Arrondissementsrechtbank te Alkmaar
Eeii wonderlijke gelijkenis.
Raad Hoogwoud.
Ruwe Handen
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
ZITTING VAN DINSDAG
FEBRUARI.
Den Helder.
DE HELDERSCHE .JATTER" VERSCHIJNT OP
NIEUW TEN TOONEELE.
De 3S-jarlge, thans gepilowde koopman Jan de Gr.,
stond op 6 December terecht wegens diverse diefstal
len van rijwielen, gepleegd te Hoorn, Wormerveer en
Den Helder. Tegen hem was alstoen gevorderd 1 jaar
en 3 maanden gevangenisstraf, doch de zaak werd
aangehouden in afwachting van een reclasseeringson-
onderzoek. Inmiddels was er nog 'n rijwieldiefstalletje
uit Den Helder bijgesjouwd, wat men hem feitelijk wel
cadeau had kunnen geven. Aan een boom, zoo rijk be
laden, mist men 5. 6 pruimpjees niet, zingt de oude
Hleronymus van Alphen. Om echter volledig te zijn,
willen we er bij voegen, dat het hier gold een rijwiel,
dat toebehoorde aan den matroos P. v. Eggeraat al
daar. De heer Wiggers, daarop geïnterviewd als rap
porteur van het genootschap, adviseerde twijfelachtig,
maar met medewerking van het „Hooge Land" wilde
men nog iets probreeren. De geachte verdachte is nogal
sterk gecharmeerd op „Wijntje en Trijntje", wat wel
een groot bezwaar is voor een proefhoudende bekeering.
We moeten echter getuigen, dat de president, mr. Le-
deboer, het geval serieus en minitieus behandelde en
dezen cliënt het volle pond toekende.
De Officier releveerde dat verdachte bereids 17 ver
oordeelingen had ondergaan en reeds herhaaldelijk een
kans had gekregen, doch zonder noemenswaardig re
sultaat. Eenige waarde kon aan zijn mooie beloften niet
worden toegekend en de waarborg is minimum. Er is
een reuze-dosis optimisme noodlg om het nog eens met
eenige hoop op succes, te beproeven. De Officier kon
op deze gronden niet meegaan met het advies om een
voorwaardelijke straf op te leggen en persisteerde bij
zijn eisch: 1 jaar en 3 maanden.
Verdachte, zijn eigen schuld belijdende, deed nog een
poging het zachte gemoed, dat de straffe hand des
rechters secondeert, te bewerken.
Mr. Van Doorn zag niet veel licht in de affaire, maar
gaf „Het Hooge Land" als laatste toevluchtsoord in
overweging voor dezen zwakkeling.
As. week uitspraak.
Texel.
VTSSCHEN MET DE WOND BR KUIL.
De niet verschenen visscher Nan de H. uit Texel, was
door den Kantonrechter te Den Helder veroordeeld we
gens het visschen met de z.g. wonderkuil, welke wijze
van visschen in casu niet was veroorloofd. Het ge
beurde buiten den afsluitdijk met gebruikmaking van
motorbooten. Het net was n i e t in beslag genomen.
De Officier bekeek de goede en slechte zijde van de
overtreding met onpartijdigheid, wenschte de verbeurd
verklaring van het net in verband met de omstandig
heden uit te schakelen en vorderde alsnu alléén 2 X
f10 boete of 2 X 10 dagen hechteis.
Texel.
MR. J. DUIJS AAN HET WOORD.
Ook deze zaak was gewijd aan de wonderkuil en be
trof de visschers Pieter Corn. VI. en Pieter v. d. V. te
Texel. Deze heeren waren behoorlijk present en werden
verdedigd door Mr. Jan Ellse Wilhelm Duljs te 's-Gra-
venhage, wiens imposante verschijning de heele recht
zaal vulde.
De appellanten tegen het vonnis erkenden het straf
bare feit, door nood gedwongen. Hun netten waren in
beslag genomen, wat de grootste nekslag wss voor deze
broodvechters en in de hoop op teruggave hadden zij
hooger beroep aangeteekend en mr. Duijs, figuurlijk
gesproken, in den arm genomen.
Ook in deze zaak nam de Officier een analoog re
quisitoir ter faveure van den geachten verdediger nog
eens gerepeteerd. Recidive was uitgesloten, nu de af
sluitdijk was voltooid, voorts de economische omstan
digheden en de voorspraak van een goed burgervader,
den Burgemeester van Texel, in aanmerking genomen,
vorderde de Officier 2 X f 1.50 of 2 X 1 dag hechtenis.
Moest eigenlijk zijn 1% dag, doch deze breuk erkent de
wet niet.
Mr. Duijs sprak zijn voldoening uit over de opvatting
van het Openbaar Ministerie en refereerde zich, nit de
netten wel zullen worden terugegeven, aan het oordeel
der Rechtbank.
W i e r i n g e n.
NOG MEER WONDERKUn .F.RIJ.
De heeren Corn. Martinus H. en Hendrik KI., vla-
schers te Wieringen. verschenen ook met het wonder-
kuii-watertje voor den dokter. De visscherij-opzichter
De Vlieger, die het maar druk had als getuige van de
bank naar het hekje te vliegen, legde ook hier weer
FEUILLETON.
Uit het Engelsch van
Josepb Hocking
De ander volhardde nog steeds in zijn stilzwijgen,
hoewel het duidelijk genoeg was, dat Richard naar een
vertrouwelijk gesprek verlangde.
„Het leven is allesbehalve een pretje voor me ge
weest de laatste zeven jaren. Ik heb gezworven Joost
mag weten waar ik niet overal gezworven heb! Soms
zag ik kans, de toelage die me gestuurd werd, hier of
daar op te pikken en een andere keer was het weer
een heksentoer om mijn mond open te houden. Ik ben
van alles en nog wat geweest: mijnwerker, houthakker,
In het oerwoud, matroos, taxi-chauffeur, hulp op een
schapenfokkerij. Kortom, twaalf ambachten en dertien
ongelukken."
Een korte pauze; daarop:
„Natuurlijk schreef ik van tijd tot tijd naar huis, maar
ik was zelden lang genoeg op dezelfde plaats om de
antwoordbrieven in handen te krijgen, de lust tot zwer
ven was nu eenmaal te sterk. Ik wachtte alleen op be
richt van huis, wanneer ik totaal op zwart zaad zat."
Een nieuwe stilte; toen weer:
„O, ik weet, dat ik een idioot ben geweest; niemand
weet dat beter dan ikzelf. Het geeft geen steek om
daar nu over te gaan zitten jeremieeren, maar zie Je,
ik behoor tot een goede familie uit Devon. Misschien
heb je wel eens van ze gehoord de Dulvertons uit
Devon zijn nogal bekend."
Het was duidelijk, dat deze mededeeling den anderen
man verrastte, maar hij zei alleen maar:
„Ja, ik heb dien naam wel eens gehoord."
„De tak waaruit ik kom, is er ook financieel niet
slecht aan toe. Verscheidene van de beste boerderijen
in Devonshire hooren van mijn... hooren van mij
eigenlijk.'
„Maar..."
„Ik weet wat je zeggen wilt Je vraagt je af, waar
om ik dan hier hen? Maar ik ben er pas een paar
dagen van op de hoogte. Ik ben op weg naar huis. Als
ik ertoe in staat ben, rijd ik morgen naar Belingham.
zijn beëedigde verklaring af. Gevorderd werd. met re
ferte aan vorige zaken, hier 5 boeten en wel 5 X f 3
boete of 5 X 1 dag, wegens ondeelbaarheid der subsi
diaire hechtenis, die bedroeg 3 dagen in totaal.
Br. op Langendijk. Zwaag.
RIJBEVOEGDHEID ONTZEGDE TUINDER. VER-
VALSCHT NUMMERBORD.
De 23-jarige tuinder Corn. de H. uit Broek op Lan-
gendijk, getooid met tochtlatten, stond terecht ter zake
een paar zeer ernstige strafbare feiten. Ingevolge von
nis van den Kantonrechter te Hoorn ter zake het in
staat van dronkenschap een motorrijtuig besturen, was
hij veroordeeld tot f 25 boete of 10 dagen, benevens als
bijkomende maatregel van veiligheid was hem de be
voegdheid om motorrijtuigen te besturen voor den tijd
van 1 jaar ontzegd, welke ontzegging op 17 November
was ingegaan. Niettegenstaande had hij niet alleen In
den nacht van 23 op 24 December de brutaliteit om als
auto-chauffeur dienst te doen, maar ook had hij het
nummerbord valschelijk veranderd door middel van
krijt, wat werd ontdekt, toen hij op het Keern. gem.
Zwaag, werd aangehouden. Het door hem bestuurde
motorrijtuig toch droeg het nummer 93679 en dit num
mer had hij gewijzigd in 98879. Verdachte was nog
nimmer veroordeeld en de president verbaasde zich
over de roekeloosheid van dezen jongeman.
Als getuige was alleen present de heer C. LJpma.
rjjksveldwachtei^brig.-tit. te Blokker, de verbalisant,
die verdachte had aangehouden. De getuigen C. en A.
Vroegop waren niet verschenen, wat hun geld zal
kosten. De Officier toonde zich zeer ontsticht over de
geraffineerdheid van het feit, dat een ernstigen achter
grond had (inbraak soms?) en vorderde 6 maanden
gevangenisstraf.
Hoorn.
EEN AUTOMOBIEL-REPARATIE-CONFLICT.
In de middagzitting stond terecht de 51-jarige stof
feerder en automobielverhuurder Johan Marie B.. te
Hoorn, aan wien was tenlaste gelegd, dat hij op 15 Oc
tober zich wederrechtelijk zou hebben toegeeigend een
dynamo uit de auto van den grossier S. Rozenberg, die
hem bedoelde auto ter reparatie had toevertrouwd. De
heer Rosenberg had vanaf 13 October tot 15 daaraan
volgende ter observatie vertoefd in het ziekenhuis te
Hoorn en na zijn ontslag bedoelde auto bij verdachte
laten afhalen. Aan de auto was een nieuwe bekleeding
van zitplaatsen aangebracht, waartoe de heer Rozen
berg geen opdracht had gegeven. Toen gen. heer Ro
zenberg met zijn wagen ging rijden, kreeg hij voortdu
rend moeilijkheden en bleek het dat de reperateur
Zweet, die de auto had nagezien, de dynamo vermoe
delijk was verwisseld. Hel was een Citroen, van welk
merk verdachte ook een exemplaar in gebruik had. Ge
tuige had aan verdachte over die dynamo gesproken,
waarop verdachte erkende een vergissing te hebben be
gaan en daarop de dynamo weer te hebben verwisseld.
Ook op de zitting werd zulks door den heer B. erkend
Hij verklaarde voorts dat de getuige Rozenberg hem op
dracht had gegeven de auto te repareeren. Alléén de
kap, antwoordde getuige, niet de zitting. Op dit gewich
tige punt was tusschen getuige en verdachte geen over
eenstemming te verkrijgen. Toen getuige bemerkte dat
de kussens gerepareerd waren, had hij daarover aan
verdachte echter direct geen bemerking gemaakt.
De verdachte verklaarde hierop uitvoerig, maar voor
ons vrijwel onvalgbaar hoe het kwam dat de dynamo's
verwisseld waren. Een eindje touw moest de demonstra
tie verduidelijken.
De heer Rozenberg had Intusschen zijn eigen dynamo
weer terug. Deze heer diende echter ook nog 'n bedrijfs-
schaderekening van f 30 in. benevens 'n rekening van
f 24.30. ten behoeve van de firma K. de Reus, waar de
dynamo was gerepareerd.
Rechercheur de Monninck te Hoorn verklaarde dat de
belde dynamo's als ze waren gemonteerd, veel op elkan
der geleken. Aan hem had verdachte verklaard, zich
vermoedelijk bij het plaatsen der beide dynamo's te heb
ben vergist. Hij had zich even na het monteeren verwij
derd en wist na terugkomst niet juist meer. hoe de vork
In den steel stak. Hij meende in Rozenbeg's wagen de
daarbij behoorende dynamo te hebben geplaatst
Voor den Rechter-commissaris was verdachte „toe
geeflijker" geweest.
De heer Jacob Zweet, monteur, die de auto later on
der handen had genomen, en geregeld over dit vehikel
dokterde, verklaarde, dat de dynamo spiksplinternieuw
was. De dynamo van verdachte was wel hetzelfde type,
maar niet zoo goed. Hij had de auto van Rozenberg aan
verdachte afgeleverd, toen deze beweerde deze voor re
paratie noodig te hebben. Getuige had toen een onver
wacht bezoek gebracht in de garage van verdachte en
bemerkt dat hü aan het binnenwerk van die auto bezig
was; daarmede had hij niets te maken, hij moest alleen
stoffeerderswerk verrichten! Dit gebeurde achter dichte
gordijntjes, opdat vermoedelijk de heer de Reus, pa
troon van dezen getuige, dit gepeuter niet zou zien. Ge
tuige deelde ook nog mede. dat door ontledlging der acu
er lampjes waren gesprongen.
Ten slotte kwam gelukkig de laatste getuige, de heer
K. de Reus. voor de bühne om mede te deelen. dat de
dynamo door hem in Rozenbergs wagen later aangetrof
fen. niet de dynamo was van dezen heer.
Door den heer Officier werd een en ander nog eens
besproken met het resultaat, dat de edelachtbare spre
ker. van meening zijnde, dat verdachte verkikkerd was
op de betere dynamo van Rozenberg en deze had ver
wisseld met zijn minderwaardig eigendom, zoodat ver
oordeeling ter zake verduistering tot f 75 boete of 60
dagen werd gerequireerd. A.s. week uitspraak.
De raad dezer gemeente kwam in openbare zitting
bijeen op Woensdag 1 Maart 1933. des voormiddags om
10 uur.
Voorzitter de heer D. Hoogenboom, burgemeester, te
vens secretaris.
Aanwezig zijn alle leden.
Voorzitter opent de bijeenkomst met de navolgende
woorden
Mijne heeren. Ik heet u allen welkom In deze eerste
vergadering in het jaar 1933 en wensch u allen met uw
gezinnen het allerbeste toe, evenals de vertegenwoordi
gers van de pers. Het afgeloopen jaar heeft geen rede
nen tot blijdschap gegeven en helaas, de algemeene toe
stand is nog niet hoopvol. Met de veehoudersbedi^jven
gaat het nog niet zooals gewenscht kan worden, even
min als met de tuinders, al worden deze ook onder
steund. Het is met geen hiervan rooskleurig. De werk
loosheid neemt hand over hand toe. Er is werk genoeg,
maar de werkgevers hebben geen gelden om deze wer
ken te laten uitvoeren. Alleen het allernoodzakelijkste
wordt gedaan. Het vorige Jaar is er veel gevergd van
uw werkkracht en dit jaar zullen eveneens veel belang
rijke vraagstukken uw aandacht vragen. Gefcuigé hier
van reeds de belangrijke agenda van hedenmorgen, voor
wat betreft de quaestie der Langereizer school.
De bevolking Is in 1932 vooruit gegaan met 34 perso
nen. Er zijn 173 personen ingekomen en 177 vertrokken:
61 kinderen werden geboren. 23 personen overleden. Er
werden In 1932 18 huwelijken gesloten.
De schoolbouw is nog niet ten einde. Door de weers
omstandigheden kon het werk niet tijdig worden opge
leverd en vermoedelijk zal het wel 1 Mei a.s. worden
voor de school geopend kan worden. Ik hoop, dat de on
derlinge samenwerking zoowel met den raad als met 't
college van B. en W. mag blijven zooals die geweest is
en dat we eensgezind de moeilije vraagstukken, die ko
men zullen, zullen behandelen en wel zoo, dat ze zullen
zijn In het belang onzer gemeente.
Nadat de Voorzitter was uitgesproken, betuigden de
raadsleden hun instemming met het gesprokene.
De notulen der laatstgehouden vergadering werden
gelezen, waarop deze zonder op- of aanmerkingen wer
den goedgekeurd.
Ingekomen stukken en mededeelingen.
Van den minister van Binnenlandsche Zaken kwam
bericht in, dat de tijd waarin de subsidietoezegging voor
de werkverschaffing geldig was, werd verlengd tot 25
Febr. jJ.
Naar aanleiding hiervan hebben B. en W. zich weer
tot den minister gewend met de mededeeling, dat het
werk aan de Noorderkoggen 5 Maart beëindigd wordt,
in verband waarmee gevraagd wordt op welke wijze nu
werk moet worden verstrekt. De menschen zullen wel
licht in de Wieringermeer tewerk gesteld kunnen wor
den. maar nu rijst de vraag wat de gemeente in de
loonen zal moeten bijdragen.
Deze tewerkstelling geldt alleen voor die werkloozen,
die eertijds in de Wieringermeer werkzaam waren en
zich daardoor in de gemeente vestigden.
Het gemeentebestuur heeft voorts medegedeeld aan
den minister dat een uurloon van 20 cent voor hen
niet aan den lagen kant geacht wordt.
Ruwe Huid - Schrale Lippen
Wanneer ik 'n beetje opschiet, ben ik er tegen den
avond en vandaar kan ik verder mét den trein gaan."
De tweede gast zuchtte en er was Iets van jalouzie
in dien zucht. „Mijn vader was landjonker," zette Ri-
chard zijn verhaal voort, „hij nam een vooraanstaande
plaats in den omtrek in hij regeerde als een soort
koning over zijn bezit. Het is dan ook niet te verwon
deren dat hij een trotsch man was dat is de reden
dat hij mij een royale toelage gaf om te verdwijnen."
„Wat had je uitgevoerd?"
„O, er was een soort dronkemanspartij en ik had
een beetje te veel notitie genomen van de dochter van
een onzer pachters. De man, die met haar wilde trou
wen, maakte ruzie met me we hadden allemaal een
stevige borrel op ik was toen een-en-twintig moet
je weten."
„En wat gebeurde er verder?" drong John.
„Ik was sterk als een paard toentertijd en ver
moordde hem zoowat. Ik geloofde eerst dat ik hem
werkelijk om zeep geholpen had; hij lag uren voor dood.
Er werd beweerd dat ik gemeene trucs had gebruikt
en hem met een mes gestoken had. maar dat is een
leugen. Maar Je begrijpt dat het ontzaglijke herrie gaf
en ik moest me verscheidene dagen achterbaks hou
den en toen het zeker was dat Nic Brewer er weer
bovenop zou komen, gaf mijn vader me te verstaan,
dat ik ophoepelen kon."
„En ben je sindsdien steeds van huis geweest?"
„Ja; zeven jaar. Ik was overigens blij dat ik gaan
kon. Ik had heimwee naar de ruimte. En ik heb mijn
deel gehadruimschoots!"
„En heb Je nooit verlangd terug te gaan?"
.Neen, mijn vader had een strenge levensopvatting en
kon zich met mijn manier van doen niet vereenigen.
Och, die geschiedenis met Marry Llddlcoat, waarvcor
hij me weggestuurd heeft, had eigenlijk geen zier te
beteekenen er was welbeschouwd niets gebeurd tus
schen mij en het meisje, maar mijn vader had er al
tijd zijn zinnen op gezet, dat ik met Mirlam Donni-
thorne zou trouwen, de dochter van zijn naasten buur
man, ook een rijken landjonker. Ze was een kind van
vijftien, toen ik mijn biezen moest pakken, maar een
mooi kind en ik had ook altijd zoo half en half het
gevoel, dat ze een of anderen keer mijn vrouw zou
worden. Ze moet nu 'n jaar of twee-en-twintig zijn.
Haar vader en de mijne hadden dat zoo met elkaar
bekokstoofd de twee aan elkaar grenzende landgoe
deren zouden op die manier op den duur vereenigd wor
den en dat heeft allerlei voordeelen."
„Dus je vader is
„Dulverton Bob Dulverton voluit Robert Gran-
ville Dulverton. Een goede naam, hè?"
„Een uitstekende naam!"
Toen viel er een zwijgen, dat eenige minuten duur
de. Dulverton laafde zich met grog, terwijl zijn met
gezel somber In het vuur staarde.
„Je schijnt niet erg nieuwsgierig," merkte Dulverton
ten slotte op.
„Waarom zou ik?"
„Eigenlijk nergens om, maar aan den anderen kant,
mijn geschiedenis is nogal romantisch, vind ik. Ik ben
een soort verloren zoon. weet je?"
.Je zei straks dat je op weg naar huls was. Dan zal
je vader wel het gemeste kalf voor je slachten bij Je
terugkomst en je met muziek en dans ontvangen. Dat
Is immers zoo de gewoonte bij den terugkeer van ver
loren zonen!"
„Mijn vader is overleden!"
„Dan dan
„Ja! Ik ben de landheer van Dulverton Manor. Ik
werd het gewaar laat eens zien verleden Maandag
Ik zat In de rimboe en kreeg toevallig een Engelsche
krant in handen, waarin het een of ander verpakt was
geweest. Er stond een verslag van zijn begrafenis in.
Ik had een gevoel alsof ik een klap op mijn hoofd had
gekregen. Ik zei er niets van. tegen niemand, ik kon
eenvoudig niet, maar ik ging direct op weg. Zeg, denk
je dat ik nog levend in Engeland zal aankomen?"
„Waarom niet?"
„Omdat Ik kolossaal roekeloos met mijn gezondheid
ben geweest Ik heb een gevoel alsof Ik het niet lang
meer maken zal."
„Gesteld dat je niet komt opdagen wie krijgt het
landgoed dan?"
„Mijn neef Arthur, denk ik. Dat wil zeggen, eerst
komt het aan mijn oom Arthur en later aan mijn neef.
Een mooi stel, die twee.' Mijn oom ls advocaat dc
grootste schobbejak, die hier beneden ooit heeft adem
gehaald en zoonlief is nog een graadje erger dan papa!
Als mijn waarde oom er niet was geweest, wel, dan zou
het met die historie met Nick Brewer nooit zoo'n vaart
zijn geloopen. Hij stelde alles veel zwarter voor dan
het in werkelijkheid was en ze geloofden hem natuurlijk
omdat hij advocaat was. Ik ben in mijn ziel overtuigd,
dat hij het erop aangelegd heeft om mij uit Engeland
weg te werken. Ik had nog liever dat een wildvreemde
het landgoed kreeg, dan die twee schavuiten."
„Dus je vaderlijk erfdeel wacht, om zoo te zeggen, op
Je?"
„Ja; ik heb niets anders te doen, dan terug te gaan
en mijn aanspraken te laten gelden. Ik heb de brieven
van mijn vader voor zoover die mij bereikten
een heelen hoop andere documenten hier."
Terwijl hij sprak, haalde hij een pakje papieren uit
zijn zak en klopte erop. „Hier heb je alles bij elkaar'
zei hij.
Voorzitter deelt voorts mede dat de vereenlging der
randgemeenten van plan ls zich met een adres tot den
minister te wenden, waarin verzocht zal worden aan
hen. die naar hun vorige woonplaats willen verhulzen,
van rijkswege reis- en verhuiskosten te verstrekken.
De heer Bossen wil even opmerken dat van hooger
hand vaak raar wordt gehandeld. Werkloozen die bij
rijksregeling te werk worden gesteld moeten vaak uren
fietsen terwijl ln de nabijheid van hun woonplaats werk
door andere werkloozeft wordt uitgevoerd.
De heer Ham gelooft dat de diverse gemeentebesturen
bij den minister niet au serieux worden genomen. De
vakbonden moeten zich er maar meer mee gaan be
moeien.
Voorzitter is ook van meening dat de minister zich
weinig aan de gemeentebesturen laat gelegen liggen.
Zoo vroeg spreker telefonisch een conferenle aan,
maar die werd hem niet verleend! Men kan er lang of
kort over praten, maar men bereikt geen zier.
Voor kennisgeving werden vervolgens nog aangeno
men diverse adressen, waarin om adhaesiebetuiging
werd verzocht, o.a. door de gemeenten Oudkarspel,
Kerkrade en Ambt Hardenberg.
Van Ged. Staten werd goedgekeurd terug ontvangen
de gemeentebegrootlng dienstjaar 1933.
Het wit-gele Kruis dankte in een schrijven voor de
verleende subsidie.
Van de afd. Hoogwoud van den Bond van ar-
beiders in landbouw-, tuinbouw- en zuivelbedrijf kwam
een verzoek in. inhoudende de vraag te willen komen
tot oprichting van een crisiscomité.
B. en W. stellen voor hiertoe niet over te gaan.
De heer Ham Is van meening dat er wel nut van een
pi. crtsiscomité zal uitgaan en ls dan ook voor oprich
ting. Bezwaren zijn er niet aan verbonden, meent spr.
De heer Glas bepleit sterk de oprichting van een
zoodanig comité. De bedoeling van adressanten is om
contact te zoeken met het Nat. crisiscomité en dat kan
niet anders dan voordeel zijn voor de werkloozen.
Voorzitter merkt op. dat er twee soorten crisiscomité
zijn, a en b. Crisiscomité a staat in nauw verband met
het Nat crisiscomité en leeft van giften en gaven. Voor
zitter vreest dat in de. gemeente van giften en gaven
vrijwel niets zal zijn te verwachten. Dan bestaat de ge
meente uit diverse dorpen en als men iets bijdraagt zal
zeker de bedoeling wezen dat 't in het dorp aan een of
meer behoeftigen ten goede komt.
Crlsisoomité b werkt met steun van rijk en gemeente.
Deze twee lichamen zullen precies evenveel bijdragen.
Als de gemeente f 2.50 geeft, doet het rijk eenzelfde be
drag er bij. Er mag dan alleen steun worden verstrekt
In natura, en Voorzitter gelooft niet, dat dit In de ge
meente veel zin heeft.
De heeren Bossen en Glas zijn van meening dat de
bijdragen wel zullen meevallen.
De heer Vtin wil 't wel eens probeeren. Dat kost nieta!
De heer Glas ls ook die meening toegedaan. Met het
houden van een verloting en het geven van uitvoeringen
ten bate van het crisiscomité zal nog wel wat te berei
ken zijn.
Voorzitter zegt er niet tegen te zijn. als het helpt, zal
het een vreugde zün.
Besloten wordt dat stappen gedaan zullen worden om
te geraken tot oprichting van een crisiscomité A én R
Ter elfder ure kwam nog een verzoek in van het be
stuur der afd. Hoogwoud van den bond van arbeiders
in landbouw-, tuinbouw- en zuivelbedrijf, om te geraken
tot oprichting van een z.g. contactcommissie, welke dan
over de moeilijkheden met B. en W. zal kunnen overleg
plegen.
Dit adres wordt teruggebracht naar B. en W. om
prae-advies.
Besloten wordt om aan de heeren Beets en Zwaag we
derom het door hun gehuurde perceeltje van den tram
baan te verhuren voor f 10.
Een credlet voor school voeding.
B. en W. stellen aan den raad voor een bedrag van
f 100 beschikbaar te stellen voor het vetlwnna va"
ichoolvoedlng aan de leerlingen uit deze gemeente, dia
de R.K. -school te ~Sl.tbekarspel bezoeken. ITIt eeh Inge
steld onderzoek Is gebleken, dat het verstrekken van
voeding aan leerlingen van andere scholen niet nood
zakelijk is.
Aldus besluit de raad.
Voorzitter zegt dat alles zeer goed functionneeri in
de Weere en het is een lust om een kijkje te nemen.
Diverse raadsleden geven als wensch te kennen eens
poolshoogte te gaan nemen.
Radiostoringen.
Ingekomen is een verzoek om te komen tot vaststel
ling van een verordening die een einde maakt aan ra-
diostoringen.
B. en W. stellen aan den raad voor niet in te gaan op
het verzoek van de afd. Opmeer van de V.A.R.A. om in
deze gemeente eene verordening in het leven te roepen,
die een einde maakt aan de radiostoringen, daar alhier
die storingen, die veroorzaakt worden door electri-
sche motoren en apparaten nit veel voorkomen en der
gelijke verordening wanneer die al goed te handha
ven zal zijn. te zwaar in het maatschappelijk leven kan
ingrijpen. De raad gaat hiermee aocoord.
„Maar je uiterlijk ls toch waarschijnlijk veranderd in
die zeven jaar?" bracht de ander in het midden. „De
meeste menschen veranderen sterk tusschen hun twin
tigste en dertigste de jongen is dan een man gewor
den. En je hebt ln dien tijd heel wat doorgemaakt, zoo
als je zelf vertelt, en dat heeft ook invloed op iemands
voorkomen."
,Je wilt zeggen, dat ze wel eens zouden kunnen bewe
ren dat ik de rechtmatige erfgenaam niet ben, zooals ln
een soortgelijk geval al eens gebeurd is."
„Het is gevaarlijk je aan voorspellingen te wagen.
„O, mijn oom zou er stellig niet tegenop zien mijn
rechten te betwisten als dat hem mogelijk leek. Maar
Ik heb het typlsohe Dulvertongezicht en bovendien, de
papleren sluiten lederen twijfel uit"
De wind was gaan liggen, maar de regen viel nog
bij stroomen. Dulverton rilde weer, terwijl hij naar het
droefgeestige geluid luisterde.
„Je weet zoo langzamerhand heel wat van mij", her
nam hij toen. „Maar jij hebt ook een geschiedenis te
vertellen, waarde heer! Een kerel als jij gaat niet uit
Engeland weg om je als kolonist in Austrilië te begra
ven. als hü daar geen ernstige redenen voor heeft En
tooh zie je er niet uit als iemand, die naar weerlicht
zal gaan. Je drinkt ook niet..."
Op deze opmerking kwam geen antwoord.
„Je hebt ook je naam nog niet genoemd..."
„Neen," klonk het somber. „Als ik het gedaan had,
zcu je misschien..." Abrupt brak hü den zin af.
„Wel" moedigde Dulverton aan.
De andere gast stond op, liep naar de deur en opende
die. De regen gutste nog gestadig, alsof zij bij emmers
werd uitgegoten. Het was inktzwarte nacht
„We mogen van geluk spreken dat we hier onderdak
hebben gevonden", zei hij. „In nachten als deze ls me
nigeen hier spoorloos verdwenen de beken worden
bruisende rivieren en de kleine riviertjes wilde berg-
st room en."
Hij stopte een nieuwe püp.
„Wat zei je ook weer?" trachtte Dulverton hem weer
op zijn onderwerp terug te brengen.
„Ik zei. dat als ik je mün n.-am noemde, je mis
schienMaar wat geeft het eigenlijk, als je het
cieed het komt er eigenlijk niets op aan..
„Geneer je maar niet oude jongen vertel me ge
rust waar de schoen wringt."
„Waar de schoen wringt? Och, het is absoluut niet
noodig oude koeien uit de sloot te halen, maar jij hebt
bet ni£ eenmaal gedaan en zie je je hebt me een
gevoel bezorgd hemei-nog-aan-toe, wat zou Ik niet
gegeven hebben voor jouw kans."
De ander lachte grimmig.
Wordt vervolgd.