DE IJZEREN DEUR
EEN TE DUUR LEGER
Biljartvereeniging
„Hollands Noorderkwartier"
Ingezonden Stukken.
Andere wegen
H0LLAND-H0NGARIJE.
1-2.
Opheffing van het Spaansche vreemdelingen
legioen. De oorzaak van den Rif-
oorlog in Marokko. Vreeseli]ke
wraak genomen voor een
oorvijg.
IN 1920, toen Spanje in rwaren strijd met Marok
ko lag en de eigen soldaten ontevreden werden,
werd het Spaansche Vreemdelingenlegioen als
tijdelijke aanvulling van het leger gesticht.
Naar thans regeeringsautoriteiten uit Madrid verkla
ren, zal het Legioen om financieele en politieke rede
nen langzamerhand opgeheven worden. Tusschen het
Spaansche en het Fransche legioen is in zooverre
overeenkomst, dat in beide legers zonen van een
vreemd land zich voor vreemden krijgsdienst laten
aanwerven en voor de belangen van een vreemden
Staat, als eenmaal de lansknechten, strijden en ster
ven. Grooter echter dan de overeenstemming tus
schen de beide vreemdelingenlegioenen zijn de ver-
schillen.
Het operatie-terrein van het Spaansche Vreemde
lingenlegioen bepaalt zich tot het Rifgebied. Ceuta,
Melilla, Tetuan, Hauen en het woeste achterland van
de oorlogszuchtige Berberstammen. Het Spaansche le
gioen (Spaansch: el Terclo) bestaat verder ongeveer
voor driekwart uit Spanjaarden, die na vervulling van
hun dienstplicht, door de premie verleid, zich opnieuw
hebben verplicht te dienen. Het is dus geen vreemde
troep en het ééne kwart buitenlanders, hoofdzakelijk
Dultschers en Russen, welke de omstandigheden naar
Spanje gedreven hebben, bestaat niet uit ultgestoote-
nen. Men verlangt weliswaar van hun discipline en
moed om te vechten, maar zij worden niet minder
geacht dan hun Spaansche kameraden. Het komt ook
voor, dat zij den rang van officier behalen en in
Spanje een nieuw vaderland vinden.
Het Terclo, het Vreemdelingenlegioen, is in Spanje
omgeven door een aureool van dapperheid en avon
tuurlijkheid. De bataillons hebben aan het front ge
staan in den bloedige krijg met Abd el Krlm ben
Kltavi; zij werden het sterkst door de catastrophen
van Am mal en Monte-Arruit getroffen.
Abd el Krim, Berbervorst in Adjar, een onneembar
re rotsenvesting in het Rif, had een Spaansche opvoe
ding genoten en was tijdelijk als redacteur van een
Spaansche krant In Melilla werkzaam. De bevelvoeren
de generaal Silvestre ergerde zich over een van zijn
artikelen en riep hem ter verantwoording. Tijdens
de woordenwisseling gaf hij den vorst een klinkende
oorvijg. Abd el Krim zwoer wraak endeze was
vreeselijk! Hij verliet de stad, trok de bergen in, ver
zamelde de stammen om zich heen en begon tegen
Spanje een verdelgingsoorlog. Tienduizend voortreffe
lijk bewapende Rif-Berbers drongen voorwaarts op
Annual aan. Generaal Silvestre, een gunsteling van
Madrid, hoogmoedig en zeker van de overwinning,
verzamelde een legioen. In frontlijn marcheerde het
legioen voorwaarts, doch werd door een moorddadig
vuur ontvangen. Achter elk rotsblok, onzichtbaar voor
de Spanjaarden, was snelvuurgeschut opgesteld. Boven
dien lieten de Spanjaarden zich bij hun aanval op de
op het bergachtig terrein nauwelijks waar te nemen
loopgraven door een truc der Berbers misleiden. De
zen hadden nl. den aarden wal niet, zooals gebruike
lijk is, vóór, maar achter de loopgraven opgeworpen,
zoodat de kogels der Spaansche artillerie en machine
geweren over de hoofden der Marokkanen heen, In
het zand sloegen en slechts weinig schade aanrichtten.
De Spanjaarden moesten voor de aanstormende vij
anden terugtrekken. Honderden lijken en verminkten
bedekten het terrein en tenslotte moest generaal Sil
vestre met 3000 man zich overgeven, hij werd ge
hoond, en uitgejouwd en verminkt en schoot zich ten
slotte een kogel door het hoofd. Adb el Krim had zijn
oorvijg gewroken.
In totaal bestaat het Spaansche vreemdelingenlegi
oen uit 7000 man, die steeds aan het front streden.
Hun commandant, overste Astray, gaat door voor den
dappersten man van Spanje.
Aan het hoofd van zijn troepen voerde hij met deze
menig bravourstukje uit. Hij werd driemaal zwaar ge
wond en moest zich tenslotte den linkerarm laten am-
puteeren. Als belooning voor zijn dapperheid verlangde
hij slechts, dat men hem als invalide toestond In actie
ven dienst aan het hoofd van zijn legioen te blijven.
Als trouw aanhanger van zijn koning, bracht hij ook zijn
troepen de gedachte van onbezweken trouw aan den ko
ning bij. Hij had er b.v. een hekel aan. dat de officieren
tijdens de wacht schaak speelden, omdat bij dit spel de
koning bedreigd en mat gezet kon worden en ook de
koningin kon worden genomen; dat was oneerbiedig
vond hij. Toen in 1931 de Spaansche koningstroon wan
kelde, zou het legioen naar het vasteland worden over
gebracht In Valencia kwamen eenige treinen binnen,
binnen, maar het was te laat, koning Alfonso had af
stand gedaan van den troon en de legioenen keerden
naar Afrika terug.
FEUILLETON.
Uit het Engelsch
van HAROLD BELL WRIGHT.
j.
„Zóó slim zal het wel niet zijn, maat," zeide Bob ge
ruststellend. ..Dat meisje van jou is maar niet zoo te
gronde te richten."
„O, niet?" kwam Thad, opnieuw vuurvattend. „Zeg
jij dat? Nou, en ik zeg, dat je iedereen te gronde kan
richten."
„Sint Jimmy bijvoorbeeld?" opperde Bob op sarcas-
tischen toon.
..Ja, Sint Jimmy ook. Je ken niet weten, wat voor
schavuit Sint Jimmy misschien geworden zou zijn, as ie
niet toevallig ziek was geworden. D'r zitten er genoeg
in de nor. alleen omdat ze wat al te gezond z\jn ge
weest."
„Voor dezen eenen keer heb je gelijk." gaf Bob noode
toe. En toen. alsof hij zich weer zijn plichten als criti
cus herinnerde: „Maar d'r is nog een ander ding, dat
je je dochter hoorde te vertellen wat alle lui altijd
zeg,5 en. dat een meisje most weten en omdat jij nou
d'r vader ben en ze nooit een eigen moeder gehad heb,
nou. daarom moet jij 't maar doen."
„En, wat ze liefde noemen", zeide de ander op zachten
toon. „Zooas Marta is opgegroeid met ons twee ouwe
uitgedroogde woestijnratten. weet ze van liefde en wat
er bü hoort, net zooveel as as niks."
Marta's vader liet zijn schuier vallen en schopte dien
nijdig naar den anderen kant van den stal, zoodat Nug-
get stond te dansen van opgewektheid.
„Liefde! Heere machtig! Wat zal je nou nog beden
ken? Maak je daar maar geen zorgen over. Op een
goeien dag ontmoet ze eens een jongen, dia 'r in een
minuut er meer van vertelt dan jij er in je heele leven
van geweten heb."
„Dat is 't nou juist." hernam de ander. „Op een goeien
dag zal de een of ander haar d'r van vertellen, net zoo-
as je zegt. Hij zal er stilletjes mee aankomen, as ze
aan niks kwaad denkt, en er over beginnen vóór ze weet
waar ze aan toe is. En zoo gebeuren de ongeiukaei..
En daarom most ze er van te voren wat van afweie
dat ze op d'r hoede kan zijn."
Thans Is de Rifoorlog in Marokko geëindigd, maar de
missie van het Vreemdelingenlegioen Is daarmee nog
niet vervuld. Wanneer Spanje zijn bezettingstroepen uit
Marokko terugtrekken mooht, zoo zal met zekerheid een
nieuwe Berberopstand uitbreken. Een ongeloovige en
in het bijzonder een Spanjaard te dooden is voor alle
Rifbewoners nog steeds een verdienstelijke daad, die
hun het Paradijs verzekert. Niettegenstaande het stren
ge verbod van invoer van wapens is elke Rif-Berber in
het bezit van een repeteergeweer, waaruit hij nooit mis
schiet. De smokkelhandel bloeit overal en de Berbers
hebben daardoor wapens en munitie in overvloed.
Het Vreemdelingenlegioen is een dure troep, en al ver
vult het zijn plicht ook naar behooren, de Republiek in
Madrid wil zich in geen geval weer opnieuw met een
bloedig avontuur in Marokko inlaten. Steeds veelvuldl-
ger worden de stemmen, die opheffing van de Protec-
tiezone In het Rif eischen,welke Spanje vele millloenen
en zeer veel mensohenlevens heeft gekost, zonder eenig
voordeel aan te brengen. Er bestaat ook geen mogelijk
heid het Legioen ergens anders te gebruiken, daar Span
je geen koloniën meer bezit.
Zoodoende is zijn ontbinding in de naaste toekomst te
verwachten.
Een overzicht van de groepswedstrijden.
De groepswedstrijden vanwege de biljartvereeniging
Holl. Noorderkwartier, hebben na dikwijls spannende
wedstrijden het volgende resultaat opgeleverd.
Gespeeld zijn in totaal 384 partijen, verdeeld in 4 groe
pen. elk van 18 spelers.
Groep A is wat de nummers 1 en 4 betrof, aanvan
kelijk niet uitgespeeld. Dit had 7 Febr. te Wierlnger-
waard moeten plaats hebben, doch door omstandigheden
kon dat niet doorgaan en werden deze 16 partijen eerst
Vrijdag 3 Maart gespeeld. Anders had alles een vlot ver
loop en zijn de prestaties als volgt:
GROEP A.
brt
pnt
gem.
Na L
J. D. Schenk
217
1386
6.40
Aid. Kossen
240
466
2.—
C. Blaauboer
261
492
2.—
J. Pluila&r
91
208
2.30
Na 1
R. Delver
259
448
1.70
C. Bontes
242
502
2.10
W. van Eekeren
185
579
3.10
W. Streutker
191
573
3.—
Na 3.
Van Woeslk
227
341
1.50
W. de Wit
220
657
3.—
J. Brak
228
471
2.10
M. Blokland
205
503
2.50
No. 4.
K. Zijp
224
396
1.80
L. Koning
250
404
1.60
S. Kistemaker
218
327
1.50
A. Sleutel
201
357
1.80
De prijzen zijn
gewonnen door de
heeren R.
Delver,
C. Bontes. W. van Eekeren en W. Streutker.
GROEP. B.
brt.
pnt.
gem.
Na L
W. van Erp
232
766
3.30
Jb. Stammes
197
643
3.20
H. S. Eriks
227
806
3.50
A. Eriks
255
761
3.—
No. 2,
W. F. Gorter
222
586
2.60
D. Klos
236
591
2.50
G. Kouseband
274
423
1.60
H. Felllnga
244
468
1.90
No. 3.
W. Cornelissen
237
474
2.—
K. Jongejan
228
557
2.40
G. Philipsen
220
540
2.40
C. Philipsen
251
569
2.20
No. 4.
P. Wilms
239
541
220
K. de Groot
264
446
1.30
Jm. Blaauboer
239
312
1.40
P. Govers
273
231
0.90
De heeren Cornelissen, Jongejan en gebr. Phllipsen
behaalden in deze groep de prijzen.
Thad wreef zijn kale kruin, nog zoekende naar een
vernietigend wederwoord, toen een heldere stem uit het
huis riep:
„Vader zeg vader! ik ben klaar."
Haastig en eendrachtig, alsof ze nooit eenlg verschil
hadden gehad, zadelde en tuigde het tweetal den hit,
en leidde hem tezamen naar het huls.
Toen het meisje ln den zadel zat, zag zij met zulk
een uitdrukking van genegenheid en zorgzaamheid op
hen belden neer, dat er een grijns van genoegen en
trots op de oude gezichten kwam.
„Jullie middageten staat voor je klaar", zeide zij, ter
wijl Nugget ongeduldig met den kop schudde .„Het
staat op tafel, onder een doek. Met avondeten ben ik
weer thuis. Adios." Zij hief de teugels op en de hit
draafde weg.
De compagnons stonden haar na te zien, terwijl zij
als een cowboy het hek opende en sloot zonder af te
stijgen. Zij wuifde hun met de hand toe en reed de
kloof in, terwijl de oudelleden haar met de oogen volg
den tot zU in de bocht uit hun gezicht verdween. Toen
zeide Thad langzaam:
„Je hebt gelijk. Bob. Dat kind is haast een vrouw ge
worden. En 't lijkt niet langer dan een paar maanden,
hè?"
„Neen." antwoordde de ander op zachten toon. „En
is ze geen wonder, Thad? een geboren wonder?"
„Dat Is ze." stemde Thad toe. ..Maar 't maakt me
bang, waarachtig, as ik denk, dat ze over zichzelf te we
ten zal kommen, en nadat ze door St. Jimmy en z'n moe
der zoo opgevoed is as ze is. Heere machtig, wat mot
ten we doen. Bob?"
„Ze mot er eens achter kommen", zeide Bob.
„Dat mot ze", herhaalde Thad zuchtend. „Maar God
allemachtig, durven we dat dan geen van belën te doen?
As ze niet die vijf jaar bij St. Jimmy was schoolgegaan
ik meen as ze was zoo as ze zijn zou. as ze alleen
door ons beiën was opgevoed dan dee 't er misschien
niet zoo veel toe Maar nou nou zal ze den duvel in
hebben as ze d'r achter komt."
„Ze wou ons niet eens op Zondag laten werken, om
dat 't niet goed genoeg is voor zulke christenmenschen
as wij", prevelde Bob. „We hadden het 'r al lang mot
ten vertellen, dat Is maar zoo."
„Ja. dat is maar zoo." riep Thad. „en d'r zijn een hoop
dingen, die we hadden motten doen en niet gedaan heb
ben. Maar dat geeft allemaal niks. We motten beden
ken wat we nou zallen doen. Het kind mot 't weten.'
..Ja. antwoordde Bob. ..En ze mot 't weten, voor de
een of andere smeerpoes ons vóór is en d'r voor zeker
vertelt, wat jij en ik alleen maar denken. Hoe zal je
't anleggen"'"
Geachte Redacteur!
Wilt u het volgende in de Schager Courant plaatsen?
Bij voorbaat hiervoor mijn dank.
De heer Koelemeij van St. Pancras wil gaarne uit
de misère, waarin hij en z'n „tuinders lotgenooten" vast
zitten, geholpen worden, en wil daarvoor tuinders naar
de Tweede Kamer afvaardigen. Het lijkt me echter
nuttig op enkele punten te wijzen, omdat m.i. noch
de heer K. noch zijn medetulnders op deze manier u i t
de misère kunnen komen, zonder een ander er in te
helpen. De zaak zit n.1. zoo: In Nederland wonen veel
meer tuinders dan voor de bevolking van Nederland
noodlg is. Een gedeelte van de tuinbouwproducten zul
len dus naar het buitenland geexporteerd moeten wor
den. Hiervoor komen alleen in aanmerking de industrie
streken. Voor de Nederl. tuinbouwindustrie is noodig
GROEP C.
I
brt.
pnt
gem.
Na L
J.
Constant
207
843
4.—
C.
Vader
229
705
3.—
A.
Vader
173
781
4.50
A.
Hoornsman
186
491
2.60
No. 1
A.
Kossen
186
337
1,80
D.
de Graaf
198
812
4.10
P.
Voorthuizen
157
492
3.10
M.
Minnes
199
439
220
No. 3.
D. Jongejan
280
883
3.20
A. de Graaf
255
405
1.60
W. Blaauboer
266
570
2.15
J. van Stipriaan
162
486
3.—
Na 4.
J. Peetoom
190
962
5.10
J. Roggeveen
182
810
4.30
W. Watertor
182
730
4.
Voor den 4den hebben reserves gespeeld.
Van deze groep hebben de heeren Jongejan, De Graaf.
Blaauboer en Van Stipriaan de prijzen gewonnen.
GROEP D.
brt
pnt
gem.
No. L
C. Swager
216
686
3.20
Jb. Kroon
187
644
3.40
L. Dekker
169
351
2.10
G. Hop
159
1161
7.30
Na 1
Jb. Strijbls
190
575
3.—
P. Swager
186
481
2.60
J. Kuiper
227
692
3.—
C. Langedljk
199
683
3.40
Na 3.
Ad. de Wit
156
1420
9.—
C. Boendemaker
124
644
5.20
Jb. Ruis
195
1261
6.40
P. Kostelijk
230
860
3.60
No. 4.
A. MUts
234
963
4.15
P. Langedijk
199
550
2.70
J. Veerman
191
781
4.—
H. de Boer
125
372
3.—
In deze groep waren
de heeren De Wit, Boendermaker,
Ruis en Kostelijk de
winnaars.
De wedstrijden zijn uitstekend verloopen en daar nu
alle gemiddelden zijn uitgerekend kunnen de spelers bij
een vermenigvuldiging van hun moyenne nagaan hoe zij
het volgend jaar tegenover elkaar staan, wat betreft de
handicap.
Van de kampioenschappen werd de heer L. Hop no. 1
van de eerste klas; de heer A. Rot van de tweede, ter
wijl de zwakkere spelers om het derde klas kampioen
schap gister. Dinsdag bij Slikker te Anna Paulowna den
strijd hebben aangebonden.
Hiervoor zijn ingeschreven de heeren W. Blaauboer.
J. van Stipriaan; G. Kouseband, M. Blokland, Jm. Blaau
boer. D. A. Blom, A. de Graaf, P. Smit en W. Streutker.
WIJ BREIEN!!! en repareeren alle soorten
Wollen kleeding, Konsen en Sokken (ook de aller
fijnste). Voor nieuw werk zijn wij no. I.
JAAP SNOR, Den Helder, Zuidstraat 19.
(Let op den gelen winkel.)
Vracht voor onze rekening.
Depot SCHAGEN; C. DE MOEL, Noord.
Maar Thad antwoordde hulpeloos:
..Ik kan 't ook niet en ik verdom 't ook."
„Maar het mot haar verteld worden," drong Bob aan.
„Dat mot het zeker", zeide Thad.
HOOFDSTUK IV.
Sint JLnuny.
Dr. Jimmy Burton en zijn moeder hadden hun eerste
jaar in Arizona in Tucson en Oracle gewoond. Maar toen
het eenmaal vast stond, dat Jimmy ln het leven kon
blijven, als hij zijn al te Inspannend beroep opgaf en
ln het zuidwesten bleef wonen, en dat hij anders stellig
zou sterven, hadden zij het kleine witte huis laten bou
wen op de berghelling bij Juuniper Springs, boven de
Canada del Oro. Zooals Jimmy verklaarde, „was het in
hun omstandigheden volstrekt noodzakelijk ergens te
wonen waar uitzicht was."
Al in dien eersten zomer, dien zij in Oracle door
brachten, hadden hun buren zijn teedere zorg voor zijn
moeder opgemerkt, want zelfs toen hij te ziek was om
iets anders te doen dan te denken, waren al zijn gedach
ten voor haar. En met zooveel liefde trachtte hij haar
het leed van zijn lijden te besparen, met zooveel onge-
wektheid wist hij haar te gewennen aan het denkbeeld
van zijn hopeloos vernietigde carrière en met zooveel
moed aanvaardde hij om harentwil de armzalige toe
komst die het leven hem nog wilde gunnen, dat ande
ren verbaasd stonden over zijn geestkracht en zich met
oprechten eerbied afvroegen, of dr. Burton zijn moeder
wel zóó noodig had als zijn moeder hèm. Maar Jimmy
en zijn moeder zeiven wisten, dat zij beiden elkander
even noodig hadden.
In elkander vonden moeder en zoon vergoeding voor
hun droomen. die nu nimmer vervuld zouden worden.
In plaats van de onderscheidingen in zijn vak. die men
met zooveel zekerheid voor haar jongen voorspeld en
die zij met zooveel trots tegemoet gezien had, zag de
moeder haar zoon geëerd door de genegenheid van de
eenvoudige landbevolking. Van zijn plannen die gefaald
hadden en de verwachtingen die hij had moeten begra
ven. wendde Jimmy zelf zich meer en meer tot de groot-
sche bergnatuur en de schoonheid van boom en plant
en bloem, tot de eindelooze woestijn en den vrede der
zwijgende sterren. Het leven van de groote stad in het
oosten, met zijn eerzucht, zijn strijd om rijkdom, zijn
nimmer eindigend geraas en nimmer rustende begeer
ten. verbleekte meer en meer voor hem en het eenvou
dige. primitievere, rustiger leven in Gods groote, onver-
knoeide wereld bracht hem dagelijks meer bevrediging
De zwervende cowboys en goudzoekers, de bewoners
een Industriebevolking met een flinke koopkracht Wel
nu ln West Europa is dit niet meer moge-
1 ij k. Voor West Europa is opbloei van de industrie
beslist uitgesloten. We kunnen in het bestek van een
ingezonden stuk hier niet zoo diep op ingaan, maar
willen slechts wijzen op de vorderingen van de techniek,
waardoor misschien 50 of 60 procent van de bevolking
tot levenslange werkloosheid of stempelen is veroor
deeld, en op de verplaatsing van de productie naar lan
den als Japan, China, Engelsch Indië. enz. Daar kan de
Nederlandsche. noch een andere regeering iets tegen
doen. En vriend K.. u voelt toch wel dat de regeering
niet eeuwig kan blijven steunen. De regeering is geen
appelenboom, waaraan je maar behoeft te schudden om
met een mand appelen naar huis te gaan. De regeering
kan alleen twee gulden steun geven als zij eerst dri«
gulden ergens anders vandaan heeft gehaald. Die derde
gulden heeft ze dan noodig voor de administratie enz.
Zie in dit geval naar den Zuivelsteun en dergelijke. En
al brengt een tuinder op nog zoo roerende of onver
schrokken wijze den nood van de tuinders onder d«
oogen van de regeering, de hier bovengenoemde 'feiten
blijven bestaan. Wat den tuinder gegeven zou worden,
moet van een ander worden genomen. En al zegt vriend
K. nu wel dat we met opruiing nooit en nergens wat
zullen bereiken, hij zal toch moeten wennen aan de ge
dachte dat de tegenwoordige vorm van samenleving de
oorzaak is van den nood. waaronder de tuinders, de
boeren, de arbeiders en de bloemisten, kortom 80 pet.
van de menschen te lijden hebben en dat alleen radicale
ombouw van de samenleving redding brengen kan. Ook
al wordt door een deel van de menschen propaganda
voor dien ombouw met opruiing bestempeld.
Vriend K„ ik ben ook tuinder, en wil graag uit de
misère, maar we zullen andere wegen moeten bewande
len, dan den weg die naar de Tweede Kamer voert.
Breezand (NE) G. VERGAAIJ.
Holland heeft den strijd verloren,
Men voorspelde 't van te voren,
Dat het dezen weg zou gaan,
De Hongaarsche volbloed-spelers.
Deze prima spel-verdeelers
Zouden ons natuurlijk slaan!
Ach, dat waren virtuozen,
Echte voetbal-bolleboozen,
Waaraan niemand tippen kon,
Daar was niet aan te beginnen,
Dat was toch niet om te winnen
Totdat deze match begon!
Want we zagen vol verbazen
Kleine Wels langs 't lijntje razen,
Met een goaltje in 't verschiet,
Totdat van den Broek, o wonder,
Even met z'n hoofd er onder,
Szabo hoop'loos visschen liet!
Gouden doelman van der Meulen
Dopte best z'n eigen peulen,
Dat was vaker het geval,
Hij was waarlijk in de stemming,
Ook al greep ie met beklemming,
Dat wil zeggen naar den bal!
O, we zagen vele kansen
Langs de vreemde doellijn dansen,
Wat was daar niet soms een druk!
Heel ons elftal werkte kranig,
Hongarije kneep 'em danig,
Maar we hadden geen geluk!
Bravo, Hollands amateurtjes,
Jullie maakten beste beurtjes
En al wonnen we dan graag,
Toch blijft dit je roem bewaren,
Want het was sinds vele jaren
Jullie beste nederlaag!!
Maart 1933. KROES.
(Nadruk verboden.)
van het kleine bergdorp, allen kenden het witte huisje
op de helling. En velen, die in moeilijkheden verkeer
den. kwamen den vriend opzoeken, die zoo goed wist te
begrijpen en zoo eerlijk te raden. Menige vrouw of meisje
die troost of steun noodig had, kwam bij mevrouw Bur
ton zitten praten. En de vermoeide ruiter in het geberg
te, die in de avondschemering de zuivere, heldere tonen
van Jimmy's fluit vernam, nam met een glimlach zijn
breedgeranden hoed af; en de eenzame goudzoeker, voor
den nacht kampeerende in de een of andere kloof of
rotsvallei, dacht, hem hoorende, weer aan de dingen,
die hij in zijn jacht naar goud vergeten had. En zoo
werd dr. James Burton Sint Jimmy en zijn moeder
Moeder Burton voor de geheele streek.
Het was niet meer dan natuurlijk, dat de vriendelijke
dokter de leermeester van Marta Hillgrove werd, en dat
mevrouw Burton de plaats van moeder vervulde bij het
meisje, dat nooit moederliefde gekend had, totdat !nar
pleegvaders met haar in de Canada del Oro waren ge
komen. Het was inderdaad om Sint Jimmy en zijn
moeder en om al wat hun vriendschap voor Marta be-
teekende. dat de zwervers zoo lang op een plaats waren
gebleven als hun sinds den aanvang hunner kameraad
schap nog niet was gebeurd. Bijna vijf jaren had Mar
ta met Sint Jimmy gewerkt en had vrijwel de gewone
hoogere opleiding ontvangen, terwijl tegelijkertijd moe
der Burton haar had opgevoed als zij het haar eigen
dochter zou gedaan hebben. Toch wisten die beide uit
stekende leermeesters niet meer van de geschiedenis
hunner kweekelinge af dan de onbezonnen kwaadspre
kers, die zoo gaarne over het meisje praatten en haar
scheef aanzagen omwat zij over haar afkomst meenden
te mogen onderstellen.
De lessen, die Marta van Sint Jimmy en diens moe
der ontving, waren geheel en al een liefdewerk. Dr.
Burton had den beiden compa.gnons, toen zij er op
aandrongen, dat hij zich zou laten betalen „as 'n echten
meester", uitgelegd, dat dit werk een ware weldaad
voor hem was, en dat zijn leerling meer in zijn leven
bracht dan hij haar met mogelijkheid kon geven; en
moeder Burton had de bezorgde pleegvaders vriendelijk,
maar beslist gewaarschuwd, dat zij alles zouden beder
ven, als zij ooit weer over betaling spraken.
Maar toen zij bij het vlieden van de jaren zag hos
rijk en heerlijk zich de gaven van het meisje ontwikkel
den en hoe zij opbloeide naar lichaam en geest, kwam
moeder Burton er wel eens toe zich af te vragen, of
het onderwijs van Sint Jimmy niet nog meer een lief
dewerk was dan hij zelf vermoedde.
Wordt vervolgd.