Een wonderlijke gelijkenis.
Dinsdag 28 Februari 1933.
SCHAGER COURANT.
Derde blad. No. 9236
VERKEERSONGELUKKEN
Verstoorde carnavalsvreugde
De sneeuwstormen in Engeland
50-Jarig bestaan der Gymnastiek
vereniging „Sparta"
Ernstige aanrijding. Auto over den kop.
In den nacht van Zaterdag op Zondag te ongeveer
kwart voor een is op de kruising Weteringschans-
Nieuwe Vijzelstraat te Amsterdam, een ernstige botsing
geschied tuschen twee personenauto's. De schok was
zoo hevig dat een der wagens geheel omver werd ge
worpen en met de wielen omhoog op de tramrails kwam
te liggen. Van de inzittenden, twee dames en twee hee-
ren, klaagden de dames over pijn in den rug, terwijl één
der heeren schaafwonden had opgeloopen. De G. G. D.
heeft dit drietal naar het Tesselschadeziekenhuis ver
voerd. Nadat daar een onderzoek was geschied konden
allen zich weer naar huis begeven. In den anderen auto
bevonden zich drie personen die evenmin als de chauf
feurs- van beide wagens letsel hebben opgeloopen. De
auto, welke geheel omver geworpen is. kwam van de
Vijzelgracht. De wagen is zeer ernstig beschadigd. Ook
de andere auto die van het Frederiksplein kwam en in
de richting Leidscheplein reed, is gedeeltelijk in elkaar
gedrukt. Met het opruimingswerk is geruimen tijd ge
moeid geweest.
Motorrijder by een aanrijding onder het
paard terecht gekomen.
Zaterdagavond te kwart over zes had nabij de tol
Wolfheze bij Oosterbeek. een verkeersongeluk plaats. De
motorrijder Schouten, garagehouder te Den Haag, reed
met snellen vaart tegen een wagen met paard bespan
nen, hij kwam onder het paard terecht en werd tame
lijk ernstig gewond. Het slachtoffer is verbonden door
Dr. Vredenburg en naar het ziekenhuis te Arnhem
vervoerd. Het paard moest worden afgemaakt.
Bewusteloos langs den weg gevonden.
Op den Haarlemmerweg zijn Donderdagavond om
streeks half tien een man en een vrouw, welke vermoe
delijk met een motorrijwiel geslipt waren, langs den
weg gevonden. Ernstig gewond zijn zij naar het Wilhel-
mina Gasthuis overgebracht.
Drie personen zwaar gewond.
Uit Maastricht wordt aan 't Volksblad gemeld:
Het Carnavalsfeest is hier op tragische wijze ingezet.
De grondwerker Bulten, ongeveer veertig jaar oud,
kwam Zaterdagavond zijn huis aan de Havenstraat
dronken binnen en ging met een brandende sigaar naar
bed. Weldra raakten zijn kleeren in brand. De ongeluk
kige, die alleen in het huis was. begon luid te gillen,
maar was niet in staat zelf iets tot zijn redding te doen
De op het hulpgeroep toegeschoten politie moest de
deur, die op slot was, intrappen. B. lag naast het bed.
Al zijn kleeren waren reeds verbrand.
De G.G.D. vervoerde hem naar het ziekenhuis. Zijn
toestand is hopeloos.
Ondertusschen is deze ernstig gewonde niet het eenige
slachtoffer van het feest.
Den geheelen avond moest de G.G.D. personen, die
verwondingen hadden opgeloopen, verbinden. Een ern
stige mishandeling had plaats in het logement van M.
in de Stokstraat, waar zekere J. W. den 43-jarigen J.
D. een hevigen slag aan het hoofd toegebracht; D. werd
door den G.G.D. naar een ziekenhuis vervoerd.
En ten slotte werd zekere J. P., wonende in de Sme
denstraat, ernstig gewond bij een twist met zijn vrouw.
Ook hierbij moest de G.G.D. te pas komen.
COLPORTEUR DER O.S.P. GEARRESTEERD.
Wegens opruiende woorden.
Zondagmorgen hebben twee agenten van het bu
reau Kattenburg te Amsterdam, een jongmensch, dat.
deel uitmaakte van een groep colporteurs der O.S.P.
(Onafhankepjke Socialistische Parij) in de 3e Wit-
tenburgerstraat, aangehouden, naar aanleiding van
het feit, dat hij opruiende woorden bezigde.
De arrestant is ,na op het bureau Kattenburg ver
hoord te zijn overgebracht naar het bureau Jonas
Daniël Meyerplein, waar hij op last van den Com
missaris is ingesloten. Hij is gister ter beschikking
van de Justitie gesteld.
MET EEN POT KOKEND PEK GEVALLEN.
ArLeider zware brandwonden opgeloopen.
Zaterdagmiddag is de arbeider G. M. aan de haven
te Doesburg met een pot kokend pek gevallen, waar
door hij zware brandwonden opliep. In ernstigen toe
stand werd hij naar het ziekenhuis vervoerd.
FEUILLETON.
Uit het Engelsch van
Joseph Hocking
1*
1. EEN VREEMDE ONTMOETING.
„Wat 'n verschrikkelijke avond!"
„Ja, als het in dit land eindelijk gaat regenen, wordt
het zoo ongeveer een zondvloed. Hoor je dat? Wanneer
het zoo doorgaat, zijn we morgenochtend verdronken!"
„Neen, daarvoor ligt het huis te hoog. Maar we moes
ten naar bed gaan. Er komt vanavond toch niemand
meer."
„Komen? Dan zouden ze het in een boot moeten doen!
En die ellendige koude wind erbij..."
De man huiverde, terwijl hij sprak.
De vrouw liep naar de deur van de kleine herberg.
Verscheidene minuten keek ze naar den wild- neergut
senden regen en luisterde naar den wind, die door de
boomen gierde.
Er was geen ander huis in de nabijheid; de herberg
stond aan een viersprong in een spaarzaam bevolkt dis
trict in Zuid-Australië. Een mijl Noordwaarts lag een
hoeve en nog een een mijl naar het Oosten. De bewoners
daarvan waren de naaste buren van den man en de
vrouw, die de herberg aan den viersprong hielden. Op
vier mijlen afstand lag een dorp en in de tegenoverge
stelde richting, zes mijlen van de herberg verwijderd,
een klein stadje en de herbergier en zijn vrouw moes
ten bestaan van de passeerende boeren en de weinige
reizigers, die deze afgelegen streek bezochten. Ze beza
ten ook 'n stukje land, maar hun voornaamste bron van
inkomsten was de herberg.
„Neen," zei de vrouw na een poosje, „we hoeven van
avond niemand meer te verwachten. Het wordt direct
donker en als iemand op weg was hier naar toe, zal hij
wel zoo wijs zijn in Nova te blijven. Hoor dat eens!"
Een geweldige donderslag deed het huis op zijn grond
vesten trillen en de vrouw liep haastig naar binnen.
Voor mlllioenen schade aangericht.
Een plaats 3 dagen van de buitenwereld
algesloten.
De felle sneeuwstorm, die Vrijdag en Zaterdag bo
ven Engeland gewoed heeft, heeft volgens officieele
schattingen een schade van ruim 10 millioen gulden
aangericht. In vele deelen van Engeland en Schotland
waren nog heden verscheidene dorpen en kleinere
steden door de sneeuwmassa's volkomen geïsoleerd.
De stad Glossopp in Derbyshire, aldus werd Zaterdag
uit Londen gemeld, met 20.000 inwoners heeft reeds
3 dagen geen verbinding meer met de buitenwereld,
daar de straten en spoorlijnen versperd zijn door den
sneeuw, die hooge muren heeft gevormd. Eenige
plaatsjes hebben telegrafisch dringend om levensmid
delen verzocht. In Zuid-Wales liggen vele mijnen
stil. Honderden autobussen, auto's en andere voer
tuigen liggen diep ingesneeuwd op de wegen.
DE OMGEVING
WINKEL
Een dubbel jubileum.
De onderafdeeling „Het Noorden-' van den Neder-
landschen Bond van .Gemeente-Ambtenaren, zal op
27 Mei a.s. haar 25 jarig bestaan herdenken. Tege
lijk met het afdeelingsjuhileum, herdenkt dan ook «ie
heer A. de Ridder net feit. dat hij als mede-oprichter
ook gedurende 25 jaar het secretariaat heeft ver
vuld.
De herdenking zal plaats hebben in de gemeente
waar ook de oprichting heeft plaats gehad. nl. Scha-
gen.
Zaterdagavond werd in de versierde tooneelzaal van
den heer D. A. de Bruin het 50-jarig bestaa.n der gym
nastiekvereniging „Sparta" herdacht, waarvoor groote
belangstelling bestond.
De voorzitter van Sparta opende de bijeenkomst, na
dat de vereeniging zich in hoefijzervorm ten tooneele
had opgesteld. Spr. rekende het zich een groote eer. deze
bijeenkomst te mogen openen en richtte zijn welkomst
woord tot het gemeentebestuur, tot de oude leden, die
door hun aanwezigheid blijk gaven van hun blijvende
belangstelling tot de plaatselijke vereenigingen, die be
reid gevonden werden hun medewerking te verleer.en,
en voorts aan allen, tal van donateurs en belangstellen
den.
Sparta bestaat 50 jaar, heeft in dien langen tijd alle
stadia medegemaakt, en thans kan worden gezegd-
Sparta bloeit, en deze bloei dankt de vereeniging mede
aan de leiding. Deze herdenking valt juist samen met
die van het vijf-jarig leiderschap van den heer S. Kees
man. een leiding die technisch op een hoog peil staat
en zijn gunstigen invloed uitoefent. Sparta heeft ge
meend als bewijs van waardeering daarvoor den heer
Keesman een zilveren beker te mogen aanbieden.
Voorts wordt dooi- spreker een woord van dank ge
richt tot het gemeentebestuur, voor het beschikbaar
stellen van de gymnastieklokalen, waardoor het moge
lijk werd zoowel te Winkel als te Lutjewinkel te kun
nen oefenen, dat vooral voor de adspiranten van groot
belang ia.
Spr. richt voorts een enkel woord tot den bescherm
heer, den heer burgemeester dezer gemeente, een man,
die de vereeniging met raad en daad bijstaat. Deze me
dewerking stelt Sparta ten zeerste op prijs.
Een groote schare van donateurs, steunde Sparta, in
den loop der jaren en maakte mede het voortbestaan
mogelijk. Sparta heeft thans een mijlpaal bereikt, met
tevredenheid ziet het terug op wat achter haar ligt en
vol goeden moed begint het een nieuwe periode met het
goede voornemen de sport te blijven beoefenen en op
voedend werk te verrichten.
Door de leden van Sparta wordt een nieuwe vlag aan
geboden, het oude vaandel had reeds zoovele veldslagen
medegemaakt, dat het vernieuwd diende te worden.
Door de bijdragen van de leden is het mogelijk geweest
een nieuwe vlag aan te koopen, en 't is een mooie vlag
geworden. Dankbaar aanvaardt de voorzitter deze vlag
en spreekt den wensch uit, dat Sparta geschaard achter
zijn nieuwe vlag, ter overwinning zal worden gevoerd.
(Applaus).
„We moesten maar sluiten en naar bed gaan," meende
d« man.
De woorden waren ternauwernood uit zijn mond of ze
hoorden buiten een stem.
„Hallo! Is er ook iemand om mijn paard te nemen?
fk kan zoowat niet meer!"
De man ging naar de deur en zag een gestalte te paard
„De staldeur is recht voor je." antwoordde hij. „Het
is niet de moeite waard om me voor dat kleine stukje
kletsnat te laten regenen."
Met moeite kwam de ruiter uit het zadel hy scheen
volkomen uitgeput. Hy wankelde, toen zijn voet den
grond raakte en moest zich aan zijn paard vasthouden
om niet te vallen.
Er was een verbindingsdeur tusschen den stal en de
keuken van de herberg en langs dezen beschutten weg
ging de waard om den reiziger binnen te laten!
„Ziezoo!" zei hy, .breng het paard maar hier."
De reiziger deed hem als gezegd werd en toen hij ein
delijk een beschermend dak boven zijn hoofd had", hijg
de hij: „Haal wat brandewijn, vlug ik kan gewoon
weg niet meer, zie je dat dan niet?"
Er was geen twijfel aan dat de man waarheid sprak.
De woorden kwamen met moeite en toen hij uitgespro
ken was, kreeg hij een hevige hoestbui, die zijn heele
lichaam deed schokken.
De herbergier schoof een ruw-getimmerde bank naar
hem toe, waarop hij neerviel, zich vastklemmend aan
den arm van den ander.
„Zoo, het gaat al beter", zuohtte hij na enkele oogen*
blikken. „Maar ik ben op, in een woord op. Haal alsje
blieft brandewijn, kerel!"
De vrouw, die het gesprek gevolgd had, bracht het
gevraagde en de reiziger slokte gretig het opwekkende
vocht naar binnen.
„Je hebt geen drogen draad aan het lyf", merkte ze op.
„Neen, ik weet het. Zoo'n regen heb ik nog nooit be
leefd. Ik heb nog kleeren in dat pak daar, maar die
zullen wel net zoo nat zijn als die ik aanheb. Misschien
kunnen jullie me wat leenen, terwijl mijn eigen goed
droogt?"
„Ik weet het niet," verklaarde de vrouw op twijfel-
toon.
„O, wees maar niet bangik kan betalen, hoor!"
klonk het geruststellend.
Hij stond nu in de keuken, waar een kaars brandde
en de vrouw liet een onderzoekenden blik langs zijn
gezicht en gestalte glijden.
Hij was nog jong, een jaar of dertig ongeveer en zijn
heele voorkomen stemde de vrouw tot vertrouwen en
vriendelijkheid.
Dan;is het woord aan den beschermheer, den heer J.
Koster voor het uitspreken der feestrede.
Ook deze spreker richt waardeerende woorden tot het
gemeentebestuur voor zijn belangstelling in het werken
en streven der vereeniging, tot vertegenwoordigers van
vereenigingen en tot de groote schare belangstellenden.
De samenwerking der verschillende plaatselijke vereeni
gingen stelt spr. zeer op prijs en waardeert daarin de
kameraadsch appel ij ken geest onderling. Welkom ook
vertegenwoordigers der zustervereenigingen, oud-ledeü
en werkende leden.
Dan volgt een beeld uit de geschiedenis van Sparta.
Hoewel reeds eerder aan turnen gedaan werd, was het
den heer A. R. Sloos, die wegens ongesteldheid niet
aanwezig kon zijn die de grondlegger genoemd mag
worden van deze vereeniging en ook aanvankelijk was
de leiding in diens handen. Hoewel reeds ongeveer 5
jaar aan sport werd gedaan, werd 23 December 1883, de
vereeniging onder den naam Sparta opgericht, aanvan
kelijk met 14 leden, welk aantal zich langzamerhand
uitbreidde. Aan die wegbereiders een woord van dank
en zy die nog in het land der levenden zyn, zal het een
genoegen zijn, te weten, dat hun werk krachtig en met
succes wordt voortgezet
Een onderwijzer'met akte gymnastiek werd, door het
gemeentebestuur op verzoek van Sparta benoemd, als
opvolger van den heer J. Koeter. die mede leider was.
tot April 1883. Deze nieuwe onderwijzer was de heer
S. Vonk en tevens de leider der vereeniging Vrije- en
ordeoefeningen werden nu aan het werkplan toegevoegd.
Een lange reeks van jaren is de heer Vonk leider ge
weest; met liefde en ijver heeft hij zich gegeven voor de
vereeniging in het bijzonder en voor de gymnastiek in
het algemeen.
In een reeks van onafgebroken werken heeft hij de
vereeniging opgevoerd tot een hoogte, die in Hollandsch
Noorden bekend was. Ieder gymnast uit die dagen, en
spreker rekent ook zichzelf daaronder, weet dat en
ieder in Holl. Noorden heeft met groot leedwezen ken
nis genomen van het te vroeg heengaan van dezen
eminenfcen turnmakker en een stille hulde wordt aan
zijn nagedachtenis gebracht.
Andere mannen treden naar voren en nemen de leï-
dig over en voeren de vereeniging naar turnfeesten en
betoogingen. 1892 te Hoorn, 1895 te Beemster, 1896 te
Groningen, Schagen, Alkmaar, enz. enz. Rek en brug
waren hun kracht en zijn het nog.
In 1910 werd de damesafdeeling opgericht, aanvanke
lijk door bemoeiingen van mej. S. Hartog, met een 10-
tal damesleden. In 1913 wordt een adspiranten-afdee-
ling opgericht. In 1918 trad de vereenignig toe als lid
van het Kon. Ned. Gymnastiekverbond. Het vereenl-
gingsleven bloeide, met ijver en toewijding wordt ge
werkt en hier en daar bekroningen veroverd.
De leiders N. Keesman en K. Bood komen dan en
geven de vereeniging een flinken duw en enkele leden
ontwikkelen zich tot in Holl. Noorderkwartier bekende
krachten. Daarna komt de tegenwoordige leider, de
heer S. Keesman en spreker is vol lof over diens werk
en spreekt de hoop uit, dat de leiding nog vele jaren
in diens handen zal zijn.
Vooral <le latere jaren neemt de vereeniging een groote
vlucht, afdeelingen voor verschillende leeftijden worden
gevormd. Veteranen- afdeelingen dames en heeren wor
den gevormd en wel te Winkel 2 dames- en 1 heeren-
afdeeling en te Lutjewinkel 1 dames- en 1 heerenaf-
deeling. Uitbreiding van leiders en leidsters, gevormd
door den heer S. Keesman, nemen hun plaats in en
vormen samen steunpilaren der vereeniging.
De leiding der dames te Winkel is in handen van mej.
M. Seepers te Nieuwe Niedorp.
Het Gemeentebestuur besloot in 1930 tot het aan-,
koopen van 'n sportterrein te Lutjewinkel, doch helaas
voor Winkel is dit nog niet gelukt.
Eveneens werd besloten aan beide scholen een aan
de eischen des tijds voldoend gymnastieklokaal te
bouwen, waarvan het gebruik aan Sparta werd toe
gestaan. Door veel toewijding is veel bereikt en spre
ker roept allen op, de vereeniging getrouw te blijven.
Met den bloei der vereeniging nam ook het admini
stratieve deel een gelijke vlucht en b.v. de finantiën ste"
gen van een jaarbedrag van f 67.55 in 1883 tot f 1865
in 1932.
Financieele zorgen zijn de vereeniging ook niet
vreemd gebleven, doch een ijverige penningmeester be
steedt daar al zijn zorgen aan.
Met een gelukwensch met het 50-jarig jubileum en
een krachtig woord tot aansporing van de beoefening
der schoone turnsport, eindigt spreker. Applaus.
?Je Voorzitter zegt den beschermheer dank voor diens
rede.
Ook namens het gemeentebestuur spreekt de Burge
meester een woord van gelukwensch.
Namens de gemeente biedt spreker een lauwerkrans
aan, versierd met linten in nationale kleuren en stelt
voor, deze een plaatsje te geven in het oefenlokaal, als
voortdurende herinnering aan het 50-jarig bestaan.
Voorts overhandigt de beschermheer den voorzitter
een herinneringsmedaille aan dit jubileum, om dit als
eerste te hechten aan de koperen banden van de nieu
we vlag.
De Voorzitter aanvaard dankbaar deze bewijzen van
belangstelling.
„Met dien verschrikkelijken hoest moet je niet in die
drijfnatte spullen blijven rondloopen," luidde thans haar
oordeel, „er is wel een of ander van Aaron, dat je
passen zal. Ga maar mee hierheen."
Ze bracht hem naar de aangrenzende kamer, nam
eenige kleedingstukken van een kapstok en legde ze op
het bed. Daarop opende ze een lade en haalde er het
noodige ondergoed en een paar handdoeken uit.
„Wrijf je maar flink droog," raadde ze, „en trek dit
dan aan."
Na eenigen tijd verscheen hij weer in de keuken met
de Zondagsche kleeren van den waard aan.
„Ik ben 'n heele Piet zoo, vind Je niet?" riep hij op
gewekt.
„En ik voel me een hoop beter Nu nog wat te eten,
iboeder, en dan ben ik weer klaar."
Terwijl hij sprak, legde hij een tweetal goudstukken
op tafel. „Om je te laten zien, dat er geen kwaad bij
is," legde hy uit.
„Ja, je ziet er al weer heel wat beter uit," stemde de
vrouw toe en ofschoon Aaron's goedkoope confectie-
kleeren hem niet bepaald aangegoten zaten, zag ze on
middellijk dat dit iemand was. die door geboorte, uiter
lijk en manieren tot een haar onbekende wereld be
hoorde.
En niet alleen dat, hoewel hij er zwak en slap uitzag
en zijn gelaat de duidelijke sporen van een losbandig
leven droeg, was hij onmiskenbaar een knap man; rij
zig, goedgebouwd en met iets ondefinieerbaars in
gang en houding, dat de gewone bezoekers van de
herberg misten. Ook het welige, zachte bruine haar gaf
iets aristocratisch aan zijn uiterlijk.
„Hier is eten voor je," kondigde de vrouw aan.
Ze zette een schaal soep voor hem neer, die hem
eerst niet bijster scheen te bekoren, maar die hij ten
slotte, hongerig als hij was, toch geheel leeg at.
„Ook nog wat koud schapenvleesch?" vroeg de vrouw.
„Neen, dank je. Ik ben weer heelemaal opgeknapt."
„Ja! dat is aan je te zien," mengde de waard, die
hem zwijgend bestudeerd had, zich nu in het gesprek.
„Je bent een Engelschman, hé?"
„Waarom denk je dat?"
„Wel, het is dertig jaar geleden dat wij uit Engeland
weggingen, maar mijn geheugen is nog wel zoo goed,
dat ik zie, dat jij niet in Australië geboren en getogen
bent."
„Neen, dat ben ik ook niet. Ikik enfin, dat
doet er niets toe. Wat 'n verschrikkelijke avond, hè?
Een bof, dat ik hier net langs kwam. Ik geloof nooit
dat ik den nacht anders levend zou doorgekomen zijn."
Dan komt het woord aan de vereenigingen en treden,
achtereenvolgens op Winkel's Harmonie, Sparta, de
Arbeiderszangvereeniging „Pieter Jelles", de Tooneel-
vereeniging „Ons Genoegen", Sparta en de Gemengde
Zangvereeniging „West Frisia".
Ieder der vereenigingen gaf een of meer nummers
ten beste en ieder gaf het beste wat gegeven kon
worden. De voorzitter van Winkel's Harmonie en die
van „West-Frisia" boden de jubileerende vereeniging
bloemen aan.
De nummers van Sparta zelf hadden bijzondere be
langstelling en een enkele der oud-leden, er was nog
een oud-lid van 1883, merkte op, dat het vroeger nog
niet zoo ging.
„Liefde", een dramatische schets, gaf ons de oude
bekenden uit „Ons Genoegen" weer eens in hun beken
de creaties te zien
Tot slot een tableau, voorstellende de turners bij de
oprichting, gestreepte truien en kleine petjes, werkende
met de halters en daarnaast de turners van thans,
gemakkelijk gekleed in lenige standen, een groep vor
mende.
't Is inmiddels laat geworden en de voorzitter heeft
thans nog een taak te vervullen, door alle aanwezigen
te danken.
Dan valt het scherm.
WARMENHUIZEN
-- SCHOORLDAM.
hier zoo populaire vereeniging „Nut en Genoe
gen" vierde Zaterdag haar 25-jsrig bestaan in de
zaal van den heer J. H. ter Burg. De toeloop van be
langstellenden was buitengewoon gnot. De zaal was
tot in de verste hoeken gevuld, toen dc voorzitter, de
heer P. J. van der Meijclen met een keurige rede da
vergadering opende.
Het bleek, dat ook de heer Jan Vlam jubileerde.
Steeds had dit ijverig bestuurslid, vanaf de oprichting
zijn beste krachten gegeven en de voorzitter was hem
daar zeer dankbaar voor. Doch ook de echtgenoote,
mevr. Vlam-Tiel, werd door den voorzitter niet ver
geten. en krepg hulde voor de wijze waarop zij steeds
het Nut, speciaal met het in elkander zetten van de
vele tableaux, had terzijde gestaan. Onder luiden bij
val bood de voorzitter het echtpaar Vlam, namens het
bestuur, een mooie bloemenhulde aan.
De voorzitter las hierna de ingekomen felicitaties
van den Burgemeester van Warmenhuizen, en van
den oud-voorzitter, den heer Damiaans voor, alsmede
een gelukwensch van den verslaggever van de Scna-
ger Courant, en diens echtgenoote, welke van een
hlf pmenhulde vergezeld ging.
Hierna nam het genoeglijke programma een aan
hang Het publiek was al zeer in de stemming, en het
kan gezegd worden, dat de revue, welke geheel den
avond vulde, er de stemming inhield, en in menig
tafereel nog hooger op voerde. Deze jubileumrevue
was geschreven en in scène gezet door den heer II.
M. Laurman, en werd ten tooneele gebracht door
diens Schoorldams revuegezelschap. De schrijver kan
wel met genoegen terugzien op zijn werk. Onbedaar
lijk is er gelachen om de rake grappen van het hij
een revue ten eenenmale zoo onmisbare trio. in dit
geval Pim, Pam en Pietje, verpersoonlijkt door de
heeren Laurman en Damiaans en mej. Trijntje Seven-
liuijzen. De prachtige costumes van de firma Ridde-
rickhoff uit Hoorn hadden ieders bewondering. De
leuke tafercelen deden het uitstekend en de slotfinale
was in een woord prachtig.
Na de pauze was er een bloemenfinale en deze
muntte uit door mooie costumeering. Dan verschijnt
het trio in dc Studio hij Willem Vogt. Pim dacht dit
au, hij vond 't hier erg vochtig. F.en volledig pro
gramma werd afgewerkt, waarbij Helena Cals de
monschen onbedaarlijk deed lachen dh Pim een radio
rede afstak, waarbij het publiek gierde. Pam zong
een levenslied en het. einde was: ruzie in de aether.
En zoo gaat 't, verder, het eene amusante volgt het
andere en eindigt de zaak op het jubileumfeest van
liet. Nut, waar het trio maar niet. op kan houden met
de lof over het Nut uit te bazuinen en het bestuur te
huldigen; de slotfinale, „hulde aan 't Nut" was de
klap op de vuurpijl en muntte uit door pracht en
goeden smaak.
Noemen we nog de goedgeslaagde klompendans
door vier boeren en vier boerinnetjes en dan zijn we
overtuigd, nog veel te weinig te hebben genoemd,
doch. hopen we, genoeg om uit te doen komen, dat
deze revue ten zeerste is geslaagd.
In de pauze een gratis verloting van vele, door
goede geesten geschonken prijzen, een traktatie: si
garen aan de heeren, en koek aan de dames, en dan
nog niet te vergeten, dc hulde welke de heer Joh. de
Leeuw namens de dilettantenclub en de heer Loevens
als jarenlange grimeur nog aan het bestuur bracht.
De eerste zegde aan het bestuur zilveren insignes
toe, als blijk voor de mooie samenwerking van beide
vereenigingen, en de laatste torste mooie bloemen.
Genoeg echter, de avond, ook het bal, slaagde
buitengewoon en „het Nut" heeft ontzettend leuk zijn
jubileum gevierd.
„Je was er tenminste ellendig aan toe." De reiziger
huiverde.
„Heb je een slok whiskey voor me?" vroeg hij.
„Whiskey is niet het eerste wat je op het oogenblik
noodig hebt," antwoordde de-vrouw. „Je deed beter
naar bed te gaan."
„Nog nietik kan niet! Ik moet heusch een.
beetje whiskey hebben, moeder."
„We hebben brandewijn in overvloed," zei de man.
„Een brandewijngroc zal je goed doen."
Hij schonk brandewijn en heet water in een glas en
schoof het naar den gast toe.
„Ook suiker?"
„Alsjeblieft. Ha, dat smaakt! Richard begint zichzelf
weer te herkennen
„Heet je Richard?"
„Waarom niet? Richard is 'n heel behoorlijke naam."
„Richard, en hoe nog meer?"
„Wat komt het er op aan? Richard Green of Smith
of Brown. Zoek maar uit! Niemand, die het wat sche
len kan
„Heb je wat op je kerfstok9" informeerde de vrouw
snel-combineerend. „Op mijn kerfstok? Ik heb je im
mers twee souveniers gegeven! Moet je nog een beter
bewijs van mijn achtenswaardigheid? Hemel-nog-aan-
toe, wat 'n avond! Kom Aaron, hou me gezelschap,
ouwe jongen. Het is onbeleefd een gast alleen te laten
drinken."
„Eén glas hoor. Aaron. Geen druppel meer!" vermaan
de de vrouw streng.
„Ja, een glaasje", beaamde Aaron gehoorzaam, terwijl
hij een sterk brouwsel mengde. ..Je moet maar naar
bed gaan. Mary; er komt vanavond toch geen mensch
meer."
„Ik ga naar bed als jy gaat", verklaarde de vrouw.
„Het komt me voor. dat de regen wat begint te ver
minderen. Luister", viel ze zich zelf in de rede, „daar is
iemand aan de deur."
„Het is de wind." meende Aaron, een teug uit zyn glas
nemend; „je hoeft niet te denken dat er in dit hon
denweer nog iemand komen zal."
„Hallo daar!"
„Hoor je nu wel. dat er iemand is!"
„Alle menschen!" riep de jonge Engelschman uit.
„Nog eentje, die door dezen zondvloed overvallen is. Dat
beteekent gezelschap we kunnen er 'n prettig avondje
van maken!"
Hij had nu een kleur en zijn oogen schitterden; de
alcohol begon te werken.
Wordt vervolgd.