Een wonderlijke gelijkenis. Dinsdag 28 Februari 1933. SCHAGER COURANT. Derde blad. No. 9236 VERKEERSONGELUKKEN Verstoorde carnavalsvreugde De sneeuwstormen in Engeland 50-Jarig bestaan der Gymnastiek vereniging „Sparta" Ernstige aanrijding. Auto over den kop. In den nacht van Zaterdag op Zondag te ongeveer kwart voor een is op de kruising Weteringschans- Nieuwe Vijzelstraat te Amsterdam, een ernstige botsing geschied tuschen twee personenauto's. De schok was zoo hevig dat een der wagens geheel omver werd ge worpen en met de wielen omhoog op de tramrails kwam te liggen. Van de inzittenden, twee dames en twee hee- ren, klaagden de dames over pijn in den rug, terwijl één der heeren schaafwonden had opgeloopen. De G. G. D. heeft dit drietal naar het Tesselschadeziekenhuis ver voerd. Nadat daar een onderzoek was geschied konden allen zich weer naar huis begeven. In den anderen auto bevonden zich drie personen die evenmin als de chauf feurs- van beide wagens letsel hebben opgeloopen. De auto, welke geheel omver geworpen is. kwam van de Vijzelgracht. De wagen is zeer ernstig beschadigd. Ook de andere auto die van het Frederiksplein kwam en in de richting Leidscheplein reed, is gedeeltelijk in elkaar gedrukt. Met het opruimingswerk is geruimen tijd ge moeid geweest. Motorrijder by een aanrijding onder het paard terecht gekomen. Zaterdagavond te kwart over zes had nabij de tol Wolfheze bij Oosterbeek. een verkeersongeluk plaats. De motorrijder Schouten, garagehouder te Den Haag, reed met snellen vaart tegen een wagen met paard bespan nen, hij kwam onder het paard terecht en werd tame lijk ernstig gewond. Het slachtoffer is verbonden door Dr. Vredenburg en naar het ziekenhuis te Arnhem vervoerd. Het paard moest worden afgemaakt. Bewusteloos langs den weg gevonden. Op den Haarlemmerweg zijn Donderdagavond om streeks half tien een man en een vrouw, welke vermoe delijk met een motorrijwiel geslipt waren, langs den weg gevonden. Ernstig gewond zijn zij naar het Wilhel- mina Gasthuis overgebracht. Drie personen zwaar gewond. Uit Maastricht wordt aan 't Volksblad gemeld: Het Carnavalsfeest is hier op tragische wijze ingezet. De grondwerker Bulten, ongeveer veertig jaar oud, kwam Zaterdagavond zijn huis aan de Havenstraat dronken binnen en ging met een brandende sigaar naar bed. Weldra raakten zijn kleeren in brand. De ongeluk kige, die alleen in het huis was. begon luid te gillen, maar was niet in staat zelf iets tot zijn redding te doen De op het hulpgeroep toegeschoten politie moest de deur, die op slot was, intrappen. B. lag naast het bed. Al zijn kleeren waren reeds verbrand. De G.G.D. vervoerde hem naar het ziekenhuis. Zijn toestand is hopeloos. Ondertusschen is deze ernstig gewonde niet het eenige slachtoffer van het feest. Den geheelen avond moest de G.G.D. personen, die verwondingen hadden opgeloopen, verbinden. Een ern stige mishandeling had plaats in het logement van M. in de Stokstraat, waar zekere J. W. den 43-jarigen J. D. een hevigen slag aan het hoofd toegebracht; D. werd door den G.G.D. naar een ziekenhuis vervoerd. En ten slotte werd zekere J. P., wonende in de Sme denstraat, ernstig gewond bij een twist met zijn vrouw. Ook hierbij moest de G.G.D. te pas komen. COLPORTEUR DER O.S.P. GEARRESTEERD. Wegens opruiende woorden. Zondagmorgen hebben twee agenten van het bu reau Kattenburg te Amsterdam, een jongmensch, dat. deel uitmaakte van een groep colporteurs der O.S.P. (Onafhankepjke Socialistische Parij) in de 3e Wit- tenburgerstraat, aangehouden, naar aanleiding van het feit, dat hij opruiende woorden bezigde. De arrestant is ,na op het bureau Kattenburg ver hoord te zijn overgebracht naar het bureau Jonas Daniël Meyerplein, waar hij op last van den Com missaris is ingesloten. Hij is gister ter beschikking van de Justitie gesteld. MET EEN POT KOKEND PEK GEVALLEN. ArLeider zware brandwonden opgeloopen. Zaterdagmiddag is de arbeider G. M. aan de haven te Doesburg met een pot kokend pek gevallen, waar door hij zware brandwonden opliep. In ernstigen toe stand werd hij naar het ziekenhuis vervoerd. FEUILLETON. Uit het Engelsch van Joseph Hocking 1* 1. EEN VREEMDE ONTMOETING. „Wat 'n verschrikkelijke avond!" „Ja, als het in dit land eindelijk gaat regenen, wordt het zoo ongeveer een zondvloed. Hoor je dat? Wanneer het zoo doorgaat, zijn we morgenochtend verdronken!" „Neen, daarvoor ligt het huis te hoog. Maar we moes ten naar bed gaan. Er komt vanavond toch niemand meer." „Komen? Dan zouden ze het in een boot moeten doen! En die ellendige koude wind erbij..." De man huiverde, terwijl hij sprak. De vrouw liep naar de deur van de kleine herberg. Verscheidene minuten keek ze naar den wild- neergut senden regen en luisterde naar den wind, die door de boomen gierde. Er was geen ander huis in de nabijheid; de herberg stond aan een viersprong in een spaarzaam bevolkt dis trict in Zuid-Australië. Een mijl Noordwaarts lag een hoeve en nog een een mijl naar het Oosten. De bewoners daarvan waren de naaste buren van den man en de vrouw, die de herberg aan den viersprong hielden. Op vier mijlen afstand lag een dorp en in de tegenoverge stelde richting, zes mijlen van de herberg verwijderd, een klein stadje en de herbergier en zijn vrouw moes ten bestaan van de passeerende boeren en de weinige reizigers, die deze afgelegen streek bezochten. Ze beza ten ook 'n stukje land, maar hun voornaamste bron van inkomsten was de herberg. „Neen," zei de vrouw na een poosje, „we hoeven van avond niemand meer te verwachten. Het wordt direct donker en als iemand op weg was hier naar toe, zal hij wel zoo wijs zijn in Nova te blijven. Hoor dat eens!" Een geweldige donderslag deed het huis op zijn grond vesten trillen en de vrouw liep haastig naar binnen. Voor mlllioenen schade aangericht. Een plaats 3 dagen van de buitenwereld algesloten. De felle sneeuwstorm, die Vrijdag en Zaterdag bo ven Engeland gewoed heeft, heeft volgens officieele schattingen een schade van ruim 10 millioen gulden aangericht. In vele deelen van Engeland en Schotland waren nog heden verscheidene dorpen en kleinere steden door de sneeuwmassa's volkomen geïsoleerd. De stad Glossopp in Derbyshire, aldus werd Zaterdag uit Londen gemeld, met 20.000 inwoners heeft reeds 3 dagen geen verbinding meer met de buitenwereld, daar de straten en spoorlijnen versperd zijn door den sneeuw, die hooge muren heeft gevormd. Eenige plaatsjes hebben telegrafisch dringend om levensmid delen verzocht. In Zuid-Wales liggen vele mijnen stil. Honderden autobussen, auto's en andere voer tuigen liggen diep ingesneeuwd op de wegen. DE OMGEVING WINKEL Een dubbel jubileum. De onderafdeeling „Het Noorden-' van den Neder- landschen Bond van .Gemeente-Ambtenaren, zal op 27 Mei a.s. haar 25 jarig bestaan herdenken. Tege lijk met het afdeelingsjuhileum, herdenkt dan ook «ie heer A. de Ridder net feit. dat hij als mede-oprichter ook gedurende 25 jaar het secretariaat heeft ver vuld. De herdenking zal plaats hebben in de gemeente waar ook de oprichting heeft plaats gehad. nl. Scha- gen. Zaterdagavond werd in de versierde tooneelzaal van den heer D. A. de Bruin het 50-jarig bestaa.n der gym nastiekvereniging „Sparta" herdacht, waarvoor groote belangstelling bestond. De voorzitter van Sparta opende de bijeenkomst, na dat de vereeniging zich in hoefijzervorm ten tooneele had opgesteld. Spr. rekende het zich een groote eer. deze bijeenkomst te mogen openen en richtte zijn welkomst woord tot het gemeentebestuur, tot de oude leden, die door hun aanwezigheid blijk gaven van hun blijvende belangstelling tot de plaatselijke vereenigingen, die be reid gevonden werden hun medewerking te verleer.en, en voorts aan allen, tal van donateurs en belangstellen den. Sparta bestaat 50 jaar, heeft in dien langen tijd alle stadia medegemaakt, en thans kan worden gezegd- Sparta bloeit, en deze bloei dankt de vereeniging mede aan de leiding. Deze herdenking valt juist samen met die van het vijf-jarig leiderschap van den heer S. Kees man. een leiding die technisch op een hoog peil staat en zijn gunstigen invloed uitoefent. Sparta heeft ge meend als bewijs van waardeering daarvoor den heer Keesman een zilveren beker te mogen aanbieden. Voorts wordt dooi- spreker een woord van dank ge richt tot het gemeentebestuur, voor het beschikbaar stellen van de gymnastieklokalen, waardoor het moge lijk werd zoowel te Winkel als te Lutjewinkel te kun nen oefenen, dat vooral voor de adspiranten van groot belang ia. Spr. richt voorts een enkel woord tot den bescherm heer, den heer burgemeester dezer gemeente, een man, die de vereeniging met raad en daad bijstaat. Deze me dewerking stelt Sparta ten zeerste op prijs. Een groote schare van donateurs, steunde Sparta, in den loop der jaren en maakte mede het voortbestaan mogelijk. Sparta heeft thans een mijlpaal bereikt, met tevredenheid ziet het terug op wat achter haar ligt en vol goeden moed begint het een nieuwe periode met het goede voornemen de sport te blijven beoefenen en op voedend werk te verrichten. Door de leden van Sparta wordt een nieuwe vlag aan geboden, het oude vaandel had reeds zoovele veldslagen medegemaakt, dat het vernieuwd diende te worden. Door de bijdragen van de leden is het mogelijk geweest een nieuwe vlag aan te koopen, en 't is een mooie vlag geworden. Dankbaar aanvaardt de voorzitter deze vlag en spreekt den wensch uit, dat Sparta geschaard achter zijn nieuwe vlag, ter overwinning zal worden gevoerd. (Applaus). „We moesten maar sluiten en naar bed gaan," meende d« man. De woorden waren ternauwernood uit zijn mond of ze hoorden buiten een stem. „Hallo! Is er ook iemand om mijn paard te nemen? fk kan zoowat niet meer!" De man ging naar de deur en zag een gestalte te paard „De staldeur is recht voor je." antwoordde hij. „Het is niet de moeite waard om me voor dat kleine stukje kletsnat te laten regenen." Met moeite kwam de ruiter uit het zadel hy scheen volkomen uitgeput. Hy wankelde, toen zijn voet den grond raakte en moest zich aan zijn paard vasthouden om niet te vallen. Er was een verbindingsdeur tusschen den stal en de keuken van de herberg en langs dezen beschutten weg ging de waard om den reiziger binnen te laten! „Ziezoo!" zei hy, .breng het paard maar hier." De reiziger deed hem als gezegd werd en toen hij ein delijk een beschermend dak boven zijn hoofd had", hijg de hij: „Haal wat brandewijn, vlug ik kan gewoon weg niet meer, zie je dat dan niet?" Er was geen twijfel aan dat de man waarheid sprak. De woorden kwamen met moeite en toen hij uitgespro ken was, kreeg hij een hevige hoestbui, die zijn heele lichaam deed schokken. De herbergier schoof een ruw-getimmerde bank naar hem toe, waarop hij neerviel, zich vastklemmend aan den arm van den ander. „Zoo, het gaat al beter", zuohtte hij na enkele oogen* blikken. „Maar ik ben op, in een woord op. Haal alsje blieft brandewijn, kerel!" De vrouw, die het gesprek gevolgd had, bracht het gevraagde en de reiziger slokte gretig het opwekkende vocht naar binnen. „Je hebt geen drogen draad aan het lyf", merkte ze op. „Neen, ik weet het. Zoo'n regen heb ik nog nooit be leefd. Ik heb nog kleeren in dat pak daar, maar die zullen wel net zoo nat zijn als die ik aanheb. Misschien kunnen jullie me wat leenen, terwijl mijn eigen goed droogt?" „Ik weet het niet," verklaarde de vrouw op twijfel- toon. „O, wees maar niet bangik kan betalen, hoor!" klonk het geruststellend. Hij stond nu in de keuken, waar een kaars brandde en de vrouw liet een onderzoekenden blik langs zijn gezicht en gestalte glijden. Hij was nog jong, een jaar of dertig ongeveer en zijn heele voorkomen stemde de vrouw tot vertrouwen en vriendelijkheid. Dan;is het woord aan den beschermheer, den heer J. Koster voor het uitspreken der feestrede. Ook deze spreker richt waardeerende woorden tot het gemeentebestuur voor zijn belangstelling in het werken en streven der vereeniging, tot vertegenwoordigers van vereenigingen en tot de groote schare belangstellenden. De samenwerking der verschillende plaatselijke vereeni gingen stelt spr. zeer op prijs en waardeert daarin de kameraadsch appel ij ken geest onderling. Welkom ook vertegenwoordigers der zustervereenigingen, oud-ledeü en werkende leden. Dan volgt een beeld uit de geschiedenis van Sparta. Hoewel reeds eerder aan turnen gedaan werd, was het den heer A. R. Sloos, die wegens ongesteldheid niet aanwezig kon zijn die de grondlegger genoemd mag worden van deze vereeniging en ook aanvankelijk was de leiding in diens handen. Hoewel reeds ongeveer 5 jaar aan sport werd gedaan, werd 23 December 1883, de vereeniging onder den naam Sparta opgericht, aanvan kelijk met 14 leden, welk aantal zich langzamerhand uitbreidde. Aan die wegbereiders een woord van dank en zy die nog in het land der levenden zyn, zal het een genoegen zijn, te weten, dat hun werk krachtig en met succes wordt voortgezet Een onderwijzer'met akte gymnastiek werd, door het gemeentebestuur op verzoek van Sparta benoemd, als opvolger van den heer J. Koeter. die mede leider was. tot April 1883. Deze nieuwe onderwijzer was de heer S. Vonk en tevens de leider der vereeniging Vrije- en ordeoefeningen werden nu aan het werkplan toegevoegd. Een lange reeks van jaren is de heer Vonk leider ge weest; met liefde en ijver heeft hij zich gegeven voor de vereeniging in het bijzonder en voor de gymnastiek in het algemeen. In een reeks van onafgebroken werken heeft hij de vereeniging opgevoerd tot een hoogte, die in Hollandsch Noorden bekend was. Ieder gymnast uit die dagen, en spreker rekent ook zichzelf daaronder, weet dat en ieder in Holl. Noorden heeft met groot leedwezen ken nis genomen van het te vroeg heengaan van dezen eminenfcen turnmakker en een stille hulde wordt aan zijn nagedachtenis gebracht. Andere mannen treden naar voren en nemen de leï- dig over en voeren de vereeniging naar turnfeesten en betoogingen. 1892 te Hoorn, 1895 te Beemster, 1896 te Groningen, Schagen, Alkmaar, enz. enz. Rek en brug waren hun kracht en zijn het nog. In 1910 werd de damesafdeeling opgericht, aanvanke lijk door bemoeiingen van mej. S. Hartog, met een 10- tal damesleden. In 1913 wordt een adspiranten-afdee- ling opgericht. In 1918 trad de vereenignig toe als lid van het Kon. Ned. Gymnastiekverbond. Het vereenl- gingsleven bloeide, met ijver en toewijding wordt ge werkt en hier en daar bekroningen veroverd. De leiders N. Keesman en K. Bood komen dan en geven de vereeniging een flinken duw en enkele leden ontwikkelen zich tot in Holl. Noorderkwartier bekende krachten. Daarna komt de tegenwoordige leider, de heer S. Keesman en spreker is vol lof over diens werk en spreekt de hoop uit, dat de leiding nog vele jaren in diens handen zal zijn. Vooral <le latere jaren neemt de vereeniging een groote vlucht, afdeelingen voor verschillende leeftijden worden gevormd. Veteranen- afdeelingen dames en heeren wor den gevormd en wel te Winkel 2 dames- en 1 heeren- afdeeling en te Lutjewinkel 1 dames- en 1 heerenaf- deeling. Uitbreiding van leiders en leidsters, gevormd door den heer S. Keesman, nemen hun plaats in en vormen samen steunpilaren der vereeniging. De leiding der dames te Winkel is in handen van mej. M. Seepers te Nieuwe Niedorp. Het Gemeentebestuur besloot in 1930 tot het aan-, koopen van 'n sportterrein te Lutjewinkel, doch helaas voor Winkel is dit nog niet gelukt. Eveneens werd besloten aan beide scholen een aan de eischen des tijds voldoend gymnastieklokaal te bouwen, waarvan het gebruik aan Sparta werd toe gestaan. Door veel toewijding is veel bereikt en spre ker roept allen op, de vereeniging getrouw te blijven. Met den bloei der vereeniging nam ook het admini stratieve deel een gelijke vlucht en b.v. de finantiën ste" gen van een jaarbedrag van f 67.55 in 1883 tot f 1865 in 1932. Financieele zorgen zijn de vereeniging ook niet vreemd gebleven, doch een ijverige penningmeester be steedt daar al zijn zorgen aan. Met een gelukwensch met het 50-jarig jubileum en een krachtig woord tot aansporing van de beoefening der schoone turnsport, eindigt spreker. Applaus. ?Je Voorzitter zegt den beschermheer dank voor diens rede. Ook namens het gemeentebestuur spreekt de Burge meester een woord van gelukwensch. Namens de gemeente biedt spreker een lauwerkrans aan, versierd met linten in nationale kleuren en stelt voor, deze een plaatsje te geven in het oefenlokaal, als voortdurende herinnering aan het 50-jarig bestaan. Voorts overhandigt de beschermheer den voorzitter een herinneringsmedaille aan dit jubileum, om dit als eerste te hechten aan de koperen banden van de nieu we vlag. De Voorzitter aanvaard dankbaar deze bewijzen van belangstelling. „Met dien verschrikkelijken hoest moet je niet in die drijfnatte spullen blijven rondloopen," luidde thans haar oordeel, „er is wel een of ander van Aaron, dat je passen zal. Ga maar mee hierheen." Ze bracht hem naar de aangrenzende kamer, nam eenige kleedingstukken van een kapstok en legde ze op het bed. Daarop opende ze een lade en haalde er het noodige ondergoed en een paar handdoeken uit. „Wrijf je maar flink droog," raadde ze, „en trek dit dan aan." Na eenigen tijd verscheen hij weer in de keuken met de Zondagsche kleeren van den waard aan. „Ik ben 'n heele Piet zoo, vind Je niet?" riep hij op gewekt. „En ik voel me een hoop beter Nu nog wat te eten, iboeder, en dan ben ik weer klaar." Terwijl hij sprak, legde hij een tweetal goudstukken op tafel. „Om je te laten zien, dat er geen kwaad bij is," legde hy uit. „Ja, je ziet er al weer heel wat beter uit," stemde de vrouw toe en ofschoon Aaron's goedkoope confectie- kleeren hem niet bepaald aangegoten zaten, zag ze on middellijk dat dit iemand was. die door geboorte, uiter lijk en manieren tot een haar onbekende wereld be hoorde. En niet alleen dat, hoewel hij er zwak en slap uitzag en zijn gelaat de duidelijke sporen van een losbandig leven droeg, was hij onmiskenbaar een knap man; rij zig, goedgebouwd en met iets ondefinieerbaars in gang en houding, dat de gewone bezoekers van de herberg misten. Ook het welige, zachte bruine haar gaf iets aristocratisch aan zijn uiterlijk. „Hier is eten voor je," kondigde de vrouw aan. Ze zette een schaal soep voor hem neer, die hem eerst niet bijster scheen te bekoren, maar die hij ten slotte, hongerig als hij was, toch geheel leeg at. „Ook nog wat koud schapenvleesch?" vroeg de vrouw. „Neen, dank je. Ik ben weer heelemaal opgeknapt." „Ja! dat is aan je te zien," mengde de waard, die hem zwijgend bestudeerd had, zich nu in het gesprek. „Je bent een Engelschman, hé?" „Waarom denk je dat?" „Wel, het is dertig jaar geleden dat wij uit Engeland weggingen, maar mijn geheugen is nog wel zoo goed, dat ik zie, dat jij niet in Australië geboren en getogen bent." „Neen, dat ben ik ook niet. Ikik enfin, dat doet er niets toe. Wat 'n verschrikkelijke avond, hè? Een bof, dat ik hier net langs kwam. Ik geloof nooit dat ik den nacht anders levend zou doorgekomen zijn." Dan komt het woord aan de vereenigingen en treden, achtereenvolgens op Winkel's Harmonie, Sparta, de Arbeiderszangvereeniging „Pieter Jelles", de Tooneel- vereeniging „Ons Genoegen", Sparta en de Gemengde Zangvereeniging „West Frisia". Ieder der vereenigingen gaf een of meer nummers ten beste en ieder gaf het beste wat gegeven kon worden. De voorzitter van Winkel's Harmonie en die van „West-Frisia" boden de jubileerende vereeniging bloemen aan. De nummers van Sparta zelf hadden bijzondere be langstelling en een enkele der oud-leden, er was nog een oud-lid van 1883, merkte op, dat het vroeger nog niet zoo ging. „Liefde", een dramatische schets, gaf ons de oude bekenden uit „Ons Genoegen" weer eens in hun beken de creaties te zien Tot slot een tableau, voorstellende de turners bij de oprichting, gestreepte truien en kleine petjes, werkende met de halters en daarnaast de turners van thans, gemakkelijk gekleed in lenige standen, een groep vor mende. 't Is inmiddels laat geworden en de voorzitter heeft thans nog een taak te vervullen, door alle aanwezigen te danken. Dan valt het scherm. WARMENHUIZEN -- SCHOORLDAM. hier zoo populaire vereeniging „Nut en Genoe gen" vierde Zaterdag haar 25-jsrig bestaan in de zaal van den heer J. H. ter Burg. De toeloop van be langstellenden was buitengewoon gnot. De zaal was tot in de verste hoeken gevuld, toen dc voorzitter, de heer P. J. van der Meijclen met een keurige rede da vergadering opende. Het bleek, dat ook de heer Jan Vlam jubileerde. Steeds had dit ijverig bestuurslid, vanaf de oprichting zijn beste krachten gegeven en de voorzitter was hem daar zeer dankbaar voor. Doch ook de echtgenoote, mevr. Vlam-Tiel, werd door den voorzitter niet ver geten. en krepg hulde voor de wijze waarop zij steeds het Nut, speciaal met het in elkander zetten van de vele tableaux, had terzijde gestaan. Onder luiden bij val bood de voorzitter het echtpaar Vlam, namens het bestuur, een mooie bloemenhulde aan. De voorzitter las hierna de ingekomen felicitaties van den Burgemeester van Warmenhuizen, en van den oud-voorzitter, den heer Damiaans voor, alsmede een gelukwensch van den verslaggever van de Scna- ger Courant, en diens echtgenoote, welke van een hlf pmenhulde vergezeld ging. Hierna nam het genoeglijke programma een aan hang Het publiek was al zeer in de stemming, en het kan gezegd worden, dat de revue, welke geheel den avond vulde, er de stemming inhield, en in menig tafereel nog hooger op voerde. Deze jubileumrevue was geschreven en in scène gezet door den heer II. M. Laurman, en werd ten tooneele gebracht door diens Schoorldams revuegezelschap. De schrijver kan wel met genoegen terugzien op zijn werk. Onbedaar lijk is er gelachen om de rake grappen van het hij een revue ten eenenmale zoo onmisbare trio. in dit geval Pim, Pam en Pietje, verpersoonlijkt door de heeren Laurman en Damiaans en mej. Trijntje Seven- liuijzen. De prachtige costumes van de firma Ridde- rickhoff uit Hoorn hadden ieders bewondering. De leuke tafercelen deden het uitstekend en de slotfinale was in een woord prachtig. Na de pauze was er een bloemenfinale en deze muntte uit door mooie costumeering. Dan verschijnt het trio in dc Studio hij Willem Vogt. Pim dacht dit au, hij vond 't hier erg vochtig. F.en volledig pro gramma werd afgewerkt, waarbij Helena Cals de monschen onbedaarlijk deed lachen dh Pim een radio rede afstak, waarbij het publiek gierde. Pam zong een levenslied en het. einde was: ruzie in de aether. En zoo gaat 't, verder, het eene amusante volgt het andere en eindigt de zaak op het jubileumfeest van liet. Nut, waar het trio maar niet. op kan houden met de lof over het Nut uit te bazuinen en het bestuur te huldigen; de slotfinale, „hulde aan 't Nut" was de klap op de vuurpijl en muntte uit door pracht en goeden smaak. Noemen we nog de goedgeslaagde klompendans door vier boeren en vier boerinnetjes en dan zijn we overtuigd, nog veel te weinig te hebben genoemd, doch. hopen we, genoeg om uit te doen komen, dat deze revue ten zeerste is geslaagd. In de pauze een gratis verloting van vele, door goede geesten geschonken prijzen, een traktatie: si garen aan de heeren, en koek aan de dames, en dan nog niet te vergeten, dc hulde welke de heer Joh. de Leeuw namens de dilettantenclub en de heer Loevens als jarenlange grimeur nog aan het bestuur bracht. De eerste zegde aan het bestuur zilveren insignes toe, als blijk voor de mooie samenwerking van beide vereenigingen, en de laatste torste mooie bloemen. Genoeg echter, de avond, ook het bal, slaagde buitengewoon en „het Nut" heeft ontzettend leuk zijn jubileum gevierd. „Je was er tenminste ellendig aan toe." De reiziger huiverde. „Heb je een slok whiskey voor me?" vroeg hij. „Whiskey is niet het eerste wat je op het oogenblik noodig hebt," antwoordde de-vrouw. „Je deed beter naar bed te gaan." „Nog nietik kan niet! Ik moet heusch een. beetje whiskey hebben, moeder." „We hebben brandewijn in overvloed," zei de man. „Een brandewijngroc zal je goed doen." Hij schonk brandewijn en heet water in een glas en schoof het naar den gast toe. „Ook suiker?" „Alsjeblieft. Ha, dat smaakt! Richard begint zichzelf weer te herkennen „Heet je Richard?" „Waarom niet? Richard is 'n heel behoorlijke naam." „Richard, en hoe nog meer?" „Wat komt het er op aan? Richard Green of Smith of Brown. Zoek maar uit! Niemand, die het wat sche len kan „Heb je wat op je kerfstok9" informeerde de vrouw snel-combineerend. „Op mijn kerfstok? Ik heb je im mers twee souveniers gegeven! Moet je nog een beter bewijs van mijn achtenswaardigheid? Hemel-nog-aan- toe, wat 'n avond! Kom Aaron, hou me gezelschap, ouwe jongen. Het is onbeleefd een gast alleen te laten drinken." „Eén glas hoor. Aaron. Geen druppel meer!" vermaan de de vrouw streng. „Ja, een glaasje", beaamde Aaron gehoorzaam, terwijl hij een sterk brouwsel mengde. ..Je moet maar naar bed gaan. Mary; er komt vanavond toch geen mensch meer." „Ik ga naar bed als jy gaat", verklaarde de vrouw. „Het komt me voor. dat de regen wat begint te ver minderen. Luister", viel ze zich zelf in de rede, „daar is iemand aan de deur." „Het is de wind." meende Aaron, een teug uit zyn glas nemend; „je hoeft niet te denken dat er in dit hon denweer nog iemand komen zal." „Hallo daar!" „Hoor je nu wel. dat er iemand is!" „Alle menschen!" riep de jonge Engelschman uit. „Nog eentje, die door dezen zondvloed overvallen is. Dat beteekent gezelschap we kunnen er 'n prettig avondje van maken!" Hij had nu een kleur en zijn oogen schitterden; de alcohol begon te werken. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 9