VAN DIT EN VAN DAT
EN VAN ALLES WAT
Drie kogels.
Het Escuriaal.
De Avontuurlijke Lotgevallen van Miep Muizenschrik en Bul Krakebeen
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 29 April 1933. No. 9270.
ZATERDAG A V O VDS( THETS
Een detective-geschiedenis,
door SIROLF,
vrij bewerkt naar het Amerikaansch.
(Nadruk verboden
alle rechten voorbehouden.)
Detective omally was uit zijn
humeur, toen lk hem op zijn bu
reau opzocht. „Al weer zoo'n ver
velende moordgeschiedenis in die zooge
naamde hooge kringen. -Het slachtoffer
heet Carlton en hij kwam gisteravond naar
zijn flatwoning hier in New-York. Er
scheen niemand thuis te zijn, omdat zijn
oudelui op reis waren. Zelfs de dienstbo
den waren er niet en niemand heeft
iemand zijn flatwoning zien binnengaan en
toch is hij doodgeschoten. Er is natuurlijk
weer geen touwaan vast te knoopen!"
zei hij.
„Wat hebben ze tot nu toe ontdekt?"
vroeg ik.
„Och niets bijzonders," antwoordde O'
Mally. „Het schijnt weer zoo'n driehoeks
geschiedenis te zijn, die Carlton en een
andere vent. Bassin gingen alle twee veel
om met een gescheiden vrouw, Mevrouw
Lessing. Ze voeren allemaal niets uit,
doen aan sport en zoo en hebben geld ge
noeg. Ze spelen wat golf en vermaken zich
op een sohietclub en dat is alles. Carlton
en Bassin schijnen altijd goede vrienden
te zijn geweest, totdat die Mevrouw Les
sing op het tooneel verscheen. Carlton
scheen baar te willen trouwen. Toen is hun
vriendschap bekoeld blijkbaar. Zij scheen
met een van hen te willen trouwen, maar
had nog niet uitgemaakt met wien. Nou,
ln ieder geval zal het Carlton niet meer
zijn!"
Is er al een spoor, dat op Bassin als
de dader wijst?
Nog niet hij was gisteravond in New-
York en Mevrouw Lessing ook. Maar ze
hebben allemaal een alibi.
Ik mocht O'Mally naar het huis van de
misdaad vergezellen. De politic had niets
anders kunnen ontdekken dan drie kogels,
die in den wand zaten vlak bij elkaar.
Carlton was van achteren neergeschoten.
De conciërge, die 's avonds de lift bediende
had niemand gezien. Maar natuurlijk had
Iemand gemakkelijk de trap op kunnen
loopen en zoo ook weer verdwijnen, terwijl
hij in de lift stond.
O'Mally raapte alleen een snippertje pa
pier op .zoo groot als de nagel van mijn
duim. O'Mally stopte het in zijn zak en
zei: „Nou, hier is ook niet veel te zoeken.
Laten wij naar het politie-bureau gaan,
waar ze het heele kringetje aan het on
derzoeken zijn!"
In de inspecteurskamer zaten Bassin en
Mevrouw Lessing en nog een man, die
meneer Lessing scheen te zijn, die, on
danks het feit, dat hij gescheiden was,
toch nog veel belangstelling voor zijn ge
wezen vrouw aan den dag legde. Bassin
was erg prikkelbaar. „Ik heb 's avonds op
de club gedineerd en ben dadelijk naar
huis gegaan", verklaarde hij, „en 's mor
gens komt de politie bij me en vertelt me,
dat Carlton doodgeschoten is en vraagt
me, of ik een klein kaliber revolver heb.
Ik ben immers lid van de schietclub en
heb dus een massa pistolen. Ze snuffelden
ze na en namen er een mee en vroegen mij
toen om hier te komen!"
„Wist U. dat Carlton gisteravond in de
stad zou zijn?" vroeg O'Mally.
„Ja." zei Bassin, en ik meende te zien.
dat hij een tintje bleeker werd.
Ook Mevrouw Lessing, vijf en twintig
jaar. heel knap. doch bleek, wist dat Carl
ton gisteravond in de stad zou zijn. Ze had
hem 's middags nog gesproken, maar ze
had geen afspraak met hem voor dien
avond. Ofschoon het er veel op geleken
had. dat Carlton op iemand had zitten
wachten. Meneer Lessing was woedend, dat
zijn gewezen vrouw in deze heele geschie
denis gehaald was.
Ik vond het vreemd, dat Lessing hier
was, maar O'Mally zei: „Och, dat is weer
zoo'n rare geschiedenis uit die zoogenaam
de hooge kringen. Ze zijn gescheiden, maar
die Lessing schijnt toch op vriendschappe-
lijken voet met haar te staan Weet je wat
het is, er zijn altijd massa's mannen, die
zoo'n knap kind willen komen helpen, als
er onweer aan de lucht is!"
Het net om Bassin werd hoe langer hoe
nauwer aangehaald. De drie kogels, waar
door Carlton gedood was, waren gefoto
grafeerd. evenals drie kogels, die de politie
later met Bassin's revolver had afgevuurd.
En nu bleek het, dat de groeven, die de
revolverloop op de zes kogels had gemaakt,
allemaal hetzelfde waren, volgens de ex
perts. De drie kogels, die Carlton gedood
hadden, waren dus absoluut uit den re
volver van Bassin gekomen
Maar Bassin bleef hardnekkig ontkennen'
Hij had de revolver in geen drie weken
gebruikt," zei hij en beweerde, dat hij
hem achter slot en grendel bewaarde.
Wanneer iemand er mee geschoten had,
moesten ze het ding van hem gestolen
hebben en vervolgens teruggebracht.
Dat was natuurlijk een onzinnige ver
onderstelling en de bekentenis van Bassin
leek een kwestie van nog maar enkele uren.
„Natuurlijk," gaf detective O'Mally toe,
toen ik hem dat als mijn meening vertelde.
Doch hij voegde er aan toe: „Wat zeg je
hiervan?"
Hij liet mij het snippertje krantenpapier
zien, dat hij in Carlton's kamer had opge
raapt. Er stonden een paar gedrukte woor
den op. zonder eenige beteekenis.
„Daar is niet veel aan te zien," merkte
ik op.
„Zeg dat wel," zei O'Mally grimmig. Hij
stopte het stukje papier weer weg.
Toen ik O'Mally verliet, was Bassin ge
arresteerd op verdenking van moord.
Ik zag O'Mally pas een paar dagen la
ter. En het eerste wat hjj mij vertelde
was, dat hij had uitgevonden van welke
krant die snipper afkomstig was. Het was
een krant, die op Long Island uitgegeven
werd. Hij had een exemplaar van die krant
van denzelfden datum, als die, waarvan de
snipper afkomstig was. De snipper maakte
deel uit van een berichtje over een liefda
digheidsfeest. Ik begreep niet, wat dat met
den moord te maken had.
„Dat heeft het ook niet." zei O'Mally. „Ik
heb alleen maar uit willen visschen, wie
feitelijk op dat blad geabonneerd was. Nu.
en dat was Carlton niet, en Bassin niet en
Mevrouw Lessing niet. Maar sommige le
den van de schietclub rijn wel abonné."
Ik ging met OMally mee naaf de schiet
club op Long Island. Van den negerbe
diende vernamen wij, dat Meneer Bassin
een uitstekend revolverschuttér was. hoe
wei Meneer Carlton en Mevrouw Lessing
er ook goed mee terecht konden. Meneer
Lessing schoot alleen maar met een buks.
Voor de aardigheid had hij een paar we
ken geleden met den revolver van Meneer
Bassin op een baal hooi geschoten. Hij had
beweerd, dat hij op vijf meter afstand nog
geen olifant met een revolver zou kunnen
raken. Maar die baal hooi had hij dan
toch wel geraakt. Dat was drie weken
geleden geweest.
OMally nam mij mee op zoek naar Me-1
neer Lessing. Sedert zijn scheiding woonde
hij voorloopig op de golfclub. Hij was niet
ln zijn apartementen, doch zijn bediende
zei, dat hij hem elk oogenblik verwachtte.
In zijn kamer stonden verschillende buk
sen in een rek en in een hoek stond een
zak met golfstokken.
„Was Lessing een abonné op die
krant?" vroeg ik.
O'Mally knikte van ja. Toen Lessing
kwam. namen wij hem mee in een auto
naar het hoofdbureau van politie, waar de
inspecteur hem nog even wilde spreken.
Onderweg zei O'Mally tegen Lessing:
„Waar was U toch, meneer Lessing, op
den avond, dat Carlton gedood werd?"
„Ik was op Long Island", zei Lessing.
„Nou," lachte O'Mally, „dan mag U van
geluk spreken. Want als U toevallig dien
avond naar New-York was gereden en
misschien een zak met golfstokken bij U
had gehad, dan zou U vast en zeker onder
verdenking zijn gevallen!"
„Best mogelijk," zei Lessing achteloos,
„Van de zijde van de politie verbaast mij
geen enkele stommiteit meer!"
„O nee?" schaterde O'Mally, terwijl er
iets in zijn handen glinsterde, „nou, dan
ben ik nu toch stom genoeg om U voor
moord op Carlton te arresteeren!" Er
klonk een scherpe klik en de handboelen
sloten om Lessing's polsen. Wij brachten
hem naar het hoofdbureau.
„Zie Je,' vertelde O'Mally mij, toen wij
naar huis gingen, „Die Lessing is een rare
vent die niet met zijn vrouw kon opschie
ten en zonder haar ook geen raad wist. Hij
wilde niet, dat iemand anders met haar
zou trouwen en daarom rekende die schelm
uit, dat als een van de vrienden, Carlton
en Bassin, dood geschoten zou worden en
men zou denken, dat de ander het gedaan
had, dat ze dan met geen van tweeën zou
trouwen. Het was handig van hem, dat hij
onder een voorwendsel met Bassin's re
volver in die baal hooi schoot. Dat ging
gemakkelijk genoeg, want ze waren alje-
maal lid van de schietclub. Later heeft
Lessing drie van die revolverkogels uit
die baal hooi gehaald. Toen heeft hij de
kogels uit drie van zijn geweerpatronen ge
haald en daarvoor in de plaats de drie re-
volverkogls gedaan, terwijl hij ze stevig
met krantenpapier in de patronenhuls
stopte. Toen hij Carlton met zijn buks, die
hij in een zak met golfstokken verborgen
had. doodschoot, vlogen die kleine snipper
tjes papier in het rond."
„Wat een geraffineerde schurk!" kon ik
niet nalaten uit te roepen.
En O'Mally knikte.
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U.bekend:
dat er oliebronnen binnen den Poolcirkel
zijn?
d a t er ongeveer 30 milliard gulden muni>
goud in de wereld is, waarvan Amerika
een derde bezit?
dat men in 1900 dacht, dat de kooldraad-
lamp van Edison nooit verbeterd zou kun
nen worden?
dat er in Chicago elk jaar 27000 ver
dwaalde honden worden opgepikt?
dat er in New York nog 20.000 paarde»
zijn?
d a t de motorfietsen van politie-agenten in
San Fransisco met radio zijn uitgerust?
dat een dollarbillet in 9 maanden versle
ten is?
Op den 28sten April 1563 werd de eerste
spade in den grond gestoken voor den
bouw van het Escuriaal, klooster en ko
ninklijk paleis, dat op last van koning Phi
lips II, 51 K.M. van de Spaansche hoofd
stad, Madrid, zou worden gebouwd.
Philips had bij den succesvollen aanval
op St. Quentin in 1557 uit strategische
gronden een aan den Heiligen Laurentius
gewijd klooster moeten verwoesten. Om de
soldaten en martelaren van Spaansche ge
boorte genoegdoening te geven, en ook uit
dankbaarheid voor St. Laurens, op wiens
dag de overwinning op St. Quentin werd
behaald (10 Augustus 1557), beloofde hij
een nieuw klooster te bouwen, dat reeds bij
de eerste steenlegging den naam kreeg
van ,,E1 real monasterio de San Lorenzo
del Escorial". Dit laatste woord is afgeleid
van het Spaansche „escora", dat „slag" be-
teekent.
Het Escuriaal is door Philips II tot het
panthéon van Spanje, tot de begraafplaats
van zijn koningen, gemaakt.
Het vormt een rechthoek van 206 M.
lengte en 161 M. breedte met vier torens
op de hoeken. Men telt 1111 vensters, die
naar buiten uitkomen en 1562, die naar de
binnenplaatsen zijn gekeerd. Het gebouw
heeft 1200 deuren, 86 trappen en 89 fon
teinen. Het bevat 7500 reliquleën en 26 sar-
cophagen.
Men bereikte het Escuriaal van Madrid
langs een weg van cactussen, een bosch
van pijnboom-en. En voor dezen weg ge
bruikte de doodzieke koning dat was
in Juli 1598 zes dagen. Men droeg hem
in een soort draagstoel, waarin hij zijn
beenen rechtuit kon leggen, omdat ze met
verschrikkelijke zweren waren bedekt.
Voor zijn vertrek van Madrid had zijn
vriend, Don Cristobal de Mora, hem ge
smeekt te blijven, want de koning zou zijn
dood tegemoet gaan. De koning zou daarop
hebben geantwoord: „Wanneer het zoover
is, dat ik sterven kan, zoo kan niemand
mijn gebeente eervoller naar het Escuriaal
dragen, dan ik zelf." Philips wilde in het
gebouw sterven, dat naar zijn geest en
naar zijn plannen was opgebouwd. Maar
de reis bracht zijn dood niet. Lichamelijk
gebroken, maar nog met sterken geest,
leefde hij nog veertien jaar in het Escuri
aal, eenvoudig als een monnik. Van uit zijn
sober, klein vertrek kon hij door een
raam. ook wanneer hij ziek te bed lag, den
priester aan het altaar zien.
Op den avond van 8 ovember 1571, ter
wijl de koning in de kerk van het Escuri
aal in gebed was, kwam een bode, adem
loos bij zijn bidstoel om hem opgewonden
mee te deelen, dat de halfbroeder van Z.
M„ Don Juan, de Turksche vloot bij Le-
panto had vernield. Philips bleef bidden,
verroerde geen trek op het gelaat. Toen.
het gebed was geëindigd, riep hij den pri
or en verzocht hem een „Te Deum" aan te
laten heffen.
Op den 15den April 1587 werd hier een
requiem voor de ongelukkige koningin
Maria Stuart gehouden. Na afloop gaf de
koning den prior een diamanten ring van
deze koningin om hem te bewaren in de
reliqieënkast, als een symbool van rein
heid en vastheid in het geloof van deze
koningin.
En toen hem hier de ongelukkige admi
raal der onoverwinnelijke vloot de tijding
van de nederlaag en de verwoesting der
vloot kwam brengen, zei hij rustig:
„Ik heb u tegen menschen, niet tegen
elementen uitgezonden."
Alle koningen van Spanje sinds Karei V,
met uitzondering van Philips V en Ferdi-
nand IV, zijn in het Escuriaal bijgezet.
De Franschen plunderden het in 1808.
36. En zoo besluiten ze toch maar
te gaan slapen. Ze hebben nu toch
wel begrepen, dat ze een wonderlijke
iracht hebben gekregen en nu hopen
ie maar, dat die tooverkracht hen
lu ook weer uit de ellende zal hel-
>en. Ze slapen vrij goed, al hebben
ie 's morgens een stijf gevoel in de
♦eenen door de ongemakkelijke
houding.
37. Hè, daar gaat gelukkig de deur
weer eens open. We krijgen zeker
weer wat eten, zegt Miep Het is
weer denzelfden man van gisteren,
die komt vertellen, dat ze op een
binnenplaats mogen wandelen om
wat frlssche lucht te happen. Intus-
schen wordt jullie salon gedaan, zegt
hij, en kun je er straks weer in.
Spoedig is het touw los en daar
gaan ze.
38. Bul neemt zijn autoped maar
mee, want dat vindt hij veiligex. Je
kunt nooit weten! 't Is hier in elk
geval beter dan daar binnen, zegt
Miep, het zonnetje is lekker warm.
Bul heeft geen tijd om naar Miep te
luisteren. Hij heeft vreeselijke din
gen gehoord. In de verte staan twee
van die verschrikkelijke menschen te
praten over hem en zijn vriendinne
tje en als hij het woord 'gedood"
hoort weet hij al meer dan genoeg.
Miep heeft 't gelukkig niet gehoord.
39. Opeens merkt hij, dat de hee-
ren naar binnengaan. We zijn gered,
fluistert hij. Sta stil! ik blaas onze
ballon op en we vliegen een, twee,
drie de lucht in. Ze glunderen bij de
gedachte, hoe dat gaan zal. Bul haast
zich vreeselijk, want hij is bang, dat
ze gauw terug komen.
40. Houd je goed Mip, 't gaat vlug,
en in minder dan geen tijd is de
ballon vol. Nu gauw de plank en de
motor op zijn plaats. Wat een geluk,
dat ik die meegenomen heb, denkt
Bul. Vlug springen ze er op, de mo
tor wordt aangezet en