DE IJZEREN DEUR
Arrondissementsrechtbank te Alkmaar
Woensdag 10 Mei 1933.
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9276
Voorbereidingen voor een nieuwen
stratosfeertocht
i tiftf
jfi i
m-iivt.
i j
*11 ft -t Vïi'
„International Trophy" op de
Brooklandbaan
ZITTING VAN MAANDAG 8 MEL
VOOR DEN POLITIERECHTER.
De Rijp.
EINDELIJK UIT DE KOELCEL GEHAALD.
Dat de Inmaak uit het justitieele vat niet gauw ver
zuurt, bleek zonneklaar uit de twee strafzaakjes con
tra mej. Barbara K., wonende in de straat „De Rechte"
te De Rijp. die heden na een rust van ruim 9 maanden
weer op 't repertoire prijkten. Reeds op 12 October
werd mej. Barbara, die voortdurende „hommeles" heeft
met de al te dicht in de buurt wonende familie, bij ver
stek veroordeeld tot f 15 boete en op 26 October zou
na gedaan verzet tegen dit vonnis, de opposante te
recht staan in twee dergelijke kijfzaakjes, doch zij was
toen ziek en bleef ziek. Ook thans, nu de zaakjes we
derom werden voorgebraoht en volgde wéér aanhou
ding tot St. Juttemis.
Den Helder.
EEN LASTIGE GRAANTJESPIKKER.
De niet verschenen heer Bauke J. te Den Helder,
had zich in den nacht van 11 Februari te naarstlglijk
gelaafd aan het verleidelijke vocht van Bacchus en
werd deswege door adj.-inspecteur Schipper en agent
Sprengers aangehouden en overgebracht naar het bu
reau, tegen welke expeditie de arrestant zich onder de
gebruikelijke krachttermen duchtig verzette.
Eisch en vonnis 1 maand gev.
Schoorl.
EEN HERDERSHOND GESTEENIGD.
Een te Schoorl wonende 29-jarige arbeider, Minze
W., werd om een of andere oorzaak hevig verstoord
op een hond en wierp hem zóó krachtig met een steen
dat het getroffen dier op de plaats stierf. Het dier
bleek het eigendom te zijn van den heer P. Praat,
postbode aldaar, die thans van den verdachte f 15 scha
devergoeding vorderde. Het lijk van den hond is nim
mer terecht gekomen. Verdachte beweerde, spijt te
hebben over zijn iriftdaad. Eisch f 10 boete of 10 da
gen. Vonnis conform met toewijzing der civiele vorde
ring.
Hoogwoud.
GEEN ANIMO VOOR DEN KONINKLIJKEN ROK.
De dienstplichtige a.s. milicien Jannis B. te Hoog
woud, was in gebreke gebleven, zich als milicien bij
den burgemeester te melden. De anti-militairist, niet
verschenen, werd veroordeeld tot f 40 boete of 40 dg.
Ook jongeheer Christiaan L., evenmin verschenen,
had zich aan een dergelijk verzuim schuldig gemaakt.
Het was hier meer laksheid dan onwil. Vonnis in dit
geval f 20 boete of 20 dagen.
Alkmaar.
FATSOENLIJK IS ANDERS. WIE WAS HIER
DE RASPLOERT?
De niet aanwezige heer Thijs B., 'n daklooze zwer
ver, had op 24 Februari op het politiebureau te Alk
maar, een hoofdagent, toen hij nachtverblijf verzocht,
beleedigd, door hem als een rasploert te kwaliflceeren.
De man is reeds herhaaldelijk veroordeeld. Eisch en
vonnis 1 maand gev.
Wervershoof,
HU KON DEN POLITIERECHTER MAAR NXET
VERGETEN.
De 21-jarige heer Erwin K, 'n soort Duitach-Poolsch
import, en in oorlogsellende als pleegkind toegewezen
aan een gemoedelijk buitenmannetje te Wervershoof,
stond reeds op 15 Februari 1932 terecht ter zake op
lichting van diverse voedings- en genotmiddelen, ta
bak, sigaren, paardebief en eieren, die hij op naam van
zijn pleegvader had gehaald bij verschillende winke
liers en werd toen alreeds officieel gesignaleerd als 'n
opschepper, 'n leugenaar, 'n lastpost, 'n opruier, kortom
als een maatschappelijk onsociaal individu. Gemaks
halve was dit present-kaasje in voorarrest gesteld,
doch na belofte van beterschap gestraft met een voor
waardelijke gevangenisstraf van 3 maanden en aan
zijn goedbloedigen pleegvader teruggegeven.
Thans echter verscheen hij opnieuw voor den politie
rechter ter zake verduistering van een ijzeren giek, die
hij van getuige Vertelman had geleend en toen had
verkocht om zijn schulden te voldoen. Kooper was de
heer J. Bot voor f 25, welke heer Bot echter in de
heilige veronderstelling verkeerde, dat het bootje eigen
dom van den heer Pool was. Bot speelde echter nog
een goede kaart, want hij ontving f 25 van Erwin te
rug en bovendien nog f 10 voor zijn „bemoeiingen". Be
doeld bootje werd echter in beslag genomen en is nog
steeds gesteld onder hoede der politie. Hij werd thans
veroordeeld tot f 25 boete of 25 dagen, ongeacht de 3
maanden die hem misschien nog wachten.
FEUILLETON.
Uit het Engelsch
van HAROLD BELL WRIGHT.
Toen de Mexicaan den naam niet bleek te weten,
was de hoop weer in Edward's hart levendig geworden
Maar toen Natachee met dat pakje aankwam, dat So-
nora Jack zoo zorgvuldig bewaard had, had Hugh
Edwards begrepen, dat het nu nog slechts een kwestie
van minuten was tot de identiteit van de vrouw die
hij liefhad, zou vaststaan hetgeen beteekende, dat
hij haar nu nooit kon vragen de zijne te worden.
Sint Jimmy had de papieren ten einde gelezen en
vouwde ze zorgvuldig weer in hun leeren omhulsel.
Voor het oplettend oog van den Indiaan scheen hij
besluiteloos, alsof hij niet recht wist wat hij doen
moest.
Ten slotte zag hij op, en zeide:
„Je had gelijk, Natachee, deze papieren zjjn de aan
vulling van het verhaal van den Mexicaan en het be
wijs voor de identiteit van haar, die wij als Marta Hill-
grove gekend hebben."
HOOFDSTUK XXXIL
Onthullingen.
Hugh Edwards stond op, en zeide met den moed der
wanhoop:
„Nu. vooruit er mee."
Sint Jimmy antwoordde op zonderling peinzenden
toon:
„Marta want zoo heet zij is geboren in een
kleine stad in het zuidwesten van Missouri, in het dis
trict der lood- en zinkmijnen. Haar ouders stonden in
groot aanzien in de gemeenschap, waar de familie aJ
sinds drie geslachten gewoond had.
Omstreeks dat Marta geboren werd, kocht haar va
der, die op een kleine gchaal in landerijen en vaste goe
Heemskerk Alkma a r.
EEN DAMESTASCHJESDIEF IN DE BALZAAL.
De 26-jarige heer Laurentius Joh. L., wonende te
Heemskerk, had zich te verantwoorden terzake weder
rechtelijke toeëigening van een damestaschje met in
houd, waaronder eenige contanten, ten nadeele van
mej. C. Zijp, uit Egmond-Binnen, welke diefstal was
gepleegd in een danslokaal te Alkmaar. De inhoud van
het damestaschje werd heden door den Politierechter
geïnspecteerd en verbaasde den toeschouwer door de
rijke variëteit, die een dergelijke bewaarplaats kan be
vatten. Verschillende voorwerpen waren nog niet te
recht. De bijzonder dom uitziende verdachte erkende.
Hij had het „zoo maar" gedaan. Volgens den vader
was zijn zoon verstandelijk niet normaal.
Eisch f 25 boete of 25 dagen. Vonnis conform eisch.
Heemskerk.
DE DIEFJESMAAT WERD OOK ONDER HET MES
GENOMEN.
De vriend van den taschjesdief. Gerrit B., 'n 20-
jarige tuinderstelg, had mede geprofiteerd van den
door Lou L. gepleegden roof en als geschenk aange
nomen 'n zilveren rozenkrans, 'n congregatie-medaille,
'n gulden en 'n vulpen. Hij stond thans terecht wegens
heling en speelde voortreffelijk den onnoozele.
Eisch en vonnis zeer clement f 25 boete of 25 dagen.
Medemblik
PERSOONLIJKE KENNISMAKING OP PRIJS
GESTELD.
De vorige week kwam ook op de invitatielijst van den
officier voor zekeren heer Wilhelm W .uit Medemblik,
die zich op 26 Januari de brutaliteit, had veroorloofd,
baldadiglijk een touw, dat moest dienen tot afzetting
van een ijsbaan, stuk te snijden. De vernielzuchtige
knaap was niet verschenen, wat den politierechter dwars
kwam te zitten, zoodat hij gealstte de persoonlijke ver
schijning a tout prix. De edele jongeling was thans be
hoorlijk gearriveerd onder geleide van brigadier Brou-
Dr. Max Cosyns (links), de assistent van
Prof. Piccard, en De Bruyne treffen de voor
bereidingen voor een nieuwen tocht naar de
stratosfeer, terwijl prof. Piccard zelf op liet
oogenblik in Amerika vertoeft en door mid
del van voordrachten de benoodigde gelden
daarvoor bijeen tracht te krijgen. Hierboven
zullen de beide „hoogvliegers" juist opstij
gen voor een proefvlucht.
deren handelde, een stuk land van menschen, die er
nauwelijks van konden bestaan. Het was steenachtig
heuvelland, bijna geheel begroeid met dwergeiken, die
het bijna waardeloos maakten voor bebouwing, en de
eigenaar en zijn vrouw waren blij er den gewonen markt
prijs voor te kunnen krijgen.
Maar kort daarna bleek datzelfde armelijke bouwland
een grooten mineralen rijkdom te bergen de rijkste
mijnen feitelijk van het heele district."
„Wacht even," viel Hugh Edwards hem in de rede,
„haal je dat alles uit de papieren in dat pakje?"
„Neen, Hugh; maar de zaak is, dat ik geboren en op
gevoed ben in datzelfde stadje in Missouri. Al mijn fa
milie woonde daar, en ook toen ik naar St. Louis was
gegaan, bleef Ik in geregelde betrekking met mijn oude
tehuis. Deze papieren zijn voor mij de aanvulling van
een geschiedenis, die ik sinds jaren gekend heb. Ik
tracht het zoo te vertellen, dat het je ineens duidelijk
wordt"
„Ga voort alsjeblieft."
„Toen het land, dat zij verkocht hadden, zooveel
waarde bleek te hebben, waren die menschen, die eerst
blij geweest waren met den prijs voor hun ondersteld
waardeloozen grond, hevig verbitterd. Zij beschouwden
zich als bestolen, en broedden over hun onderstelde
grieven, totdat zij een wraakplan hadden uitgedacht.
Zij stalen het kleine kind, Marta
Hun plan was gelijk hieruit blijkt" en Sint Jimmy
wees op het pakje papieren, „om het kind bij zich te
houden tot de vader een fortuin gemaakt had uit den
mineralen bodem dien hij hun had afgekocht, en hem
dan te dwingen een aanzienlijk deel daarvan aan hen
terug te betalen als losprijs voor zijn kind.
Die man en vrouw reisden met het kind in een wa
gen naar het westen. Zy kampeerden in dien wagen.
Als er voorraad noodig was, ging de man alleen inkoo-
pen doen. Zij kwamen slechts in een stad om er door
te trekken, en hielden dan het kind zorgvuldig verbor
gen. Daar hun bedoeling was om later den vader geld
af te persen, bewaarden zij zorgvuldig alle bewijzen
voor de identiteit van het meisje, terwijl hun vrees om
gevangen genomen te worden hen even zorgvuldig hun
eigen lndentiteit deed verbergen. Meer dan een jaar
later bereikten zij Tucson. Het overige weten wij.
Ik moet er nog bijvoegen, dat Marta's moeder een
half jaar na den roof van haar kind gestorven was.
Na haar dood verkocht George Clinton zijn mijnaandee-
len en verhuisde naar Californië."
wer. Hij had niet willen verschijnen, omdat de Prinses
jarig was en hij dezen heugelijken dag recht feestelijk
had willen vieren. Enfin, hij was er nu en bleek geen
gezellige causeur te zijn. De politierechter moest hem
de woorden letterlijk uit de keel haien. Ten slotte ech
ter werd het onderhoud wat meer geanimeerd en ein
digde de audiëntie met veroordeeling van Wilhelm, die
ondanks zijn 18-jarigen leeftijd, ook een hartig slokje
niet versmaadde en zich per saldo ontpopte als 'n 1
Meivierder van een Oranjeklant, tot f 15 boete of 15 da
gen, terwijl hij tevens onder toezicht van een gezins
voogd werd gesteld. De heer Everhuis. leeraar te Medem
blik zal deze functie waarnemen. Wat zal hij blij zijn!
Bovenkarspel.
ZIJN EIGEN VADER BESTOLEN.
De thans gedetineerde 18-jarige Doede D„ wonende te
Bovencarspel had omstreeks Kerstmis 1932 een bedrag
van f 10 uit de toonbanklade in den winkel van zijn
vader ontvreemd, voor welk feit hij thans terecht stond.
Reeds vele malen had Doede zijn vader bestolen. Het
liep zooals de vader zelf getuigde, in de honderden. Ten
einde raad had de vader zijn misdadigen zoon opgeof
ferd en aangifte gedaan.
Doede stond heden terecht en werd als raadsman en
verdediger bijgestaan door Mr. v. d. Loos te Alkmaar.
De heer Wiggers had een reclasseeringsrapport samen
gesteld en noemde verdachte koud en onverschillig. Het
rapport was dan ook niet optimistisch gestemd. Het is
een twijfelnummer concludeerde de heer Wiggers. De
officier requireerde in deze treurige zaak 3 maanden
voorw. met 3 proefjaren. Mr. v. d. Loos refereerde zich.
Uitspraak Dinsdagmorgen.
A n d ij k.
HET SCHEIDEN DEED WEE AAN ALLE TWEE!
Dé 29-jarige te Wervershoof geboren en te Andijk
wonende landarbeider Joh. R. gedroeg zich in den
avond van 29 Januari in het café van den heer K. Wester
te Nibbixwoud zóó onhebbelijk, dat de kastelein hein lie
ver kwijt dan rijk was en hem ten slotte al of niet be
leefd verzocht, zijn localiteit zoo spoedig mogelijk te
verlaten. Het jonge mensch voldeed niet aan het verzoek
en stond nu terecht wegens huisvredebreuk. Op alles
wat hem voor de voeten werd geworpen, repliceerde
deze verdachte stereotiep: Nee meneer! De officier en
politierechter zeiden echter: Ja, meneer, en werd ver
dachte veroordeeld tot f 15 boete of 15 dagen.
Venhuizen.
EEN KNOEIER IN CRISISVARKENSWETSTUKKEN
De heer Herman R.. slager te Venhuizen, stond he
den terecht voor het moderne misdrijf bestaande uit
verschillende valsche opgaven te doen in een aanvraag
tot vrijstelling door een dergelijk biljet te teekenen met
den naam van Dirk Slijkerman en in te vullen, dat het
gezin bestond uit 7 personen en dat het inkomen be
stond uit f 1500. Het betrof hier een aanvraag tot huis
slachting voor 2 varkens. Door de gebruikmaking van
dit stuk kon een nadeel van f 15 ontstaan voor het sta
bilisatiefonds. Door verdachte werd het feit toegegeven
De knecht van verdachte had een formulier bij den
veehouder J. J. Bakker gebracht. Deze vulde het wel
willend in en het werd later door den slager valschelijk
geteekend.
Gevorderd werd f 100 boete of 60 dagen. De slager
leverde het vetste brokje van de zitting en werd ver
oordeeld tot f 75 boete of 60 dagen.
H e i 1 o o.
DEZE BAKKER WAS NIET VOOR DEN BAKKER!
Een 26-jarige bakkersknecht, G. A.W., thans wonen
de te Bussum. was voorheen in dienst bij den heer C.
Klopper te Heiloo, doch had zich in die betrekking niet
gunstig onderscheiden. Althans stond hij heden terecht
wegens verduistering van f 114.31, ontvangen van de
klanten te Alkmaar, en f 10 wisselgeld. Hij ging op 'n
goeden of liever kwaden dag uit met de bakfiets en de
brood mand. benevens f 10 wisselgeld, en keerde, met
achterlating van rijwiel enz., maar met medeneming van
de contanten, niet meer terug. Heden stond deze on
trouwe dienstknecht terecht. Volgens den heer Klop-
per was het tenlaste gelegde bedrag niet juist en kwam
hij nu met een andere rekening. Het was f 77.59, alles
tezamen genomen. Thans was Klopper, door de familie
geheel schadeloos gesteld. Verdachte zelf kon geen voor
lichting geven, maar erkende gelden verduisterd te heb
ben. Hij rookte sterk en bemoeide zich al te druk met
meisjes. Leefde boven zijn stand en verkwistend. De zaak
aal op 12 Juni worden voortgezet
Schagen.
ONBARMHARTIGE BEHANDELING VAN EEN
..GOEDEN JONGEN."
De 28-jarige koopman Cornelis Br. te Schagen stond
terecht ter zake het niet voldoen aan een ambtelijke
vordering, gegeven door den dienaar van politie Flap
per. De heer Br. bestuurde een auto en gaf geen gevolg
aan het stopgebaar en den roep: Halt Politie! en reed
door. Thans beweerde hij den heer Flapper heelemaal
niet te hebben gezien. Zijn voorruit was sterk beregend
De aanhouding had plaats in den avond van 8 Maart
op de Gedempte Gracht De a.s. schoonmama van Cor
nelis had, zegt zij, ook niets gezien. Kees was zoo'n
goeie jongen, prees zij hem. Maar hij werd al driemaal
veroordeeld! Vonnis 1 maand gevangenisstraf voor den
goeien jongen.
Hugh maakte een plotselinge heftige beweging. Zijn
gelaat was aschgrauw geworden, en zijn lippen beefden
zoo, dat hij nauwelijks kon spreken. „George Clinton,
zeide je?"
„Ja."
„George Willard Clinton?"
„Ja, ken je dien soms?"
Hugh Edwards zweeg, in een heftige poging zijn zelf-
beheersching te herwinnen. Hij draaide zich om, ging
naar het venster en bleef naar buiten staan kijken.
„Ja," zeide hij eindelyk, en nu klonk zijn stem weer
vast, „ja, dien ken ik wel. Hij woont in Los Angelos.
Ik had ook wel eens gehoord, dat hij vroeger in mijnen
in Missouri geinteresseerd was, maar ik wist niets van
die geschiedenis die je nu verteld hebt. Hij is heel rijk."
„Dat is prachtig voor Marta," riep Sint Jimmy uit.
Hugh Edwards ging van het raam weg en kwam bij
het lijk van den Mexicaan staan.
„Ja, het zal heerlijk voor haar zijn."
En plotseling neerziende op den doode, barstte Hugh
Edwards in lachen uit
Sint Jimmy sprong overeind dat was geen goede
lach. „Hugh!"
De ander wendde zich woest tot hem. „Jij wint, Sint
Jimmy mijn gelukwenschen!" En hij stoof als razend
de deur uit.
Sprakeloos van verbazing staarde Sint Jimmy Nata
chee aan.
„Wat ter wereld bedoelt hij daarmee?" zeide hij ten
laatste.
„Begrijp je dat werkelijk niet?"
En toen de ander het hoofd schudde, zeide Natachee
langzaam:
„Toen iedereen geloofde, dat de vrouw die Hugh Ed
wards liefheeft, een vondeling was zonder rechten zelfs
op den naam dien zij droeg, kon hy haar vragen zijn
vrouw te worden. Maar nu zij de dochter is van eer en
rijkdom, mag nu een veroordeelde verwachten, dat zij
met hem zal gaan? Hugh Edwards is niet blind. Hij
ziet in, dat het nu passender is, dat zij die hij liefheeft,
de vrouw zou worden van zijn vriend Sint Jimmy. op
wiens naam geen vlek rust."
Maar met de sluwheid van zijn Indiaansche natuur,
had Natachee niet de heele waarheid verteld, toen hij
Sint Jimmy die verklaring gaf van Edwards' uitbarsting
Natachee herinnerde zich, dat de man. die de spaar
bank had opgericht, en die zijn macht als president dier
Instelling had misbruikt om zijn cliënteele te berooven
Bij de gehouden internationale rennen om
den grooten bokaal over 250 mijl op de
Brooklandbaan, zegevierde Bryan Lewis,
terwijl Sir Malcolm, 's werelds grootste snel
heidsmaniak met leege handen naar huis
moest gaan.
De brand in den weldadig*
heidsbazar.
Droevig is wel het lot geweest van de drie dochters
van den Beierschen hertog Maximiliaan van Beieren.
De oudste dochter, Elisabeth, gehuwd met den keizér
van Oostenrijk, Frans Joseph, werden op den lOden
Septemer 1898 te Genève door een anarchist ver
moord.
De tweede dochter, Maria, gehuwd met den koning
van Napels, Frans den Tweede, moest na een heldhaf
tige verdediging, waarbij gevaar voo rhaar leven be
stond, stad en koninkrijk verlaten en werd als een
zwervelinge.
En de jongste dochter Sophie, gehuwd met den her
tog van AlenQon, gevierd in de hoogste kringen van
Parijs, ctierf den vlammendood.
Wij schrijven 5 Mei 1897. De schoonen der Fransche
aristocratie te Parijs, onder leiding van de hertogin
van AlenQon, hadden een wedadigheidsbazar georgani
seerd. Het feest was in vollen gang, toen plotseling de
schelle kreet weerklonk: „brand, brand". De film van
de cinematograaf, die voor het eerst daar zou worden
vertoond, had vlam gevat en de vlammen hadden gre
tig voedsel gevonden in de draperieën, waarmede de
hal was versierd: „Brand, brand". Een ontzettende pa
niek ontstond. M*en drong naar de uitgangen, alles en
iedereen omverloopende, die zich in den doorgang be
vond. Eenigen, onder wie de hertogin, poogden de me
nigte tot een rustig verlaten van de zaal te bewegen,
maar het was tevergeefsch. Het werd een erbarmelijke
strijd om het leven, een wanhopige poging om zich te
redden, zij het dan ook ten koste van het leven van
anderen. Men worstelde, streed om den uitgang te be
reiken. En terwijl men onder angstkreten, geschreeuw
om hulp, waanzinnig rondliep, breidde het vuur zich
uit. De hertogin van Alenqon, die gered had kunnen
worden, liet de jonge meisjes, de verkoopsters aan de
stands, voorgaan. Niet minder dan 113 menschen, de
meeste vrouwen uit de hoogste kringen van Parijs,
vonden den dood in de vlammen.
De hertog, zelf gewond, zocht met de zuster van de
hertogin, de koningin van Napels, naar het lijk van de
hertogin.
Men vond het niet. Aanvankelijk geloofde men, dat
zij was gered. Eindelijk herkende een kamermeisje het
hoofd van de hertogin, dat van den romp was geschei
den, aan de tanden.
Of de lichaamsdeelen, die met het hoofd van de
hertogin werden begraven, werkelijk tot het lichaam
van de hertogin hadden behoord, kon niemand zeggen.
Het was erbarmelijk verbrand.
van hun spaarpenningen, en die, om zichzelven te vrij
waren, een onschuldige, Donald Payne, naar de ge
vangenis had doen gaan George Willard Clinton
heette.
HOOFDSTUK XXXIII.
Goud.
Toen Hugh Edwards van Sint Jimmy en den Indiaan
wegliep, was hij buiten zichzelf van smart en woede.
Hij had zich tot op zekere hoogte voorbereid op het
verlies van Marta. Hij had zichzelf voorgehouden, dat
zijn liefde sterk genoeg was om ook dat te verduren,
maar om haar te moeten opgeven omdat zij de dochter
bleek van den man, die hem had doen veroordeelen en
hem daardoor beroofd had van het recht haar te be
zitten, dat was meer dan hy verdragen kon.
Toen hij blindelings wegrende van het huis, dat hem
een toevluchtsoord was geweest, maar hem thans een
folterplaats was geworden, hoorde hij Marta hem
roepen.
Hij hield niet stil. Hij moest weg weg van allen
hier. Die oude goudzoekers, Sint Jimmy, Natachee,
Marta, die doode Mexicaan, allen hadden samen
gespannen met God om hem in deze hel van tegen
strijdige liefde- en haatgevoelens te storten.
Toen hij weer eenigszins tot zichzelf lrwam, bevond
hij zióh in de hut, die zijn tehuis was geweest in die
eerste maanden van zijn leven ln de Goudkloof. Toen
hij een plek zocht om zich te verbergen, als een door
de jagers gewond wild zich voor de honden verbergt,
had hij deze hut gevonden. Hij had geleerd zich daar
veilig te gevoelen. Maar nu gevoelde hij zich niet vei
lig daar. De ledige ruimte was vol herinneringen, die
dreigden hem krankzinnig te maken.
Hier was zijn droom van vrijheid en liefde geboren.
Hier had de lieve kameraadschap van het meisje hem
doen gelooven, dat er voor hem nog iets bestond om
op te hopen, om voor te werken en te leven. Hij kon
hier niet blijven nu. Dit was niet meer een schuilplaats
waar hij zich voor zijn vijanden kon verbergen; het
was een val, een hinderlaag. Hij moest hier weg, en
dadelijk.
Wordt vervolgd.