DE IJZEREN DEUR EEN TE DUUR LEGER Biljartvereeniging „Hollands Noorderkwartier" Ingezonden Stukken. Andere wegen H0LLAND-H0NGARIJE. 1-2. Opheffing van het Spaansche vreemdelingen legioen. De oorzaak van den Rif- oorlog in Marokko. Vreeseli]ke wraak genomen voor een oorvijg. IN 1920, toen Spanje in rwaren strijd met Marok ko lag en de eigen soldaten ontevreden werden, werd het Spaansche Vreemdelingenlegioen als tijdelijke aanvulling van het leger gesticht. Naar thans regeeringsautoriteiten uit Madrid verkla ren, zal het Legioen om financieele en politieke rede nen langzamerhand opgeheven worden. Tusschen het Spaansche en het Fransche legioen is in zooverre overeenkomst, dat in beide legers zonen van een vreemd land zich voor vreemden krijgsdienst laten aanwerven en voor de belangen van een vreemden Staat, als eenmaal de lansknechten, strijden en ster ven. Grooter echter dan de overeenstemming tus schen de beide vreemdelingenlegioenen zijn de ver- schillen. Het operatie-terrein van het Spaansche Vreemde lingenlegioen bepaalt zich tot het Rifgebied. Ceuta, Melilla, Tetuan, Hauen en het woeste achterland van de oorlogszuchtige Berberstammen. Het Spaansche le gioen (Spaansch: el Terclo) bestaat verder ongeveer voor driekwart uit Spanjaarden, die na vervulling van hun dienstplicht, door de premie verleid, zich opnieuw hebben verplicht te dienen. Het is dus geen vreemde troep en het ééne kwart buitenlanders, hoofdzakelijk Dultschers en Russen, welke de omstandigheden naar Spanje gedreven hebben, bestaat niet uit ultgestoote- nen. Men verlangt weliswaar van hun discipline en moed om te vechten, maar zij worden niet minder geacht dan hun Spaansche kameraden. Het komt ook voor, dat zij den rang van officier behalen en in Spanje een nieuw vaderland vinden. Het Terclo, het Vreemdelingenlegioen, is in Spanje omgeven door een aureool van dapperheid en avon tuurlijkheid. De bataillons hebben aan het front ge staan in den bloedige krijg met Abd el Krlm ben Kltavi; zij werden het sterkst door de catastrophen van Am mal en Monte-Arruit getroffen. Abd el Krim, Berbervorst in Adjar, een onneembar re rotsenvesting in het Rif, had een Spaansche opvoe ding genoten en was tijdelijk als redacteur van een Spaansche krant In Melilla werkzaam. De bevelvoeren de generaal Silvestre ergerde zich over een van zijn artikelen en riep hem ter verantwoording. Tijdens de woordenwisseling gaf hij den vorst een klinkende oorvijg. Abd el Krim zwoer wraak endeze was vreeselijk! Hij verliet de stad, trok de bergen in, ver zamelde de stammen om zich heen en begon tegen Spanje een verdelgingsoorlog. Tienduizend voortreffe lijk bewapende Rif-Berbers drongen voorwaarts op Annual aan. Generaal Silvestre, een gunsteling van Madrid, hoogmoedig en zeker van de overwinning, verzamelde een legioen. In frontlijn marcheerde het legioen voorwaarts, doch werd door een moorddadig vuur ontvangen. Achter elk rotsblok, onzichtbaar voor de Spanjaarden, was snelvuurgeschut opgesteld. Boven dien lieten de Spanjaarden zich bij hun aanval op de op het bergachtig terrein nauwelijks waar te nemen loopgraven door een truc der Berbers misleiden. De zen hadden nl. den aarden wal niet, zooals gebruike lijk is, vóór, maar achter de loopgraven opgeworpen, zoodat de kogels der Spaansche artillerie en machine geweren over de hoofden der Marokkanen heen, In het zand sloegen en slechts weinig schade aanrichtten. De Spanjaarden moesten voor de aanstormende vij anden terugtrekken. Honderden lijken en verminkten bedekten het terrein en tenslotte moest generaal Sil vestre met 3000 man zich overgeven, hij werd ge hoond, en uitgejouwd en verminkt en schoot zich ten slotte een kogel door het hoofd. Adb el Krim had zijn oorvijg gewroken. In totaal bestaat het Spaansche vreemdelingenlegi oen uit 7000 man, die steeds aan het front streden. Hun commandant, overste Astray, gaat door voor den dappersten man van Spanje. Aan het hoofd van zijn troepen voerde hij met deze menig bravourstukje uit. Hij werd driemaal zwaar ge wond en moest zich tenslotte den linkerarm laten am- puteeren. Als belooning voor zijn dapperheid verlangde hij slechts, dat men hem als invalide toestond In actie ven dienst aan het hoofd van zijn legioen te blijven. Als trouw aanhanger van zijn koning, bracht hij ook zijn troepen de gedachte van onbezweken trouw aan den ko ning bij. Hij had er b.v. een hekel aan. dat de officieren tijdens de wacht schaak speelden, omdat bij dit spel de koning bedreigd en mat gezet kon worden en ook de koningin kon worden genomen; dat was oneerbiedig vond hij. Toen in 1931 de Spaansche koningstroon wan kelde, zou het legioen naar het vasteland worden over gebracht In Valencia kwamen eenige treinen binnen, binnen, maar het was te laat, koning Alfonso had af stand gedaan van den troon en de legioenen keerden naar Afrika terug. FEUILLETON. Uit het Engelsch van HAROLD BELL WRIGHT. j. „Zóó slim zal het wel niet zijn, maat," zeide Bob ge ruststellend. ..Dat meisje van jou is maar niet zoo te gronde te richten." „O, niet?" kwam Thad, opnieuw vuurvattend. „Zeg jij dat? Nou, en ik zeg, dat je iedereen te gronde kan richten." „Sint Jimmy bijvoorbeeld?" opperde Bob op sarcas- tischen toon. ..Ja, Sint Jimmy ook. Je ken niet weten, wat voor schavuit Sint Jimmy misschien geworden zou zijn, as ie niet toevallig ziek was geworden. D'r zitten er genoeg in de nor. alleen omdat ze wat al te gezond z\jn ge weest." „Voor dezen eenen keer heb je gelijk." gaf Bob noode toe. En toen. alsof hij zich weer zijn plichten als criti cus herinnerde: „Maar d'r is nog een ander ding, dat je je dochter hoorde te vertellen wat alle lui altijd zeg,5 en. dat een meisje most weten en omdat jij nou d'r vader ben en ze nooit een eigen moeder gehad heb, nou. daarom moet jij 't maar doen." „En, wat ze liefde noemen", zeide de ander op zachten toon. „Zooas Marta is opgegroeid met ons twee ouwe uitgedroogde woestijnratten. weet ze van liefde en wat er bü hoort, net zooveel as as niks." Marta's vader liet zijn schuier vallen en schopte dien nijdig naar den anderen kant van den stal, zoodat Nug- get stond te dansen van opgewektheid. „Liefde! Heere machtig! Wat zal je nou nog beden ken? Maak je daar maar geen zorgen over. Op een goeien dag ontmoet ze eens een jongen, dia 'r in een minuut er meer van vertelt dan jij er in je heele leven van geweten heb." „Dat is 't nou juist." hernam de ander. „Op een goeien dag zal de een of ander haar d'r van vertellen, net zoo- as je zegt. Hij zal er stilletjes mee aankomen, as ze aan niks kwaad denkt, en er over beginnen vóór ze weet waar ze aan toe is. En zoo gebeuren de ongeiukaei.. En daarom most ze er van te voren wat van afweie dat ze op d'r hoede kan zijn." Thans Is de Rifoorlog in Marokko geëindigd, maar de missie van het Vreemdelingenlegioen Is daarmee nog niet vervuld. Wanneer Spanje zijn bezettingstroepen uit Marokko terugtrekken mooht, zoo zal met zekerheid een nieuwe Berberopstand uitbreken. Een ongeloovige en in het bijzonder een Spanjaard te dooden is voor alle Rifbewoners nog steeds een verdienstelijke daad, die hun het Paradijs verzekert. Niettegenstaande het stren ge verbod van invoer van wapens is elke Rif-Berber in het bezit van een repeteergeweer, waaruit hij nooit mis schiet. De smokkelhandel bloeit overal en de Berbers hebben daardoor wapens en munitie in overvloed. Het Vreemdelingenlegioen is een dure troep, en al ver vult het zijn plicht ook naar behooren, de Republiek in Madrid wil zich in geen geval weer opnieuw met een bloedig avontuur in Marokko inlaten. Steeds veelvuldl- ger worden de stemmen, die opheffing van de Protec- tiezone In het Rif eischen,welke Spanje vele millloenen en zeer veel mensohenlevens heeft gekost, zonder eenig voordeel aan te brengen. Er bestaat ook geen mogelijk heid het Legioen ergens anders te gebruiken, daar Span je geen koloniën meer bezit. Zoodoende is zijn ontbinding in de naaste toekomst te verwachten. Een overzicht van de groepswedstrijden. De groepswedstrijden vanwege de biljartvereeniging Holl. Noorderkwartier, hebben na dikwijls spannende wedstrijden het volgende resultaat opgeleverd. Gespeeld zijn in totaal 384 partijen, verdeeld in 4 groe pen. elk van 18 spelers. Groep A is wat de nummers 1 en 4 betrof, aanvan kelijk niet uitgespeeld. Dit had 7 Febr. te Wierlnger- waard moeten plaats hebben, doch door omstandigheden kon dat niet doorgaan en werden deze 16 partijen eerst Vrijdag 3 Maart gespeeld. Anders had alles een vlot ver loop en zijn de prestaties als volgt: GROEP A. brt pnt gem. Na L J. D. Schenk 217 1386 6.40 Aid. Kossen 240 466 2.— C. Blaauboer 261 492 2.— J. Pluila&r 91 208 2.30 Na 1 R. Delver 259 448 1.70 C. Bontes 242 502 2.10 W. van Eekeren 185 579 3.10 W. Streutker 191 573 3.— Na 3. Van Woeslk 227 341 1.50 W. de Wit 220 657 3.— J. Brak 228 471 2.10 M. Blokland 205 503 2.50 No. 4. K. Zijp 224 396 1.80 L. Koning 250 404 1.60 S. Kistemaker 218 327 1.50 A. Sleutel 201 357 1.80 De prijzen zijn gewonnen door de heeren R. Delver, C. Bontes. W. van Eekeren en W. Streutker. GROEP. B. brt. pnt. gem. Na L W. van Erp 232 766 3.30 Jb. Stammes 197 643 3.20 H. S. Eriks 227 806 3.50 A. Eriks 255 761 3.— No. 2, W. F. Gorter 222 586 2.60 D. Klos 236 591 2.50 G. Kouseband 274 423 1.60 H. Felllnga 244 468 1.90 No. 3. W. Cornelissen 237 474 2.— K. Jongejan 228 557 2.40 G. Philipsen 220 540 2.40 C. Philipsen 251 569 2.20 No. 4. P. Wilms 239 541 220 K. de Groot 264 446 1.30 Jm. Blaauboer 239 312 1.40 P. Govers 273 231 0.90 De heeren Cornelissen, Jongejan en gebr. Phllipsen behaalden in deze groep de prijzen. Thad wreef zijn kale kruin, nog zoekende naar een vernietigend wederwoord, toen een heldere stem uit het huis riep: „Vader zeg vader! ik ben klaar." Haastig en eendrachtig, alsof ze nooit eenlg verschil hadden gehad, zadelde en tuigde het tweetal den hit, en leidde hem tezamen naar het huls. Toen het meisje ln den zadel zat, zag zij met zulk een uitdrukking van genegenheid en zorgzaamheid op hen belden neer, dat er een grijns van genoegen en trots op de oude gezichten kwam. „Jullie middageten staat voor je klaar", zeide zij, ter wijl Nugget ongeduldig met den kop schudde .„Het staat op tafel, onder een doek. Met avondeten ben ik weer thuis. Adios." Zij hief de teugels op en de hit draafde weg. De compagnons stonden haar na te zien, terwijl zij als een cowboy het hek opende en sloot zonder af te stijgen. Zij wuifde hun met de hand toe en reed de kloof in, terwijl de oudelleden haar met de oogen volg den tot zU in de bocht uit hun gezicht verdween. Toen zeide Thad langzaam: „Je hebt gelijk. Bob. Dat kind is haast een vrouw ge worden. En 't lijkt niet langer dan een paar maanden, hè?" „Neen." antwoordde de ander op zachten toon. „En is ze geen wonder, Thad? een geboren wonder?" „Dat Is ze." stemde Thad toe. ..Maar 't maakt me bang, waarachtig, as ik denk, dat ze over zichzelf te we ten zal kommen, en nadat ze door St. Jimmy en z'n moe der zoo opgevoed is as ze is. Heere machtig, wat mot ten we doen. Bob?" „Ze mot er eens achter kommen", zeide Bob. „Dat mot ze", herhaalde Thad zuchtend. „Maar God allemachtig, durven we dat dan geen van belën te doen? As ze niet die vijf jaar bij St. Jimmy was schoolgegaan ik meen as ze was zoo as ze zijn zou. as ze alleen door ons beiën was opgevoed dan dee 't er misschien niet zoo veel toe Maar nou nou zal ze den duvel in hebben as ze d'r achter komt." „Ze wou ons niet eens op Zondag laten werken, om dat 't niet goed genoeg is voor zulke christenmenschen as wij", prevelde Bob. „We hadden het 'r al lang mot ten vertellen, dat Is maar zoo." „Ja. dat is maar zoo." riep Thad. „en d'r zijn een hoop dingen, die we hadden motten doen en niet gedaan heb ben. Maar dat geeft allemaal niks. We motten beden ken wat we nou zallen doen. Het kind mot 't weten.' ..Ja. antwoordde Bob. ..En ze mot 't weten, voor de een of andere smeerpoes ons vóór is en d'r voor zeker vertelt, wat jij en ik alleen maar denken. Hoe zal je 't anleggen"'" Geachte Redacteur! Wilt u het volgende in de Schager Courant plaatsen? Bij voorbaat hiervoor mijn dank. De heer Koelemeij van St. Pancras wil gaarne uit de misère, waarin hij en z'n „tuinders lotgenooten" vast zitten, geholpen worden, en wil daarvoor tuinders naar de Tweede Kamer afvaardigen. Het lijkt me echter nuttig op enkele punten te wijzen, omdat m.i. noch de heer K. noch zijn medetulnders op deze manier u i t de misère kunnen komen, zonder een ander er in te helpen. De zaak zit n.1. zoo: In Nederland wonen veel meer tuinders dan voor de bevolking van Nederland noodlg is. Een gedeelte van de tuinbouwproducten zul len dus naar het buitenland geexporteerd moeten wor den. Hiervoor komen alleen in aanmerking de industrie streken. Voor de Nederl. tuinbouwindustrie is noodig GROEP C. I brt. pnt gem. Na L J. Constant 207 843 4.— C. Vader 229 705 3.— A. Vader 173 781 4.50 A. Hoornsman 186 491 2.60 No. 1 A. Kossen 186 337 1,80 D. de Graaf 198 812 4.10 P. Voorthuizen 157 492 3.10 M. Minnes 199 439 220 No. 3. D. Jongejan 280 883 3.20 A. de Graaf 255 405 1.60 W. Blaauboer 266 570 2.15 J. van Stipriaan 162 486 3.— Na 4. J. Peetoom 190 962 5.10 J. Roggeveen 182 810 4.30 W. Watertor 182 730 4. Voor den 4den hebben reserves gespeeld. Van deze groep hebben de heeren Jongejan, De Graaf. Blaauboer en Van Stipriaan de prijzen gewonnen. GROEP D. brt pnt gem. No. L C. Swager 216 686 3.20 Jb. Kroon 187 644 3.40 L. Dekker 169 351 2.10 G. Hop 159 1161 7.30 Na 1 Jb. Strijbls 190 575 3.— P. Swager 186 481 2.60 J. Kuiper 227 692 3.— C. Langedljk 199 683 3.40 Na 3. Ad. de Wit 156 1420 9.— C. Boendemaker 124 644 5.20 Jb. Ruis 195 1261 6.40 P. Kostelijk 230 860 3.60 No. 4. A. MUts 234 963 4.15 P. Langedijk 199 550 2.70 J. Veerman 191 781 4.— H. de Boer 125 372 3.— In deze groep waren de heeren De Wit, Boendermaker, Ruis en Kostelijk de winnaars. De wedstrijden zijn uitstekend verloopen en daar nu alle gemiddelden zijn uitgerekend kunnen de spelers bij een vermenigvuldiging van hun moyenne nagaan hoe zij het volgend jaar tegenover elkaar staan, wat betreft de handicap. Van de kampioenschappen werd de heer L. Hop no. 1 van de eerste klas; de heer A. Rot van de tweede, ter wijl de zwakkere spelers om het derde klas kampioen schap gister. Dinsdag bij Slikker te Anna Paulowna den strijd hebben aangebonden. Hiervoor zijn ingeschreven de heeren W. Blaauboer. J. van Stipriaan; G. Kouseband, M. Blokland, Jm. Blaau boer. D. A. Blom, A. de Graaf, P. Smit en W. Streutker. WIJ BREIEN!!! en repareeren alle soorten Wollen kleeding, Konsen en Sokken (ook de aller fijnste). Voor nieuw werk zijn wij no. I. JAAP SNOR, Den Helder, Zuidstraat 19. (Let op den gelen winkel.) Vracht voor onze rekening. Depot SCHAGEN; C. DE MOEL, Noord. Maar Thad antwoordde hulpeloos: ..Ik kan 't ook niet en ik verdom 't ook." „Maar het mot haar verteld worden," drong Bob aan. „Dat mot het zeker", zeide Thad. HOOFDSTUK IV. Sint JLnuny. Dr. Jimmy Burton en zijn moeder hadden hun eerste jaar in Arizona in Tucson en Oracle gewoond. Maar toen het eenmaal vast stond, dat Jimmy ln het leven kon blijven, als hij zijn al te Inspannend beroep opgaf en ln het zuidwesten bleef wonen, en dat hij anders stellig zou sterven, hadden zij het kleine witte huis laten bou wen op de berghelling bij Juuniper Springs, boven de Canada del Oro. Zooals Jimmy verklaarde, „was het in hun omstandigheden volstrekt noodzakelijk ergens te wonen waar uitzicht was." Al in dien eersten zomer, dien zij in Oracle door brachten, hadden hun buren zijn teedere zorg voor zijn moeder opgemerkt, want zelfs toen hij te ziek was om iets anders te doen dan te denken, waren al zijn gedach ten voor haar. En met zooveel liefde trachtte hij haar het leed van zijn lijden te besparen, met zooveel onge- wektheid wist hij haar te gewennen aan het denkbeeld van zijn hopeloos vernietigde carrière en met zooveel moed aanvaardde hij om harentwil de armzalige toe komst die het leven hem nog wilde gunnen, dat ande ren verbaasd stonden over zijn geestkracht en zich met oprechten eerbied afvroegen, of dr. Burton zijn moeder wel zóó noodig had als zijn moeder hèm. Maar Jimmy en zijn moeder zeiven wisten, dat zij beiden elkander even noodig hadden. In elkander vonden moeder en zoon vergoeding voor hun droomen. die nu nimmer vervuld zouden worden. In plaats van de onderscheidingen in zijn vak. die men met zooveel zekerheid voor haar jongen voorspeld en die zij met zooveel trots tegemoet gezien had, zag de moeder haar zoon geëerd door de genegenheid van de eenvoudige landbevolking. Van zijn plannen die gefaald hadden en de verwachtingen die hij had moeten begra ven. wendde Jimmy zelf zich meer en meer tot de groot- sche bergnatuur en de schoonheid van boom en plant en bloem, tot de eindelooze woestijn en den vrede der zwijgende sterren. Het leven van de groote stad in het oosten, met zijn eerzucht, zijn strijd om rijkdom, zijn nimmer eindigend geraas en nimmer rustende begeer ten. verbleekte meer en meer voor hem en het eenvou dige. primitievere, rustiger leven in Gods groote, onver- knoeide wereld bracht hem dagelijks meer bevrediging De zwervende cowboys en goudzoekers, de bewoners een Industriebevolking met een flinke koopkracht Wel nu ln West Europa is dit niet meer moge- 1 ij k. Voor West Europa is opbloei van de industrie beslist uitgesloten. We kunnen in het bestek van een ingezonden stuk hier niet zoo diep op ingaan, maar willen slechts wijzen op de vorderingen van de techniek, waardoor misschien 50 of 60 procent van de bevolking tot levenslange werkloosheid of stempelen is veroor deeld, en op de verplaatsing van de productie naar lan den als Japan, China, Engelsch Indië. enz. Daar kan de Nederlandsche. noch een andere regeering iets tegen doen. En vriend K.. u voelt toch wel dat de regeering niet eeuwig kan blijven steunen. De regeering is geen appelenboom, waaraan je maar behoeft te schudden om met een mand appelen naar huis te gaan. De regeering kan alleen twee gulden steun geven als zij eerst dri« gulden ergens anders vandaan heeft gehaald. Die derde gulden heeft ze dan noodig voor de administratie enz. Zie in dit geval naar den Zuivelsteun en dergelijke. En al brengt een tuinder op nog zoo roerende of onver schrokken wijze den nood van de tuinders onder d« oogen van de regeering, de hier bovengenoemde 'feiten blijven bestaan. Wat den tuinder gegeven zou worden, moet van een ander worden genomen. En al zegt vriend K. nu wel dat we met opruiing nooit en nergens wat zullen bereiken, hij zal toch moeten wennen aan de ge dachte dat de tegenwoordige vorm van samenleving de oorzaak is van den nood. waaronder de tuinders, de boeren, de arbeiders en de bloemisten, kortom 80 pet. van de menschen te lijden hebben en dat alleen radicale ombouw van de samenleving redding brengen kan. Ook al wordt door een deel van de menschen propaganda voor dien ombouw met opruiing bestempeld. Vriend K„ ik ben ook tuinder, en wil graag uit de misère, maar we zullen andere wegen moeten bewande len, dan den weg die naar de Tweede Kamer voert. Breezand (NE) G. VERGAAIJ. Holland heeft den strijd verloren, Men voorspelde 't van te voren, Dat het dezen weg zou gaan, De Hongaarsche volbloed-spelers. Deze prima spel-verdeelers Zouden ons natuurlijk slaan! Ach, dat waren virtuozen, Echte voetbal-bolleboozen, Waaraan niemand tippen kon, Daar was niet aan te beginnen, Dat was toch niet om te winnen Totdat deze match begon! Want we zagen vol verbazen Kleine Wels langs 't lijntje razen, Met een goaltje in 't verschiet, Totdat van den Broek, o wonder, Even met z'n hoofd er onder, Szabo hoop'loos visschen liet! Gouden doelman van der Meulen Dopte best z'n eigen peulen, Dat was vaker het geval, Hij was waarlijk in de stemming, Ook al greep ie met beklemming, Dat wil zeggen naar den bal! O, we zagen vele kansen Langs de vreemde doellijn dansen, Wat was daar niet soms een druk! Heel ons elftal werkte kranig, Hongarije kneep 'em danig, Maar we hadden geen geluk! Bravo, Hollands amateurtjes, Jullie maakten beste beurtjes En al wonnen we dan graag, Toch blijft dit je roem bewaren, Want het was sinds vele jaren Jullie beste nederlaag!! Maart 1933. KROES. (Nadruk verboden.) van het kleine bergdorp, allen kenden het witte huisje op de helling. En velen, die in moeilijkheden verkeer den. kwamen den vriend opzoeken, die zoo goed wist te begrijpen en zoo eerlijk te raden. Menige vrouw of meisje die troost of steun noodig had, kwam bij mevrouw Bur ton zitten praten. En de vermoeide ruiter in het geberg te, die in de avondschemering de zuivere, heldere tonen van Jimmy's fluit vernam, nam met een glimlach zijn breedgeranden hoed af; en de eenzame goudzoeker, voor den nacht kampeerende in de een of andere kloof of rotsvallei, dacht, hem hoorende, weer aan de dingen, die hij in zijn jacht naar goud vergeten had. En zoo werd dr. James Burton Sint Jimmy en zijn moeder Moeder Burton voor de geheele streek. Het was niet meer dan natuurlijk, dat de vriendelijke dokter de leermeester van Marta Hillgrove werd, en dat mevrouw Burton de plaats van moeder vervulde bij het meisje, dat nooit moederliefde gekend had, totdat !nar pleegvaders met haar in de Canada del Oro waren ge komen. Het was inderdaad om Sint Jimmy en zijn moeder en om al wat hun vriendschap voor Marta be- teekende. dat de zwervers zoo lang op een plaats waren gebleven als hun sinds den aanvang hunner kameraad schap nog niet was gebeurd. Bijna vijf jaren had Mar ta met Sint Jimmy gewerkt en had vrijwel de gewone hoogere opleiding ontvangen, terwijl tegelijkertijd moe der Burton haar had opgevoed als zij het haar eigen dochter zou gedaan hebben. Toch wisten die beide uit stekende leermeesters niet meer van de geschiedenis hunner kweekelinge af dan de onbezonnen kwaadspre kers, die zoo gaarne over het meisje praatten en haar scheef aanzagen omwat zij over haar afkomst meenden te mogen onderstellen. De lessen, die Marta van Sint Jimmy en diens moe der ontving, waren geheel en al een liefdewerk. Dr. Burton had den beiden compa.gnons, toen zij er op aandrongen, dat hij zich zou laten betalen „as 'n echten meester", uitgelegd, dat dit werk een ware weldaad voor hem was, en dat zijn leerling meer in zijn leven bracht dan hij haar met mogelijkheid kon geven; en moeder Burton had de bezorgde pleegvaders vriendelijk, maar beslist gewaarschuwd, dat zij alles zouden beder ven, als zij ooit weer over betaling spraken. Maar toen zij bij het vlieden van de jaren zag hos rijk en heerlijk zich de gaven van het meisje ontwikkel den en hoe zij opbloeide naar lichaam en geest, kwam moeder Burton er wel eens toe zich af te vragen, of het onderwijs van Sint Jimmy niet nog meer een lief dewerk was dan hij zelf vermoedde. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 7