De ijzeren deur Wijnkoop te Oude Niedorp. Arrondissementsrechtbank te Alkmaar Ingezonden Stulpen. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. zitting van dinsdag 21 maart. Uitgeest. NAHTEUJKE DIEFSTAL VAN EEN WITTE T MET HOORNS. Een tweetal jongelieden, de 18-jarige Hendr. Joh. Leendert A., tuinder en de 17-jarige Pieter de M., los ■werkman, geboren te Heemskerk, beiden wonende te Uitgeest, stonden terecht als verdacht van diefstal van een witte gehoornde geit, In den nacht van 23 op 24 November te Uitgeest, ten nadeele van den heer Pieter Waaij, 'n 53-jarig arbeider, eveneens te Uitgeest woonachtig. De verdachten werden ambtshalve verde digd door mr. Langeveld, die zou opponeeren voor Hendrik en mr. van Doorn voor den nog geen 18 jaar zijnden Pieter de M. De jongeheer Hendrik A. had echter eigenwijs te kennen ggeven, dat een gezond mensch geen dokter noodig heeft en voor de verdere bemoeiingen van den verdediger bedankt had. Mr. Van Doorn wilde nu ook wel van zijn baantje of, doch op grond van den jeugdigen leeftijd van Piet de M., be stond hier een wettelijke verplichting. Door verdach ten werd het feit pertinent ontkend. Het bewijs moest hier dus hoofdzakelijk worden gedistilleerd uit de ver klaringen der 6 gehoorde getuigen. De oude heer Waaij miste zijn geit en de rijksveld wachter Tilstra had sporen van geltenhoeven gezien en in dien morgen verdachten op de fiets gezien, in ,het bezit van een ledigen zak. De jeugdige tuinder L. Terol had hen gezien met een vlschmand, maar niet met een geit in normale samenstelling. Piet de M. had getuige gedreigd naar aanleiding van zijn verkla- rigen .Ook dit werd door verdachten ontkend. Zij had den hem wel op den Castrlcummer straatweg ontmoet en bij latere ontmoeting alleen gesproken over het weer, de bioscoop en dergelijke topics of the day. De mand zouden zij uit den tuin van den heer J. Hoek hebben gehaald, doch Hoek beweerde dat nooit zoo'n mand zijn tuin had gesierd. De tuin van Hoek bevond zich in de nabijheid van de z.g. woningkazerne, die juist dezen nacht op last van den Burgemeester is verbrand, naar aanleiding van de talrijke logees, die geen kostgeld betaalden of in de wandling genaamd wandluizen. Verdachten hadden bij den heer D. Clous te Bever wijk een geitenhuid te koop gepresenteerd, doch deze handel was niet geslaagd. Ook dit ontkenden de ver dachten overeenkomstig hun systeem, waarvan niet werd afgeweken. De Officier, die natuurlijk geen positieve bewijzen kon overleggen, smeedde de omstandigheden, voorheen aanwijzingen genoemd, tot een keten aaneen en op grond var dit juridische smeedwerk vermeende Z.Ed. sterk genoeg te zijn om het feit wettig en overtuigend bewezen te achten en te requireeren tegen nummer 1 drie maanden gev. en tegen het kind, alreeds meerma len veroordeeld, eveneens 3 maanden. Mr. Van Doorn refereerde zich wat het feit betrof, aan het oordeel der rechtbank, wees voorts op den jeugdigen leeftijd van zijn cliënt en betwijfelde of voor hèm een gevangenisstraf nut kon stichten. Den Helder. EEN RIJWIELDIEF, DIE OOK EEN KONIJNTJE NIET VERSMAADDE. Een stevig gebouwde 20-iarige werkman. Gijsbert H. te Den Helder, thans in voorarrest, had op het gebied „roeisport" een bijzondere activiteit ontwikkeld; niet alleen had hij aldaar op verschillende data een rijwiel geannexeerd, een dito karretje gehuurd en ten eigen voordeele verkocht, maar ook spaarde hij een aan zijn stiefvader toebehoorend konijn niet, welk diertje hij onder zijn jas verborg, meenam en in de W.C. opsloot De verschillende diefstallen hadden plaats, gewoonlijk als deze veelbelovende knaap onder den invloed van sterken drank verkeerde. De kruik ging zoolang te water tot de politie er een eind aan en Gijsbert on schadelijk maakte. Hij stond thans terecht, verdedigd door Mr. n. van Leeuwen en erkende de hem ten laste gelegde vier feiten. Bij den rijwielhandelaar Zweed had verdachte op 20 Dec. een rijwiel gehuurd en bad Zweed het karretje nimmer terug gezien. De heer A. Kaptein uit Zijper- sluis, die de fiets had gekocht, was niet verschenen en zal daarvan wel nader hooren. De boekhouder Grondsma had op 22 December voor een café aan den Kanaaldijk zijn rijwiel geplaatst en vond op het politiebureau zijn fiets terug. De los- werkman J. D. M. Mastemaker stiefvader van ver dachte, legde een verklaring af omtrent het verdwenen Jconijn dat hij den volgenden dag weer terug ontving door bemiddeling van de politie. De timmerman H. Lastdrager uit Huisduinen, was op 'n dag begin Janu ari zijn voor een café geplaatst rijwiel kwijtgeraakt, doch later weer in *t bezit van het karretje gesteld. FEUILLETON Uit het Engelsch van HAROLD BELL WRIGHT. ii Bob grinnikte. „Grappig, dat. we dat zoo allemaal eens zijn, hè? 't Is ook *n prettige vent, en 'n goelen jongen." In waarheid had Hugh Edwards in de Canada del Oro méér gevonden dan dat goud, waarvoor hij zoo zwaar arbeidde, en dat hij zoo zorgvuldig bewaarde. Hij had in de Goudkloof nog meer gevonden dan een krach tige gezondheid, meer nog dan een vrijplaats voor wat hem uit zijn eigen wereld naar deze afzondering gedre ven mocht hebben. In die eenzaamheid had hij een lief gezelschap gevonden, dat hem dagelijks dierbaarder werd. Onder den invloed van die nieuwe vreugde was de schaduw van haat en verbittering en nutteloos wraakverlangen uit zijn leven verdwenen. Verpletterd en vernederd, van uur tot uur in gevaar, had hy geest kracht en bezieling gevonden om zijn leven opnieuw op te bouwen. Uit zijn vertwijfeling was een nieuwe hoop geboren. Hij had weer geleerd te droomen én hij had kracht gevonden om voor zijn droom te werken. Maar hij had Marta niet verteld, wat hij gevonden had. Nog kon hij haar niets zeggen. Eerst moest hij goud hebben, niet slechts zooveel als voor den nooddruft des levens noodig was, maar veel meer. Hij was wel niet zoo dwaas om te meenen dat hij dit meisje groote weelde moest kunnen aanbieden. Maar er bestond een andere noodzaak een noodzaak even dwingend als de behoefte aan voedsel. Zonder goud, bleef do vervulling van zijn droomen onbereikbaar. Zijn eenige hoop op ge luk lag in de mogelijkheid een zekere hoeveelheid te vinden van dat gele metaal, waarvoor sinds eeuwen zoo vele anderen, gelijk thans hijzelf, hier in deze zelfde Canada del Oro gezwoegd hadden. Hu kon het Marta niet uitleggen hij kon alleen droomen, hopen en wer ken, gelijk die anderen vóór hem in de Goudkloof had den gedroomd, gehoopt en gewerkt. En dus hield hij, met een geestkracht, even groot als die van Sint Jim- my vastberaden de liefde, die hem tot nieuw leven ge wekt had, In zijn horst verborgen. Marta mocht niets riten nog niet 'faar Martfla wist en wist toch weer niet. Het ;e was opgegroeid zonder de gewoonte haar eigen De krijgsartikelen voor een voorw. straf werden den verdachte daarop onder den neus gedrukt en bleek bet, dat verdachte met de strenge voorwaarden accoord ging. Veel beloven en weinig geven, doet soms den gek in vreugde leven! De Officier keek niet hoog op tegen dezen verdach te, op zijn jeugdigen leeftijd reeds gehuwd, vader en weer gescheiden die ar steeds alles had doorgelapt en zijn jonge vrouw een treurig huiselijk leven had be reid en vorderde 7 maanden onvoorwaardelijke gevan genisstraf. Verdachte was nu vol goede voornemens en tot verbetering van zijn leven geneigd. De verdediger, Ingenieur mr. van Leeuwen, bracht nu de goede zijden van zijn schuldbewusten, erfelijk be lasten en zeer onopgevoeden cliënt, een stuurloos schip op de levenszee naar voren en drong krachtig aan op een voorw. veroordeeling met strenge voorwaarden. Verdediger was overtuigd dat hier succes verwacht kon worden en wees voorts nog op het nut van een krach tige onder-toezicht-stelling. Pleiter eindigde dan zijn warm betoog met een voorw. veroordeeling te verzoe ken. De getuige Arie Kapteijn uit Zqpersluis, koopman en veehandelaar, door allerlei tegenspoeden te laat in Alkmaar gearriveerd, verscheen alsnog ter terechtzit ting en kon nu nog gehoord worden. De reeds verleen de e van nlet-verschijning werd alsnog ingetrokken. L. aer Kaptein had een door verdachte verduisterd rijwiel gekocht en werd door den president er op ge wezen, dat een dergelijken roekeloozen handel zeer gevaarlijk is. Het zou in zijn belang zijn, als hij den heer Zweed, den benadeelde, schadeloos stelde. Br eezand. EEN GEHEEL REGIMENT PAARDEN VERMOFFELD? In de middagzitting stond terecht de in een hevig glimmende motorjas gestoken 35-jarige loonploeger Krijn H., vertoevende te Breeezand. gem. Anna Pau- lowna, aan welken glimmenden heer bij dagvaarding was ten laste gelegd, in de eerste plaats verduistering van 3 paarden, die hij onder zich had in huurkoop van de Holl. Credietr en Hypotheekbank te Gouda en voorts onttrekking van 3 paarden aan een door deurwaarder Van Huit gelegd beslag in 1930. In deze zaak waren 8 getuigen 4 charge gedagvaard. De verdachte ontkende en beweerde, dat eerstgenoem de paarden het eigendom waren van de heeren Matthijs Boret en Klaas Stammes. Wel erkende verdachte dat hy een paard aan den slager Wit had verkocht voor f 240 en voor dit geld had verdachte weer een ander paard gekocht. Evenzeer had hy nog een ander paard te gelde gemaakt. Toen verdachte aan zyn verplichtingen niet voldeed, had de bank van Gouda beslag laten leggen en alstoen had verdachte 2 paarden aan dat beslag onttrokken. Hy ontkende echter het opzet der verduistering. De heeren Slikker en Tesselaar te Den Helder hadden ieder ven verdachte een paard gekocht Mr. Wynne, advocaat-proc. te Alkmaar, was even eens als getuige gedagvaard in kwaliteit van curator in het faillissement van verdachte. Deze curator had 16 paarden genoteerd, doch verdachte beweerde, dat deze paarden eigendom waren van Matth. Borst en Klaas Stammes. Volgens verdachte waren 13 paarden in huurkoop af gestaan door M. Borst en KI. Stammes. De 3 overige rossinanten had verdaohte speciaal van KI. Stammes In huurkoop. Voorts was den curator gebleken, dat 2 huurkoopover eenkomsten bestonden tusschen verdachte en twee maat- schappyen, Utrecht en Gouda. Vervolgens werd gehoord de 57-jarige heer H. Eeeen, assuradeur, gewezen vertegenwoordiger der Holl. Depo sito- en credietbank. wonende te Alkmaar, en directeur van de Commisslebank. Deze verklaarde dat verdachte aan zyn verplichtingen had voldaan tegenover de bank. Getuige had op de bank een salarisvordering van f 1100 en dit geld betaalde verdachte hém. Getuige ontkende dat hy deze gelden onreohtmatig in ontvangst zou heb ben genomen. De heer Joh. W. A- van Huit. deurwaarder te Schagen. had op 25 Juli 1931 revlndlcatolr beslag gelegd op 5 paarden, namens de HolL Deposito- en Credietbank, wel ke paarden door verdachte waren aangewezen. Ver dachte werd aangesteld tot bewaarder. Het was de rechtbank wel raadselachtig hoe de deurwaarder deze 5 paarden aangewezen tusschen vele anderen, uit elkan der had kunnen houden. De deurwaarder meende zich te herinneren, dat verdachte had gezegd, de paarden betaald te hebben aan den heer H. Eecen. Eindelijk werd gehoord de heer MatthUs Borst, 'n 66-jarige landbouwer te Broek op Langendyk. die mede deelde een bruin paard met witte vlekken van ver dachte in 1929 te hebben gekocht voor 300 gulden. Ver dachte had het paard niet betaald, doch afgelost voor schulden. Later had getuige nog 2 paarden, een vos en een yzerscbimmel gekocht voor f 700. gevoelens te ontleden, en zonder nadere bekendheid met mannen, behalve haar pleegvaders en Sint Jimmy. In haar kinderiyke onschuld stelde hy zichzelf geen vra gen. Zy dacht niet meer na over de beteekenls van haar belangstelling in Hugh Edwards dan een wild vogeltje over zyn paringsdrang; maar naarmate hun vriendschap groeide en rijpte, wist het kind der wildernis, dat zy ge lukkiger was dan ooit tevoren. Zij gevoelde een ver wantschap met het wilde leven rondom zich, die haar met geheimzinnige vreugde doortrilde. Nooit tevoren hadden de bloemen zoo weelderig gebloeid, nooit hadden de vogels zoo llefiyk gezongen. De wind droeg geuren aan. die haar met ongekende verrukking vervulden. De dagen vloden als op wieken van zonlicht de nachten waren vol vage. zoete belofte. Naarmate de tyd verstreek, scheen Natachee een zon derlinge belangstelling te gaan gevoelen voor den man, die zoo blijkbaar uit een wereld kwam, ver van de woonplaatsen van het roode volk. Dikwyis bezocht de Indiaan de kleine hut om er een uur of langer door te brengen. Altijd verscheen hy plotseling, op de meest onverwachte oogenblikken. als een geest die zich zoo juist uit een onzichtbare wereld had verstoffelijkt. en altyd verdween hy op dezelfde, ietwat ontstellende ma nier. Als hy met Edwards en de beide compagnons samen was. kon hy zaken van algemeen belang bespreken, ge heel op de manier en met de woorden van een welopge voed. bestudeerd man. Bij die gelegenheden waren het alleen zijn wilde dracht, zyn donker gelaat en een ze kere dichteriykheid in zijn woordkeus, die hem van een blanke onderscheidden. Maar vaak, als Natachee met Edwards alleen was. wierp de roodhuid voor een oogenblik allo kenmerken van z'ijn schoolsche opvoeding van zich af. en gaf met toon. woorden en gebaren van zyn^ras. uitdrukking aan zuiver Indiaansche gedachten en gevoelens. Meestal echter zat hü stil den blanke by zyn werk gade te slaan, somtijds komende en weer gaande zonder een woord t„ spreken. Enkele malen verscheen hij ook, als Marta en Edwards samen waren, maar by die gelegenheid was hy, een hoffeiyke begroe ting uitgezonderd, zelden meer dan een stilzwügende ge tuige. De Sallemander had aanvankelyk gepoogd de kennis making met den vreemde voort te zetten, maar toen hy geen aanmoediging ontving, had hy al spoedig zijn beleefdheden beperkt tot een gemelijk „Morge", als hy op >zUn weg naar of van Oracle voorbijkwam. Maar Sint Jimmy had nog steeds geen kennis ge maakt met den man, die zoo dicht bij Marta woonde. Het meisje had hem al vaak verzocht om met haar mee te gaan en den nieuwen buurman te bezoeken. Zijn moeder beknorde hem vriendelijk om zijn onbeleefdheid jegens een vreemdeling. En Sint Jimmy had al her- Tegen den niet verschenen heor Klaas Stammes werd acts veneend wagens de niet verschijning. Eindelijk werd gehoord de beer Wiggers tot het Uit brengen var. zijn rapport. De drank was de oorzaak der demoralisatie van verdachte. Hij was een zwakkeling en gepraeoisponeerd. Het was een twijfelachtig geval, doel des-ondanks trachtte de heer Wiggers hem met assis tentle van een geheelor'houdersvereenlg'ng een paar engelenvleugcl» aan te spijkeren en waagde hy t schuch ter een reclasseering voor te stellen. Verdachte meende echter dat een blauwe knoop alléén niet veel zou uit halen. De president trachtte hem de Inneriyke beteekenls van die daad bij te brengen, waarop verdachte zich gewon nen gaf. Het was en bleef een zwak geval, maar ver dachte phllisopheerde heldhaftig, dat een blauwe knoop op zyn borst, waaraan de wil tot verbetering ontbrak, niet veel zou baten. Hy bleef dus bezwaren maken te gen dit ordeteeken der nuchterheid. Overigens kon hy zich met het Idee wel vereenigen. De officier zette het onderhavige geval nog eens om standig uiteen en achtte de handeling met de paarden en wel speciaal 2 paarden, niet toelaatbaar. Verdachte gaf dit zelf toe. Wat betrof de paarden waarop beslag was gelegd, kon de officier niet tot een redeiyk resultaat komen en vroeg de officier hier vrijspraak. Wat de ver duistering van de 2 paarden aanbelangde, vorderde de officier 6 maanden gev. voorwaardeiyk met 3 proefja ren. Mr. G. A. de Lange, verdediger bracht een en ander in ten voordeele van zyn cliënt en sloot zich overigens aan by het requisitoir met eenigszlns verzachtende voor waarden. Behandeling gesloten. A.s. week uitspraak. Spanbroek. MISLUKTE TEEKENINGSPROEF. Pieter H.. 'n jongmensch uit Spanbroek, dat zich te Helder in vereenlglng met een ander persoon had schul dig gemaakt aan diefstal uit een houtloods te Helder, was deswege veroordeeld op 18 October tot een voor- waardeiyke gevangenisstraf voor den tijd van drie maanden met drie proefjaren. Het bleek echter dat hij niet voldeed aan zUn reclasaeeringsverpllchtlngen en werd heden ten uitvoerlegging der voorwaardeiyke straf gelast. ARREST GERECHTSHOF TE AMSTEIU'AM. Het gerechtshof te Amsterdam bevestigde bet von nis der Alkmaarsche rechtbank d.d. 22 Nov. 1932. waar- by de heer Wüert D., makelaar te Alkmaar, ter zake verduistering van ontvangen hypotheekrenten werd ver oordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf. Maandag 20 Maart, des avonds half acht sprak in het café van den heer Fys te Oude Niedorp. het communis tische kamerlid D. Wynkoop met als onderwerp: „Wat willen de communisten?" De heer P. Zwagerman opende de vergadering met een kort woord van welkom aan de ongeveer 150 aanwe zigen. Spr. hoopt, dat de heer wynkoop door zijn rede een goed antwoord zal geven op de vraag: Wat willen de communisten? De heer Wijnkoop begint met te zeggen, dat de com munist allereerst een practlsch, nuchter mensch is. die de dingen ziet. zooals ze zyn en die zyn beweringen met feiten staaft. Vóór den oorlog konden we dat laatste niet, zegt spr.. maar thans nu de Sovjet Unie reeds 15 jaren bestaat, kunnen we met feiten aankomen. Het groote verschil met de maatschappij daar. is. dat in Rusland slechts de arbeid bestaansrecht geeft, hier het kapitaal. Daar geregelden arbeid, hier een permanente werkloosheid. Hier is het land in handen van hypotheek banken en van kapitalisten, daar heeft ieder, die land bewerkt, ook het recht op dien grond, hetwelk ophoud, zoodra hU het land niet meer gebruikt, zoodat het uit gesloten is. dat iemand van den arbeid van den boer leeft Veel onwaarheden worden, zegt spreker, nog steeds geschreven en gesproken over de Sovjet Unie Maar een feit is bet, dat het groote Russische volk of eigenlijk die unie van volkeren, waar voorheen het grootste percentage van de bevolking analaphabeet was, dat daar scholen verrijzen by duizenden en dat het analphabetlsme verdwy'nt De scholen, zyn allen koste loos ter beschikking van ledereen. ook de middelbare en de hoogere scholen, terwyi hier het hooger onderwijs bUna, uitsluitend voor de rijken is. Hier is de toestand zoo. dat de boer ondanks harden arbeid en zuinig leven nog geen inkomen heeft. Daar geeft de arbeid brood. Na nog besproken te hebben, het verschil tusschen hetgeen de communisten hebben gopresteerd en wat de s.d.a.p. gedaan heeft, eindigt spreker zyn rede met een opwekking aan allen om te komen tot den strijd voor een betere maatschappij. Na de pauze was er gelegenheid tot het stellen van vragen en tot debat De heer S. Hoogheem zegt dat spreker steeds over de haaldeiyk beloofd, dat hy het bezoek zou brengen, maar telkens had hy bet weer uitgesteld ook. Meer dan eens was hy met de beste bedoelingen op weg gegaan om zyn maatschappeiyken plicht te vervullen, maar als hy in 't gezicht kwam van die hut, zoo dicht bij die van Marta. was hy telkens biy'ven steken, en had hy den tyd in zyn eentje op de berghelling door gebracht, uitziende over de woestyn. Als Sint Jimmy minder zachtaardig geweest was, had hy misschien kunnen zeggen, dat hy door Marta volkomen genoeg over Hugh Edwards te hooren kreeg, ook zonder hem op te zoeken. Meermalen ook had Sint Jimmy er over gedacht Marta de geschiedenis te vertellen die haar pleegvaders nem hadden toevertrouwd, maar om do een of andere reden viel het hem even zwaar zijn leerlinge over het geheim harer vroeger kindsheid te spreken als om den man op te zoeken, in wien zy zooveel belang stelde. Meer dan eens had hy tot zyn moeder gezegd, dat hij het niet langer zou uitstellen dat hy den eerst- volgenden keer dat het meisje weer by hen kwam. het haar zou vertellen; maar telkens verschoof hy het weer. Het meisje was altyd zoo stralend gelukkig en overvloeiend van levensvreugde. Misschien, hield Sint Jimmy zichzelf voor misschien zou zy het nooit behoeven te weten. Het droge zomerseizoen was verstreken, en de zo merregens waren gekomen. Opnieuw prijkten de woes tijn, de heuvelen en de berghellingen In bonten bloe- mentooi. Het was in deze ..Kleine Lente", zooals de In dianen dien tweeden bloeitijd van het jaar betitelen, dat Sint Jimmy eindeiyk Hugh Erwards een bezoek bracht. En dat was door toedoen van den Sallemander. HOOFDSTUK XI. Do Sallemander. Dien dag was de Salemander op zyn gang naar Oracle van den gewonen weg afgeweken om het pad In te slaan, dat voorbij het witte huisje op de berg helling liep. Toen hij het huis der Burtons naderde, liet hy zijn paard stappen, en zocht, terwijl hy lang zaam het slingerende pad opreed, met zyn glurende oogen den omtrek aan weerszgden af. Al spoedig kreeg hg dr. Burton in het oog, die gemakkeiyk tegen een rotsblok geleund, in de schaduw van een jeneverbes boom zat te lezen. Toen de Sallemander het pad verliet en naar hem toereed, keek Sint Jimmy op van z'ijn boek en zag met cenige belangstelling toe, hoe het paard met zyn be rijder tegen de stelle helling opklom. Vlak bij hem gekomen, hield de Sallemander stil en boeren spreekt, maar de boerenarbeiders vergeet, die het allerslechtste bestaan hebben van allen. Velo bo-ren zyn volgens spr. beroeiling.m en de e-migo party die wat /oor de landarbeiders deed, was de s.d.a.p. De heer Wynkoop antwoordt, dat het juist de commu nisten waren, die den strijd van d* landarbeiders in ironingen met alle middelen hebben gesteurd, en dat de s.d.a.p. de landarbeiders altyd in den steek heeft ge laten. De bec P. Ruig en J. Edel bespreken de kwestie: het vorm: van een eenheidsfront, en hoe de communis ten daar tegenover staan? Spreker antwoordt, dat de s.d.a-p. steeds het vormen van een eenheidsfront weigert, wel waren daartoe gene gen de revolutionair socialisten. De heer J. Lont brengt nog ter sprake het verkoopen van 30 duizend melkkoeien naar Rusland. De onderhan delingen hierover zijn afgesprongen, terwijl Nederland toch Jaarlyks voor 70 millioen uit Rusland invoert, vol gens den heer Lont, terwyl de uitvoer naar Rusland slechts 6 millioen bedraagt. De onderhandelingen sprongen af omdat Rusland geen zekerheid van betaling wilde stellen en 13 maanden cre- dlet wilde hebben. De heer Wynkoop antwoordt hierop, dat Rusland be handeld wenschte te worden als de andere naties, die groote credieten van de Nederl&ndsche regeering krygen Rusland, zegt spr., betaalt hetgeen het koopt, wat van de andere landen niet altyd gezegd kan worden, en het wordt tyd. dat de Nederlandsche regeering de Sovjet Unie officieel erkent. Na nog eenig over en weer praten over deze zaak, sluit voorzitter de vergadering, die een kalm en rustig verloop had. Oudkarspel, 20 Maart 1933. Mynheer de Redacteur. Vriendeiyk verzoek ik U om eenige plaatsruimte voor onderstaande regelen. Reeds meerdere malen was ik van plan, mijn ge moed eens in ^en Ingezonden stuk te luchten, maar ♦hans, nu wc verscheidene stukken onder myn oogen '■omen, kan ik het niet langer afwachten, om ook -.iy'n meening eens te openbaren. De ééne hamert hier op. de andere dóarop, maar de ware oorzaak, de kern van alle onblliykheid in onze samenleving, schijnt nog tot slechts zeer weinigen te zijn doorgedrongen. Daarom wil thans tot alle Ingezonden stukken- schrijvers(ste; en ook tot alle andc menschen die een betere samenleving op het oog hc< toeroepen: Nóóit zal er sprake zyn van Jullie mooie ideeën, nooit zal het kapitalistische stelsel verdwynen, nóóit zal het militalrisme ophouden te bestaan en dus ook nooit zal de door allen zoo vurig gewenschte Ideale maatschappij komen zoolang het alles remmende „g e l o o I" biyft bestaan. Menschen, zie dit toch eindeiyk in, éérst moet in dié richting gestreden worden, dan zal de latere strijd voor alle bestaande wantoestanden ons zeer vergemak kelijkt worden. Voelt u dan niet het altijd weer stui tende op dat geloof? Strijdt met ons, Vrijdenkers, allereerst tegen het allergrootste kwaad, tegen de grootste rem voor alle ontwikkeling, alle vooruitgang, tegen het „geloof". Maar al te vaak hoor fk zeggen: Leat gelooven, wie gelooven wil. Maar lk zeg: Neen! duizendmaal neen! Wij moeten trachten hunne oogen te openen, hen uit hunne hypnose te doen ontwaken! Wèg, wèg met de grootste steun van het kapitalisme! de Kerk! Jullie allen weet toch immers wel hoe d« menschen daar dom en neer gehouden worden met de belofte op het „Hiernamaals". Waarom souden rij stryden voor een aardsch bestaan, dat toch maar tij delijk ls, terwyi hun hiernamaals een heeriyk leven wacht en dat bovendien nog eeuwig duurt? Néén, zoo lang dat sprookje niet ls uitgeroeid, hebben we niet op verbetering van de thans zoo talrijk bestaande on gerechtigheden te hopen. En hoeveel menschen zyn er niet, die, ofschoon z!J in hun binnenste heelemaal geen greintje gelooven, tóch hun kinderen naar de Catechisatie en Zondags school sturen? Dat Is aan den éénen kant, de kerk, dus ook indirect het kapitalisme steunen; en aan den anderen kant schreeuwen diezelfde menschen om een andere maatschappijHeusch menschen, denkt eens na, denkt en opent uw oog wagenwijd en ge zult zien, dat alles terugstuit op het Geloof. Bijv.: Wie zyn by de burgerwacht? Geloovlgen. Waaruit bestaat de groep „vrijwilligers?" Grootendeels uit geloovlgen! Enz. Enz. Ook aan de geloovlgen wil ik nog even zeggen: Opent uw oogen, ontwaakt uit uw droom, be ziet de wereld zooals ze is en niet zooals ze u wordt voorgespiegeldwèl is die bespiegeling veel mooier dan de harde waarheid, maar wat hebben we daaraan? Dat ls maar illusie! Nogmaals, géén verbetering, In welken vorm ook. 1» mogelijk, zoolang de kerk haar macht weet te hand haven. Daarom^ Sluit u aan by de Vrijdenkers! EEN VRIJDENKSTER. Oudkarspel. zakte slungelig op zyn zadel in elkaar, met een bree- den grijns naar den man op den grond, terwyi het paard met een langen zucht van verademing den kop Het hangen en op zijn gemak ging staan dutten, alsof het by lange ervaring wist, dat zyn meester zyn dien sten nu vooreerst niet noodig zou hebben. „Hoe vaar je?" zelde Jimmy met een glimlach. „As gewooniyk," antwoordde de ruiter. „Ik lus m*n eten nogal. Ik doch dat 't zoowat tyd wier dat 'k eens langs ree om ris te zien hoe Je 't maakte. Ik zie, dat Je nog leeft," en hy lachte met slappen mond. „Ik maakt 't heel goed," antwoordde Sint Jimmy, zich afvragende wat of het werkeiyke doel van dit bezoek zou zyn. „Ma ook goed?" „Jawel, dank Je." „In kort naar Oracle geweest?" „Gisteren nog." „Uh huh. Ik ben eergister nog an den winkel ge weest. Nog wat nieuws gehoord?" „Niets schokkends." zelde Sint Jimmy glimlachend. ..Maken je vader en mceder het goed?" ,,As gewooniyk. Heb ie George Wheeler r->g in kort gezien of een van z'n volk?" „George is een paar dagen geleden hier i. aange komen, toen hij van de hooge rancho nam- hu., ging." „Uh huh. George niks gezegd?" „Neen. Niets byzonders tenminste." De Sallemander ging slordig verzitten. „Ik heb ver leden nog een van George's dryvers ontmoet. Buó Gor- don was het. Hy zei, dat de leeuwen haast al George's jonge muilen opvreten op do bovenrancho." „Ja. dat heeft George ons verteld. Het is wel erg. De fokkers zullen wel gauw weer een poema-jacht op touw zetten, denk ik." De Sallemander schudde ernstig het hoofd, en zag Sint Jimmy met een boosaardige gryns aan. „D'r is wel erger ontuig in de buurt, dat noodiger eens gejaagd most worden as leeuwen en coyottes en dat." Jimmy wachtte wat of er komen ging. „Je zeg, da' je niks gehoord heb?" vroeg de Salle mander. „Waarover?" „Over dien nieuwen goudgraver, die is gaan zitten in die ouwe blokhut bij de plaats van de compagnons." „Neen," zeide dr. Burton langzaam. „Ik heb niets over Edwards gehoord niets verkeerds tenminste." „Nou, dan is 't dat je niet goed geluisterd heb of misschien dat de lui nou niet zooveel net tegen -m zouen zeggen, omdat je d'r meer belang bij heb as eer ander." Wordt vervolgt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 6