Alitieei Muis-
Mmttilit- Si LulMlil
Geestelijk L,evën
Onze kracht.
Uitgevers: N.V. vIl TRAPMAN Co, Schagen.
Werk in den Wieringermeerpolder.
Zaterdag 18 Maart 1933.
SCHAGER
76ste Jaargang No. 9247
EDURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 2333S INT TELEF. No 20.
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f0.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno.
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
EERSTE BLAD
DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADEN
door Astor.
DIT artikel is in de eerste plaats bestemd voor
jou, met wie ik verleden Zondag maar kort
kon spreken. Wij hadden te weinig tijd en
ik beloofde je, om naar aanleiding van wat je zei-
de, iets te schrijven in de Schager Courant. Ik doe
dit met te meer ambitie, omdat ik weet, dat er be
halve jou meer zijn, die hieraan iets kunnen heb
ben. Want, beste A., voor talloos velen is het leven
heel moeilijk en zij zien geen uitkomst en hebben
geen vertrouwen. En zij voelen evenals jij, dat zij
niet alleen hun plichten als vrouw en moeder heb
ben, maar dat zij ook iets moeten zijn voor de groote
menschengemeenschap en zij vragen zich af: wat
kunnen wij doen? En dan wordt het hun bang te
moede en zij vinden zichzelf onmachtig om iets te
doen in 't belang van de menschheid, waarnaar hun
hart toch uitgaat. En het innerlijk evenwicht wordt
verbroken en men zou zich wel het een of andere
geloof willen suggereeren om toch maar verzoend te
worden met de harde werkelijkheid, waarin men leeft
en met het besef van eigen zwakheid en machteloos
heid.
Ik geloof, dat ik hierin vrij juist heb weergegeven
de stemming, welke ik verledon Zondag bij je meende
te bespeuren. En daarom besloot ik voor jou en voor
anderen iets te schrijven over „onze kracht".
Wij hebben juist in onzen geweldigen tijd aan niets
zoo zeer behoefte dan aan kracht.
Kracht om geestelijk staande te blijven.
Kracht om niet meegesleurd te worden met de ver
schillende stroomingen, die thans de menschenwe-
reld verontrusten en in beroering brengen.
Kracht om trouw te blijven aan wat men in zich
zelf als goed en zuiver ervaart
Er wordt tegenwoordig, onder den drang der wan
hopige economische toestanden, van alle kanten op
de menschen ingewerkt. Omdat velen geen uitkomst
meer zien uit de verwarring, waarin wij verkeeren
op elk terrein en uit de ellende, welke millioenen
levens versombert zijn zij geneigd om te luisteren
naar ieder, die redding belooft of om te vervallen
wat nog erger is tot een miserabel cynische levens
houding, tot een onverschilligheid tegenover alle ern
stige levensvragen, die dikwijls verbijsterend is.
We zien er de allerdroevigste bewijzen van in een
land als Duitschland. Millioenen geven zich in hun
wanhoop blindelings over aan de leiding van een
Hitier. Zij klampen zich vast aan wat hij in zijn bral
lende redevoeringen zegt. Zij grijpen naar de wape
nen in een roes van kunstmatig aangevuurd na
tionalisme. Zij denken niet meer nuchter-kritisch
zij leven in ©en toestand van zelfsuggestie, zichzelf
wijsmakend dat het nationaal socialisme de redding
zal brengen. Het nationaal-socialisme dat nota bene
met socialisme niets, heelemaal niets heeft te ma
ken. Zij raken hun hoofd hoe langer hoe meer kwijt,
houden op redelijk te zijn, om zich slechts te laten
leiden door minderwaardige gevoelens, door harts
tochten, door wraakgedachten, die omkleed worden
met fraaiklinkende leuzen en bombastische leugens.
Ook hier in ons land komt een aan het Duitsche
nationaal-socialisme en het Italiaansche fascisme
verwante strooming op. Wie zijn oor te luisteren legt,
kan telkens weer vernemen hoe er gewacht wordt op
„een sterken man"!
Het is het oude Messiasgeloof in een nieuwen vorm.
Zooals voorheen de menschen overal zich vastklem
den (en er zijn er nog duizenden die' 't doen) aan
een zaligmaker, die hun den hemel moest openen
na den dood, zoo merken wij thans op dat men
weer hoopt op iemand, die den rampzaligen toestand,
waarin de menschheid verkeert, zal overwinnen en
den weg zal wijzen naar betere tijden.
Wat zullen wij daarvan zeggen?
Wij hebben het verschijnsel eerlijk onder de oogen
te zien en moeten pogen het te verklaren.
En dan zie ik het in de eerste plaats als een ge
mis aan p e r s o o n 1 ij k h e i d bij de overgroote
massa der menschen, als een daarmede onmiddellijk
samenhangend gebrek aan eigen overtuiging en
dus aan eigen kracht.
Want de bron onzer kracht is onze overtui
ging.
Wie geen overtuiging bezit moet noodwendig altijd
zeer sterk vatbaar zijn voor de suggestieve invloeden,
welke van anderen, die met den noodigen durf en
brutaliteit optreden, uitgaat.
Deze suggestieve invloeden zijn yaa tweeërlei aard.
Z\j zijn godsdienstig of politiek. Ze zijn godsdienstig
bij hen, die komen met de belofte van innerlijken
wede en hemelsche zaligheid, wanneer men maar
aanneemt wat zij zeggen; ze zijn politiek bij hen, die
de meening pogen te vestigen dat, wanneer men hen
maar macht geeft, heel spoedig de aardschc zalig
heid zal worden verkregen.
Wij behoeven er ons niet over te ^verwonderen, dat
in onzen tijd juist omdat er gemis aan persoonlijk
heid is talloos vele de prooi worden in „sterke"
menschen.
En toch staat, het voor mij onomstootelijk vast dat
slechts teleurstelling en bittere ontgoocheling daar
van eenmaal het gevolg moet wezen.
Want andere, betere toestanden,
nieuwe, zuiverder menschver hou
dingen kunnen slechts geboren
worden, wanneer de geest van de
menschen veranderd.
Met dwang en geweldsmiddelen is het mogelijk
korten of langen tijd een regime te handhaven zoo
als een Mussolini, een Stalin, een Hitier het pogen te
doen. Op den duur is dit niet mogelijk. Alle tiran
nie, alle despotie eindigt met ondergang. Wie deze
les uit de geschiedenis niet heeft geleerd, moet wel
stekeblind zijn.
Want als er één ding openbaar wordt uit de histo
rie van alle volken, dan is het wol dit: iedere gewel-
dadige onderdrukking van do behoefte aan geeste
lijke vrijheid, welke hoe langer hoe meer gepaard
gaat met de behoefte aan economische vrijheid, is
ten laatste machteloos.
Geen folteringen en geen brandstapels hebben kun
nen verhinderen dat in de zestiende eeuw de geeste
lijke vrijheid principieel heeft gezegevierd.
En wat zien we nu gebeuren?
Is er niet een ontwaken te constateeren bij dui
zenden, die genoeg hebben van dit leven?
Waarom is dit zoo? Waarom die over alle linies, in
alle kringen groeiende ontevredenheid?
Hierbij moet ik wijzen op een zeer sterk onder
scheid in de oorzaak van deze ontevredenheid. Na
tuurlijk is geen scherpe scheidingslijn te trekken
tusschen de twee oorzaken, die ik wil noemen. Het
zal ongetwijfeld voorkomen dat beide oorzaken, zij
't dan met niet gelijke kracht, werkzaam zijn. Men
diene dit, om niet tot een onbillijk oordeel te komen,
duidelijk in 't oog te houden.
Die twee oorzaken zijn: het egoïsme en het
altruïsme. (Ik gebruik deze woorden in de gang
bare, populaire beteekenis, waar ik het feitelijk niet
eens ben, om door de lezers begrepen te worden.)
Waar het egoïsme de oorzaak der ontevredenheid
is, wordt uitgegaan van de gedachte, dat men het
persoonlijk stoffelijk beter wil hebben. Dit is begrij
pelijk; Wie in deze wereld leeft als een arme verstoo-
teli-ng, wie ontberen moet temidden van overvloed,
mede door hom zelf voortgebracht, moet wel van een
bijzonderen aanlog zijn, als hij niet ontevreden
wordt. Daar zit echter een groot gevaar in deze onte
vredenheid.
Een gevaar, dat wij telkens kunnen constateeren.
Zij, die met het tegenwoordige zich niet kunnen ver
zoenen, omdat zij voor zichzelf het beter wenschen te
hebben en die daarom naar verandering haken en
daarvoor strijden, staken maar al te dikwijls hun
strijd, wanneer zij door den gunst der omstandighe
den, in betere condities gaan verkeeren. Dan worden
zij tevreden menschen. omdat zij 't zelf goed heb
ben. Wanneer zij om een bekende uitdrukking te
gebruiken, „een droog plekje in de zwijnenstal heb
ben veroverd", vinden zij die stal nog niet zoo slecht!
Hoe anders is het waar de ontevredenheid zijn
oorzaak vindt in het altruïsme En dit is het geval
bij hen, die innerlijk ontroerd zijn geworden door de
ellende hunner medemens c hen, die zedelijk
verontwaardigd zijn over het onrecht en over de
liefdeloosheid in de maatschappij, die gebogen gaan
onder den druk van het ontzaglijk groote wereld
wee, die ergernis in zich voelen opkomen, als zij
opmerken hoe (nota bene né bijna tweeduizendja
rige evangelieprediking!!) het barbaarsche geweld
nog een alovorheerschende rol speelt en macht de
plaats van recht inneemt.
Deze menschen zijn ontevreden niet terwille van
zichzelf, maar terwille van de menschheid. En zij
zullen niet zoeken naar macht en geweld om die
macht te doen gelden, maar naar invloed. Dat
wil zeggen: zij zullen pogen den geest van hun me-
demenschen te bewerken, te veranderen, opdat ook
daarin ontwaken moge het besef, dat alleen dan
een wereldherschepping mogelijk is, wanneer be-
grépen wordt, dat uit andere beginselen moet wor
den geleefd.
Dit is echter slechts mogelijk, wanneer deze men
schen een krachtige overtuiging hebben en altijd
zich vrij trachten te houden van het streven naar
schijnsucces.
Want schijnsucces speelt een groote rol in het le
ven en heeft veel verleidelijks.
Ik heb mij de laatste veelbewogen weken dikwijls
trachten in te denken in een man als Hitier. Wat
een reuzensucces! Bij millioenen heeft zich het Duit
sche volk achter hem geschaard. Als een overwin
naar kan hij rondzien met trotschen blik als hij bet
„heil Hitier'' hoort opdonderen uit de bewogen en
opgezweepte menigte. Maar wat heeft hij bereikt?
Macht! En deze macht wordt uitgeoefend op de meest
drastische wijze. Zijn wil is wet geworden. De vrijheid
van meeningsuiting is gedood. Maar is het volk, zijn
al die heilroepers tot hoogere menschelijkheid ge
stegen? Is dit bereikt, dat broederlijker gevoelens
zijn ontwaakt?
Het tegendeel is het geval. Haat en vijandschap
zijn grooter geworden. Laat men toch eens bedenken,
hoe een geest van anti-semitisme opgroeit in de mas
sa. En dit i3 te ergerlijker wanneer men zich her
innert, hoe de Duitsche joden (misleid evenals het
heele Duitsche volk door de oorlogspartij) in den
laatsten oorlog voor het vaderland gestreden heb
ben, zelfs in speciaal joodsche regimenten. En nu
worden diezelfde joden als niet-Duitschers bedreigd
en geboycot! Het is eenvoudig afschuwelijk.
Genoeg: ik wijs slechts op het feit dat, waar ge
streefd wordt naar macht, nooit het resultaat kan
zijn, dat d i e geest wordt aangekweekt, die noodig
is om nieuwe en betere verhoudingen te scheppen.
En wij hebben te breken met het zoeken naar dat
schijnsucces, hetwelk bestaat in 't veroveren van de
macht en het opleggen van zijn wil aan anderen.
Want het gaat niet om een wereld, waar de ééne
groep de andere knecht en overheerscht. Het gaat,
het moét gaan om een wereld van vrije, solidaire
menschen, van maats, die een maatschappij
vormen.
Moderne BRUIDS-FOTO's
van de eenvoudige tot meest artistieke uitvoering.
FOTOGRAFISCH ATELIER ARPAD MOLDOVAN,
NIEUWE NIEDORP.
Geopend dagelijks, ook 's Zondags.
GEBRUIKTE AUTOMOBIELEN
verkoopen wij onder GARANTIE en op PROEF.
Garage C NIEUWLAND BERGEN.
En die wereld wordt eerst dan werkelijkheid, als de
mensch als zijn opperste goed leert beschouwen zijn
vrijheid èn zijn gevoel van saamhoorigheid, als hij
als minderwaardig leert zien alle exploitatie van deri
een door den ander.
Zooals ik reeds schreef, op de overtuiging komt
het aan en in deze overtuiging ligt onze kracht.
En nu denk ik weer aan jou, beste A.
Ik weet hoe jij staat tegenover je mcdcmenschen,
ik weet hoe hun lot jou ter harte gaat. Maar tege
lijkertijd is er twijfel in je aan je eigen kunnen en
dat drukt je neer en jij vraagt jezelf af, wat je kan
doen. Je zoudt zoo zielsgraag de wereld mooier, d.i.
zedelijk mooier willen zien. En misschien zelfs wan
hoop je, dat het ooit beter zal worden. Zooals jij
zijn er velen enhet zijn de besten dikwijls. Hun
heele wezen hunkert naar rechtvaardigheid en lief
de in de wereld, maarzij missen een vaste over
tuiging. Zij hebben geen sterk geloof.
En dat zou jij nu zoo graag willen hebben. Toen
jij verleden Zondag je hart even voor me openlegde,
heb ik dat in de eerste plaats gevoeld. Jij smacht
naar geloof, naar geloof dat je vertrouwen kan
schenken, dat je blijmoedig kan maken door het ze
kere weten: ééns zullen de menschen tot zedelijk-
zuiverder leven komen.
Dit geloof kan ik je niet geven, kan niemand je
geven.
Je moet 't zelf veroveren. En daartoe kan ik je
maar één weg wijzen, het is de weg, die voert naar
je eigen ziel, naar je eigen diepste-zelf.
Eerst dan wanneer de mensch inkeert tot zichzelf
en los wordt van zoo veel dat hem is aangepraat en
door de banale wereld gesuggereerd, kan hij de hoog
ste waarheid benaderen en voelen wat goed en recht
vaardig en waarachtig is.
Dan leert hij gelooven in den eeuwigen voor
uitgang, omdat hij de stuwing naar hooger als
werkelijkheid in zich ervaart.
Want daar zijn werkelijkheden, die niet door re
deneering, maar wel door het gevoel voor ons tot
zekerheden worden.
Jij bent niet vrij van mystieken aanleg. Gelukkig!
Maar heb je dan nooit iets ondervonden van de
vreemde zaligheid, de heerlijke verrukking, die over
je kan komen in die wonderbare oogcnblikken, wan
neer je als 't ware boven tijd en ruimte bent uitge
stegen, als je in de eenzaamheid zit, of als de stille
pracht der natuur je overweldigd, of als je op je
kinderep, droomend van geluk, neerziet? Is het je
dan nooit geweest of ineens je voeldet dat alléén
in reinheid, in levensloutering, in liefde het hoogste
is te vinden? Enis toen niet in je opgestegen
het verlangen, het heimwee naar dat hoogste. En
heb je toen niet geloofd dat die mysterieuse
kracht, welke de wereld drijft, naar dat hoogste stuwt
en dus de menschheid bewust of onbewust daar
van in die richting moet gaan?
Met dat geloof alleen staat de mensch sterk in
het leven. En dan is t hem genoeg bij anderen dit
geloof te wekken en zoodoende in hun geest het
streven naar die waarachtige zedelijkheid op te roe
pen, welke bestaat in het zoeken naar zuivere,
broederlijke verhoudingen. Met dat geloof werkt hij
rustig door en hij laat zich niet verleiden door de
schijnsuccessen van hen, die zoeken naar macht en
heerschappij.
Hij vindt zijn troost-in het bekende woord: zaaier,
zaai in Godsnaam voort. Hij weet dat er waarheid
schuilt in de oude gelijkenis, waarin ook van een
zaaier wordt gesproken.
Veel van het uitgestrooide zaaid ging verloren,
maar er was toch ook een klein gedeelte dat in een
goeden bodem viel en 't bracht vruchten voort!
Wees ook jij zoon zaaister. Wees dit in de aller
eerste plaats bij je kinderen. En je leven zal niet
zonder zegen zijn voor de menschen, die je liefhebt,.
Wek in den geest van je kinderen het verlangen
om goede, onbaatzuchtige, liefdevolle menschen Je
worden en leer ze vóór alles dat hun waarde niet
bepaald wordt door wat ze hebben, maar door wat
ze z ij n.
ASTOR.
A<an verschillende briefschrijvers: Ik vergeet u
niet, maar geduld! Ik hoop nog menig artikel te
schrijven en dan worden ook uwe opmerkingen en
beschouwingen behandeld.
Aan A. Ik hoop dat dit artikel je eenigszins kan
bevredigen en dat er uit blijken moge dat ik je in
't korte onderhoud, dat we hadden, goed heb be
grepen.
'w-i A./*