VAN DIT EN VAN DAT EN VAN ALLES WAT i JEANNE. De Avontuurlijke Lotgevallen van Miep Muizenschrik en Bul Krakebeen IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIII11IIIII1IIII1III1IIIIIII1IIII1IIIIIÜI1IIII1II Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 22 April 1933. No. 9266. ZATERDAOAVOPmSCTrKTS Vrij bewerkt naar een Amej-ikaansch gegeven, door SEROLF. Het was de oude historie van een jonge liefde, die op de proef ge steld werd. Bovendien was het len te en hij kwam zoo erg onverwacht terug... Maar de hond was trouw... Nadruk verboden. Alle rechten uitdrukkelijk voorbehouden. TOEN Dink na acht maanden onver wacht van zijn verre zakenreis naar Zuid-Amerika terugkeerde naar 't kleine buiten-plaatsje waar Jeanne met haar ouders woonde, en natuurlijk met den prachtigen collie Prince, die hij haar gegeven had, om „op haar te passen als hij weg was" wat natuurlijk onzin was, want zij had toch zeker haar ouders om op haar te passen! was de kleine bungalow verlaten. Alleen Prince schoot op hem af, op hem, zijn ouden baas, en likte zijn handen en sprong dol van blijd schap tegen hem op... En terwijl hij de al te nadrukkelijke liefkozingen van het trou we dier afweerde, kwam Mary-Anne, de meid, met een verschrikt gezicht naar bui ten en zei: O, meneer, bent U daar? Me neer en mevrouw zijn de stad uit en de juffrouw is ook niet thuis... zal ik haar oen boodschap sturen? Ik weet niet pre cies waar ze is, maar ik vermoed... Dink keek haar plotseling aan, met een raadselachtige blik in zijn oogen. „Nee", zei hij. „laat maar... Jeanne zal wel van zelf thuiskomen... alleen zou ik wel een stukje willen eten..." „Natuurlijk, meneer, ik zal dadelijk wat voor U klaarmaken, gaat U toch naar bin nen..." De avond was gevallen, een lente-avond met een atmosfeer van zware bloemen geur. Dink at zijn maaltijd in de eetkamer, waar een schemerlamp een vriendelijk geel. gedempt licht verspreidde. Hij deelde, als van ouds, eerlijk met Prince, die hem met een soort van aanbidding jn zijn trouwe oogen aankeek en bij zijn minste beweging tot in de puntjes van zijn prachtige haren- vacht trilde. „Je hebt me zeker gemist", mompelde Dink," ja... jij ook..." Na den maaltijd strekte hij zich uit in den grooten fauteuil en streelde den hond met zijn afhangende hand. Op dezen stil len lente-avond in het verstilde huis door leefde hij nog eens in den geest de won derlijke geschiedenis van hun korte, doch intense geluk... hun ontmoeting den vori- gen zomer. Hij zag haar weer voor zich, Jeanne, haar kinderlijke, tengere figuur tje, haar donkere kopje, de kersroode lippen, de donkere mysterieuse oogen... hun wandelingen door de bloeiende heuve len, hun hartstochtelijke omhelzingen, als Jeanne af en toe wegvluchtte als een kind in het geurende, dichte groen en hij haar vangen moest en dat ook trouw en maar al te gaarne deed, en haar drukte in zijn sterke armen... Dan zijn plotseling ver trek voor een dringende zakenreis... hun laatste heerlijke avonden samen... de smart over de scheiding, haar lieve belofte van trouw... Tegen tien uur werd Prince onrustig, meende, dat de baas nu maar eens een wandeling met hem moest gaan maken in den heerlijken lente-avond. Prince liep tel kens een eind voor hem uit. keek dan om, of de baas wel nakwam, en ging dan weer* vroolijk en uitgelaten verder. Onder een lantaarn bleef de hond weer staan: „Nou, baas, kom je haast?", scheen hij te vragen. Dan sloeg hij den hoek van een straat om. De hond scheen op een bekend doel af te gaan. „Misschien", dacht Dink, „is de meid gewend altijd ^dïe wandeling met hem te maken... of... Jeanne" Hij keek naar het naambord van de straat. Het was een stille buitenbuurt, zonder voorbijgangers, alleen wat kleine villa'tjes met aardige, goed-onderhouden tuintjes, met hier en daar een spaarzaam lichtje... De hond kwam een paar keer naar hem toe gerend, ongeduldig, en bleef dan voor een tuinhek staan, alsof hij zeg gen wilde: Daar zijn we, baas, hier is 't... Ga toch naar binnen, baas... en Ze stonden voor een laag, met riet ge dekt villa'tje, gedeeltelijk begroeid met wilde wingerd. Het stond er wat eenzaam, wat achteraf, wat schuw als 't ware... Het tuinhek stond aan. Hij bukte zich naar den hond en zei zacht: „Wie is daar bin nen, Prince, is het... Jeanne?" „Wwaf!". blafte de hond plotseling on stuimig. „Sset, beest", suste hij het dier. Over den grasrand liep bij tot aan de deur. De blinden waren voor de ramen, doch een smalle streep licht verried, dat er binnen menschen waren. Doodstil stond hij een wijle bij het venster, zichzelf verwenschend om zijn laffe manier om luistervink te spelen en hoorde iets. van wat daarbin nen gebeurde: ...de stem van Jeanne, overmoedig, vroolijk... dan een jonge, krachtige mannenstem... het geluid van stoeien.... een gilletje... en dan een veel zeggende stilte... „Kom," zei Prince en wilde aan de deur gaan krabben, „kom baas, laten we nu naar binnen gaan!" Maar Dink nam Prin ce heel stevig en stil bij zijn halsbapd en leidde hem uit den tuin, naar buiten, den lentenacht weer in, naar huis... Nu liep Dink voorop en moest Prince telkens ver manen, mee te komen. Terug in de kamer, waar hij vroeger als gast ontvangen was, terwijl Mary-Anne met vochtige oogen toe keek, hoe hij zijn kleine valies weer pakte, week de hond geen oogenblik van zijn zijde. Nog eenmaal liet Dink zijn oogen over de voorwerpen in de kamer gaan, waaraan voor hem zoo lieve herinneringen verbon den waren. De hond had geen oog van hem af. Ging de baas nu weer weg? Om het dier gerust te stellen, nam hij Prince bij zijn band en zei zacht: Jij gaat met mij mee. Prince, jij zult me ten minste niet meer in den steek laten. Ik wil niet, dat je me de rest verraadt... Jij kon niet liegen, Prince... jij was trouw... Jij weet niet van geheimen, van dingen die verborgen moeten blijven, omdat ze geen daglicht verdragen... Jij kent alleen maar trouw... WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: d a t in Amerika door de wet verboden is, dat een vliegmachine binnen een afstand van 350 meter van een gevangenis komt? dat een gemiddelde personenlift 8 mijl per uur aflegt? dat gemiddeld per week 75 millioen men schen naar de bioscoop gaan? dat er in Londen op elke 2000 inwoners een politie-agent is? En toch had hij gelijkl Eens bevond de humoriBt Saphir zich aan een diner. „Ik zal U." zei hij tot de gas ten, „aanstonds iets laten zien, wat nog nooit een mensch eerder gezien heeft! En wat nooit een mensch daarna meer zal zien!" „Zooiets bestaat niet!" antwoordde ie mand. „Neen vriend Saphir, dit keer be weer je iets, wat niet opgaat hoor!" ,,'t Is toch beslist waar!" hield Saphir aan. „Bewijs het dan maar!' zei de aangespro kene. „Goed!" zei de humorist. Hij nam toen uit de fruitschaal een nooit, kraakte die en hield de pit omhoog... „Dames en Heeren" zei hy, kan iemand van U zeggen deze pit, die ik U thans toon, ooit eerder gezien te hebben?" Niemand kon dat natuurlijk! En terwijl Saphir de pit in den mond stak en opat, vervolgde hij: „En niemand zal kun nen beweren haar óóit weer eens terug te zullen zien!" Een luid gelach barstte uit en ieder was van meening, dat Saphir inderdaad het onomstootelijke bewijs van zijn woorden geleverd had Een MeUkoningin. Miss Josephine Bradford, een Lon- densche schoone, die voor dit jaar tot Mei-koningin gekozen werd. SPLINTERTJES. Als de kinderen nooit andere wegen had den gevonden dan de ouders, dan woon den wij menschen nog in holen en kloven met beren en tijgers! Wanneer het leven ons iets leeren kan, dan is het wel, dat we al worstelende krachten winnen. Wat ge alleen kunt doen, roep daar geen ander bij. Het is goed, geld te hebben en de dingen te koopen, die er voor te verkrijgen zijn, maar het is ook goed even stil te staan en om te zien, of men de dingen, die niet voor geld te verkrijgen zijn, niet verloren heeft. Vrees niet het oordeel va.n de wereld, maar het oordeel van het eigen i k; de wereld noemt vaak het goede slecht, omdat zij oordeelt zonder weten en zonder be grijpen. Wat baat de glans van schoonheid, waar liefde ontbreekt? Wat beteekent Kunst en Roem, zonder de bezielende vonk van de eeuwige liefde?.... De liefde is meer; wie haar getrouwe lijk zoekt, hoe zal die kunnen dolen. Pianospelen Bij het pianospelen moet door de vingers veel kracht ontwikkeld worden. Men kan dit nagaan door een toets b.v. met een hoopje geldstukken te bezwaren en dan zal men zien, dat men heel wat munten noo- dig heeft, eer de toets aanslaat. Om een passage uit een der zware stuk ken van Chopin, welke in ruim 2 minuten moet worden gespeeld, uit te voeren, moet een gezamenlijke vingerdruk worden uitge oefend, gelijk aan het gewicht van 3000 K.G. Voor het spelen van Chopin-muziek gedurende een uur wordt 2280 ton vin gerdruk vereischt. En voor de muziek van Wagner in de meeste gevallen nog meer." De spierkracht van de vingers wordt dan ook door het pianospelen verbazend ver sterkt en de bewering van pianisten, di® zich in langen tijd niet oefenden, dat zij geen kracht meer in de vingers hebben om een zwaar stuk te spelen, is geen uitvlucht. Buiksprekers. In Kiew te Polen woonde de beroemd® buikspreker Lee Sugg. Op zekeren dag liep hij met een schreeuwende zuigeling op den arm een bakkerswinkel binnen. Schijn baar maakte hij zich boos over het gegil van den schreeuwleelijk, dat hij op den brandenden oven toeliep en het kind erin gooide. Daarne rende hij de straat op. De goedhartige bakker, wiens menschelijk ge voel tegen een dergelijke schanddaad van wreedheid in opstand kwam, liep hem na, greep hem beet en leverde hem aan den eersten den besten politieagent over. Door den rechter ondervraagd, wat hem tot zulk een gruweldaad gedreven had. antwoord de Lee Sugg met een onbewogen gezicht: „Och meneer de rechter, ik begrijp niet, waarom die man zoo'n drukte maakt, In het vuur ligt een pop van stroo, maar hij" hier wees Lee Sugg op den bakker ~- „heeft 't kind in z'n broekspijp!" En met een hoorde men uit de wijde broekspijpen van den bakker het klagelijke geschrei van een zuigeling. Dadelijk begreep ieder een de ware toedracht van de zaak en allen schaterden het uit, de rechters niet het minst! De algemeene vroolijkheid ver meerderde nog, toen de bakker, totaal in de war. zijn broekspijp betastte. Den vol genden dag gaf Lee Sugg zijn eerste voor stelling in die stad en wij behoeven het wel niet te zeggen, dat hij een stampvolle zaal had. Het was een goede reclame ge weest. Voor a.s. Kamercandidaten Uw eerste optreden in het openbaar, voor het oog van de wereld, mag U niet verle gen maken. Maak de woorden van wijlen Douwes Dekker (Multatuli) tot de Uwe en zeg: „Publiek, ik veracht U!".... 26. Ik krijg weer een goeden inval, zegt hij. Als we nu eens probeeren je staart op te blazen en plaatsen er dan de plank met motor op, 'k ge loof heusch, dat we dan een pracht- Zeppelin hadden Miep vindt alles prachtig wat Bul bedenkt en laat hem in alles zijn gang gaan. 27. Bul neemt een ventiel van het reservewiel af. verbindt dit aan 't puntje van de staart en begint te blazen. Gelukkig is Bul reuze sterk en blaast in enkele oogenblikken Miep's staart tot een prachtige bal lon op. Miep vindt 't verrukkelijk en heeft haast geen geduld om te wach ten tot alles in orde in. Zoo ver langt ze er naar, boven de zee te zweven. 28. Ben je nog niet klaar, roept ze ongeduldig. Ja hoor! zegt Bul, nog even de motor op zijn plaats zetten. Zoo, stap maar op. Bul spreidt nu zijn ooren uit tot twee vleugels, zoo dat ze prachtig hun evenwicht hou den en zoo vliegen ze naar harte lust. En gauw dat het gaat! Neen maar! Wie had dat durven droomen! Op de booten werden ze door de men schen toegewuifd. Dat was nog nooit in hun leven gebeurd. Hè, zegt Miep, 'k geloof dat ik een beetje zeeziek word. Ik zie daar land zullen we weer eens dalen? 29. Dat kan gebeuren zegt haar vriendje. Houd je dan maar goed vast Bul maakt nu het ventiel weer los en langzaam-aan dalen ze weer boven een mooie stad. Bul zoekt het zoo uit, dat ze in een stille straat, vlak bij het marktplein terecht ko men. Ze maken nu vlug alles in orde om op de autoped weer verder te gaan. Miep toetert er lustig op los en voelt zich heel gewichtig op haar plank. 30. Menschen en kinderen zien met groote verwondering naar dat grap pig gedoe van onze vriendjes. Zoo iets hébben ze nog nooit gezien. De een vliegt op zij, de ander staat te staren. Een agent wijst met de hand, dat ze moeten stoppen, maar Miep begrijpt dat teeken niet en rijdt toch door.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 21