DE IJZEREN DEUR ■lill'l.- LKMAARSCHE CAUSERIE MERCURIUS HAVERMOUT Schoonmaak. Zaterdag 29 April 1933. SCHAGER COURANT. Vijfde blad. No. 9270 \liianl INKOMENS EN VERMOGENS IN ONS RESSORT I I IK De ware geest der verbroedering gedemonstreerd In de lik van Groot Mokum. Van Minister tot Polderjongen. Gunstige toe stand des lands in 2033. Het Grootgortbuikenbnrger Waagge bouw philosofeert. Een stem- busmop van Cave Cannm. Lontje Bnlk blaast het schutters kruithuis op. Feestvierende toehoorders! Rondweg gesmoesd, sta ik verbaasd over het feit, dat ik ditmaal nog tijd heb kunnen vinden U een hartig woordje te mogen toespreken. Alhoewel ik toch van mijn geachten patroon een week vacantie had gekregen met behoud van salaris, hoewel zonder toeslag. want ook zijn edelmoedigheid is niet grenzeloos. heb ik het deze week zoo ontzettend druk gehad met het bijwonen en naloopen van allerlei festiviteiten, die ons uitgemer geld crisisvolk moeten opwekken, om er den moed toch vooral in te houden tot de zegenrijke komst van de nieuw opgebakken Tweede Kamer, 't zelfde deeg maar met meer gist er in. Zoo verlegen druk gehad, zei ik. dat mijn wokelijksche wacht U voor den hond-brief bij na was afgepoeierd. Het verlies is niet groot, maar ge voelig. niet waar? Laat ik het eerst hebben over de Willem de Zwijger Herdenking te Amsterdam, door mij bezocht per stoom jacht „De Alkmaarsche Packet", tweede klas wegens gebrek aan 'n derde dito dito! Prachtig, prachtig, die festiviteiten; jonge jonge, daar kon zelfs de Schager Paaschtentoonstellihg niet tegen op boksen! Incidenten deden zich goddank niet voor. dus we had den ons voor niks te schamen. Alléén was het noodzake lijk om Willem de Zwijger, die bij Wynand Fockink te veel op zijn eigen gezondheid de welbekende half om half had gelebberd en met een reuze stuk in z'n Spaan- sche kraag, door de Kalverstraat laveerde, geëscorteerd door het gebruikelijke gevolg van de joelende straat jeugd, ter zake overtreding artikel 453 strafrecht in ver zekerde bewaring te stellen. Voorts werd op het Amstelveld gearresteerd Baltha- sar Gerards. pas ontslagen uit het Binnengasthuis, al waar met goeden uitslag was geprobeerd de door 4 paar den uit elkaar getrokken vierde partjes van zijn aard- schen tabernakel weer aan elkaar te schroeven. Na zijn ontslag had hü een alarmpistooltje gekocht om op nieuw zijn kans waar te nemen en werd nu ingepikt we gens overtreding der wapenwet. Deze arrestatie lokte een hevig verzet uit. maar toen 's avonds de arrestan ten Willem en Gerard weer in vrijheid werden gesteld, hadden zij den vollen vrede gesloten en zaten ze. bij gebrek aan bridgekaarten. genoegelijk te negen-nullen en boter, melk en kazen op het deksel van de kibbeldoos! Een succes van verbroedering, dat zelfs de Sovjet-re geering. die het toch al héél ver in ..Liberté. Egalité en Fraternité" heeft gebracht, nog niet heeft kunnen be reiken. Vervolgens heb ik gebruik gemaakt van een invitatie mij beleefdelijk toegezonden door mijn overbuurman den Wieringermeerpolder om den Boomplantdag mee te helpen vieren. Het was voor mij een ongekenden feest dag! Zoo iets schoons en geestdriftkweekenda heb ik van mijn heele lange leven nog niet bijgewoond. Het glanspunt was wel. toen minister Leijmer de eerste boe- renklapbes in den grond ploeterde! Er wordt wel eens smalend gesproken door onharmonisch kwakende kik kers van ons Broek in Waterland, dat een minister zijn 4000 piek pensioen minder moeizaam bescharrelt, maar nu heb ik toch door eigen aanschouwing gezien en waargenomen, hoe zwaar zoo'n man toch soms corveën moet. om zijn ambt hoog te houden. Overigens was het een heerlijk feest, ook voor de diverse employé's. waar onder vele lieftallige bureausterren, die ook waarlijk wel eens 'n opkikkertje noodig hebben, want ik heb uit goeden bron gehoord, dat op de verschillende Wie- ringermeerkantoren, hoeveel zijn er ook? twee of drie. of soms vier? zwaar geboomd en hard gewerkt wordt. Het is ook waarlijk geen kleinigheid zoo'n twaalf FEUILLETON Uit het Engelsch van HAROLD BELL WRIGHT. 3t „Aan de andere zijde zoo ging Natachee verder. van die reeks bergketens ligt de dun bevolkte Papago Reservatie. Indien dit spoor zoo naar het westen blijft loopen. dan gaat het ten noorden van die Waterman- bergen. langs, die het noordelijkste uiteinde vormen van de reeks die de oogstgrens uitmaakt van de reser vatie. Vlak daarachter liggen de Vaca-heuvels in het land der Papago's. Zij zijn omringd door de kale woestijn Er zijn geen rancho's daar en geen wegen. Het is het meest verlaten gedeelte van deze heele streek, en er is ook wat water te vinden. Sonora Jack kan die Vaca- heuvels vanmorgen bij het aanbreken van den dag be reikt hebben. Als hij daar dezen dag heeft doorgebracht zal hij van dat punt af naar het zuiden keeren en van nacht door de Papago Reservatie naar de Mexicaan- schc grens trekken. Ik had* gehoord, dat zijn oude hoofdkwartier in Mexico was, ten zuiden van de na- riz- en de Santa Rosa-bergen op de grens. Maar als ik mij vergis, en hij aan deze zijde van de Baboquivari's naar het zuiden is gegaan, dan moet hij de Tucson-keten overgegaan zijn door den pas bij de Beschilderde Rotsen, en dan zullen wij daar zijn spoor vinden. Kom mee!" Te middernacht waren zij aan de Beschilderde Rot sen een nauwen pas dóór het Tucson-gebergte, waar van de wanden bedekt zijn met het raadselachtige beel denschrift van een vóórhistorisch volk. Op sommige plaatsen is de kronkelende doorgang nauwelijks bree- der dan een wagenspoor, zoodat het den Indiaan niet moeilijk viel zich bij het licht van een geimproviseer- den fakkel er van te overtuigen, dat Sonora Jack dezen weg niet genomen had. Met zijn gewoon „Goed!" wierp hij zich in den zadel, en reed uit de Tucson-bergen weg de woestijn in met de zekerheid waarn»ee een zeeman op een havenlicht af stuurt. En nu zette hij er-in het nachtelijk donker een vaart achter, die het uithoudingsvermogen hunner paar de provincie, die zooveel welvaart belooft en met zuinig heid en vlijt, ziet maar eens naar het armzalige kantoor tje in het Kennemerpark, wordt gefinancieerd en ge administreerd. Zoo'n boomplantdag hebben we wel eens noodig en het is waarlik een zegen voor het land dat ook onze excellenties ln deze zoo actief zijn, en met zooveel in spanning hun zweetdruppelen plengen om de eerste spadesteek in den grond te geven. Van de week zag ik in de bioscoop want ook daarvoor wist ik nog tijd te vinden onzen geachten minister-president Kruys van Beerenhosen zoo'n spichtig boompje in den grond mof felen. Eerst Beerenhosen. nu weer Leijmer. er is geen stoppen aan. Laten we maar beginnen met die hooge staatsbedienaren wat meer waardeering te betoonen en wat minder uit te schelden. En ik hoop niet, dat deze verdienstelijke vaderlanders, als David Weinkauf wordt geroepen om de sikkel te zwaaien over onze schuldige boerenswassiekoppen, eenmaal verplicht zullen worden om dienst te nemen bij de Schoorlsche Boomkweeke- kerijen Sursum Corda of Carpe Diem, om met het harte omhoog, de vruchten van den dag te plukken, vanwege hun gebleken bekwaamheid als boomplanters. En wat de Wieringermeerpolder betreft; als ik nu overweeg dezen zoo heerlijk geslaagde boomenplanterij, gebleken bekwaamheid als boomplanters. zeao...oo gewijd door de transpiratiedruppelen van Excellentie Leymer. alsmede de edelschaar van Hoofd- en lager zit tende ambtenaren, secretarissen, klerken en Mokka met jodekoekenschenksters, de grandueuse kantoren, gevuld met kaarten en plattegronden, benevens de hyper-mo-* derne verdedigingswerken, voor het geval dat de lang gevreesde opstand op Urk uitbreekt, dan kom ik tot de conclusie dat onze onveftnijdelijk weerkeerende wel vaart tegen den 500-jarlgen gedenkdag van Willem de Zwijger, in 2033, wel weer tot een behoorlijk peil zal zijn gestegen. En vanuit den Wieringermeerpolder, terwijl het plech tige feestgezang „Liefelijke polderblom, waar eens de haring zwom." mij in 't oor nadreunde, kom ik weer terug in mijn boven alles dierbaar Grootgortbuikenburg. langs lijnen van geleidelijkheid, zooals onze vroede va- derenraad gewend is te werken. Begonnen ze toch on langs bij de behandeling van het zwembad der toekomst niet met ..de matrozen van Catarro". ingeleid door mijn vriend Willem van der Vall? De Ridder der Travail- leurs sans peuretsans reproche, die in zijn actentasch de scepter der proletarische dictatuur meedraagt? En te ruggekeerd zijnde onder de schaduw van het sierlijke waaggebouw met zijn vele schoone latijnsohe spreuken: Singulas Horas. Singulas Vita Puta, Beschouw ieder uur als een afzonderlijk leven! of: Vive me mor lethi. fugit Hora; Leef den dood gedachtig (want) de tijd snelt enDies extrémus. alteri natalis de uiter ste dag is de geboorte van het andere leven! Eindelijk. Pretiosissima jactura Temporis de duurste verbeu zeling is die van tijd. moet ik al wéér beginnen met mün venijnige angel uit te steken en critiek te leveren op de berispelijke daden mijner mede Grootgortbuikers, maar daar roept mij het getoeter der sirene van den slangenwagen van spuit elf. die mü naar de stembus wil slepen! Goed. ik neem het aan. omdat het niks kost maar dan stem ik op lijst 33 voor Hein Colijn, die mop wil ik me dan toch eens permitteeren! Ze moeten mij ook eens wat gunnen! Gisteravond schrok ik me dood, zulke geweldige explosie! Ze waren toen bezig om Jan Duys in de Kamer te schieten, maar ik dacht dat Lou Bulk zich amuseerde met het kruithuis van de voorma lige schutterij op het Clarissenbolwerk op te blazen! Had hij het maar gedaan, dan waren we met eere van dat leelijke ding af geweest. Verzekering dekt de schade. CAVE CANTJM. OOGONDERZOEK-IN RICHTING GROOTSTE KEUZE BRILMONTUREN EN GLAZEN SPECIALE REPARATIE-INRICHTING W. C.VAN GËELEN' GEDIPLOMEERD OPTICIEN - REFRACTIONIST LAGEZIJDE B40 TEL. 26. SCHAGEN. OOGONDI ItrOEK GEHEEL* GRATIS.' den op een zware proef stelde. Blindelings volgde de blanke. Nog vóór zij den pas weer uit waren, had Hugh alle besef van richting verloren. Eenmaal in de woestijn, scheen de duisternis zich als een muur om hen te slui ten. De schimmige gedaante van den Indiaan vóór hem. de spookachtige vormen van den plantengroei der woestijn, de angstwekkende leegte van die wijde, onbe woonde ruimte, dat alles gaf hem een gewaarwording van onwerkelijkheid. Te vergeefs spande hij zijn oogen ln om ergens een licht te ontdekken, er was nergens licht Behalve de doffe hoefslag hunner paarden, het kraken van het zadelleer en het rinkelen der teugelket tingen was er ook geen geluld. Hij gevoelde, dat dit al les een droom moest zijn, waaruit hij zoo aanstonds zou ontwaken. En ergens onder diezelfde koude ster ren. die zoo onverschillig op hen neerzagen, reed ook Marta. Waarheen? Waarheen voerde de roover haar en met welk doel? Waar was zij op dit oogenblik? Het scheen krankzinnigheid te denken, dat Natachee hen ooit zou kunnen vinden in die schijnbaar eindelooze ruimte Na wat Hugh een eeuw toescheen, reden zij weer tusschen de lage uitloopers van een kleine heuvelreeks Nog een half uur later hield Natachee stil. Hij liet zich op den grond glijden en gaf Edwards zijn teugels, zeg gende: „Wij zijn hier in het noordelijk deel van de Water- manbergen. Als zij naar de Vaca-heuvels gegaan zijn, moeten zij hier langs zijn gekomen. Morgen bij daglicht zullen wij het spoor terugvinden. Niet ver van hier ia water. Waoht hier tot ik terugkom." Hij verdween geruischloos als een schaduw. Hugh Edwards tuurde ln de duisternis, en trachtte uit te maken, welken kant de Indiaan opgegaan was. Hij luisterde. Van alle zijden omgaven hem de geheime nissen der woestijn. De donkere schaduwmassa der heu vels tegen den sterrenhemel nam de gedaante aan van reusachtige, geduchte wezens uit een andere wereld. De reuk der woestijn het zaohte fluisteren van een voor- bijstrijkend windzuchtje de stilte de gewaarwor ding der groote, ledige ruimte vervulde hem met een wonderlijke vrees. De wilde, onheilspellende kreet van een coyote deed hem schrikken. Heel in de verte klonk flauw een antwoord. De eenzame roep van een uil werd gevolgd door het zachte voorbijstrijken van onzichtbare wieken. Plotseling, als uit den grond verrezen, stond Natachee weer bij zijn paard. „Het is in orde," zeido de Indiaan opstijgende, „aan Bij den uitgever Martinus Nyhoff te 's-Gravenhage verscheen dezer dagen een statistiek van de inkomens en vermogens in Nederland. Zulke gegevens komen al tijd achter bij den toestand van het oogenblik, waarop zij verschijnen. Daarom houde men wel in 't oog, dat de volgende cijfers betrekking hebben op het belastingjaar vóór 1930. voor zoover het de inkomens betreft, en op den toestand van 1 Mei 1931 aangaande de vermogens. De eerste zijn dus in mindere mate beinvloed door de crisis dan de laatste. Verder bedenke men wel, dat de gegevens slechts be trekking nebben op de aangeslagenen. Niet meegerekend zijn dus de inkomens beneden f 800 en de vermogens beneden f 18.000. Ter vergelijking kunnen deze gegevens dienen. In het heele Rijk was het gemiddelde inkomen der aangeslagenen f 2253 en het gemiddelde vermogen f 74.000. Zuid-Holland is de rijkste provincie. Daar zijn de cij fers resp. f 2490 en f 91.000. Wat de inkomens betreft is Bloemendaal de rijkste gemeente met een gemiddelde van f 6892. Met recht wordt dit een oase van het kapitaal genoemd. Inkomens Vermogens Gemeente: Totaal Gemidd. Totaal Gemidd. in duizendtallen Schagen 2.324.000 2077 8.880.000 49.000 Alkmaar 18.813.000 2275 59.004.000 56.000 And ijk 1.734.000 1658 4.717.000 35.000 Anna Paulowna 3.021.000 1728 6.660.000 42.000 Assendelft 2.110.000 1684 4x403.000 40.000 Avenhorn 631.000 1630 2.627.000 49000 Barsingerhorn 1.060.000 1466 2.945.000 41.000 Beemster 2.745.000 1794 17.248.000 47.000 Beets 239.000 1636 1.085.000 39.000 Bergen 4.201.000 2424 20.388.000 68.000 Berkhout 1.079.000 1526 5.328.000 44.000 Beverwijk 6.193.000 2198 13.752.000 72.000 Blokker 856.000 1491 4.129.000 36.000 Bovenkarspel 1.611.000 2076 4.918.000 43.000 Broek op Langendijk 869.000 1693 2.847.000 33.000 Callantsoog 423.000 1544 863.000 35.000 Castricum 2.369.000 1818 3.282.000 34.000 Edam 3.533.000 1827 5.300.000 36.000 Egmond aan Zee 1.254.000 1685 981.000 36.000 Egmond Binnen 877.000 1744 2.917.000 45.000 Enkhuizen 5.582.000 2002 13.140.000 53.000 Graft 450.000 1453 713.000 30.000 Grootebroek 1.562.000 1728 3.795.000 32.000 Harenkarspel 855.000 1518 2.634.000 31.000 Heemskerk 1.519.000 1590 1.937.000 36.000 Heerhugowaard 1.539.000 1602 5.003.000 34.000 Heiloo 2.677.000 2067 15.416.000 52.000 Den Helder 18.352.000 1996 17.451.000 44.000 Hensbroek 269.000 1375 1.190.000 36.000 Hoogkarspel 950.000 1779 4.821.000 54.000 Hoogwoud 1.065.000 1623 4.969.000 45.000 Hoorn 6.450.000 2007 13.373.000 45.000 Upendam 1.094.000 1721 2.512.000 32.000 Jisp 323.000 1614 784.000 30.000 Katwoude 117.000 2095 641.000 38.000 Koedijk 563.000 1393 1.698.000 33.000 Kwadijk 189.000 1497 421.000 30.000 Landsmeer 2.047.000 1959 3.653.000 40.000 Llmmen 942.000 1829 2.588.000 42.000 Sint Maarten 384.00 1550 1.409.000 41.000 Medembllk 1.888.000 1669 2.129.000 30.000 Middel ie 312.000 1693 1.452.000 32.000 Mi cl woud 549.000 1610 2.592.000 42.000 Nibbixwoud 542.000 1613 2.785.000 44.000 Nieuwe Niedorp 676.000 1470 2.103.000 34.000 Noordscharwoude 866.000 1891 3.765.000 47.000 Obdam 545.000 1698 2.670.000 41.000 Oosthuizen 500.000 1668 1.568.000 33.000 Opmeer 239.000 1735 1.244.000 48.000 Opperdoes 457.000 1580 1.395.000 34.000 Oterleek 470.000 2036 3.335.000 71.000 Oudendijk 219.000 1492 444.000 28.000 Oude Niedorp 398.000 1561 1.592.000 33.000 Oud karspel 709.000 1696 2.159.000 38.000 Oudorp 664.000 1840 3.241.000 48.000 Sint Pancras 572.000 1958 2.525.000 40.000 Purmerend 3.573.000 1993 8.272.000 41.000 De Rijp 562.000 1639 815.000 34.000 Schellinkhout 258.000 1535 1.675.000 43.000 Schermerhorn 399.000 1457 738.000 35.000 Schoorl 1.067.000 1743 3.999.000 39.000 Sijbekarspel 568.000 1781 3.556.000 43.000 Spanbroek 564.000 1584 2.530.000 43.000 Terschelling 1.353.000 1776 2.819.000 46.000 Texel 4.221.000 1860 14.116.000 39.000 Twisk 408.000 1731 2.934.000 50.000 Uitgeest 1.960.000 1677 8.344.000 39.000 Ursem 424.000 1524 1.377.000 38.000 Velsen 25.515.000 2136 27.148.000 60.000 Venhuizen 1.171.000 1537 3.660.000 35.000 Vlieland 194.000 1502 324.000 32.000 Warder 276.000 1514 1.261.000 32.000 de kolk is niemand. Wij zullen daar kampeeren tot de dag aanbreekt." Na de paarden gedrenkt en gevoederd te hebben, gebruikten beide mannen een koud maal en legden zich neer om tot den morgen te rusten. Natachee sliep, maar zijn blanke metgezel lag met wijd open oogen op het licht te wachten. Bij het eerste grauwen van den hemel achter de verre Catalina's, ontwaakte de Indiaan. Tegen dat het licht genoeg was om te zien, waren ze in den zadel. Zij hadden nog niet ver gereden, toen Natachee zijn paard naar het westen wendde, en naar den grond wijzende zeide: „Kijk, hier zijn zij langs gekomen. En daarginds zijn de Vaca-heuvels." Zij waren de lage heuvelgroep genaderd, die aan alle zijden door de woestijn wordt omgeven, toen Natachee plotseling met een zachten uitroep stilhield en. in zijn stijgbeugels staande, scherp voor zich uit tuurde. „Wat is er?" vroeg Hugh, die tevergeefs poogde te zien wat de aandacht van den roodhuid had getrokken. „Een paard." Met die woorden liet de Indiaan zich uit den zadel glijden en wenkte den blanke eveneens af te stijgen. Hij voerde de dieren achter een dicht vethoutboschje en zeide: „Blijf hier bij de paarden en kijk uit." Vóór Hugh had kunnen antwoorden was de Indiaan weggeglipt door de grijsachtig groene woestijnplanten. Er ging een half uur voorbij. Hugh Edwards keek uit, tot zijn oogen er pijn van deden. Van kim tot kim was er geen spoor van leven te bekennen. Toen zag hij Natachee op een der heuvels tegen de lucht af steken; de roodhuid wenkte hem te komen. Toen de blanke bij hem was. wilde Natachee geen antwoord geven op diens ongeduldig vragen en Hugh verbaasde zich over zijn grimmig en somber gelaat. Zwijgend steeg de Indiaan op en zette zijn paard aan. Na eenige oogenblikken kwamen zij aan een on diepe inzinking tusschen de heuvels, en Natachee ves tigde Hughs aandacht op de kleine waterkolk en de plek waar de roover gekampeerd had. Terwijl hij hem wes, dat het spoor van deze plek naar het zuiden liep, zeide de Indiaan: „Zij zijn hier opgebroken, zoodra het gisteravond donker was. Zij moeten nu dicht bij de grens zijn. So- naro Jack zal dus niet nog een dag aan deze zijde van de grens kampeeren, maar zal dezen morgen doorrij den tot in Mexico. Wy kunnen vandaag veel vlugger Warmenhulzen 676.000 1645 2J234.000 31.000 Werver shoof 1.051.000 1559 3.373.000 34.000 Westwoud 530.000 1676 3.830.000 45.000 Wieringen 4.813.000 1728 5.456.000 32.000 Wleringerwaard 715.000 1819 4.244.000 49.000 Wijdenes 376.000 1437 1.606.000 37.000 Wijde wormer 412.000 1807 2.124.000 39.000 Wijk a. Zee en Duin 3.656.000 1956 8.606.000 71.000 Winkel 962.000 1570 3.585.000 43.000 Wognum 730.000 1523 3.393.000 37.000 Zijpe 2.536.00 1646 9.203.000 42.000 Zuid en Noord Schemer 432.000 1575 1.354.000 34.000 Zuidscharwoude 692.000 1672 1.351.000 29.000 Zwaag 526.000 1417 2.562.000 34.000 Het zal den lezer wel gaan als ons: tevergeefs zoeken wij hier en daar naar een verklaring, waarom het ge middelde vermogen hoog is. Soms ligt de oplossing voor de hand: de mooie omgeving en de trek naar zoo'n streek er eenmaal is, dan helpen ook de lage belastingen een handje mee. Wat is echter do reden van het hooge gemiddelde van Oterleek? ©CENT PER PONDSPAK NEDERLANDSCH FABRIKAAT De „goede" beurt, de schoonmaak-beurt Heerscht nog in menig woning, De ragebol doet eigenwijs, En zeepsop is er koning! De dweil flaneert met slag gebaar Langs plinten en langs vloeren, Terwijl er handen, rap en sterk, In grauwe emmers roeren. De pomp krijscht schel haar zegezang, Met langgerekt geschater, Ha, Ha! Dat spettert en dat spat Geen schoonmaak zonder water! De spons gaat sluipend, stap voor stap, Op natgebaande wegen, En dartelt langs de vensterruit, De witkalk sputtert tegen! De dekens wuiven aan de lijn Hun groeten aan de buren, Zóó leggen we 't bacillen-dom Behoorlijk in de luren! Alleen de mensch kruipt hoestend rond Op d' een of and're vliering, Gewapend met een ragebol, Zoo i s de schoonmaakviering! Wij, mannen, zeggen niet te veel, Soms helpen we een handje, Maar meestal staan we hulpeloos, En weerloos aan het kantje. Bij een ontredderd schrijfbureau, Met lakens wit behangen, Zingt de verloren huislijkheid Een liedje van verlangen! Wij, mannen, houden niet van strijd, Da's ook niet te verkiezen, Omdat we dien in schoonmaaktijd Toch altijd weer verliezen! U wensch ik daarom, die u steeds Tot stil verzet beperkte: „Ook deze schoonmaak gaat voorbij, „Van harte, heeren, sterkte!! April 1933. KROES. (Nadruk verboden.) vooruitkomen dan zij den vorigen nacht konden doen." „Maar het paard wat was er met dat paard dat je gezien hebt?' vroeg Hugh. Natachee zweeg een oogenblik, hoewel hij stilhield. Toen zeide hij kort en als tegen zijn zin: „Rij naar boven op dien rand daar, dan zul je het zien." Hugh gehoorzaamde met eenige verbazing. Aan de andere zijde van dien rand lag het lijk van den Salle- mander. Niet vóór den volgenden dag begreep Hugh Edwards, waarom het gelaat van den roodhuid zoo grimmig stond, en waarom hij niet over den dood van den Sallemander wilde spreken. Urenlang volgden de Indiaan en de blanke het spoor, dat nu in zuidelijke richting door het land der Papago's liep. Natachee gaf den pas aan, zonder een enkele maal stil te houden of te aarzelen, want het spoor van de beide paarden en het muildier was duidelijk in den zachten grond afgedrukt, en de roover had geen pogin gen meer gedaan om mogelijke vervolgers van de wijs te brengen. Het spoor liep dicht langs het noordelijk deel der Comobabi-keten, liet Indian Oasis ten oosten liggen, maakte een bocht om twee kleine Indiaansche dorpen aan den voet der Quijotoa's en wendde zich toen weer meer naar het westen. Natachee, die drie uren lang geen woord gezegd had, wees naar een berggroep mijlen voor hen uit. „De Santa Rosa en de Nariz-bergen op de Mexicaan- scihe grens. Sonora Jack is op weg naar het hoofdkwar tier van zijn oude rooversbende." Terwijl mijl na mijl werd afgelegd in gestadig, mee- doogenloos tempo, en de uren elkaar opvolgden zonder eenige afwisseling in het eentonig stampende rhytme der paardenhoeven, had Hugh Edwards reden dankbaar te zijn voor het zware werk der afgeloopen maanden, dat zijn spieren gestaald en zijn lichaam gehard had voor deze beproeving van zijn uithoudingsvermogen. De zon stond hoog in een hemel zonder één temperenden wolk. In de geheele wijde vlakte, ingesloten door boomlooze woestijnbergen, was er geen schaduw die rust gaf aan zijn moede oogen. Met iedere ademhaling kwam de reuk der zweetende paarden en van warm, nat zadelleer mee. Zijn lippen waren droog en gebarsten, zijn oogen staken, zijn huid was vuil van stof, zijn kleeren voch tig en plakkend van zweet. Het scheen hem toe, dat hij reeds eeuwen zoo reed, maar met grimmige weiskracht reed hij steeds voort.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 17