal op den
ontwikkelingsweg van den modernen staat, als hoe
danig wy het Turkye van heden hebben te zien. Het
oude Oosten, dat gedurende de geheele negentiende
eeuw en in het begin van de twintigste vaak een be-
belangrijke rol speelde In Europa's geschiednis, Is daar
mede verdwenen. Het begrip „Oosten" heeft een an
dere gedaante gekregen. De geboorte van dezen nieu
wen staat is een gewichtig stuk geschiedenis uit het
naaste verleden, dat echter nog zeer weinig bekend is.
Dat stuk geschiedenis zou er niet zyn zonder dien
eenen naam, zonder den „Gasi" Moestafa Kemal de
beroemde figuur, van welke men toch zoo weinig
weet. Wie is deze man? Wat was en is zyn werk?
De beantwoording van die vragen hebben we ons in
deze artikelen-serie tot taak gesteld.
Een der nieuwste crlsls-oifers ls de beroemde
Metropolltan-Opera te New-York.
Groote weelde, maar konde pracht.
Een eigen schepping der Ame-
rikaansche geldmagnaten.
Op geld kwam het
niet aan, totdat op
eens de beurskrach
in Wallstreet
kwam.
De Metropolltan-Opera in New-York is van buiten
gezien in het geheel geen elegant theater. Grauw ligt het
tusschen de gebouwen van de 39ste straat, een oud-
theater. dat men zelfs in New York dringend door een
modern zou willen zien vervangen. Oo-k de toóneelzaal.
zij moge in haar afmetingen zeer zeker sensationeel zijn.
munt niet bepaald uit door smaak en cultuur. Het pla
fond ls met gouden pleisterwerk overladen een groote
weelde, maar een koude pracht. Zooals bekend is, is deze
Opera de eigen schepping der Amerikaansche geldmag
naten. De 35 parterreloges waren van den beginne af
voor de dollar koningen gereserveerd, die ieder 30.000
dollar a fond perdu stortten. Tot aan het uitbreken van
den oorlog konden de aandeelhouders met gereóhtvaar-
digden trots er op wyzen, dat sinds de eerste opvoering
slechts vier loges van bezitter gewisseld hadden.
Trouw zb'n allen byeengebleven. trouw in vreugde en
leed hebben zij de geweldige groote sommen van het
jaariyksche deficit gedekt uit ..muzikaal traditiegevoel"
zooala in de Amerikaansche pers het gebruikelijke slag
woord luidt. De 30.000 dollars heeft geen mensch by de
stichting als kapitaalinleg beschouwd. De rente er van
was van meer geestelyken, men mag zeggen van meer
gevoeligen aard. Zij lag ln de voldoening, in kunstzin
nig opzicht Amerika den weg te wyzen. een zeker kunst
niveau in het land waar de dollar regeert, te handhaven.
Dat bleef tot het begin van de crisis zoo. Wanneer ook
uit dit „nationale offer" nooit eenig dividend was te
halen, zoo lag zijn waarde toch daarin, dat het bezit
van een loge ln de Metropolitan-Opera documenteerde,
dat men tot de allereerste kringen behoorde. De loge
eerst geeft Iemand toegang tot die kringen. Uit dit oog
punt is het dan ook te begrijpen, dat b.v. in het jaar
1928 Vanderbllts parterloge voor 200.000 dollars aan den
financier Brewster verkocht is.
In dit Operagebouw is nooit spaarzaamheid betracht
Men heeft altyd een beetje boven zyn kracht geleefd;
de eerste zangers en dirigenten der wereld traden te
gen vorstel yke gages op, die geen enkele Opera ter we
reld ooit overtreffen kon.
In New York beteekent de eerste voorstelling ln de
Metropolitan-Opera de opening van het seizoen. Op de
zen avond ontbreekt geen enkel vooraanstaande figuur
van de groote familiën, als daar zyn: Astor, Gould,
Macay. Morgan. Vanderbilt. Kahn, Loeb, Harriman,
Rockefeller. Het is een waaraohtig sprookjesrijk, dat
SPIER-*
als gevolg
van kqQvallen
Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbuisjes ven
20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabt. 10 ets.
hier opdoemt. Want de kwesties, die anders het burger-
lyk leven beheerschen en tot in de loges der Operage
bouwen hun schaduwen werpen, spelen hier geen enkele
rol. De strijd om het bestaan, de sociale nood, maken
voor de poorten van dit Operagebouw halt, want hier
zijn enkele families, die een staat voeren, die grooter is
dan die van menig rijk en die met hun vermogen de
schulden van vele grootmachten kunnen betalen, zon
der dat zij daardoor tot den bedelstand zouden worden
gebracht. Nog in het jaar 1929 schatte men het ln de
loges en in het parket aanwezig zijnde vermogen op
ruim 50 milliarden. De theaterdirecteur Casazza was de
gelukkigste man van dien tyd, want hy kende geen
zorgen. Hij had slechts tot taak de allereerste sterren
der wereld te engageeren.
Het 45ste seizoen van de Opera b.v. werd met Puccl-
ni's „Turandot" geopend. De vierhonderd meest voor
aanstaande families waren aanwezig. ..Het gouden hoef-
yzer", de halve kring van loges der dollarwnillionnalrs,
straalde ln volle pracht. Er zaten 3600 menschen in de
toeschouwersruimte en verder woonden 600 staande de
voorstelling bij.
Op het tooneel waren 11 sterren, 300 zangers, 50
koorknapen, 90 balletdansers en 30 musici. Beneden ia
het orkest volgden 200 oogen den staf van den diri
gent. De grootste Amerikaansche tooneel-architect
Joseph Urban had voor de decors gezorgd, Jeritza ver
tolkte Turandot en Glacomo Dauri Volpl den prins
Calaf.
De trots van het Huis, zyn wereldroem om zoo te
zeggen, is zyn ensemble. Albert Niemann heeft hier
gewerkt en Lilly Lehmann, Camso, Destinn en Wal
ker, Schaljapln en Hempel. Toen in Europa reeds het
spook van de Opera-crisis rondwaarde, was de Metrol
politan-Opera de gevaarlyke magneet voor Europa's
beste operakrachten. Hier was nog een gelukkig eiland,
dat niets wist van verminderde gages, enz. Toen de
Opera-crisis ook in de Vereenigde Staten zich deed
gelden, publiceerde de Metropolitan-Opera een trotsche
lijst met de beroemdste mannen: dat had uitwerking!
Weer reed de lange rij van auto's voor. Twee negers
in het rood openden de deuren. Uit eiken wagen steeg
een ln rok gekleed heer met hoogen cyllnderhoed en
minstens een „groot toilet". En dan nam de mode-
pracht plaats, ongeduldig wachtend op de pauze, waar
op het toch eigenlijk aan kwam. In het programma
boekje waren alle loge-eigenaars nummeragewyze met
volledigen naam aangegeven. In de wandelgang van
den eersten rang zijn de ruimten van de Metropolitan-
Opera-Club", die de Opera onderhoudt en haar milli-
oenen-deficits dekt. Om lid te kunnen worden, moet
men minstens een millioen dollars bezitten. Zeer veel
milliardairs, die er heel wat voor zouden geven om
lid te worden, zullen dezen wensch nooit verwezen-
ïykt zien, daar allen, wier rijkdom of persoon op een
of andere wyze aanleiding tot bezwaren geven, voor
altyd van het lidmaatschap dezer aanzienlijke club
biyven uitgesloten.
Moeilijkheden.
Reeds einde 1931 mompelde men in ingewijde krin
gen en de Broadway is altyd ingewyd van finan
cieels moeilijkheden in het beroemdste Operagebouw
ter wereld. Het werd bekend, dat de Metropolitan-
Opera zonder hulp niet verder bestaan kon. Sinds de
groote Wallstreet-beurskrach hebben talryke abonné's
hun plaatsen van de hand moeten doen. De vast ver
bonden zangerB en musici toonden zich de traditie van
het huis waardig; vrijwillig hebben zij een deel van
hun inkomen laten vallen, teneinde de Opera voor
sluiting te bewaren. Maar ook dat was niet voldoende.
Het bezoek verminderde sterk. Het was een senatio-
r.eele gebeurtenis in het theaterleven van New-York,
toen er van een verlaging van de entréeprijzen sprake
was. De Metropolitan-Opera zou een populaire Opera,
een theater voor iedereen worden. Onmogelyk, zeggen
zy, die een daling van het peil vreeze'n; anderen willen
meer rekening met de realiteit houden, om niet alles
te verliezen. Intusschen trokken zich twee geldgevers
terug, die zich de luxe om voor Maecenas te spelen,
niet langer konden permitteeren. Een nieuwe vond
men voor hen niet! Wanneer inderdaad de financleele
borgen zullen besluiten, de Opera te laten voortbestaan,
dan zullen zeer zeker de entréeprijzen en de abonne
menten voor de loges radicaal verlaagd worden. Het
nieuwe seizoen zal bovendien echter afhangen van de
geneigdheid van de kunstbeschermers om voor »een
speeltyd van drie maanden een garantiefonds van
ruim 8 ton te stichten.
Kart verhaal
ALS hü vrijkomtU weet het evengoed
als ik.
Joan Burnier boog zich naar de jonge vrouw
toe, die onbeweeglijk voor zich zat te staren.
Zij week onwillekeurig terug, met afkeer. O, zij
doorzag hem! Hem en zyn vriend Ganco. dat ma
gere, laffe, kleine mannetje met zijn vaal gezicht.
Zij had die beiden altijd doorzien, met vrouwelijke
intuïtie en zij had haar man honderden malen voor
'hen gewaarschuwd. Maar Pierre had niet willen
luisteren. Zwak van nature, als hij was. liet hij zich
inpalmen door den sluwen Ganco en den joviaal-
doenden Joan Burnier. En toen hij zich, door hen,
in die gevaarlijke zaak had laten trekken, lieten zij
hem niet alleen in den steek, toen het misliep, doch
het was zelfs op hun getuigenis dat hij de vier ja
ren gevangenisstraf had gekregen, die nu over een
week voorbij zouden zijn. En toch had Jean Burnier,
een maand geleden, de brutaliteit gehad bij haar t9
komen en geld ter leen te vragen.
We moeten weg, Gance en ik, had hy gezegd,
Pierre zal ons vermoorden, als hij vrijkomt. Dat
wilt u toch niet? Het is Uw eigen voordeel als U ons
helpt. Zij had het geld gegeven,. Pierre was de va
der van haar twee kinderen, dat kon zij niet ver
geten, al was haar liefde voor hem gestorven. Zij
wilde, zooveel zij kon hem helpen een nieuw leven
te beginnen. Met ha.ar bcetie spaargeld bij zich, zou
den zij vertrekken, ver wet.
Maar de twee schurkeD hadden het geld opge
maakt, dat zij hem had gegeven en nu zat Jean
daar weer, met zijn onbeschaamde openhartigheid
en zei:
We moeten minstens 12.000 francs hebben om
naar Australië tc kunnen vluchtenals hij ons
"vindtje wilt den vader van je kinderen toch
niet aan de guillotine zien sterven?
Zij wist. dat hij gelijk had: als Pierre die beiden
vond, waren ze verloren en hij eveneens. Toen hij
de gevangenis inging, had hij slechts gezegd: „Ze
zullen het me betalen, al moet het me m'n leven
kosten!"
Zooals meer zwakke en goedgeloovige menschen
was hij, eenmaal tot woede gebracht, tot alles in
staat, bloeddorstig als een tijger, vasthcudend en
onverzettelijk. Daarbij was hij een ware reus, met
handen als mokers, wien het inderdaad kinderspel
"ou zijn, die beiden te vermorzelen.
Het is nog niet eens voor mijik kan me
verdedigen, pleitte Burnier, maar die arme
Gance, zijn hart is zwak en hij leeft in voortduren-
den angst. Ik schiet hem neer. als hij een hand naar
me uitsteekt, uw man. dat kan ik u wel zeggen
wettige zelfverdediging.
Het is chantage, die U pleegt op me!
Wat blijft ons anders over?
Ze steunde het hoofd in de handen. Ze kon het
geld misschien krijgen van familieleden, maar welke
toekomst ging zij dan met de kinderen tegemoet?
Ik zal het U brengenover een paar dagen...
zei ze met zwakke stem.
Hij trok een ontevreden gezicht.
Waarom over een paar dagen?
Zij antwoordde vastbesloten, walgend van dien
man:
Vrijdagavond zal ik het U brengen.
Zaterdag zou Pierre vrijkomen. Zijn straftijd was
verkort, wegens goed gedrag. Ze wist, dat de beide
lafaards dan tenminste werkelijk zouden vluchten
en haar niet nog eens bedriegen.
Burnier merkte wel. dat zij onverzettelijk beslo
ten was en ging weg, na nogmaals ie hebben ge
zegd: U weet dat hij ons zal vinden als we geen
geld hebben om ver weg te gaanen wat de ge
volgen zullen zijn.
Toen hij ver weg was, liet de arme vrouw het
hoofd in de handen zinken en schreide. Het leven
zou ondragelijk worden met een man, verbitterd
door machteloozen haat, zonder geld, in schulden,
maar zij verdrong die gedachten, verdrong den hei-
melijken wensch: kwam hij maar nooit terug. Al
léén met de kinderen geholpen door haar familie,
die haar slechts verder wilden heipen als zij zich
van Pierre liet scheiden, zou zij een nieuw leven
kunnen opbouwenmaar zij mocht den vader
van haar kleintjes niet in den steek laten.
In de eerste plaats moest zij hem beletten, een
nieuwe misdaad te begaan Om hèm, doch ook om
de kinderen, die den smet zouden moeten dragen,
dat hun vader een moordenaar was!
En toen de Vrijdagavond kwam. had zij het geld
en begaf zich op weg naar Jean Burnier. Ze voelde
zich nu gelaten en dof hopeloos Morgen kwam
Pierre. Ze huiverde terug voor dat weerzien. Ze
wist, dat hij vier jaar lang gedroomd had van
wraak. Hoe zou hij het dragen als hij merkte, dat
die beiden ontkomen waren? Zou hij ooit weer een
normaal mensch kunnen worden? Ooit weer wer
ken, liefhebben, vroolijk zijn als anderen? Hij had
haar zelden geschreven en bij haar trouwe bezoe
ken was hij stil, vroeg slechts naar de kinderen en
scheen vervuld van zijn eigen gedachten. Ze had
zijn oogen steeds somberder en dreigender zien
worden bij elk bezoek, zijn mond verbetener, zijn
gezicht doorgroefd, zijn haar vergrijsd, op zijn vier-
en-dertigste jaar. Maar hij behield zijn gestalte van
Hercules, zijn gevaarlijke handen, zijn oer-kracht.
Hij was bekend in de gevangenis om die kracht en
deze kracht, losgelaten op een doodsvijand, moest,
een vernielend wapen zijn.
Gance en Burnier wachtten op haar. Zij zaten dicht
bij de Kachel. Rond hen stonden koffers gepakt,
voorzien van labels, alles was gereed. Zij hadden
enkel nog het geld noodig, om te kunnen gaan, een
passage op een boot nemen, vèr weg te vluchten
Jean hield zich onverschillig. Hij was even bang
als zijn makker, maar verborg het krampachtig.
Terwijl hij aan een sigaar zat te trekken, dook
Gance weg in een leunstoel, terwijl zijn schichtige
oogen ronddwaalden, in alle hoeken spiedden en
soms een zenuwachtige rilling door zijn lichaam
liep.
Het is laat, fluisterde hij eindelijk.
Ze zal heusch wel komen, antwoordde Jean on
geduldig.
En als ze niet komt? Of, te laat? OfZijn
handen bewogen gejaagd, hij trilde nu over zijn hoe-
Ie lichaam. Hij zal me vermorzelen, met één
hand, als een vlieg, fluisterde hij en zijn tanden
klapperden.
Hij zal niets, snauwde Jean, wij zijn weg.
als hij vrijkomten voordat hij ontdekt heeft
waar wij zyn. zitten we in veiligheid
Maar ze komt nietze komt niet
Man, hou op! schreeuwde Jean, sinds maan
den maak je me gek met je lafheid. Het is nog geen
tien uur, ze zal dadelijk wei verschijnen, haar fa
milie zal heusch wel voor het geld zorgen, die heb
ben het en willen geen nieuwe schandalen. En
praat er nou alsjeblieft niet langer over! Wat is er!
Hij keek onwillekeurig naar de deur, want de
oogen van zijn vriend hadden zich akelig wijd open
gesperd.
Ererisiemand
Als een schor steunen kwam het over de blau
wige, weggetrokken lippen van Gance.
Je bent gek! snauwde Jean onzeker of mis
schien is zij
Doch nog voordat hij had uitgesproken, zag hij
zelf. dat de deurknop langzaam bewoog en dat toen
langzaam, héél landzaam, de deur begon open te
gaan.
Gance, half opgericht in zijn leunstoel, staarde
met uitpuilende oogen. Jean voelde een rilling over
zijn heele lichaam gaan, maar hij beet de tanden op
elkaar en haalde zijn revolver te voorschijn.
De deur opende zich zoo geruischloos en zacht, als
of een tochtje ze geleidelijk aan verder schoof en
nóg hoopte hij op een degelijke, natuurlijke verkla
ring. Pierre kón het immers niet zijn? Die kwam
morgen pas thuis en wist niet eens hun adres en
Doch toen de deur geheel en al open was kwam er
een zonderling geluid uit Gance's keel Op den drem
pel stond een Hercules-gestalte, wiens breede schou
ders de deuropening vulden. Hij stond daar heel stil
en uit zijn bleek, doorgroefd gelaat, staarden de
oogen vreemd.
Gance kreunde, trachtte zich op te richten en zak
te toen in elkander. Jean richtte zijn revalver op de
gestalte aan de deur.
Ik schiet, schreeuwde hij, ik waarschuw je,
ik schiet! Zijn stem sloeg over. Vreeselijker dan
welke bedreiging ook, was de starre blik van den
ander. Hij haalde de-trekker over en schoot. De
man aan de deur deed langzaam een pas naar hem
toe. Jean schoot nog een? en nog eensschoot
zes kogels af op die gestalte en hij was bekend in
de misdadigerswereld om zijn onfeilbaar-zeker tref
fen. Doch de ander naderde en naderde, zonder zich
te haasten Jean staarde naar hem, als gehypnoti
seerd. Hij week achteruit met iederen stap, dien de
ander nam. Tusschen hen in stond de tafel. Er was
geen andere uitweg mogelijk dan door het venster.
En steeds nader kwam de ander, zonder een geluid
te geven, zonder een andere beweging dan dit stap
voor stap naderen en het verschrikkelijke openen en
sluiten van zijn reusachtige handenHij naderde
en naderdenu was ook de tafel niet meer tus
schen hen
Pierre! steunde lean, Pierre......
Hij rukte het venster op en dat eene moment,
waarin hij den ander zijn rug toekeerde, was vol
holsche ontzetting. Hij greep een buis, die langs het
huis liep en wilde zich later, afglijden. Maar de
buis liet loshij viel, terwijl hij boven het ver
schrikkelijke gelaat van zijn verschrikkelijken
vijand zag neergebogenviel te pletter in de don
kere straat beneden.
Toen Pierre's vrouw bij het huis kwam, vond ze
er een groote menigte en de politie. Men had het lijk
van een man gevonden.
Volgens getuigen was hij uit het raam geklommen
en gevallen. Blijkbaar vluchtte hij voor iets. Boven
vond men een tweede lijk: Ganco, gestorven aan
hartverlamming, het gelaat nog verwrongen van een
onnoemelijke ontzetting. Doch wat men niet vond,
was de reden van den angst, die blijkbaar beide
mannen in den dood had gedreven
Pierre's vrouw vluchtte naar huis, de tasch met
geld in beide handen geklemd. Pierrehet moest
Pierre zijn...... maar hoe kon dat? Was hij een dag
eerder vrijgekomen?
Thuis zat zij aan de bedjes der kinderen en wacht
te, huiverend en beangst. Zou hij komen? Zou hij die
beiden hebben gedood, of hadden zij nog andere
vijanden gehad? Den heelen nacht, zat zij, starend
naar de gezichtjes der slapende kinderen.
In den morgen schrikte zij door een kloppen op
de deur. Buiten stond een man in uniform. De vrouw
lende tegen den muur, al het bloed leek weg te
vloeien uit haar lichaam. Werktuigelijk prevelde
zij: „Ja", toen hij haar naam noemde.
Ik heb een treurige boodschap voor. U, zei hij
medelijdend, Uw man, die vandaag zou zijn vrijge
komen, heeft gisteravond een ongeluk gekregen, om
streeks tien uur. Hij struikelde o-er een paar treoV
loen hij naar de binnenplaats ging en viel zoo
gelukkig, dat hij den nek brakhij was d:>
dood
JOAN ERV-