Interessante proeven SCHAGER COURANT Jan Klaassen Surcouf de kaperkapitein. zelf gemaakt Kleine acteurs aan draadjes.. Hebben jullie al wel eens een poppen kast gezien? Niet? En toch is dat aller aardigst. Op een klein tooneeltje, waarin men de groote theaters nabootst, spelen poppen! Echte houten poppen, ge kleed, zooals de rol liet vcreischt. Zij gaan zitten, buigen, krabben zich aan de neus, kortom zij doen, zooals echte, levende acteurs gedaan zouden hebben. Het leuk ste is het zoogenaamde Marionetten-the ater, waarin de kunstenaar, die de pop pen laat spreken (d.w.z. hij spreekt zelf 'voor hen met een telkens veranrierdende stem), de poppen aan lange draden houdt. Dit heeft het voordeel, dat de beenen van de -poppen nu ook zichtbaar zijn, hetgeen bij de poppen in de poppenkast meestal niet het geval is. Zoo'n Marionettenthe ater is niet eenvoudig! Denk je eens in: aan ieder gewricht, elleboog, schouder, knie, heup en zelfs hoofd heeft de pop een draad, waarmede de bewegingen geregeld worden. Trekt men aan de eene draad, dan draait het hoofd, aan de andere draad, dan gaat de hand omhoog trekt men aan den verkeerden draad dan tilt de pop een been op, inplaats van met het hoofd te knikken, enzoovoorts.... Je ziet wel het is werkelijk een kunst. In de eerste plaats al, wanneer men be denkt, dat goede marionettenspelers voor iedere pop soms twintig draden in de hand hebben, die zij slechts met twee han den besturen. Maar wij zullen het natuur lijk in den beginne niet zoo moeilijk ma ken. Van sigarenkistjeshout of triplexhout maken wij met een figuurzaak een aar dige Jan Klaassen, precies zooals onze teekening aangeeft. Zooals jullie ziet, zijn boven- en onderarmen, boven- en onder been apart uitgezaagd. Ook stevig karton is natuurlijk goed te gehruiken. Nu boren wij de verschillende gaatjes in de ledema ten en in de romp en bevestigen die draaibaar aan elkaar door middel van een stiftje met twee plaatjes, dat je in iedcren ijzerhandel kunt koopen. Nu heb ben we nog vier, ijzersterke, gladde dra den noodig in den beginne zullen wij die niet té lang maken. Die bevestigen wij zooals de teekening het aangeeft met een klein gaatje aan de teenen en de vingers. Onnoodig te zeggen, dat wij Jan Klaassen van te voren prachtig beschil derd hebben, natuurlijk aan beide kanten! Je zoudt hem b.v. eerst met wit papier knnen beplakken en dat beschilderen. Een rood jasje, zwarte hoed met gouden rand, gouden knoopen, blauwe broek, gele kousen prachtig! Nu nemen wij in iedere hand twee dra den en passen goed op, dat de draden over wijs- en middelvinger loopen. In de linkerhand nemen w ij de draden van het linkerbeen en den linkerarm van Jan Klaassen, in de rechterhand dito van de rechterzijde. Nu trachten wij Jan Klaas sen eens te laten marchecren. Steeds het eene been na het andere voortbewegen, waarbij de tegenovergestelde arm in actie komt. Steeds het eerie been na het an dere voortbewegen en dat is geen ge makkelijk werkje, dat zal je zien. En als je daarin een zekere handigheid hebt ver kregen, mag je eens probeeren hem te la ten liggen, zitten, opstaan, groeten, bui gen, enzoovoorts. En dan komt het oogenblik, waarop wc een klein versje gaan maken, waarbij Jan Klaassen zijn kunsten zal vertoonen. Daar moet je je groote broer of vader maar eens voorspannen, want dat moet iets heel bijzonders worden! Je zult beslist plezier erin krijgen. Het avontuur met de „Queen Elizabeth' door Johan Sluis. Vele jaren geleden doorkruiste Sur couf, de Franschc kaperkapitein uit Saint-Malo, de ree en viel onbeschroomd al de Engelsche schepen aan, die hij ont moette. zonder zich te laten afschrikken door de belangrijkheid van hun beman ning of het groote aantal kanonnen, dat ze aan boord hadden. Zoo gebeurde het dat hij op zekeren dag de „Queen Elisabeth" aanviel, een Engelsch fregat' met tachtig kanonnen, waarover Edward Grason, zoon van een der grootste lords van Engeland, Jict bevel voerde. Grason twijfelde niet of hij zou het kapersschip in enkele oogenblikken kort en klein hebben geschoten, doch het re sultaat was heelemaal anders. De drie master van Surcouf boorde zijn voorste ven in de flanken van het Engelsch schip en de zeeschuimers klauterden lenig als katten op het dek van het fregat en be gonnen daar een woeste moorderij. Er kwam een oogenblik, waarop slechts een veertigtal Engelschen waren overgebleven, waaronder zich ook kapi tein Grason bevond. Deze gaf een teeken aan zijn mannen, die zich onmiddellijk terugtrokken en hij stapte naar Surcouf toe, brak zijn degen over zijn knie in twee stukken en wierp ze voor de voeten van den kaper kapitein neer: Hier, sprak hij, ik geef me over.... Spaar het overige van mijn mannen. Surcouf springt uit het raam. Surcouf gaf aan zijn mannen een kort bevel en de bandieten schaarden zich achter hun hoofdman, wachtend op nieu we orders. Goed, sprak Surcouf. Maar zeg me eens, wat ge zoudt gedaan hebben, zoo gij de overwinnaar waart geweest? Ik zou u allen opgeknoopt hebben, zooals het voor bandieten past! siste ka pitein Grason woedend. Om u te toonen, dat ik die terecht stelling voor een volgende ontmoeting niet vrees, schenk ik u de vrijheid, ant woordde Surcouf. En zich tot de Engelsche matrozen wendend, vervolgde hij: Gij daar, mannen, laat de booten in zee en verlaat het schip! Tien minuten later was alles klaar en Surcouf noodigde met een voornaam ge baar kapitein Grason uit ook plaats te nemen in de sloepen. De Engelschman, bleek van woede om de beleedigende wijze, waarop de kaper hem behandelde, gehoorzaamde zwij gend. doch met het vaste voornemen zich eens te wreken! Surcouf bracht een gedeelte zijner be manning aan boord van het vijandelijk schip, dat den weg naar Pondichery in sloeg. terwijl de sloepen met de Engel schen naar Calcutta voeren. Na hier zijn wedervaren te heb ben verteld, smeekte Grason, hem het middel aan de hand te doen om wraak te nemen. Hoe groot was de vreugde van den jongen kapitein, toen hij zes maanden later vernam dat zijn doodsvijand, door Engelsche fregatten aangevallen, een bloedige nederlaag had geleden en op zijn leelijk gehavenden driemaster slechts had kunnen ontsnappen, dank zij de duisternis van den nacht. Grason gaf bevel de kust nauwkeurig te bewaken en loofde een premie uit aan dengene, die hem zou kunnen zeggen, waar Surcouf ontscheept was. Enkele dagen later kwam een der spionnen van lord Grason zijn meester vertellen, dat Surcouf zich te Calcutta, bij een scheepsbouwer bevond, waar hij waarschijnlijk over den aankoop van een nieuw schip aan 't onderhandelen was. Lord Grason. uitzinnig van vreugde om dit goede nieuws, wierp den spion zijn beurs met geld toe en gaf aan een vijftigtal soldaten bevel, Surcouf bij den scheepsbouwer aan te houden. Surcouf, die inderdaad verplicht was geweest zich een nieuw schip aan te schaffen, bevond zich bij een scheeps bouwer, met wien hij reeds meermalen in betrekking was geweest en juist op het oogenblik, dat hij hem den overeengeko men prijs wilde betalen, stormde het legertje Engelschen binnen en werd de kaperkapitein gevangen genomen, on danks zijn verwoeden tegenstand. Hij werd naar lord Grason gebracht, die hem grinnikend toesprak: Ik geloof dat ge ditmaal kennis zult maken met den strop, dien ge reeds zoo lang verdiend hebt, Surcouf! Pas had lord Grason deze woorden1 uitgesproken, of hij zag Surcouf met een plotselige, onvoorziene beweging de* twee soldaten wegduwen, die hem be-< waakten, en nog vóór iemand van zijn' verbazing bekomen was, had de kaper-{ kapitein een openstaand raam bereikt en wipte erdoor den tuin in, die het gebouw omringde. Achter hem aan! Haal hem in, gilde lord Grason. Duizend goudstukken voor wie hem terugbrengt! Maar Surcouf, die in den tuin ge sprongen was op het oogenblik dat deze geheel verlaten was, werd in zijn vlucht niet tegengehouden en nog vóór de En gelsche soldaten goed en wel het gebouw verlaten hadden, was de kaperkapitein reeds ver weg. Na een vlucht van drie uur bereikte Surcouf een boschje. waarin een zestig tal mannen hem afwachtten. Dat was alles wat hem nog van zijn talrijke bende overbleef, na het verwoede zeegevecht, dat hem zijn driemaster had gekost. De mannen wisten hem te vertellen, dat een smokkelaarsschip niet ver van daar geankerd lag en de smokkelaars reeds meer dan een uur de boot verlaten hadden. Meer dan waarschijnlijk waren ze op weg om hun smokkelwaar te gaan halen. Slechts een tiental bevinden zich nog aan boord, sprak een der mannen van Surcouf, die het schip heimelijk was gaan bespieden. Goed! Óp weg dan! gebood Sur couf. We zullen de sloepen van de smok kelaars gebruiken om het vaartuig te bereiken. 1. Hoe groot is de lichtsterkte van de. electrische gloeilamp? Nu. zal je zeggen, dat is niet moeilijk te beantwoorden; want dat kan men op het bolletje lezen. Door een eenvoudige proef kan men dit zelf ook vaststellen. Achter een recht staafje plaatst men een blad wit papier, zooals onze afbeelding te zien geeft, en een brandende kaars. Het ingeschakelde gloeilampje wordt heen en weer gescho ven zóó, dat de schaduwen der beide lichtbronnen van gelijke kracht zijn. Nu is de lichtsterkte van de lamp om gekeerd evenredig aan het kwadraat van den afstand. Door een eenvoudige bere kening wordt de lichtsterkte der lamp dus aangegeven. Lord Grason zint op wraak. Samen met zijn mannen liep hij naar de kust, waar zij een zestal sloepen vonden. Ze sprongen erin en roeiden met krachtige armbewegingen naar het niet ver van daar geankerde schip. Ze verwachtten elk oogenblik ge weervuur van de smokkelaars te hooren knetteren, doch alles bleef stil. Pas had Surcouf den voet op den driemaster geplaatst of de tien achterge bleven matrozen kwamen naar hem toe en een hunner sprak: Wij hadden u harkend en daar het bestaan van zeeroover ons meer toelacht dan dat van smokkelaar, willen wij gaar ne onder uwe leiding werken! (Volgende week het slot.) 2. De warmte-uitzetting van metaal kan men duidelijk aantoonen, indien me^ uit blik een spiraal snijdt, zooals afb. 2j te zien geeft. Houden wij de spiraal bo-( ven een brandende kaars, dan is de uit-, zetting duidelijk te zien. Bij koude trekt? 4e spiraal weer samen. 3. Hoe krijgt men een naald door een koperen munt? Wanneer men een naald* met een hamer door een munt wil slaan, zal men zeker weinig succes hebben, in dien men dit zonder eenige voorberei ding doet. Men neemt een gewone kurk. waar de naald eerst doorheen is geslagen, en zeti deze op een koperen munt, die weer op een houten onderlaag ligt. dan kan men gemakkelijk bewijzen, dat men een naai- naald door een koperen munt kan slaan. NAMEN. DIE JE KUNT KEEREN. Welke jongensnaam is omgekeerd het zelfde? En' welke meisjesnaam? •euu^ 'OJÏQ :6nissojdo TOMMIE, DE MUIZENPOES IS JARIG. Er was feest bij de familie Poes. Tommie, de kleine poes, was jarig. Moeder Poes had een I mooi schip voor Tommie ge kocht. Zij wilde het hem op den dag van zijn jaardag laten zoe ken. Ze zei tegen de twee broer tjes van Tommie: Dit is het cadeautje voor Tommie en dat ga ik in het schuurtje verbergen. I Maar niets vertellen hoor! Ik heb aan den meneer van het radio-kinderuurtje gevraagd om Tommie te feliciteeren en hem te ver tellen, waar het schip is geborgen. Toen besloten de twee poezebroertjes Tommie een poets te bakken. Straks bij het radio-kinderuurtje zouden zij naar het schuurtje gaan en met een wit beddelaken zich verkleeden als een spook. Al gauw kwam het kinderuurtje. Wat was die Tommie blij, toen hij zijn naam door den luidspreker hoorde. Maar hij was nog veelWfT7Z7/ blijer toen hij hoorde, dat zijn 1 .j. W/J/ W/// verjaardagcadeautje in het ij, schuurtje lag. Op een draf holde hij er heen. Maar o, wee, wat schrik! Daar stond een groot wit monster dreigende gebaren te maken. Tommie sprong van angst wel een halve meter in de lucht. Maar voordat Tommie nog wilde wegloopen hadden zijn broertjes l*2t laken al afge worpen en wenschten hem har telijk geluk met zijn verjaardag. 4. Hoe kan men twee glazen op elkan der zetten? Men neemt twee glazen, wier opening even groot is, zet in 't eene eene glas een brandende kaars en zet het andere er precies bovenop. De kaars ver bruikt de zuurstof en doet een ruimte ont staan, waarvan de lucht zeer verdund is zoodat de druk van buiten af de gla-» i zen vast op elkander perst 5. Gewoon schrijfpapier brandt niet, wanneer men het boven een kaarsvlam houdt. Het geheim hiervan is. dat men od de plaats waar de vlam is, boven op het papier een stukje zilverpapier legt (zoo als om chocoladereepen zit). Het zilverpapier neemt de grootste hitte tot zich, waardoor de warmte van het papier verminderd wordt en dit eerst, na langere verhitting gaat branden. 6. Een suikerklontje brandt pas, in-| dien men er een weinig cigarettenasch op strooit. Zonder deze catalytische wer king van de asch smelt de suiker slechts, indien men het klontje boven de kaars vlam houdt. I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 22