De ijzeren deur
Wijnkoop te Oude Niedorp.
Arrondissementsrechtbank te Alkmaar
Ingezonden Stulpen.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
zitting van dinsdag 21 maart.
Uitgeest.
NAHTEUJKE DIEFSTAL VAN EEN WITTE T
MET HOORNS.
Een tweetal jongelieden, de 18-jarige Hendr. Joh.
Leendert A., tuinder en de 17-jarige Pieter de M., los
■werkman, geboren te Heemskerk, beiden wonende te
Uitgeest, stonden terecht als verdacht van diefstal
van een witte gehoornde geit, In den nacht van 23 op
24 November te Uitgeest, ten nadeele van den heer
Pieter Waaij, 'n 53-jarig arbeider, eveneens te Uitgeest
woonachtig. De verdachten werden ambtshalve verde
digd door mr. Langeveld, die zou opponeeren voor
Hendrik en mr. van Doorn voor den nog geen 18 jaar
zijnden Pieter de M. De jongeheer Hendrik A. had
echter eigenwijs te kennen ggeven, dat een gezond
mensch geen dokter noodig heeft en voor de verdere
bemoeiingen van den verdediger bedankt had. Mr. Van
Doorn wilde nu ook wel van zijn baantje of, doch op
grond van den jeugdigen leeftijd van Piet de M., be
stond hier een wettelijke verplichting. Door verdach
ten werd het feit pertinent ontkend. Het bewijs moest
hier dus hoofdzakelijk worden gedistilleerd uit de ver
klaringen der 6 gehoorde getuigen.
De oude heer Waaij miste zijn geit en de rijksveld
wachter Tilstra had sporen van geltenhoeven gezien
en in dien morgen verdachten op de fiets gezien, in
,het bezit van een ledigen zak. De jeugdige tuinder L.
Terol had hen gezien met een vlschmand, maar niet
met een geit in normale samenstelling. Piet de M.
had getuige gedreigd naar aanleiding van zijn verkla-
rigen .Ook dit werd door verdachten ontkend. Zij had
den hem wel op den Castrlcummer straatweg ontmoet
en bij latere ontmoeting alleen gesproken over het
weer, de bioscoop en dergelijke topics of the day. De
mand zouden zij uit den tuin van den heer J. Hoek
hebben gehaald, doch Hoek beweerde dat nooit zoo'n
mand zijn tuin had gesierd.
De tuin van Hoek bevond zich in de nabijheid van de
z.g. woningkazerne, die juist dezen nacht op last van
den Burgemeester is verbrand, naar aanleiding van de
talrijke logees, die geen kostgeld betaalden of in de
wandling genaamd wandluizen.
Verdachten hadden bij den heer D. Clous te Bever
wijk een geitenhuid te koop gepresenteerd, doch deze
handel was niet geslaagd. Ook dit ontkenden de ver
dachten overeenkomstig hun systeem, waarvan niet
werd afgeweken.
De Officier, die natuurlijk geen positieve bewijzen
kon overleggen, smeedde de omstandigheden, voorheen
aanwijzingen genoemd, tot een keten aaneen en op
grond var dit juridische smeedwerk vermeende Z.Ed.
sterk genoeg te zijn om het feit wettig en overtuigend
bewezen te achten en te requireeren tegen nummer 1
drie maanden gev. en tegen het kind, alreeds meerma
len veroordeeld, eveneens 3 maanden.
Mr. Van Doorn refereerde zich wat het feit betrof,
aan het oordeel der rechtbank, wees voorts op den
jeugdigen leeftijd van zijn cliënt en betwijfelde of voor
hèm een gevangenisstraf nut kon stichten.
Den Helder.
EEN RIJWIELDIEF, DIE OOK EEN KONIJNTJE
NIET VERSMAADDE.
Een stevig gebouwde 20-iarige werkman. Gijsbert H.
te Den Helder, thans in voorarrest, had op het gebied
„roeisport" een bijzondere activiteit ontwikkeld; niet
alleen had hij aldaar op verschillende data een rijwiel
geannexeerd, een dito karretje gehuurd en ten eigen
voordeele verkocht, maar ook spaarde hij een aan zijn
stiefvader toebehoorend konijn niet, welk diertje hij
onder zijn jas verborg, meenam en in de W.C. opsloot
De verschillende diefstallen hadden plaats, gewoonlijk
als deze veelbelovende knaap onder den invloed van
sterken drank verkeerde. De kruik ging zoolang te
water tot de politie er een eind aan en Gijsbert on
schadelijk maakte. Hij stond thans terecht, verdedigd
door Mr. n. van Leeuwen en erkende de hem ten laste
gelegde vier feiten.
Bij den rijwielhandelaar Zweed had verdachte op 20
Dec. een rijwiel gehuurd en bad Zweed het karretje
nimmer terug gezien. De heer A. Kaptein uit Zijper-
sluis, die de fiets had gekocht, was niet verschenen en
zal daarvan wel nader hooren.
De boekhouder Grondsma had op 22 December voor
een café aan den Kanaaldijk zijn rijwiel geplaatst en
vond op het politiebureau zijn fiets terug. De los-
werkman J. D. M. Mastemaker stiefvader van ver
dachte, legde een verklaring af omtrent het verdwenen
Jconijn dat hij den volgenden dag weer terug ontving
door bemiddeling van de politie. De timmerman H.
Lastdrager uit Huisduinen, was op 'n dag begin Janu
ari zijn voor een café geplaatst rijwiel kwijtgeraakt,
doch later weer in *t bezit van het karretje gesteld.
FEUILLETON
Uit het Engelsch
van HAROLD BELL WRIGHT.
ii
Bob grinnikte.
„Grappig, dat. we dat zoo allemaal eens zijn, hè? 't Is
ook *n prettige vent, en 'n goelen jongen."
In waarheid had Hugh Edwards in de Canada del
Oro méér gevonden dan dat goud, waarvoor hij zoo
zwaar arbeidde, en dat hij zoo zorgvuldig bewaarde. Hij
had in de Goudkloof nog meer gevonden dan een krach
tige gezondheid, meer nog dan een vrijplaats voor wat
hem uit zijn eigen wereld naar deze afzondering gedre
ven mocht hebben. In die eenzaamheid had hij een lief
gezelschap gevonden, dat hem dagelijks dierbaarder
werd. Onder den invloed van die nieuwe vreugde was
de schaduw van haat en verbittering en nutteloos
wraakverlangen uit zijn leven verdwenen. Verpletterd
en vernederd, van uur tot uur in gevaar, had hy geest
kracht en bezieling gevonden om zijn leven opnieuw op
te bouwen. Uit zijn vertwijfeling was een nieuwe hoop
geboren. Hij had weer geleerd te droomen én hij had
kracht gevonden om voor zijn droom te werken.
Maar hij had Marta niet verteld, wat hij gevonden
had. Nog kon hij haar niets zeggen. Eerst moest hij
goud hebben, niet slechts zooveel als voor den nooddruft
des levens noodig was, maar veel meer. Hij was wel
niet zoo dwaas om te meenen dat hij dit meisje groote
weelde moest kunnen aanbieden. Maar er bestond een
andere noodzaak een noodzaak even dwingend als de
behoefte aan voedsel. Zonder goud, bleef do vervulling
van zijn droomen onbereikbaar. Zijn eenige hoop op ge
luk lag in de mogelijkheid een zekere hoeveelheid te
vinden van dat gele metaal, waarvoor sinds eeuwen zoo
vele anderen, gelijk thans hijzelf, hier in deze zelfde
Canada del Oro gezwoegd hadden. Hu kon het Marta
niet uitleggen hij kon alleen droomen, hopen en wer
ken, gelijk die anderen vóór hem in de Goudkloof had
den gedroomd, gehoopt en gewerkt. En dus hield hij,
met een geestkracht, even groot als die van Sint Jim-
my vastberaden de liefde, die hem tot nieuw leven ge
wekt had, In zijn horst verborgen. Marta mocht niets
riten nog niet
'faar Martfla wist en wist toch weer niet. Het
;e was opgegroeid zonder de gewoonte haar eigen
De krijgsartikelen voor een voorw. straf werden den
verdachte daarop onder den neus gedrukt en bleek bet,
dat verdachte met de strenge voorwaarden accoord
ging. Veel beloven en weinig geven, doet soms den gek
in vreugde leven!
De Officier keek niet hoog op tegen dezen verdach
te, op zijn jeugdigen leeftijd reeds gehuwd, vader en
weer gescheiden die ar steeds alles had doorgelapt en
zijn jonge vrouw een treurig huiselijk leven had be
reid en vorderde 7 maanden onvoorwaardelijke gevan
genisstraf. Verdachte was nu vol goede voornemens en
tot verbetering van zijn leven geneigd.
De verdediger, Ingenieur mr. van Leeuwen, bracht
nu de goede zijden van zijn schuldbewusten, erfelijk be
lasten en zeer onopgevoeden cliënt, een stuurloos schip
op de levenszee naar voren en drong krachtig aan op
een voorw. veroordeeling met strenge voorwaarden.
Verdediger was overtuigd dat hier succes verwacht kon
worden en wees voorts nog op het nut van een krach
tige onder-toezicht-stelling. Pleiter eindigde dan zijn
warm betoog met een voorw. veroordeeling te verzoe
ken.
De getuige Arie Kapteijn uit Zqpersluis, koopman en
veehandelaar, door allerlei tegenspoeden te laat in
Alkmaar gearriveerd, verscheen alsnog ter terechtzit
ting en kon nu nog gehoord worden. De reeds verleen
de e van nlet-verschijning werd alsnog ingetrokken.
L. aer Kaptein had een door verdachte verduisterd
rijwiel gekocht en werd door den president er op ge
wezen, dat een dergelijken roekeloozen handel zeer
gevaarlijk is. Het zou in zijn belang zijn, als hij den
heer Zweed, den benadeelde, schadeloos stelde.
Br eezand.
EEN GEHEEL REGIMENT PAARDEN
VERMOFFELD?
In de middagzitting stond terecht de in een hevig
glimmende motorjas gestoken 35-jarige loonploeger
Krijn H., vertoevende te Breeezand. gem. Anna Pau-
lowna, aan welken glimmenden heer bij dagvaarding
was ten laste gelegd, in de eerste plaats verduistering
van 3 paarden, die hij onder zich had in huurkoop van
de Holl. Credietr en Hypotheekbank te Gouda en voorts
onttrekking van 3 paarden aan een door deurwaarder
Van Huit gelegd beslag in 1930.
In deze zaak waren 8 getuigen 4 charge gedagvaard.
De verdachte ontkende en beweerde, dat eerstgenoem
de paarden het eigendom waren van de heeren Matthijs
Boret en Klaas Stammes. Wel erkende verdachte dat
hy een paard aan den slager Wit had verkocht voor
f 240 en voor dit geld had verdachte weer een ander
paard gekocht. Evenzeer had hy nog een ander paard
te gelde gemaakt.
Toen verdachte aan zyn verplichtingen niet voldeed,
had de bank van Gouda beslag laten leggen en alstoen
had verdachte 2 paarden aan dat beslag onttrokken.
Hy ontkende echter het opzet der verduistering. De
heeren Slikker en Tesselaar te Den Helder hadden
ieder ven verdachte een paard gekocht
Mr. Wynne, advocaat-proc. te Alkmaar, was even
eens als getuige gedagvaard in kwaliteit van curator
in het faillissement van verdachte. Deze curator had
16 paarden genoteerd, doch verdachte beweerde, dat
deze paarden eigendom waren van Matth. Borst en
Klaas Stammes.
Volgens verdachte waren 13 paarden in huurkoop af
gestaan door M. Borst en KI. Stammes. De 3 overige
rossinanten had verdaohte speciaal van KI. Stammes In
huurkoop.
Voorts was den curator gebleken, dat 2 huurkoopover
eenkomsten bestonden tusschen verdachte en twee maat-
schappyen, Utrecht en Gouda.
Vervolgens werd gehoord de 57-jarige heer H. Eeeen,
assuradeur, gewezen vertegenwoordiger der Holl. Depo
sito- en credietbank. wonende te Alkmaar, en directeur
van de Commisslebank. Deze verklaarde dat verdachte
aan zyn verplichtingen had voldaan tegenover de bank.
Getuige had op de bank een salarisvordering van f 1100
en dit geld betaalde verdachte hém. Getuige ontkende
dat hy deze gelden onreohtmatig in ontvangst zou heb
ben genomen.
De heer Joh. W. A- van Huit. deurwaarder te Schagen.
had op 25 Juli 1931 revlndlcatolr beslag gelegd op 5
paarden, namens de HolL Deposito- en Credietbank, wel
ke paarden door verdachte waren aangewezen. Ver
dachte werd aangesteld tot bewaarder. Het was de
rechtbank wel raadselachtig hoe de deurwaarder deze 5
paarden aangewezen tusschen vele anderen, uit elkan
der had kunnen houden. De deurwaarder meende zich
te herinneren, dat verdachte had gezegd, de paarden
betaald te hebben aan den heer H. Eecen.
Eindelijk werd gehoord de heer MatthUs Borst, 'n
66-jarige landbouwer te Broek op Langendyk. die mede
deelde een bruin paard met witte vlekken van ver
dachte in 1929 te hebben gekocht voor 300 gulden. Ver
dachte had het paard niet betaald, doch afgelost voor
schulden. Later had getuige nog 2 paarden, een vos en
een yzerscbimmel gekocht voor f 700.
gevoelens te ontleden, en zonder nadere bekendheid met
mannen, behalve haar pleegvaders en Sint Jimmy. In
haar kinderiyke onschuld stelde hy zichzelf geen vra
gen. Zy dacht niet meer na over de beteekenls van haar
belangstelling in Hugh Edwards dan een wild vogeltje
over zyn paringsdrang; maar naarmate hun vriendschap
groeide en rijpte, wist het kind der wildernis, dat zy ge
lukkiger was dan ooit tevoren. Zij gevoelde een ver
wantschap met het wilde leven rondom zich, die haar
met geheimzinnige vreugde doortrilde. Nooit tevoren
hadden de bloemen zoo weelderig gebloeid, nooit hadden
de vogels zoo llefiyk gezongen. De wind droeg geuren
aan. die haar met ongekende verrukking vervulden. De
dagen vloden als op wieken van zonlicht de nachten
waren vol vage. zoete belofte.
Naarmate de tyd verstreek, scheen Natachee een zon
derlinge belangstelling te gaan gevoelen voor den man,
die zoo blijkbaar uit een wereld kwam, ver van de
woonplaatsen van het roode volk. Dikwyis bezocht de
Indiaan de kleine hut om er een uur of langer door te
brengen. Altijd verscheen hy plotseling, op de meest
onverwachte oogenblikken. als een geest die zich zoo
juist uit een onzichtbare wereld had verstoffelijkt. en
altyd verdween hy op dezelfde, ietwat ontstellende ma
nier.
Als hy met Edwards en de beide compagnons samen
was. kon hy zaken van algemeen belang bespreken, ge
heel op de manier en met de woorden van een welopge
voed. bestudeerd man. Bij die gelegenheden waren het
alleen zijn wilde dracht, zyn donker gelaat en een ze
kere dichteriykheid in zijn woordkeus, die hem van
een blanke onderscheidden. Maar vaak, als Natachee
met Edwards alleen was. wierp de roodhuid voor een
oogenblik allo kenmerken van z'ijn schoolsche opvoeding
van zich af. en gaf met toon. woorden en gebaren van
zyn^ras. uitdrukking aan zuiver Indiaansche gedachten
en gevoelens. Meestal echter zat hü stil den blanke by
zyn werk gade te slaan, somtijds komende en weer
gaande zonder een woord t„ spreken. Enkele malen
verscheen hij ook, als Marta en Edwards samen waren,
maar by die gelegenheid was hy, een hoffeiyke begroe
ting uitgezonderd, zelden meer dan een stilzwügende ge
tuige.
De Sallemander had aanvankelyk gepoogd de kennis
making met den vreemde voort te zetten, maar toen
hy geen aanmoediging ontving, had hy al spoedig zijn
beleefdheden beperkt tot een gemelijk „Morge", als hy
op >zUn weg naar of van Oracle voorbijkwam.
Maar Sint Jimmy had nog steeds geen kennis ge
maakt met den man, die zoo dicht bij Marta woonde.
Het meisje had hem al vaak verzocht om met haar mee
te gaan en den nieuwen buurman te bezoeken. Zijn
moeder beknorde hem vriendelijk om zijn onbeleefdheid
jegens een vreemdeling. En Sint Jimmy had al her-
Tegen den niet verschenen heor Klaas Stammes werd
acts veneend wagens de niet verschijning.
Eindelijk werd gehoord de beer Wiggers tot het Uit
brengen var. zijn rapport. De drank was de oorzaak der
demoralisatie van verdachte. Hij was een zwakkeling en
gepraeoisponeerd. Het was een twijfelachtig geval, doel
des-ondanks trachtte de heer Wiggers hem met assis
tentle van een geheelor'houdersvereenlg'ng een paar
engelenvleugcl» aan te spijkeren en waagde hy t schuch
ter een reclasseering voor te stellen. Verdachte meende
echter dat een blauwe knoop alléén niet veel zou uit
halen.
De president trachtte hem de Inneriyke beteekenls van
die daad bij te brengen, waarop verdachte zich gewon
nen gaf. Het was en bleef een zwak geval, maar ver
dachte phllisopheerde heldhaftig, dat een blauwe knoop
op zyn borst, waaraan de wil tot verbetering ontbrak,
niet veel zou baten. Hy bleef dus bezwaren maken te
gen dit ordeteeken der nuchterheid. Overigens kon hy
zich met het Idee wel vereenigen.
De officier zette het onderhavige geval nog eens om
standig uiteen en achtte de handeling met de paarden
en wel speciaal 2 paarden, niet toelaatbaar. Verdachte
gaf dit zelf toe. Wat betrof de paarden waarop beslag
was gelegd, kon de officier niet tot een redeiyk resultaat
komen en vroeg de officier hier vrijspraak. Wat de ver
duistering van de 2 paarden aanbelangde, vorderde de
officier 6 maanden gev. voorwaardeiyk met 3 proefja
ren.
Mr. G. A. de Lange, verdediger bracht een en ander in
ten voordeele van zyn cliënt en sloot zich overigens aan
by het requisitoir met eenigszlns verzachtende voor
waarden.
Behandeling gesloten. A.s. week uitspraak.
Spanbroek.
MISLUKTE TEEKENINGSPROEF.
Pieter H.. 'n jongmensch uit Spanbroek, dat zich te
Helder in vereenlglng met een ander persoon had schul
dig gemaakt aan diefstal uit een houtloods te Helder,
was deswege veroordeeld op 18 October tot een voor-
waardeiyke gevangenisstraf voor den tijd van drie
maanden met drie proefjaren. Het bleek echter dat hij
niet voldeed aan zUn reclasaeeringsverpllchtlngen en
werd heden ten uitvoerlegging der voorwaardeiyke straf
gelast.
ARREST GERECHTSHOF TE AMSTEIU'AM.
Het gerechtshof te Amsterdam bevestigde bet von
nis der Alkmaarsche rechtbank d.d. 22 Nov. 1932. waar-
by de heer Wüert D., makelaar te Alkmaar, ter zake
verduistering van ontvangen hypotheekrenten werd ver
oordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf.
Maandag 20 Maart, des avonds half acht sprak in het
café van den heer Fys te Oude Niedorp. het communis
tische kamerlid D. Wynkoop met als onderwerp: „Wat
willen de communisten?"
De heer P. Zwagerman opende de vergadering met
een kort woord van welkom aan de ongeveer 150 aanwe
zigen. Spr. hoopt, dat de heer wynkoop door zijn rede
een goed antwoord zal geven op de vraag: Wat willen
de communisten?
De heer Wijnkoop begint met te zeggen, dat de com
munist allereerst een practlsch, nuchter mensch is. die
de dingen ziet. zooals ze zyn en die zyn beweringen met
feiten staaft. Vóór den oorlog konden we dat laatste
niet, zegt spr.. maar thans nu de Sovjet Unie reeds
15 jaren bestaat, kunnen we met feiten aankomen. Het
groote verschil met de maatschappij daar. is. dat in
Rusland slechts de arbeid bestaansrecht geeft, hier het
kapitaal. Daar geregelden arbeid, hier een permanente
werkloosheid. Hier is het land in handen van hypotheek
banken en van kapitalisten, daar heeft ieder, die land
bewerkt, ook het recht op dien grond, hetwelk ophoud,
zoodra hU het land niet meer gebruikt, zoodat het uit
gesloten is. dat iemand van den arbeid van den boer
leeft Veel onwaarheden worden, zegt spreker, nog
steeds geschreven en gesproken over de Sovjet Unie
Maar een feit is bet, dat het groote Russische volk of
eigenlijk die unie van volkeren, waar voorheen het
grootste percentage van de bevolking analaphabeet was,
dat daar scholen verrijzen by duizenden en dat het
analphabetlsme verdwy'nt De scholen, zyn allen koste
loos ter beschikking van ledereen. ook de middelbare en
de hoogere scholen, terwyi hier het hooger onderwijs
bUna, uitsluitend voor de rijken is. Hier is de toestand
zoo. dat de boer ondanks harden arbeid en zuinig leven
nog geen inkomen heeft. Daar geeft de arbeid brood.
Na nog besproken te hebben, het verschil tusschen
hetgeen de communisten hebben gopresteerd en wat de
s.d.a.p. gedaan heeft, eindigt spreker zyn rede met een
opwekking aan allen om te komen tot den strijd voor
een betere maatschappij.
Na de pauze was er gelegenheid tot het stellen van
vragen en tot debat
De heer S. Hoogheem zegt dat spreker steeds over de
haaldeiyk beloofd, dat hy het bezoek zou brengen,
maar telkens had hy bet weer uitgesteld ook. Meer
dan eens was hy met de beste bedoelingen op weg
gegaan om zyn maatschappeiyken plicht te vervullen,
maar als hy in 't gezicht kwam van die hut, zoo dicht
bij die van Marta. was hy telkens biy'ven steken, en
had hy den tyd in zyn eentje op de berghelling door
gebracht, uitziende over de woestyn. Als Sint Jimmy
minder zachtaardig geweest was, had hy misschien
kunnen zeggen, dat hy door Marta volkomen genoeg
over Hugh Edwards te hooren kreeg, ook zonder hem
op te zoeken.
Meermalen ook had Sint Jimmy er over gedacht
Marta de geschiedenis te vertellen die haar pleegvaders
nem hadden toevertrouwd, maar om do een of andere
reden viel het hem even zwaar zijn leerlinge over het
geheim harer vroeger kindsheid te spreken als om den
man op te zoeken, in wien zy zooveel belang stelde.
Meer dan eens had hy tot zyn moeder gezegd, dat
hij het niet langer zou uitstellen dat hy den eerst-
volgenden keer dat het meisje weer by hen kwam.
het haar zou vertellen; maar telkens verschoof hy
het weer. Het meisje was altyd zoo stralend gelukkig
en overvloeiend van levensvreugde. Misschien, hield
Sint Jimmy zichzelf voor misschien zou zy het nooit
behoeven te weten.
Het droge zomerseizoen was verstreken, en de zo
merregens waren gekomen. Opnieuw prijkten de woes
tijn, de heuvelen en de berghellingen In bonten bloe-
mentooi. Het was in deze ..Kleine Lente", zooals de In
dianen dien tweeden bloeitijd van het jaar betitelen,
dat Sint Jimmy eindeiyk Hugh Erwards een bezoek
bracht.
En dat was door toedoen van den Sallemander.
HOOFDSTUK XI.
Do Sallemander.
Dien dag was de Salemander op zyn gang naar
Oracle van den gewonen weg afgeweken om het pad
In te slaan, dat voorbij het witte huisje op de berg
helling liep. Toen hij het huis der Burtons naderde,
liet hy zijn paard stappen, en zocht, terwijl hy lang
zaam het slingerende pad opreed, met zyn glurende
oogen den omtrek aan weerszgden af. Al spoedig kreeg
hg dr. Burton in het oog, die gemakkeiyk tegen een
rotsblok geleund, in de schaduw van een jeneverbes
boom zat te lezen.
Toen de Sallemander het pad verliet en naar hem
toereed, keek Sint Jimmy op van z'ijn boek en zag met
cenige belangstelling toe, hoe het paard met zyn be
rijder tegen de stelle helling opklom.
Vlak bij hem gekomen, hield de Sallemander stil en
boeren spreekt, maar de boerenarbeiders vergeet, die het
allerslechtste bestaan hebben van allen. Velo bo-ren zyn
volgens spr. beroeiling.m en de e-migo party die wat
/oor de landarbeiders deed, was de s.d.a.p.
De heer Wynkoop antwoordt, dat het juist de commu
nisten waren, die den strijd van d* landarbeiders in
ironingen met alle middelen hebben gesteurd, en dat de
s.d.a.p. de landarbeiders altyd in den steek heeft ge
laten.
De bec P. Ruig en J. Edel bespreken de kwestie:
het vorm: van een eenheidsfront, en hoe de communis
ten daar tegenover staan?
Spreker antwoordt, dat de s.d.a-p. steeds het vormen
van een eenheidsfront weigert, wel waren daartoe gene
gen de revolutionair socialisten.
De heer J. Lont brengt nog ter sprake het verkoopen
van 30 duizend melkkoeien naar Rusland. De onderhan
delingen hierover zijn afgesprongen, terwijl Nederland
toch Jaarlyks voor 70 millioen uit Rusland invoert, vol
gens den heer Lont, terwyl de uitvoer naar Rusland
slechts 6 millioen bedraagt.
De onderhandelingen sprongen af omdat Rusland geen
zekerheid van betaling wilde stellen en 13 maanden cre-
dlet wilde hebben.
De heer Wynkoop antwoordt hierop, dat Rusland be
handeld wenschte te worden als de andere naties, die
groote credieten van de Nederl&ndsche regeering krygen
Rusland, zegt spr., betaalt hetgeen het koopt, wat van
de andere landen niet altyd gezegd kan worden, en het
wordt tyd. dat de Nederlandsche regeering de Sovjet
Unie officieel erkent.
Na nog eenig over en weer praten over deze zaak,
sluit voorzitter de vergadering, die een kalm en rustig
verloop had.
Oudkarspel, 20 Maart 1933.
Mynheer de Redacteur.
Vriendeiyk verzoek ik U om eenige plaatsruimte
voor onderstaande regelen.
Reeds meerdere malen was ik van plan, mijn ge
moed eens in ^en Ingezonden stuk te luchten, maar
♦hans, nu wc verscheidene stukken onder myn oogen
'■omen, kan ik het niet langer afwachten, om ook
-.iy'n meening eens te openbaren. De ééne hamert hier
op. de andere dóarop, maar de ware oorzaak, de kern
van alle onblliykheid in onze samenleving, schijnt nog
tot slechts zeer weinigen te zijn doorgedrongen.
Daarom wil thans tot alle Ingezonden stukken-
schrijvers(ste; en ook tot alle andc menschen die
een betere samenleving op het oog hc< toeroepen:
Nóóit zal er sprake zyn van Jullie mooie ideeën, nooit
zal het kapitalistische stelsel verdwynen, nóóit zal het
militalrisme ophouden te bestaan en dus ook nooit zal
de door allen zoo vurig gewenschte Ideale maatschappij
komen zoolang het alles remmende „g e l o o I"
biyft bestaan.
Menschen, zie dit toch eindeiyk in, éérst moet in
dié richting gestreden worden, dan zal de latere strijd
voor alle bestaande wantoestanden ons zeer vergemak
kelijkt worden. Voelt u dan niet het altijd weer stui
tende op dat geloof? Strijdt met ons, Vrijdenkers,
allereerst tegen het allergrootste kwaad, tegen de
grootste rem voor alle ontwikkeling, alle vooruitgang,
tegen het „geloof". Maar al te vaak hoor fk zeggen:
Leat gelooven, wie gelooven wil. Maar lk zeg: Neen!
duizendmaal neen! Wij moeten trachten hunne oogen
te openen, hen uit hunne hypnose te doen ontwaken!
Wèg, wèg met de grootste steun van het kapitalisme!
de Kerk! Jullie allen weet toch immers wel hoe d«
menschen daar dom en neer gehouden worden met de
belofte op het „Hiernamaals". Waarom souden rij
stryden voor een aardsch bestaan, dat toch maar tij
delijk ls, terwyi hun hiernamaals een heeriyk leven
wacht en dat bovendien nog eeuwig duurt? Néén, zoo
lang dat sprookje niet ls uitgeroeid, hebben we niet
op verbetering van de thans zoo talrijk bestaande on
gerechtigheden te hopen.
En hoeveel menschen zyn er niet, die, ofschoon z!J
in hun binnenste heelemaal geen greintje gelooven,
tóch hun kinderen naar de Catechisatie en Zondags
school sturen? Dat Is aan den éénen kant, de kerk,
dus ook indirect het kapitalisme steunen; en aan den
anderen kant schreeuwen diezelfde menschen om een
andere maatschappijHeusch menschen, denkt eens
na, denkt en opent uw oog wagenwijd en ge zult zien,
dat alles terugstuit op het Geloof. Bijv.: Wie zyn
by de burgerwacht? Geloovlgen. Waaruit bestaat de
groep „vrijwilligers?" Grootendeels uit geloovlgen!
Enz. Enz. Ook aan de geloovlgen wil ik nog even
zeggen: Opent uw oogen, ontwaakt uit uw droom, be
ziet de wereld zooals ze is en niet zooals ze u wordt
voorgespiegeldwèl is die bespiegeling veel mooier dan
de harde waarheid, maar wat hebben we daaraan? Dat
ls maar illusie!
Nogmaals, géén verbetering, In welken vorm ook. 1»
mogelijk, zoolang de kerk haar macht weet te hand
haven. Daarom^ Sluit u aan by de Vrijdenkers!
EEN VRIJDENKSTER.
Oudkarspel.
zakte slungelig op zyn zadel in elkaar, met een bree-
den grijns naar den man op den grond, terwyi het
paard met een langen zucht van verademing den kop
Het hangen en op zijn gemak ging staan dutten, alsof
het by lange ervaring wist, dat zyn meester zyn dien
sten nu vooreerst niet noodig zou hebben.
„Hoe vaar je?" zelde Jimmy met een glimlach.
„As gewooniyk," antwoordde de ruiter. „Ik lus m*n
eten nogal. Ik doch dat 't zoowat tyd wier dat 'k eens
langs ree om ris te zien hoe Je 't maakte. Ik zie, dat Je
nog leeft," en hy lachte met slappen mond.
„Ik maakt 't heel goed," antwoordde Sint Jimmy,
zich afvragende wat of het werkeiyke doel van dit
bezoek zou zyn.
„Ma ook goed?"
„Jawel, dank Je."
„In kort naar Oracle geweest?"
„Gisteren nog."
„Uh huh. Ik ben eergister nog an den winkel ge
weest. Nog wat nieuws gehoord?"
„Niets schokkends." zelde Sint Jimmy glimlachend.
..Maken je vader en mceder het goed?"
,,As gewooniyk. Heb ie George Wheeler r->g in kort
gezien of een van z'n volk?"
„George is een paar dagen geleden hier i. aange
komen, toen hij van de hooge rancho nam- hu., ging."
„Uh huh. George niks gezegd?"
„Neen. Niets byzonders tenminste."
De Sallemander ging slordig verzitten. „Ik heb ver
leden nog een van George's dryvers ontmoet. Buó Gor-
don was het. Hy zei, dat de leeuwen haast al George's
jonge muilen opvreten op do bovenrancho."
„Ja. dat heeft George ons verteld. Het is wel erg. De
fokkers zullen wel gauw weer een poema-jacht op touw
zetten, denk ik."
De Sallemander schudde ernstig het hoofd, en zag
Sint Jimmy met een boosaardige gryns aan.
„D'r is wel erger ontuig in de buurt, dat noodiger
eens gejaagd most worden as leeuwen en coyottes en
dat."
Jimmy wachtte wat of er komen ging.
„Je zeg, da' je niks gehoord heb?" vroeg de Salle
mander.
„Waarover?"
„Over dien nieuwen goudgraver, die is gaan zitten in
die ouwe blokhut bij de plaats van de compagnons."
„Neen," zeide dr. Burton langzaam. „Ik heb niets
over Edwards gehoord niets verkeerds tenminste."
„Nou, dan is 't dat je niet goed geluisterd heb
of misschien dat de lui nou niet zooveel net tegen -m
zouen zeggen, omdat je d'r meer belang bij heb as eer
ander."
Wordt vervolgt