Woensdag 22 Februari 1933. SCHAGER COURANT. Derde blad. No. 9233 COÖPERATIEVE BROODBAKKERIJ EN VERBRUIKS- VEREENIGING „DE TIJDGEEST" TE WINKEL. geld verschijnt. Welke waarborgsom de winkelchef heeft gesteld en gaat voorts accoord met dc bczui- nigingsolannen. De heer Ten Hoorn de sprekers beantwoordende, deelt mede, dat het accountantsrapport een boekdeel is, dat n'.oeilijk is voor te lezen, doch het is ter in zage en kan desnoods thuis gezonden worden. De oorzaak van het bedanken van eenige leden is niet bekend, doch het is niet onmogelijk dat zij niet weten hoe de aansprakelijkheid is, en dan maar lie ver bedanken. Leden werven is tegenwoordig niet ge makkelijk. De kalenders konden niet in voldoende getal wor den betrokken en zoo zijn er enkelen zonder geble ven, doch een volgend jaar zal het beter gaan. Door den winkelchef is een waarborg gesteld van f 1000.Het in wichtpercentage is y2 't Is ge weest 0.59 doch daarvoor is deze chef niet aan sprakelijk te stellen. Brandstoffenloon werd hooger, omdat daarin is ge bracht transport in de Wieringermeer; de loonen worden niet afgedrukt i^ het jaarverslag, ter voorko ming van misbruik. De meerdere bestuurskosten zijn moeilijk onder ver schillende hoofden te verdeden, doch meerdere ver gaderingen en hoogero kosten der districtsvergaderin gen waren oorzaak van hoo.gere uitgaven. De kippen zijn opgeruimd. De grooterc voorraad is oorzaak dat de goederen- waarde der bakkerij hooger is. De hoogere transportkosten vinden haar oorzaak in grootere onderhoudskosten naarmate de auto's ouder worden, bovendien waren er meer auto's in bedrijf. Het meerdere gebruik van waterbrood is te zien als een teeken des tijds. Het is goedkooper, doch er wordt minder aan verdiend. In de onkosten banketbakkerij is begrepen ver mindering van waarde van pakmiddelen enz., en niet meer zooals vroeger verantwoord op den winkel. Voor den manufacturenhandel is heel wat gereisd moeten worden, omdat rechtstreeks uit de magazij nen wordt betrokken. Het Tijdgecstnieuws verschijnt niet geregeld; het is niet altijd noodzakelijk en er is niet altijd gelegen heid voor; een twee-maandelijksche uitgave zal mis schien beter voldoen. Spreker vraagt voorts den ledenraadsleden in hun wijken mede te werken tot het maken van de leden tot vol-vcrbruikers en den omzet mede te doen op voeren, dat zal een daad zijn, die cle Coop. ten goede komt. De voorzitter deelt mede, dat op de vraag om ook eens in de Wieringermeer te vergaderen en propa ganda te voeren, het antwoord zal moeten zijn, dat daarmede voorzichtig moet worden begonnen en het brengen van de coöperatieve gedachte zeer geleide lijk zal moeten plaats hebben. De heer Van Wijk acht publicatie der loonen geen bezwaar. Afgunst van enkelen, omdat er zijn die noT behoorlijk brood verdienen, moeten we boven staan. Het verslag wordt goedgekeurd. Uitkeering aan de leden. Het bestuur stelt voor tot uitkeering aan de leden van 5 voor het broodverbruik en 1 over het verbruik aan kruidenierswaren. De heer Keuris zegt niet met het voorstel te kun nen medegaan, er wordt te veel uitgekeerd. De heer Van Wijk waarschuwt tegen al te groote royaliteit en wenscht niet meer uit te keeren dan ont vangen is. De heer F. L. Bakker is er ook tegen. De heer J. de Rooij daarentegen zag gaarne de uitkeering gehandhaafd. De heer Ten Hoorn zegt, dat de opmerking van den heer Keuris juist is, afgaande op de statuaire ge- gegevens. is de uitkeering hooger clan de gemaakte winst, doch er zijn nog uitkeeringen van de Handels- kamer te verwachten, als aandeel in de winst en daardoor is het mogelijk. De heer Van Wijk zag deze extraatjes liever gere serveerd voor kwade posten. De heer Ten Hoorn acht het een verblijdend ver schijnsel dat de Coöperatie een zoodanige uitkeering nog kan doen. Het bestuursvoorstel wordt aangenomen. Verkiezing Bestuursleden. De aftrende bestuursleden M. Koorn te Nieuwe Nie dorp, J. Lont te Terdiek en S. Agena té Opmeer, zijn hij enkele candidaatstelling herkozen en verklaren zich bereid die herbenoeming aan te nemen. De heer P. Jensma heefl bedankt als bestuurslid, aangezien zijn werk niet toelaat de bestuursvergade ringen geregeld bij te wonen. De voorzitter zegt dat de heer Jensma een ambi tieus bestuurslid is geweest, doch zijn werk als direc teur cler Zuivelfabriek niet toeliet alle vergaderingen bij te .wonen. Spreker brengt gaarne een woord van dank aan den heer Jensma voor hetgeen hij voor de zaak heeft gedaan. Bij enkele candidaatstelling is in diens plaats be noemd de heer P. van Leijen te Sijbecarspel. Verkiezing Commissarissen. De aftredende commissarissen, de heeren C. Fabcr te Winkel, J. Schuurman te Opmeer en P. Blokker te Oude Niedorp, zijn bij jnkele candidaatstelling be noemd, en nemen die benoeming aan. Toelage Bestuursleden. In verband met een in de vorige vergadering ge dane toezegging, komt het bestuur thans met een voorstel. Het bestuur heeft zich van medebehandeling onthouden en geeft het woord aan den Raad van Commissarissen. De voorzitter van den Raad van Commissarissen deelt mede, dat de commissarissen komen met dc vol gende voorstellen: Voorzitter toelage I'200, blijft f200; Secretaris toelage f250, wordt f200; Vice-Voor- zitter toelage f200, wordt f150; presentiegeld leden van het dagelijksch bestuur af te schaffen. Daardoor zal een bezuiniging worden verkregen van f202.per jaar. Commissarissen bevelen dit voorstel aan. De heer F. L. Bakker vraagt of het bestuur daar mede aceoord gaat. Dc heer Van Wijk deelt mede het vorige jaar te hebben medegewerkt om tot dit voorstel te komen, en daarbij alle salarissen had bedoeld. Dc geschiedenis nagaande wijst spr. er op, dat vroeger alles belangeloos gedaan werd, toen kwam de tijd van hoogconjunctuur cn kwamen dc vergoe dingen. Er kwam een ledenraad, presentiegeld moest er wezen, wat blijft er over van het idealisme? Verle den jaar schenen d*1 belooningen eerder te kort dan te hoog te zijn, en nu verheugt het spreker dat com missarissen komen met een voorstel tot verlaging. De functie Van vice-voorzitter acht spreker niet van dien aard, dat hij geregeld deel moet uitmaken van het dagelijksch bestuur. De verlaging van den secretaris kan spreker zich niet direct voor verklaren, die krijgt na afloop het werk mede. Het presentiegeld voor de leden van den ledenraad van f3 kan spreker ook niet goedvinden en acht f 1.50 voldoende. De heer Posthumus meent, dat het wel voor f 1.50 kan, het presentiegeld voor den ledenraad acht spr. niet noodig, wel echter het betalen van verzuimen. Er moet ook nog wat uit liefde voor dc zaak worden gedaan. De heer P. Peetoom zegt, zich daarmede te kun nen vereenigen. De heer K. Keuris zegt. een andere mccning te heb ben. Idealisme hoopt spr. nog voldoende aanwezig te zien, doch dat sluit niet uit, dat zij die voor de coöperatie werk verrichten, daarvoor redelijk goed betaald dienen te worden en hoewel de Raad van Commissarissen dit beter kan beoordeelen, meent spr. dat de vergoedingen niet te hoog zijn en zal zijn stem niet aan het voorstel geven. Ook het presentiegeld voor den ledenraad acht spr. niet Ic hoog, aangezien meerderen werkverzuim hebben. Dc heer De Prée kan zich met het. voorstel ver eenigen. Het presentiegeld voor den ledenraad moet er zijn of niet en zoo ja, dan behoorlijk. Spreker zou echter de vergaderingen op Zondag willen hou den, en clan geen presentiegeld; de leden worden ge haald en gebracht en hebben niets te verzuimen. Andere leden verzetten zich tegen het vergaderen op Zondag. De heer P. Kort merkt op. dat vroeger toen er nog geen ledenraad was, en er ook geen presentiegeld was de leden ook kwamen. Dc heer W. Roggeveen meent, dat dc leden van buiten niet voor niets kunnen komen. De heer Ten Hoorn zet nader uiteen, dat de bc- stuurstoelagen van dien aard zijn, dat deze in ver band met hetgeen gevraagd wordt, niet te hoog zijn, en er voor hen zelf, met eenige tegenspoed van transportmiddelen h.v. wel geld bij zal moeten. Spr. gelooft ook niet dat de Raad van Commissarissen met een voorstel tot verlaging* zou zijn gekomen, als, in de ledenvergadering geen Stemmen in die rich ting waren geuit. De heer F. L. Bakker zegt, ook niet voor verla ging te zijn, doch vraagt zich af, of de verhouding tusschen de vergoeding voor voorzitter en vice-voor- zitter wel juist is. t De Voorzitter deelt mede, dat dit destijds is ontstaan toen de heer Kriek nog vicc-voorzitter was en veel aan de zaak kwam. Vervolgens zegt cle Voorzitter, dat het bestuur met het voorstel van Commissarissen meegaat, niet dat die paar honderd gulden de zaak zullen redden, ook niet omdat het er wel voor kan, wanneer het geval zich zou voordoen, dat een arbei der tot deze functie geroepen werd. kon het lang niet een zaak als deze, vraagt van het bestuur een groote verantwoordelijkheid. Allereerst brengt Voorzitter in stemming bet voor stel van Commissarissen betreffende cle toelagen aan de leden van het Dag. Bestuur. Met slechts enkelen tegen wordt dit aangenomen. Vervolgens het presentiegeld aan bestuursleden en commissarissen. Blijft onveranderd. Daarna presentiegeld leden ledenraad. De heer De Prée wenscht dit af te schaffen en op Zondag vergaderen. Ledenvergadering op 18 Februari 1933, des namid dags, in de zaal van den heer R. Laan. De voorzitter opent de vergadering, en spreekt er zijn tevredenheid over uit, dat zooveel leden zijn op gekomen slechts enkelen zonden bericht van ver hindering. In zijn openingswoord wijst spreker er op, dat het zakenleven moeielijke tijden doormaakt., zoo zelfs dat velen de vraag doen om Regeeringssteun en hoewel de coöperatie ook die tijden doormaakt, is dit nog niet noodig geweest. We moeten echter een beroep doen op onze leden om trouw te blijven aan hun zaak. Het bestuur heeft de volle medewerking gehad van het personeel en als in de toekomst nog meer interne aangelegenheden zullen moeten geregeld worden, lioopt spreker ook dan en zoo mogelijk nog meer op hun Interesse te mogen rekenen en niet tevergeefs 'n beroep op hen zal worden gedaan. Spreker schildert de schrille tegenstelling van te veel, dat wordt vernietigd aan den eencn kant, b.v. in Denemarken voor duizenden aan kostbaar vee ei* groote behoefte aan den anderen kant, zonder dat zij het kunnen bereiken, 't Is of de wereld op z'n kop staat onrust en oorlog De Coöperatie is ech ter een organisatie van den vrede cn laat men dit uit dragen en onze bijeenkomst staan in het teeken des vredes: Dc notulen der vorige vergadering worden gele zen en goedgekeurd. De heer P. Peetoom vraagt waarom geen twee le denraadsvergaderingen zijn gehouden. De voorzitter zegt, dit wel zoo noodig te hebben toegezegd, maar de Districtsvergaderingen leverden niets op en spreker drukt er zijn spijt over uit, dat daarbij zoo weinig ledenraadsleden aanwezig waren, hetgeen niet is goed te keuren. Reorganisatieplannen waren in bewerking, doch overleg met de Handelskamer en organisaties waren lMig onderweg, zoodat met een en ander geen leden- rOTc Is vergadering noodig maakte. Evenals vorige jaar wordt thans weer eerst de le denraad gehouden vóór de Districtsvergaderingen, om spoedig dividend te kunnen uitlteeren. liet bestuur heeft g dacht niet in eerste instantie aan de loonen te moeten tornen, toch moest er iets gebeuren en aan de hand van de cijfers is men geko men tot combineeren van wijken. Een wijk met een wekelijkschcn omzet van beneden f300.kan niet zelfstandig blijven. In de wijk BennebroekSijbecarspel maakte de be steller niet dat er van wat mogelijk was. terwijl er toch wel geest was voor de coöperatieve gedachte. Deze venter is thans door een ander vervangen. De taak is niet gemakkelijk, vooral niet. nu de vorige venter zelf een zaak is begonnen. Uit zakelijk oog punt moest echter ontslag volgen. Door medewerking van het bakkerspersoneel kon één bakker worden ontslagen. De wijk Dirkshorn is bij uitstek tuinbouw en het er s'e ingezonken. Samenvoeging met Lutjewinkel zal plaats hebben, zoodra de auto daarvoor gekomen is. waarvoor toestemming noodig was van de Han del?-kamer. Meerdere auto's vereischen meer berg- ruk en daarvoor is nu ook toestemming verleend, zo'kat een loods wordt bijgebouwd. Hét reorganisatierapport* is behandeld, vcrtromvc- lij met de organisatie van personeelsraad en hak k>" -zcHenbond. Een der afgevaardigden, de venter van Oude NiedorpHeerhugowaard, is daardoor te wc ui gekomen flat hij zou verdwijnen en misbruik n; oude van die wetenschap, is hij reeds begonnen zelf maatregelen te nemen cn had de geheele wijk me* alle klanten aangeboden aan de Coöperatie te Znidscharwoude, waar hij dan zelf venter zou blij ven. Dit heeft in hooge mate verontwaardiging ge- wo'.t, dat Zuidscharwoude zoo weinig collegiaal te werk ging en het niet noodig vond Winkel op te bel len, toen haar het voorstel van don venter bereikte. Inmiddels is deze zaak in handen gesteld van den Conperatieraad. Vervolgens bestaan er plannen dit voorjaar de Districtsvergaderingen niet in alle districten te hou den. doch slechts op enkele plaatsen en de districten te combineeren en dan een propagandist te laten ko men en een film to vertoonen. De heer Keuris vraagt hoe het met den venter in Orde Niedorp gegaan is. De heer Van Wijk ziet niet veel heil in de samen voering LutjewinkelDirkshorn. tenminste niet voor dc verbruik.<£s in I utjcwinkel. Veraf wonende kleine verbruikers zou sprc :cr niet willen laten schieten, ze konden grooter worden. De loonen intact houden, juicht spreker toe. Het standpunt van Zuidschar woude noemt spreker s-hunnig.. Omtrent de kosten van samenvoeging dei wijken voor districtsvergade FEUILLETON. 34. HOOFDSTUK XXIK. Het raadsel wordt opgelost. Calthorp's veronderstelling, dat Sir Roderick Bertram, jarenlang het ziekelijke voornemen had gehad, zich op een tevc.cn vastgestelden dag van het leven te beroo- ven, werd nooit bevestigd, maar overigens bleken zijn vermoedens en die van mevrouw Herbert, volkomen juist. Op het lichaam van Martin werden de officieele documenten ge/ondcn. die hetgeen hij van plan was ge weest, mondeling mede te deelen, hadden moeten staven Wat hij had willen verklaren, was ongetwijfeld het feit, dat het levende kind van Lady Bertram en het doode van Mevrouw Greenfeild, waren verwisseld. Ten over vloede werd het kleine grafje te Spoleto geopend en wat men' daarin vond, ruimte de laatste hinderpalen uit den weg, cm den jongeman, die altijd bekend was geweest onder den naam George Greenfeild in rechte te doen erkennen als den zoon van Sir Roderick Bertram er. den erfgenaam van diens enorm vermogen. Het bericht van Martin's dood deed zijn vroegere deelgenoot McDougall naar Wetstones komen en deze verschafte inlichtingen, welke het raadsel en alle daden van den man, die onder twee namen had geleefd, vol komen ophelderden. McDougall wa een Schot van mid delbaren leeftijd met een uitgedroogd gezicht en' op de meest-cnaandoenlijke wijze vertelde hij zijn geschiede nis, die ecnigszins het eigenaardig aandeel verklaarde, dat hij zelf in de zaak had. Want McDougall was de eenige n?cnsch op de Britsche eilanden, die had gewe ten, dat Richards, die kalm zijn zaken in Glasgcw dreef, n Robert bartin, die door alle politiebeambten van het creenigd Koninklijk werd gezocht, een en dezelfde per ringen zal spreker gaarne worden ingelicht en raadt aan tot uiterste voorzichtigheid. De heer De Prée wenscht op te houden met de ver keerde handeling om eerst den ledenraad te houden en dan de Districtsvergaderingen, dit is ook wel de reden van weinig belangstelling van de ledenraads leden. Nu er weer gevallen zich voordoen dat ven ters zelf winkelier worden, vraagt spreker of de tijd niet gekomen is, dit contractueel te verbieden. De heer Posthumus aarschuwt tegen te veel sa menvoeging, waar men iets zal winnen, ten koste van verlies van andere klanten. De heer T. L. Bakker, gelooft dat het loon van de venters te hoog is en de provisie te laag, dit ver mindert de energie. De heer Ten Hoorn zet uitvoerig de geschiedenis van de wijk Heerhugowaard uiteen, hoe Zuidschar woude dit niet noodig vond ter kennis van Winkel te brengen cn zich ook niet zou storen aan een uit spraak van den Cooperatieraad. Dit is nu echter ver anderd en de beslissing van den Raad wordt afge wacht. De venter is onder controle gesteld, er is ook een ledenraadslid bij betrokken. De omzet loopt in die wijk sterk terug. Combinatie LutjewinkelDirkshorn is vooraf ern stig overwogen en kan plaats hebben zonder dat het voor de andere klanten te laat wordt. Van het combineeren der districtsvergaderingen is niet alleen bezuiniging te verwachten, doch ook een meer propagandistisch karakter; door beperking van het aantal districtsvergaderingen zal het mogelijk zijn die te houden vóór de ledenraadsvergaderingen. Het bestuur is ook voornemens de venters bij con tract te doen verklaren, dat zij bij het verlaten der Coöperatie, binnen een bepaalden tijd niet in dezelfde wijk in dezelfde artikelen zullen handelen of venten. Voor nieuw te benoemen is dit geen bezwaar en van de bestaande zal de noodige medewerking worden ge vraagd. Spreker venvacht voorts dat do venters wel gele genheid zullen vinden en den tijd er aan zullen kun hen besteden de manufacturen onder de aandacht te brengen. Van bestuurszijde is voorts een maatregel te ver wachten tot herziening van loon en provisie der ven ters. Dc heer Van Wijk verwacht dat de tijdsomstandig heden tot gevolg zullen hebben, dat de Coöperatie er niet zonder stroppen kan komen, oude getrouwe le den los te laten, omdat ze niet kunnen, gaat ook niet en spreker vraagt de Handelskamer daaraan niet helpen kan, door b.v. een fonds te vormen, waaruit die menschen kunnen worden geholpen. De heer Ten Hoorn wijst er op dat de Handelska mer doet wat zij kan, b.v. 40.000 crisispaketten wer den verstrekt, doch verder kan zij niet gaan en heeft ook de Coöperatie lot voorzichtigheid aangemaand. Jaarverslag De heer Van Wijk ziet in het verslag afgeteekend de moeilijke tijden, doch het resultaat valt hem niet tegen. Spreker vraagt in welk tijdvak het meerdere ledental is ontstaan. Voorts heelt spreker geen ka lender ontvangen en bespreekt voorts hot vertrek van don propagandist, oie destijds zeer verdienstelijk werk voor de Coöperatie heeft verricht, o.a. 't plaatsen van obligaties. Het heeft sprekers aandacht getrokken, dat ver schillende posten niet zijn zooals venvacht had mo gen worden, De heer K. Keuris betuigt zijn dank voor het uit- \oerige verslag, een somberen toon had spreker ver wacht. Wat kan de oorzaak geweest zijn van de vermindering der leden?. Contact tusschen bes.uur en ledenraad en meer de ledenraad gekend in belangrijke aangelegenheden. Voor een Cooperati met een omvang als deze, acht spreker een propagandist noodig en verheugend is het verschijnsel, dat de coöperatieve gedachte veld wint en groote coöperaties zich hebben aangesloten. De cijfers nagaande, heeft spreker enkele opmerkin gen, doch is over het algemeen tevreden. Waar zijn de kippen van de vorige balans geble ven? Goederen in bakkerij waren hooger, transportkosten eveneens. De kosten van sociale verzekering komen spreker iaag voor. De reorganisatieplannen had spreker gaarne vooraf met den ledenraad behandeld gezien. Spreker vraagt voorlezing van het accountantsrapport. De heer De Prée mei kt op dat de reiskosten hem hoog voorkomen, eve .als bestuurskosten. De heer Posthumus vraagt actiever ledenwerving; uit de maandberichten in de courant is te zien wie zich gevestigd hebben, daar moet men op af. Spreker vraagt oi he* „Tijdgeestnieuws" niet gere soon waren en hij had geen poging gedaan om dit te verraden.. „Ik heb een papier meegebracht", zei hij, „dat ik aan meneer George Greenfield moest geven, in geval Robert Rioharda stierf, vóór zijn plannen geheel zouden zijn uit gevoerd. Maar eerst zal ik u vertellen, wat ik van hem weet, zoodat u in staat zult zijn sommige dingen in het juiste lioht te bekijken. Ik ontmoette hem het eerst, toen wij beiden jongens waren in dienst van den graaf van Cumnock, die een kasteel in Ayrshire had. Ik werkte in het park van het landgoed en Richards was huisknecht en ging met de familie mee naar Londen en andere plaatsen. Als zij in de herfst van ieder jaar naar Schotland kwamen, trof fen wij elkaar. Wij stonden allebei boven onze plaatsen, als ik het zoo mag noemen. Ik had een hevig verlangen om In den handel te gaan en ik mag gerust zeggen, dat ik er voor geknipt was, want ik ben nu verscheidene jaren in zaken geweest en een welgesteld man gewor den. Riohards had denzelfden wensch en dezelfde capa citeiten als ik. We praatten vaak over onze plannen en wij zwoeren een eed, zooals jongens dat doen, elkaar in alles wat wij in de toekomst zouden gaan ondernemen, te helpen en eikaars geheimen te bewaren. Wij waren zuinig op iedere penny en namen ons voor, zoodra wij zaken konden beginnen uit onze betrekking te gaan. Richards plannen werden evenwel gruwelijk in de war gestuurd. Er waren in het huis van Zijn Lordschap ju welen gestolen en hij werd er valschelijk van beschul digd. Ik hoef niet in details te treden, maar het zag er door een samenloop van omstandigheden heel slecht voor hem uit en als Sir Roderick Bertram, die als gast op het landgoed logeerde, niet voor hem in de bres was gesprongen, zou hij als een dief de gevangenis zijn in gegaan. Richard3 had Sir Roderick Bertram bediend, die toendertijd nog jong en vrijgezel was, maar ofschoon door-en-door aristrocraat, altijd even vriendelijk en voorkomend was. Toen hij dus in moeilijkheden was ge raakt, raapte Richards al zijn moed bijeen en vertelde het geval aan Sir Roderick. Deze bemoeide zich ermee en ontdekte hce de vork in de steel zat en toen hij Ri chards' onschuld aan het licht had gebracht, nam hij hem in zijn eigru dienst. En van teen af gaf Richards er de voorkeur aan om bij zijn tweeden naam genoemd te worden: Martin, om, na wat er gebeurd was, weer met een schoone lei to kunnen beginnen. Spoedig daarna zag ik de kans cm op kleine schaal zaken te beginnen en ik vroeg aan Richards om mijn deelgenoot te worden, overeenkomstig onze afspraak. Maar hij zei, dat hij den man, die hem voor schande had behoed, niet meer wilde verlaten. Toen verloor ik hem uit het oog en ondertussohen ging het mij goed. Maar ongeveer vijftien jaar geleden werd ik verrast door een bezoek van hem in mijn zaak te Glasgow. Hij vertelde mij, dat hij getrouwd was en een dochter had, maar dat zijn vrouw was gestorven, en verder dat Sir Roderick hem een hoogst verantwoor delijke positie had gegeven en hij meer rentmeester dan bediende was. Zijn meester behandelde hem zeer edel moedig, zei hij en gaf hem commissie op belangrijke aankoopen. Wij praatten over alles en nog wat en ten slotte kwamen wij tot de overeenkomst, dat Martin zijn geld in mijn zaak zou steken en als hij in de toekomst ooit Sir Roderick's dienst zou verlaten, mijn compagnon zou worden. Zoo gingen jaren voorbij; af en toe kwam Richards mij opzoeken in Glasgow, maar zooals u zult begrijpen, is dit de eerste keer, dat ik op Wetstones kom. Het vorig jaar Juni kwam Richards weer, erg terneer geslagen door den dood van Sir Roderick. Hij zei, dat nu het oogenblik gekomen was om zijn deelgenootschap te aanvaarden, maar hij waarschuwde mij, dat er mis schien moeilijkheden voor hem zouden komen. „Je kunt kiezen mij bij je te houden en te zwijgen over hetgeen ik je nu ga meedeelen of mij te laten weggaan," zei hij. Hij vertelde daarop, dat hij het lijk van Sir Roderick ergens op een geheime plaats moest bijzetten, overeen komstig diens wenschen. Hij sprak ook over de juwee- len en zei, dat hij die voorloopig op dezelfde plaats ver borgen had, In verband met Sir Roderick's verlangen ten opzichte van zijn bezittingen, die hij na den dood van zijn meester moest uitvoeren. Maar er was een geheim, dat hij had gezworen niet te openbaren vóór een zekeren datum, namelijk den 14en Maart van het volgende jaar en onder geen voorwaarde zou hij zijn eed brekeen. „Maar mijn beste kerel," zei ik, „zie je dan niet in, dat je zult worden beschuldigd de juweelen te hebben gestolen, om nog maar niets te zeggen van de verdwij ning van het lijk van je meester! Je zult worden ge vangen genomen en gedwongen zijn alles te vertellen wat jo weet." „Er zal geen woord over mijn lippen komen, vóór de tijd daar is", antwoordde hij. ,.Ik heb aan alles gedacht; ik ben weinig bekend, ik ben nog nooit in mijn leven gefotografeerd en ik zie er hoogst onopvallend uit. Als ij mij iederen morgen rustig naar dit kantoor laat ko en, c:n hier te werken, dan zal tegen den tijd, dat het. nieuws bekend wordt, hier niemand vermoeden, dat ik iets met' dien Martin uitstaande heb. Het is een ri sico, maar ik ben van plan het te aanvaarden, als jij je er mee vereenigen kunt en ik geloof dat 't minder ris kant is. dan jij je voorstelt." „En wat zul je doen, als de politie je te pakken krijgt?" vroeg ik. „Ik zal met Maart in alles berusten; dan is de tijd gekomen om te spreken." Welnu om kort te gaan, hee ren; Richards vestigde zich te Glasgow, kwam in do zaak en werd nooit een oogenblik verdacht; zelfs niet, toen de opwinding het grootst was. Hij vertelde mij, dat hij één keer in Londen was herkend, maar hij ging daar liefst zoo weinig mogelijk naar toe en zooals u weet hebben zij nooit zout op zijn staart kunnen leggen Toen, een dag voor zijn dood, herinnerde hij mij eraan, dat het oogenblik gekomen was om aan alle geheimzin nigheid een eind te maken. Ik geloof achteraf, dat hij een voorgevoel had van zijn einde, want hij stelde mij al zijn belangrijke papieren en zijn testament ter hand en gaf mij instructies hoe te handelen in geval van zijn. dood. Hij gaf mij ook dit stuk voor meneer .Greenfield. Hij zei, dat ik u hier op het kasteel kon vinden, en het u moest gaan brengen, wanneer hem iets overkwam." De zonderlinge oude heer overhandigde George de ge zegelde enveloppe en had daarmede zijn taak volbracht. Maar vóór hij wegging, deed hij nog een belangrijke nie- dedeeling. Richards had een testament gemaakt, waarvan hij, McDougall, de executeur was en waarin hij alles wat hij bezat aan Peggy vermaakte. Een deel van zijn geld was belegd in fondsen, een ander deel in de Glasgowsche onderneming en een zeker percentage van de winsten daarvan moest aan zijn dochter worden uitgekeerd. McDougall veronderstelde, dat Peggy een inkomen zou bezitten van 6 a 7 honderd pond per jaar. Toen nam de uitgedroogde Schot haastig afscheid, met de mededeeling dat hij zoo gauw mogelijk naar Glasgow terug moest hij had het overdruk, nu hy de hulp van Richards miste, vertelde hij. En daarmee gaf hij George gelegenheid zich terug te trekken in de eenzaamheid van de bibliotheek om het document te bestudeeren, dat den sluier oplichtte van het mysterie van Sir Roderick Bertram en van alles wat er na diens dood voor raadselachtigs was gebeurd Veel van wat hij en zijn vrienden reeds hadden vermoe vond hij erin bevestigd. Wordt vervol d-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 9