Met het voorjaar in de lucht.
Raad
Heerhugowaard.
Radioprogramma
VARIA.
Stille dagen
Die zoo vaak de dragers van de zon zijn.
GELIJK een stilte, plotseling gevallen in een
geanimeerd gesprek, zoo is er in 't voorjaar
na een tijd van rumoerende winden, stor
men, buien of aanhoudende regens, een stille
dag, overgalmd van het gouden zonlicht, dat elke
tint, elke kleur warmer aar voren doet komen.
Die spaarzame, stille agen zijn mij lief. Het is,
alsof alel zorgen verkleinen, ons bestaan simpel-een
voudig wordt. Het is zoo wondermooi, zoo diep aan
trekkelijk, zoo sterk troostend na den langen win
tertijd.
De boomen van den vruchtentuin zijn bijna geel
groen van het mos, het gras rond de stammen
groeit er op in frieschheid. Hier en daar steken ma
deliefjes hun kopjes reeds als schitterende sterretjes
omhoog. Het komen van zoo'n enkel madeliefje is een
gebeuren. Evenals het terugkeeren van het hoef
blad, dat de kluitjes reeds weer ter zijde dringt,
groeit en groeit tot het openbarst in de bekende gele
zonnetjes. Hoe verrukkelijk eenvoudig en toch mooi
en ontroerend is dat alles. Om dan nog te zwijgen
van de sneeuwklokjes!
Stille dagen zijn vaak dragers van zon. Zon, die
het dak van de schuur zoo wonderlijk rood maakt,
dat een schrijver het niet kan beschrijven, een schil
der het niet kan schilderen; zon, die goud strooit
in de kruinen der populieren, zoodat ze uit de verte
als in een in ban geklonken stam staan; zon, die
weerkaatst in den modder der wegen, lang, heel lang
blijft hangen in de stapeling der wolken aan den
horizon.
Ontdekkingen laten doen is tevens het werk van
deze zon. In hei hof ontspruit weer het pijpekruid
en zie, dat de elzenkatjes reeds stonden te bloeien,
wist ik reeds lang, ze brachten immers een belofte
in mijn kamer, toen ik ze in een zwarte pul tegen
een donkerrooden achtergrond plaatste maar dat
ook de wilgenkatjes verder kwamen, dat had ik
en welk een blamage voor den buitenmensch, nog
niet ontdekt. En toch bet telkens tcrugkeerende ge
luk van ieder voorjaar hier weer open: alsof ze nog
niet durfden, komen de zachtgrijze puntjes uit hun
bruine schulpblaadjes bedeesd de wereld inkijken!
Hier is het nog een aarzelen, maar even verderop
schijnt durf in overvloed. Daar hebben de belhamels
onder de vogels, de musschen, het hoogste woord.
Want duidelijk zichtbaar tegen de helle lucht, vliegt
een ransuillje, de schijnbare vijand van alle kleine
vogels. Hoe gaari ze te keer, de helden!
Ze tjilpen luidruchtig door elkaar, ze vliegen als
een bal op, fladderen uit elkaar en vallen terug in
de kale takken, om hun lawaaiige scheldpartij voort
te zetten. Echter alles op een eerbiedigen afstand,
want...... hoewel het ransuiitje daar zit, stil, onge
naakbaar, in deftige houding, zou hij toch een
klauwtje kunnen optillen en dan moet je toch gele
genheid hebben je zoo gauw mogelijk uit de voeten
te maken en het veege lijf te reddenDuidelijk
silhouctteert het uiltje tegen de zon-doorzinderde
luchten. Zijn mooi geteekend en stil harmonisch
veerenpakje wil ik echter even bewonderen en van
naderbij bekijkenHet blijft bij een pogen. Dit
uiltje is wel schrikachtig het vorig jaar kon ik er
eentje van heel dichtbij naderen en vliegt heel
spoedig weg in de richting van buurmans schuur-
De vlucht musschen tuimelt, schijnbaar ontzet over
deze tamelijk onverhoedsche manoeuvre, luid kra-
keelend in de weilanden naast de bosschenWal
«uilen ze geschrokken zijn...-•
De plassen bij het dorp staan boordevol en blank.
Enkel de bijna geruischloos voortglijdende boot krin
gelt zachte, wegstervende deininkjes. Als ooit het
goud van de zon ergens blijft hangen, dan is het wel
in de gepluimde stengels van het doode riet, dat de
zen windstillen voorjaarsdag als geklonken staat in
zijn pracht Hier en daar rimpelt het water heel even.
Twee waterhoentjes, zwart-glanzend in hun vee-
renpak, zijn druk bezig met de gele snavels tusschen
het riet te trekken en te scheuren. Veel geleden heb
ben ze dezen winter. Het ijs heeft het water dagen-
dagenlang vastgezet, en toen was het lijden, honger
en dorst lijden. Gelukkig is het leed nu voorbij.
Door een smal vaartje, vaak overbrugd, met veel
putstellages, kale vlierstruiken, die volledig dood
schijnen, dorre heggen, schilderachtige hokken en
gezellig-intieme achterkanten van huisjes glij ik
weer naar huis terug.
Over de donkere akkers vliegt een enkele kraai
met breede vleugelslag, zwijgzaam, als een onaan
genaam visioen. In de hooge schotwilgen langs een
modderige laan, omgeploegd als het ware door de
breede raderen der boerenwagens, vol poelen en plas
sen van bijna loodkleurig water, spelen een aantal
eksters, de geestige onder alle vogels. Bij de boerde
rij grazen druk, met bezige snuiten, als konden ze
er niet genoeg van krijgen, schapen, die de groezelige
winterkleur nog in de wol hangt.
Ook in de velden bloeit onder den invloed van een
zonnigen voorjaarsdag het leven op. De leeuweriken
zijn alweer terug. Heel hoog in de lucht jubelt er
een, als was alle leed reeds voorbij en vergeten. Hoe
treft zulk een lang ontbeerd, bekend geluid...... Ver
gissen is menscheiijk, maar toch ben ik er bijna van
overtuigd, dat ik daar in een weiland het geluid van
een graspieper hoor. Het zoeken geeft weinig resul
taat, maar ik ben er bijna zeker van, mijn ooren be
driegen me niet, en hoe zou ik het mij zoo sterk heb
ben verbeeld.
Het is, alsof de zon en de windstilte veel leven
wakker roepen. Door mijn kijker ontdek ik nog drie
soorten vogels, die hier en daar zwerven, nl. keepen,
vinken en spreeuwen. Deze laatste vliegen voorbij
in een groote vlucht. Alle hebben ze het druk. Voe
len ook zij, dat het voorjaar is, houden ook zij van
Maandagmiddag vergaderd® de raad dezer gemeente
onder voorzitterschap van burgemeester Van Slooten.
Aanwezig waren alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering met een woord
van welkom en spreekt den wensch uit, dat de te ne
men besluiten in het belang van de gemeente zullen
zijn. De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Een verzoek van het schoolbestuur van St. Dionysius,
tot verhooging van het toegestane bedrag ter vernieu
wing van het dak van het gymnastieklokaal van f 525,
zooals de begrooting aangeeft tot f 598.09. Dit laatste
bedrag heeft de vernieuwing werkelijk gekost, zooals uit
de rekeningen blijkt. De Voorzitter zegt, dat hij met
den gemeente-opzichter hierover gesproken heeft. Deze
heeft bij het nazien der rekeningen niets bijzonder ge
vonden. Wel heeft hij indertijd de begrooting zeer laag
gevonden, wat hü ook gezegd heeft. Verzoek ingew.
Verzoek van het schoolbestuur van St. Dionysius,
ingevolge art. 72 L.O.-wet van 1920 een bedrag van
f 38.75 toe te staan voor een nieuw schoolbord.
Voorzitter deelt mede, dat het aantal leerkrachten
aan deze school met één moet worden uitgebreid. Daar
er in het leegstaande lokaal geen bord is, is deze uit
gave noodig. Verzoek ingewilligd.
Schrijven commissie van bijstand G.E.B., waarin de
raad geadviseerd wordt voor het bedrijf een brandkast
aan te koopen van f 490.
Voorzitter zegt. dat de tegenwoordige brandkast te
klein dreigt te worden voor de boeken. Als we tot
aankoop overgaan, laten we dan een goede nemen. Voor
een dergelijk bedrijf is een brandvrije kast zeker noo
dig. Al worden de ontvangen gelden meestal direct naar
de boerenleenbank gebracht, toch is er wel eens geld in
kas en dan is het vooral tegenwoordig onaeeuur een
minderwaardige brandkast aan te schaffen. Zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Hierna is aan de orde het voorstel van B. en W.. In
zake het verzoek van den heer Strooper. om diens
salaris dit jaar met f 125 te verhoogen en het volgende
jaar weer, zoodat hij in 1934 zijn maximum bereikt zal
hebben.
Voorzitter deelde mede. dat de commissie van bij
stand, na de zaak van alle kanten te hebben bekeken,
bij meerderheid van stemmen besloten heeft aldus te
adviseeren.
De heer Kooij vindt de uitdrukking verhooging van
jaarwedde niet juist. Het salaris van den heer Strooper
bedraagt thans f 1000 en zal in 5 jaar verhoogd worden
tot f 1250. De commissie van bijstand heeft besloten te
adviseeren deze verhooging van f 250 in 2 jaar të ge
ven. Spr. noemt dit geen salarisverhooging.
De heer Wagenaar kan moeilijk met de commissie
meegaan. Spr. zegt. dat de heer Strooper pas een paar
maanden in dienst is. Een arbeider vraagt ook na een
paar maanden niet om salarisverhooging. Als we dit
toestaan, zullen we telkens dergelijke verzoeken krijgen
Spr. vergelijkt dit geval met het in de vorige vergade-
stille dagen, die de raenschen naar buiten lokken?
Thuis gekomen zie ik nog de bonte specht, de vlij
tige gast, die den kouden winter geklopt en geha
merd heeft, het boomkruipertje, wiens nest den vo-
rigen zomer spoedig was ontdekt, en tenslotte zie ik
in den heg het roodborstje met zijn kleurig pakje
aan. Het zal tevergeefs zijn naar zijn oude nestje
te zoeken. Een vriend en ik hebben hetverwoest!
We konden het nooit vinden en hoezeer we de klei
ne schalk in het oog hielden, hij verried het niet,
terwijl het naarstig zoeken door struik en in boom
uit den naasten omtrek ons voor een schijnbaar on
oplosbaar raadsel, plaatste. Tot mijn vriend door een
toeval ontdekte, dat het nest zich niet buiten,, maar
binnen, hoog in de schuur bevond. We moesten het
holletje beslist van dichtbij bekijken, maar stieten
door een ongelukkige beweging met een zwaren lad
der het nest je los, zoodat het naar beneden viel. Ge
lukkig was het toen reeds lang verlaten. Zoo zit heer
Roodborst zonder woning, doch bevreesd dat het niet
goed met hem zal gaan, ben ik niet, want het echt
paar Roodborst zal wel met frisschen moed begin
nen te herbouwen, wanneer de tijd daar is. Mogelijk
dan nog wel beter verstopt.
Dienzelfden avond, hoe hearlijk beginnen de da
gen te langen! staat de heelc westelijke hemel in
brand, de wolken zijn purper omkartcld en door
breuken in de grijze stapeling schieten tot heel hoog,
helle stralenbundels. Een heerlijke pracht!
Stille dagen, mogelijk hou ik hierom nog wel het
allermeest van jullie!
ring afgewezen verzoek van den heer Obdam. Verder
vindt spr. het salaris van den heer Obdam, gezien de
tijdsomstandigheden, voldoende.
De heer Quant zegt. dat men er rekening mee moet
houden, dat de heer Strooper een groot gezin heeft,
waarin door de kinderen nog niets verdiend wordt. Ver
der is het werk den heer Strooper lang niet meege
vallen. Dit zijn ook een paar der motieven, waarom de
commissie van bijstand besloten heeft aldus te advisee
ren.
De heer Van Langen zegt, dat hij de vergadering van
de commissie van bijstand niet heeft bijgewoond, maar
hij zou toch voor een dusdanig advies gestemd hebben.
Bij het in dienst treden van den heer Strooper in Sep
tember van het vorige jaar, is van de gelegenheid ge
bruik gemaakt, om het salaris te verminderen. Nu is
er een groot verschil in salaris tusschen den heer
Strooper en de andere werkeaden aan dit bedrijf, terwijl
zijn week lang niet het lichtste is.
De heer Kostelijk blijft bij zijn meening, zooals hij
die in de vorige vergadering bij het geval van den heer
Obdam duidelijk uiteengezet heeft. Als er een oproep
gedaan wordt, stelt men alles in het werk om de be
trekking te krijgen. Als men dan eenigen tijd in dienst
is. vraagt men salarisverhooging. Spr. vindt dit moreel
verkeerd. In verband met het gezegde van den heer
Krom zegt spr.. dat de heer Krom indertijd meege
werkt heeft om het salaris te verlagen, terwijl hij. daar
hij jaren wethouder geweest is, toch kan weten, hoeveel
werk er aan de betrekking verbonden is. Spr. zegt nog,
dat het hier niet om den persoon gaat, die is zeer goed
voor zijn betrekking, maar spr. vindt de zaak principi
eel niet in den haak.
Voorzitter zegt tegen den heer Kooij. dat het voorstel
goed beschouwd wel neerkomt op salarisverhooging.
Voorts releveert Voorzitter nog, dat de heer Strooper
een groot gezin heeft, en dat hier wel rekening mee ge
houden kan worden. Spr. beweert, dat men met een der
gelijk gezin ook tegenwoordig niet van f 1000 rond kan
komen. Verder waarschuwt spr. tegen het gevaar, dat
een man. die met geld omgaat en te kort salaris ont
vangt, gemakkelijk tot verkeerde dingen verleid kan
worden. De heer Kostelijk blijft by zijn meening.
Spr. kan meegaan met Voorzitter als hij den toe
stand van den heer Strooper in aanmerking neemt,
maar dient laatste motief kan men nu niet laten gel
den. Dit was in September, toen de man in dienst
trad, ook al zoo. Een vergelijking van het salaris van
den heer Strooper met dat van iemand met de capaci
teiten zooals Voskuil die heeft, gaat niet op. Ook met
den administrateur niet. Dergelijk werk kan niet ieder
een doen. maar het werk, dat de heer Strooper doet,
kan. al is het veel, iedere arbeider doen.
Hierna wordt tot stemming overgegaan en wordt het
voorstel van B. en W. met 7 tegen 4 .stemmen aangeno
men. Voor de heeren Tromp, Wijnker, Groenland, Kooij
Pool en Quant, tegen de heeren Kostelijk. Borst, Van
Langen en Wagenaar.
Hierna ging men in comité, tot benoeming van een
hoofd aan de o. 1. school No. 4.
Voordracht: 1. Mej. J. A. M. Olthof te Ginniken; 2.
de heer C. Visser te Hilligersberg: 3. M. M. J. Philip-
pens te Eisden.
Na heropening der vergadering wordt gestemd en
krijgt Mej. Olthof 10 van de 11 stemmen.
Hierna worden In verband met de komende verkie
zingen en omdat de heer Wuis geen raadslid meer is,
de stembureaux als volgt samengesteld:
L Voorz. D. Wijnker; leden K. van Langen «n A.
Quant.
II. Voorzitter Wiebe van Slooten; leden G. Krom en
A. Kooij.
UT. Voorzitter P. Tromp; leden K. Wagenaar en P.
Kostelijk.
IV. Voorzitter P. Borst; leden C. Pool en W. Groen
land.
De Voorzitter deelt nog mede, dat hij de in de vorige
vergadering door den heer Wagenaar aan B. en W. ge
stelde vragen nog niet kan beantwoorden. Het over
plaatsen van leerlingen, soms noodig voor het in stand
houden der tweemansscholen, wordt altijd gedaan in
overleg met de betrokken ouders.
De heer Kostelijk wijst in verband hiermede nog op
het feit, dat eenige leerlingen uit het Zuideinde nog in
Oudorp school gaan. Spr. juicht het streven van B. en
W. inzake in stand houden der tweemansscholen toe.
Hierna sluiting.
DONDERDAG 9 MAART.
HILVERSUM (1875 M.)
A.V.R.O.: 8.00 Tijdsein en Gramofoonmuziek; 10.00 Mor
genwijding; 10.15 Gramofoonmuziek; 10.30 Solistencon
cert; 11.00 Knipcursus Klnderkleeding; 11.30 Voortzet
ting solistenconcert; 12.00 Lunchconcert door het Om
roeporkest o.l.v. Nico Treep; 2-15 Rustpoos zender; 2.30
Omroeporkest; 3.00 Naaicursus door Mevr. Ida de Leeuw
van Rees; 3.45 Gramofoonmuziek; 4.00 Pianorecital door
Jaap Brill; 5.30 Kovacs Lajos en zijn orkest; 6.30
Sportpraatje door H. Hollander; 7.00 Kovacs Lajos en
zijn orkest; 7.30 Engelsche les voor gevorderden; 8.00
Gramofoonmuziek; 8.15 Aansluiting met het Concertge
bouw te Amsterdam. Abonnementsconcert door het
Concertgebouworkest o.l.v. Pierre Monteux; 10.30 Aan
sluiting met het Theater Carré te Amsterdam. Uitzen
ding van 't tweede gedeelte van Bouwmeesters Revue
„Dat 's goed bekeken", met Buziau en Siem Nieuwen-
huijsen; 11.30 Gramofoonmuziek.
HUIZEN (296 M.)
K.R.O. 8.00 Morgenconcert; N.C.R.V.: 10.00 Gramo
foonmuziek; 10.15 Morgendienst; 10.45 Gramofoonmu
ziek; K.R.O.: 11.00 Gramofoonmuziek; 11.30 Godsdien
stig halfuurtje; 12.00 Politieberichten; 12.15 Orkest o.l.
v. Johan Gerritsen; N.C.R.V.: 2.00 Uitzending der mid
dagvergadering van den Christelijk Historischen Vrou
wendag. uit hotel de „Twee Steden" te Den Haag; 4.00
Bijbellezing; 5.00 Liederenrecital; 5.45 Cursus handen
arbeid; 6.15 „Onze Nederlandsche Monumenten"; 6.45
Knipcursus en Stofversieren; 7,00 „Wat er op de we
reld gebeurt"; 7.30 Politieberichten; 7.40 Lezing; 8.15
Gedeeltelijke uitzending van de Willem de Zwijger-her
denking in de Mathenesserkerk te Rotterdam; 9.00
Lezing; 9.35 Gramofoonmuziek; 9.40 Persberichten van
bet Ned. Chr. Persbureau; 9.50 Vaz Dias; 10.00 Orgel
concert; 11.00 Gramofoonmuziek.
BRUSSEL (509 M.)
12.20 Gramoofonmuziek; 1.30 Concert; 5.20 Gramofoon
muziek; 6.35 Idem; 6.50 Concert; 8.20 Concert; 9.20 Con
cert; 10.30 Gramofoonmuziek.
KALUNDBORG (1153 M
11.20 Strijkorke#'.; 2.40 Orkest; 7.30 Omroepsymphonie-
orkest; 9.50 Dansmuziek;
BERLIJN (419 M.)
3.50 Strijkkwartet; 5.25 Populair concert; 7.10 Omroep
orkest; 7.40 Dansmuziek; 10.00 Populair concert
HAMBURG (372 M.)
12.35 Gramofoonmuziek; 1.30 Idem; 3.50 Concert; 8.20
Kamerorkest; 9.50 Dansmuziek.
KONINGSWUSTERHAUSEN (1633 M.)
1.20 Gramofoonmuziek; 3.50 Concert; 7.20 Populair
concert.
LANGENBERG (472 M.)
12.20 Concert; 4.20 Vesperconcert; 9.50 Dansmuziek.
DAVENTRY (1554 M.)
12.20 Orgelconcert; 1.05 Concert: 3.20 Veeper; 4.25 Con
cert; 8.20 Oude muziek; 11.05 Dansmuziek.
PARIJS EIFFEL (1446 M.)
7.50 Gramofoonmuziek.
PARIJS-RADIO (1725 M.)
12.50 Concert; 7.40 Concert; 9.50 Gramofoonmuziek.
MILAAN (831 M.)
4.30 Orkestconcert; 6.20 Gramofoonmuziek; 8.20 Opera
uitzending uit een theater.
ROME (441 M.)
4.50 Orkestconcert; 7.35 Gramofoonmuziek; 8.05 Sym-
phonieconcert.
WEENEN (517 M.)
4.20 Gramofoonmuziek: 5.45 Populair concert m>m.v.
Marcel Wittrisch.
WARSCHAU (1412 M.)
4.20 Gramofoonmuziek: 5.45 Populair concert; 7.20 Vo
caal concert; 8.15 Populair concert; 11.20 Dansmuziek.
BEROMUNSTER (460 M.)
9.00 Oude Zwitsersche liederen.
Een legende, die voor het
gerecht eindigt.
De ineenstorting der Vanderbilts.
Eenige dagen geleden verscheen voor de rechtbank
te New York een voornaam gekleede dame, om pro deo
proces te beginnen, inzake het onderhoud van haar
negenjarig dochtertje. Zij verklaarde haar kind zelve
r.iet te kunnen verzorgen, daar haar jaarlijksch inko
men tot 1400 dollar was geslonken, wat een wekelijksch
inkomen van 25 dollar beteekent. De rechtbank was
van oordeel, dat van dit weinige inkomen. 2 personen
nauwelijks konden rondkomen en gaf haar toestemming
dat de erfenis van 't meisje 3 mill. dollar, reeds vóór
haar meerderjarigheid mocht worden aangetast. Vier
duizend dollar mogen thans per maand voor voeding,
kleeding en opvoeding van het kind werden gebruikt,
want het betreft hier geen spruit van een verarmde
burgerlijke familie, maar de draagster van een be
roemden naam van internationale glas. Voor een juf
frouw Vanderbilt mogen welultzonderigen worden ge
maakt
Men leest den naam en schrikt op: wat is dan uit
het groote vermogen geworden, dat eens als een van
de grootste ter wereld werd beschouwd? Waarheen
zijn de glans en schittering verdwenen, die vroeger
deze familie van spoorwegkoningen en groot-industri-
eelen omgaven? Stilletjes zij zij opgetrokken, als rook
wolken... de laatste mannelijke telg der familie. Re-
ginald Vanderbilt stief in 1925, hij liet tot verwonde
ring van de geheele wereld „slechts" twaalf millioen
dollar na. Depressie en crisis deden het overige deze
laatste rest van het vermogen van alle kanten te bela
gen. Slechts weinig kon worden gered; gebrek en kom
mer deden zelfs hun intrede in het huis van de Van
derbilts. En nog slechts een tiental jaren tevoren be
schikte het hoofd der familie over meer dan zeven
honderd millioen dollar...
De apostelen des leesboekjes voor de jeugd plegen
dikwijls wijze lessen in hun tractaatjes op te nemen,
zooals „Onrechtmatig verkregen goed, gedijt niet." Bij
na lijkt het, alsof dit elementaire volksbijgeloof in het
geval Vanderbilt inderdaad is bewaarheid. Want de ge
schiedenis van de opkomst dezer dynastie is een sprook
je. een gouden legende, bloedig doorweven met gierig
heid, bedrog, achterafgebleken schurkenstreken, zooals
de nieuwe wereld ze in deze mate nog nimmer be
leefd had. De eerste, die in deze familie een reus
achtig vermogen verwierf, Cornelius Vanderbilt, was
geen al te beminnelijke figuur. Men schildert hem af
als koppig, eigenwijs, onwetend, belust op geld, als een
brutale analphabeet, die gaarne vloekte en die in het
kaartspel niet altijd even correct was. Hij was in 1794
geboren, kocht zich in zijn jonge jaren een stoomboot
wist zich spoedig een aanzienlijk aantal schepen en
door talrijke bedrogsaffaires zich een vermogen te ver
schaffen. Hij was half kapitein, half piraat. Zijn vrouw
bad een havencafé bezeten, die zij van de hand deed,
toen haar man de gouden tressen van den kapitein op
zijn jas mocht aanbrengen.
De kroniekschrijvers der groote Amerikaansehe ver
mogens laten ons niet in twijfel over het karakter dei-
zaken. welke den grondslag vormen van het Vander-
biltsche millioenenvermogen. Zi,i spreken ronduit van
omkooperijen, afpersingen en diefstal. Zoo was het de
zen Cornelius mcgelijk in de laatste 15 jaren van zijn
leven hij stierf in 1877 meer dan 100 millioen dol
lar opeen te hoopen. Deze slechte eigenschappen van
den vader deden zich ook bij zijn dertien kinderen als
mede bij de latere generaties voor. Gustavus Mijers. de
vervaardiger der uitstekende „Geschiedenis van het
Amerikaansehe vermogen", die meer dan eens in zijn
boek gedwongen was, de donkerste plekken van het
Amerikaansehe kapitalisme te betichten, vat de karak
teristiek der familie Vanderbilt in de volgende zinnen
samen: „Precies als voor vijftig jaren Commodore Van
derbilt zijn eerste millioenen ongestraft afperste, zoo
bekommeren ook tegenwoordig de Vanderbilts zich niet
om de wet. Van de stichting van het Vanderbiltsche ver
mogen af is de geschiedenis dezelfde en steeds weer
dezelfde... omkooperijen, diefstal, overtreding der wet
ten. Met bedrog is het begonnen, met bedrog is het ver
meerderd, en door bedrog bestaat het verder."
In de vijftiger jaren had Cornelius de Amerikaansehe
binnenscheepvaart aan zioh getrokken, in de zestiger en
zeventiger jaren streed hij om de macht bij de Ame
rikaansehe spoorwegen. Tegen faillissementen, crisis,
enz. hield hii stand met de taaiheid van een monomaan,
werd spoedig door een aantal kapitalisten bevoordeeld,
groeide al spoedig al ziin concurrenten over het hoofd.
Dezen verbitterden strijd hield hij vol tot op hoogen
leeftijd... om tenslotte onder vrome gezangen een con-
ventioneelen. pompeuzen. plechtigen dood te sterven.
Zijn zoon en hoofderfgenaam William H. Vanderbilt
maakte in ruimen kring naam door op niets ontziende
wijze de vrijbuiterspractijken van zijn vader voort te
zetten; en verwierf zich een onmetelijk vermogen en
buitengewonen invloed. Hij was reeds onbegrensd heer-
scher over de Noord-Amerikaansche spoorwegen, toen
men hem op zekeren dag zeide. dat hij niet genoeg deed
op „zijn lijnen" voor de veiligheid van het publiek. Van
derbilt hoorde dit verwijt rustig aan. Daarop opende hij
zijn mond en sprak slechts drie woorden. Hij zeide:
„Dat vervloekte volk!"
Tachtig jaar lang heeft dit Titanengeslacht meegehol
pen op den rug van het „vervloekte volk" politiek te
bedrijven. Thans is. zooals uit het proces van de weduwe
blijkt, de groote ommekeer gekomen. Of „onrechtmatig
verkregen goed" inderdaad niet gedijt? Ik geloof, dai
de oorzaak van den val der Vanderbilts eerder in Wall-
street dan in het spreekwoordenboek is te vinden...
Culinarisch genot.
Ieder zijn smaak! De een kan geen lever „zien" en
de ander vlucht voor uien. De een is zijn leven lang dol
op appelmoes met krenten en de ander kan er zelfs
den reuk niet van verdragen. De Chinees verheugt
zich al bij voorbaat op zijn gemarineerde regenwormen
en de negers van het dal Cherbin in Fazi (Afrika). Ja.
deze negers hebben weer een andere, bijzondere lek
kernij. Het loont de moeite niet daarover te strijden of
te zeggen „dat men niet begrijpt, hoe iemand daaraan
nu iets lekkers kan vinden." „Dan smaakt dit of dat
toch veel lekkerder!" Waarom dan eigenlijk? Ieder 2ijn
smaak. Laat ons eens bij die negers in het dal Cher
bin gaan zien om ons over hun smaak vroolijk te ma
ken. Wij zullen er beslist onzen eetlust bij verliezen,
maar wij behoeven niet bij hun te dineeren; wij hebben
in Europa reeds ontbeten.
Alzoo: in Fazi vindt men een meer. dat Bahr es Dud
of Wormen meer heet. Het wemelt van kleine, rood
achtige wormen. Wij zien de negers met groote vaar
digheid die wormen uit het water visschen en ze met
volle emmers naar hun hutten brengen. Daar worden
de wormen met versch geplukte dadels tot een niet te
dikke brei verwerkt en als een groote delicatesse ge
geten.
Zooals gezegd, ieder zijn smaak!
Hoe de tomaat tot ons kwam.
De tomaat wordt bij ons nog altijd niet genoeg naar
waarde geschat. En toch is zij van alle groenten en
vruchten, naast de spinazie en den kleinen knol, de
vrucht, die het rijkst aan vitamine is. De tomaat gedijt
in bijna alle klimaten, warme en koude. Men heeft b.v.
een paar jaar geleden in gure streken van Canada, n.1.
In het zuid-oosten van Quebec, Ontario, in het westen
in Britsch Columbla in de onmidde\lijke nabijheid van
de Roclcy Mountains. groote plantages aangelegd en
daarmee kolossale resultaten bereikt. De tomaat is bij
ons een nog tamelijk nieuwe verschijning. Buiten Euro-
na kent men haar langer. Haar oorspronkelijk vader
land moet Peru geweest zijn. Daar waren, nog vóór
Pïrarro het land binnendrong, de struik, de vrucht en
cok de naam bekend, die eigenlijk Xitomates of Zito-
mates luidde. Zij heeft bovendien nog den naam van
Liefdesappel, Goudappel en Paradijsappel gekregen. De
struik groeit tot 'anderhalve meter hoogte en de vruch
ten hebben niet alleen de bij ons bekende mooie roode
kleur, maar er zijn ook gele. en volmaakt witte toma
ten. De tomaat is, laat ons zeggen: 100 jaar na Plzarro,
naar Europa gebracht, waar de struik in het eerst
echter slechts als sierplant gebruikt werd, totdat de
Italianen attent werden op haar waarde als voedinga-
plant; zij legden spoedig talrijke plantages langs hunne
meren aan. Door cultiveering heeft de tomaat haar
tegenwoordige grootte origineel was zij slechts zoo
groot als een kers gekregen. Een lange tijd moest
echter nog vergaan voor de tomaat ook bij ons vasten
voet begon te krijgen. In ruimeren kring is zij eerst
sedert eenige decenniën doorgedrongen.
Sinologen.
Een Chineesch student heeft een rake satyre ge
publiceerd over de meeningen die de meeste Europe
anen over China koesteren.
Wat denkt de gemiddelde Europeesche burger?
Dat de meest geliefde lekkere hapjes der Chinee-
zen: ratten, dauwwormen enz. zijn.
Dat de Chlneezen hun soep met stokjes eten.
Dat de Chineezen niettegenstaande zij een natie
van waschbazen zijn, toch een hoogontwikkelde bescha
ving bezitten.
Dat alle Chineezen geraffineerde bedriegers zijn.
Dat alle Chineezen eerlijk en absoluut betrouw
baar zijn.
Dat zij hun pasgeboren meisjes verdrinken.
Dat zij hun boeken van beneden naar boven en
van achteren naar voren lezen.
Dat alle Chineezen er precies eender uitzien.
Dat de Chineezen geen ziel hebben, omdat ze geen
Christenen zijn.
Dat alle Chineezen waterschuw zijn en nooit ba
den.
Dat zij echter, wanneer zij tóch baden, om zich
zelf af te drogen een natte handdoek gebruiken, terwijl
zij toch gemakkelijk een drogen zouden kunnen ge
bruiken.