DE IJZEREN DEUR Arrondissementsrechtbank te Alkmaar Woensdag 10 Mei 1933. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9276 Voorbereidingen voor een nieuwen stratosfeertocht i tiftf jfi i m-iivt. i j *11 ft -t Vïi' „International Trophy" op de Brooklandbaan ZITTING VAN MAANDAG 8 MEL VOOR DEN POLITIERECHTER. De Rijp. EINDELIJK UIT DE KOELCEL GEHAALD. Dat de Inmaak uit het justitieele vat niet gauw ver zuurt, bleek zonneklaar uit de twee strafzaakjes con tra mej. Barbara K., wonende in de straat „De Rechte" te De Rijp. die heden na een rust van ruim 9 maanden weer op 't repertoire prijkten. Reeds op 12 October werd mej. Barbara, die voortdurende „hommeles" heeft met de al te dicht in de buurt wonende familie, bij ver stek veroordeeld tot f 15 boete en op 26 October zou na gedaan verzet tegen dit vonnis, de opposante te recht staan in twee dergelijke kijfzaakjes, doch zij was toen ziek en bleef ziek. Ook thans, nu de zaakjes we derom werden voorgebraoht en volgde wéér aanhou ding tot St. Juttemis. Den Helder. EEN LASTIGE GRAANTJESPIKKER. De niet verschenen heer Bauke J. te Den Helder, had zich in den nacht van 11 Februari te naarstlglijk gelaafd aan het verleidelijke vocht van Bacchus en werd deswege door adj.-inspecteur Schipper en agent Sprengers aangehouden en overgebracht naar het bu reau, tegen welke expeditie de arrestant zich onder de gebruikelijke krachttermen duchtig verzette. Eisch en vonnis 1 maand gev. Schoorl. EEN HERDERSHOND GESTEENIGD. Een te Schoorl wonende 29-jarige arbeider, Minze W., werd om een of andere oorzaak hevig verstoord op een hond en wierp hem zóó krachtig met een steen dat het getroffen dier op de plaats stierf. Het dier bleek het eigendom te zijn van den heer P. Praat, postbode aldaar, die thans van den verdachte f 15 scha devergoeding vorderde. Het lijk van den hond is nim mer terecht gekomen. Verdachte beweerde, spijt te hebben over zijn iriftdaad. Eisch f 10 boete of 10 da gen. Vonnis conform met toewijzing der civiele vorde ring. Hoogwoud. GEEN ANIMO VOOR DEN KONINKLIJKEN ROK. De dienstplichtige a.s. milicien Jannis B. te Hoog woud, was in gebreke gebleven, zich als milicien bij den burgemeester te melden. De anti-militairist, niet verschenen, werd veroordeeld tot f 40 boete of 40 dg. Ook jongeheer Christiaan L., evenmin verschenen, had zich aan een dergelijk verzuim schuldig gemaakt. Het was hier meer laksheid dan onwil. Vonnis in dit geval f 20 boete of 20 dagen. Alkmaar. FATSOENLIJK IS ANDERS. WIE WAS HIER DE RASPLOERT? De niet aanwezige heer Thijs B., 'n daklooze zwer ver, had op 24 Februari op het politiebureau te Alk maar, een hoofdagent, toen hij nachtverblijf verzocht, beleedigd, door hem als een rasploert te kwaliflceeren. De man is reeds herhaaldelijk veroordeeld. Eisch en vonnis 1 maand gev. Wervershoof, HU KON DEN POLITIERECHTER MAAR NXET VERGETEN. De 21-jarige heer Erwin K, 'n soort Duitach-Poolsch import, en in oorlogsellende als pleegkind toegewezen aan een gemoedelijk buitenmannetje te Wervershoof, stond reeds op 15 Februari 1932 terecht ter zake op lichting van diverse voedings- en genotmiddelen, ta bak, sigaren, paardebief en eieren, die hij op naam van zijn pleegvader had gehaald bij verschillende winke liers en werd toen alreeds officieel gesignaleerd als 'n opschepper, 'n leugenaar, 'n lastpost, 'n opruier, kortom als een maatschappelijk onsociaal individu. Gemaks halve was dit present-kaasje in voorarrest gesteld, doch na belofte van beterschap gestraft met een voor waardelijke gevangenisstraf van 3 maanden en aan zijn goedbloedigen pleegvader teruggegeven. Thans echter verscheen hij opnieuw voor den politie rechter ter zake verduistering van een ijzeren giek, die hij van getuige Vertelman had geleend en toen had verkocht om zijn schulden te voldoen. Kooper was de heer J. Bot voor f 25, welke heer Bot echter in de heilige veronderstelling verkeerde, dat het bootje eigen dom van den heer Pool was. Bot speelde echter nog een goede kaart, want hij ontving f 25 van Erwin te rug en bovendien nog f 10 voor zijn „bemoeiingen". Be doeld bootje werd echter in beslag genomen en is nog steeds gesteld onder hoede der politie. Hij werd thans veroordeeld tot f 25 boete of 25 dagen, ongeacht de 3 maanden die hem misschien nog wachten. FEUILLETON. Uit het Engelsch van HAROLD BELL WRIGHT. Toen de Mexicaan den naam niet bleek te weten, was de hoop weer in Edward's hart levendig geworden Maar toen Natachee met dat pakje aankwam, dat So- nora Jack zoo zorgvuldig bewaard had, had Hugh Edwards begrepen, dat het nu nog slechts een kwestie van minuten was tot de identiteit van de vrouw die hij liefhad, zou vaststaan hetgeen beteekende, dat hij haar nu nooit kon vragen de zijne te worden. Sint Jimmy had de papieren ten einde gelezen en vouwde ze zorgvuldig weer in hun leeren omhulsel. Voor het oplettend oog van den Indiaan scheen hij besluiteloos, alsof hij niet recht wist wat hij doen moest. Ten slotte zag hij op, en zeide: „Je had gelijk, Natachee, deze papieren zjjn de aan vulling van het verhaal van den Mexicaan en het be wijs voor de identiteit van haar, die wij als Marta Hill- grove gekend hebben." HOOFDSTUK XXXIL Onthullingen. Hugh Edwards stond op, en zeide met den moed der wanhoop: „Nu. vooruit er mee." Sint Jimmy antwoordde op zonderling peinzenden toon: „Marta want zoo heet zij is geboren in een kleine stad in het zuidwesten van Missouri, in het dis trict der lood- en zinkmijnen. Haar ouders stonden in groot aanzien in de gemeenschap, waar de familie aJ sinds drie geslachten gewoond had. Omstreeks dat Marta geboren werd, kocht haar va der, die op een kleine gchaal in landerijen en vaste goe Heemskerk Alkma a r. EEN DAMESTASCHJESDIEF IN DE BALZAAL. De 26-jarige heer Laurentius Joh. L., wonende te Heemskerk, had zich te verantwoorden terzake weder rechtelijke toeëigening van een damestaschje met in houd, waaronder eenige contanten, ten nadeele van mej. C. Zijp, uit Egmond-Binnen, welke diefstal was gepleegd in een danslokaal te Alkmaar. De inhoud van het damestaschje werd heden door den Politierechter geïnspecteerd en verbaasde den toeschouwer door de rijke variëteit, die een dergelijke bewaarplaats kan be vatten. Verschillende voorwerpen waren nog niet te recht. De bijzonder dom uitziende verdachte erkende. Hij had het „zoo maar" gedaan. Volgens den vader was zijn zoon verstandelijk niet normaal. Eisch f 25 boete of 25 dagen. Vonnis conform eisch. Heemskerk. DE DIEFJESMAAT WERD OOK ONDER HET MES GENOMEN. De vriend van den taschjesdief. Gerrit B., 'n 20- jarige tuinderstelg, had mede geprofiteerd van den door Lou L. gepleegden roof en als geschenk aange nomen 'n zilveren rozenkrans, 'n congregatie-medaille, 'n gulden en 'n vulpen. Hij stond thans terecht wegens heling en speelde voortreffelijk den onnoozele. Eisch en vonnis zeer clement f 25 boete of 25 dagen. Medemblik PERSOONLIJKE KENNISMAKING OP PRIJS GESTELD. De vorige week kwam ook op de invitatielijst van den officier voor zekeren heer Wilhelm W .uit Medemblik, die zich op 26 Januari de brutaliteit, had veroorloofd, baldadiglijk een touw, dat moest dienen tot afzetting van een ijsbaan, stuk te snijden. De vernielzuchtige knaap was niet verschenen, wat den politierechter dwars kwam te zitten, zoodat hij gealstte de persoonlijke ver schijning a tout prix. De edele jongeling was thans be hoorlijk gearriveerd onder geleide van brigadier Brou- Dr. Max Cosyns (links), de assistent van Prof. Piccard, en De Bruyne treffen de voor bereidingen voor een nieuwen tocht naar de stratosfeer, terwijl prof. Piccard zelf op liet oogenblik in Amerika vertoeft en door mid del van voordrachten de benoodigde gelden daarvoor bijeen tracht te krijgen. Hierboven zullen de beide „hoogvliegers" juist opstij gen voor een proefvlucht. deren handelde, een stuk land van menschen, die er nauwelijks van konden bestaan. Het was steenachtig heuvelland, bijna geheel begroeid met dwergeiken, die het bijna waardeloos maakten voor bebouwing, en de eigenaar en zijn vrouw waren blij er den gewonen markt prijs voor te kunnen krijgen. Maar kort daarna bleek datzelfde armelijke bouwland een grooten mineralen rijkdom te bergen de rijkste mijnen feitelijk van het heele district." „Wacht even," viel Hugh Edwards hem in de rede, „haal je dat alles uit de papieren in dat pakje?" „Neen, Hugh; maar de zaak is, dat ik geboren en op gevoed ben in datzelfde stadje in Missouri. Al mijn fa milie woonde daar, en ook toen ik naar St. Louis was gegaan, bleef Ik in geregelde betrekking met mijn oude tehuis. Deze papieren zijn voor mij de aanvulling van een geschiedenis, die ik sinds jaren gekend heb. Ik tracht het zoo te vertellen, dat het je ineens duidelijk wordt" „Ga voort alsjeblieft." „Toen het land, dat zij verkocht hadden, zooveel waarde bleek te hebben, waren die menschen, die eerst blij geweest waren met den prijs voor hun ondersteld waardeloozen grond, hevig verbitterd. Zij beschouwden zich als bestolen, en broedden over hun onderstelde grieven, totdat zij een wraakplan hadden uitgedacht. Zij stalen het kleine kind, Marta Hun plan was gelijk hieruit blijkt" en Sint Jimmy wees op het pakje papieren, „om het kind bij zich te houden tot de vader een fortuin gemaakt had uit den mineralen bodem dien hij hun had afgekocht, en hem dan te dwingen een aanzienlijk deel daarvan aan hen terug te betalen als losprijs voor zijn kind. Die man en vrouw reisden met het kind in een wa gen naar het westen. Zy kampeerden in dien wagen. Als er voorraad noodig was, ging de man alleen inkoo- pen doen. Zij kwamen slechts in een stad om er door te trekken, en hielden dan het kind zorgvuldig verbor gen. Daar hun bedoeling was om later den vader geld af te persen, bewaarden zij zorgvuldig alle bewijzen voor de identiteit van het meisje, terwijl hun vrees om gevangen genomen te worden hen even zorgvuldig hun eigen lndentiteit deed verbergen. Meer dan een jaar later bereikten zij Tucson. Het overige weten wij. Ik moet er nog bijvoegen, dat Marta's moeder een half jaar na den roof van haar kind gestorven was. Na haar dood verkocht George Clinton zijn mijnaandee- len en verhuisde naar Californië." wer. Hij had niet willen verschijnen, omdat de Prinses jarig was en hij dezen heugelijken dag recht feestelijk had willen vieren. Enfin, hij was er nu en bleek geen gezellige causeur te zijn. De politierechter moest hem de woorden letterlijk uit de keel haien. Ten slotte ech ter werd het onderhoud wat meer geanimeerd en ein digde de audiëntie met veroordeeling van Wilhelm, die ondanks zijn 18-jarigen leeftijd, ook een hartig slokje niet versmaadde en zich per saldo ontpopte als 'n 1 Meivierder van een Oranjeklant, tot f 15 boete of 15 da gen, terwijl hij tevens onder toezicht van een gezins voogd werd gesteld. De heer Everhuis. leeraar te Medem blik zal deze functie waarnemen. Wat zal hij blij zijn! Bovenkarspel. ZIJN EIGEN VADER BESTOLEN. De thans gedetineerde 18-jarige Doede D„ wonende te Bovencarspel had omstreeks Kerstmis 1932 een bedrag van f 10 uit de toonbanklade in den winkel van zijn vader ontvreemd, voor welk feit hij thans terecht stond. Reeds vele malen had Doede zijn vader bestolen. Het liep zooals de vader zelf getuigde, in de honderden. Ten einde raad had de vader zijn misdadigen zoon opgeof ferd en aangifte gedaan. Doede stond heden terecht en werd als raadsman en verdediger bijgestaan door Mr. v. d. Loos te Alkmaar. De heer Wiggers had een reclasseeringsrapport samen gesteld en noemde verdachte koud en onverschillig. Het rapport was dan ook niet optimistisch gestemd. Het is een twijfelnummer concludeerde de heer Wiggers. De officier requireerde in deze treurige zaak 3 maanden voorw. met 3 proefjaren. Mr. v. d. Loos refereerde zich. Uitspraak Dinsdagmorgen. A n d ij k. HET SCHEIDEN DEED WEE AAN ALLE TWEE! Dé 29-jarige te Wervershoof geboren en te Andijk wonende landarbeider Joh. R. gedroeg zich in den avond van 29 Januari in het café van den heer K. Wester te Nibbixwoud zóó onhebbelijk, dat de kastelein hein lie ver kwijt dan rijk was en hem ten slotte al of niet be leefd verzocht, zijn localiteit zoo spoedig mogelijk te verlaten. Het jonge mensch voldeed niet aan het verzoek en stond nu terecht wegens huisvredebreuk. Op alles wat hem voor de voeten werd geworpen, repliceerde deze verdachte stereotiep: Nee meneer! De officier en politierechter zeiden echter: Ja, meneer, en werd ver dachte veroordeeld tot f 15 boete of 15 dagen. Venhuizen. EEN KNOEIER IN CRISISVARKENSWETSTUKKEN De heer Herman R.. slager te Venhuizen, stond he den terecht voor het moderne misdrijf bestaande uit verschillende valsche opgaven te doen in een aanvraag tot vrijstelling door een dergelijk biljet te teekenen met den naam van Dirk Slijkerman en in te vullen, dat het gezin bestond uit 7 personen en dat het inkomen be stond uit f 1500. Het betrof hier een aanvraag tot huis slachting voor 2 varkens. Door de gebruikmaking van dit stuk kon een nadeel van f 15 ontstaan voor het sta bilisatiefonds. Door verdachte werd het feit toegegeven De knecht van verdachte had een formulier bij den veehouder J. J. Bakker gebracht. Deze vulde het wel willend in en het werd later door den slager valschelijk geteekend. Gevorderd werd f 100 boete of 60 dagen. De slager leverde het vetste brokje van de zitting en werd ver oordeeld tot f 75 boete of 60 dagen. H e i 1 o o. DEZE BAKKER WAS NIET VOOR DEN BAKKER! Een 26-jarige bakkersknecht, G. A.W., thans wonen de te Bussum. was voorheen in dienst bij den heer C. Klopper te Heiloo, doch had zich in die betrekking niet gunstig onderscheiden. Althans stond hij heden terecht wegens verduistering van f 114.31, ontvangen van de klanten te Alkmaar, en f 10 wisselgeld. Hij ging op 'n goeden of liever kwaden dag uit met de bakfiets en de brood mand. benevens f 10 wisselgeld, en keerde, met achterlating van rijwiel enz., maar met medeneming van de contanten, niet meer terug. Heden stond deze on trouwe dienstknecht terecht. Volgens den heer Klop- per was het tenlaste gelegde bedrag niet juist en kwam hij nu met een andere rekening. Het was f 77.59, alles tezamen genomen. Thans was Klopper, door de familie geheel schadeloos gesteld. Verdachte zelf kon geen voor lichting geven, maar erkende gelden verduisterd te heb ben. Hij rookte sterk en bemoeide zich al te druk met meisjes. Leefde boven zijn stand en verkwistend. De zaak aal op 12 Juni worden voortgezet Schagen. ONBARMHARTIGE BEHANDELING VAN EEN ..GOEDEN JONGEN." De 28-jarige koopman Cornelis Br. te Schagen stond terecht ter zake het niet voldoen aan een ambtelijke vordering, gegeven door den dienaar van politie Flap per. De heer Br. bestuurde een auto en gaf geen gevolg aan het stopgebaar en den roep: Halt Politie! en reed door. Thans beweerde hij den heer Flapper heelemaal niet te hebben gezien. Zijn voorruit was sterk beregend De aanhouding had plaats in den avond van 8 Maart op de Gedempte Gracht De a.s. schoonmama van Cor nelis had, zegt zij, ook niets gezien. Kees was zoo'n goeie jongen, prees zij hem. Maar hij werd al driemaal veroordeeld! Vonnis 1 maand gevangenisstraf voor den goeien jongen. Hugh maakte een plotselinge heftige beweging. Zijn gelaat was aschgrauw geworden, en zijn lippen beefden zoo, dat hij nauwelijks kon spreken. „George Clinton, zeide je?" „Ja." „George Willard Clinton?" „Ja, ken je dien soms?" Hugh Edwards zweeg, in een heftige poging zijn zelf- beheersching te herwinnen. Hij draaide zich om, ging naar het venster en bleef naar buiten staan kijken. „Ja," zeide hij eindelyk, en nu klonk zijn stem weer vast, „ja, dien ken ik wel. Hij woont in Los Angelos. Ik had ook wel eens gehoord, dat hij vroeger in mijnen in Missouri geinteresseerd was, maar ik wist niets van die geschiedenis die je nu verteld hebt. Hij is heel rijk." „Dat is prachtig voor Marta," riep Sint Jimmy uit. Hugh Edwards ging van het raam weg en kwam bij het lijk van den Mexicaan staan. „Ja, het zal heerlijk voor haar zijn." En plotseling neerziende op den doode, barstte Hugh Edwards in lachen uit Sint Jimmy sprong overeind dat was geen goede lach. „Hugh!" De ander wendde zich woest tot hem. „Jij wint, Sint Jimmy mijn gelukwenschen!" En hij stoof als razend de deur uit. Sprakeloos van verbazing staarde Sint Jimmy Nata chee aan. „Wat ter wereld bedoelt hij daarmee?" zeide hij ten laatste. „Begrijp je dat werkelijk niet?" En toen de ander het hoofd schudde, zeide Natachee langzaam: „Toen iedereen geloofde, dat de vrouw die Hugh Ed wards liefheeft, een vondeling was zonder rechten zelfs op den naam dien zij droeg, kon hy haar vragen zijn vrouw te worden. Maar nu zij de dochter is van eer en rijkdom, mag nu een veroordeelde verwachten, dat zij met hem zal gaan? Hugh Edwards is niet blind. Hij ziet in, dat het nu passender is, dat zij die hij liefheeft, de vrouw zou worden van zijn vriend Sint Jimmy. op wiens naam geen vlek rust." Maar met de sluwheid van zijn Indiaansche natuur, had Natachee niet de heele waarheid verteld, toen hij Sint Jimmy die verklaring gaf van Edwards' uitbarsting Natachee herinnerde zich, dat de man. die de spaar bank had opgericht, en die zijn macht als president dier Instelling had misbruikt om zijn cliënteele te berooven Bij de gehouden internationale rennen om den grooten bokaal over 250 mijl op de Brooklandbaan, zegevierde Bryan Lewis, terwijl Sir Malcolm, 's werelds grootste snel heidsmaniak met leege handen naar huis moest gaan. De brand in den weldadig* heidsbazar. Droevig is wel het lot geweest van de drie dochters van den Beierschen hertog Maximiliaan van Beieren. De oudste dochter, Elisabeth, gehuwd met den keizér van Oostenrijk, Frans Joseph, werden op den lOden Septemer 1898 te Genève door een anarchist ver moord. De tweede dochter, Maria, gehuwd met den koning van Napels, Frans den Tweede, moest na een heldhaf tige verdediging, waarbij gevaar voo rhaar leven be stond, stad en koninkrijk verlaten en werd als een zwervelinge. En de jongste dochter Sophie, gehuwd met den her tog van AlenQon, gevierd in de hoogste kringen van Parijs, ctierf den vlammendood. Wij schrijven 5 Mei 1897. De schoonen der Fransche aristocratie te Parijs, onder leiding van de hertogin van AlenQon, hadden een wedadigheidsbazar georgani seerd. Het feest was in vollen gang, toen plotseling de schelle kreet weerklonk: „brand, brand". De film van de cinematograaf, die voor het eerst daar zou worden vertoond, had vlam gevat en de vlammen hadden gre tig voedsel gevonden in de draperieën, waarmede de hal was versierd: „Brand, brand". Een ontzettende pa niek ontstond. M*en drong naar de uitgangen, alles en iedereen omverloopende, die zich in den doorgang be vond. Eenigen, onder wie de hertogin, poogden de me nigte tot een rustig verlaten van de zaal te bewegen, maar het was tevergeefsch. Het werd een erbarmelijke strijd om het leven, een wanhopige poging om zich te redden, zij het dan ook ten koste van het leven van anderen. Men worstelde, streed om den uitgang te be reiken. En terwijl men onder angstkreten, geschreeuw om hulp, waanzinnig rondliep, breidde het vuur zich uit. De hertogin van Alenqon, die gered had kunnen worden, liet de jonge meisjes, de verkoopsters aan de stands, voorgaan. Niet minder dan 113 menschen, de meeste vrouwen uit de hoogste kringen van Parijs, vonden den dood in de vlammen. De hertog, zelf gewond, zocht met de zuster van de hertogin, de koningin van Napels, naar het lijk van de hertogin. Men vond het niet. Aanvankelijk geloofde men, dat zij was gered. Eindelijk herkende een kamermeisje het hoofd van de hertogin, dat van den romp was geschei den, aan de tanden. Of de lichaamsdeelen, die met het hoofd van de hertogin werden begraven, werkelijk tot het lichaam van de hertogin hadden behoord, kon niemand zeggen. Het was erbarmelijk verbrand. van hun spaarpenningen, en die, om zichzelven te vrij waren, een onschuldige, Donald Payne, naar de ge vangenis had doen gaan George Willard Clinton heette. HOOFDSTUK XXXIII. Goud. Toen Hugh Edwards van Sint Jimmy en den Indiaan wegliep, was hij buiten zichzelf van smart en woede. Hij had zich tot op zekere hoogte voorbereid op het verlies van Marta. Hij had zichzelf voorgehouden, dat zijn liefde sterk genoeg was om ook dat te verduren, maar om haar te moeten opgeven omdat zij de dochter bleek van den man, die hem had doen veroordeelen en hem daardoor beroofd had van het recht haar te be zitten, dat was meer dan hy verdragen kon. Toen hij blindelings wegrende van het huis, dat hem een toevluchtsoord was geweest, maar hem thans een folterplaats was geworden, hoorde hij Marta hem roepen. Hij hield niet stil. Hij moest weg weg van allen hier. Die oude goudzoekers, Sint Jimmy, Natachee, Marta, die doode Mexicaan, allen hadden samen gespannen met God om hem in deze hel van tegen strijdige liefde- en haatgevoelens te storten. Toen hij weer eenigszins tot zichzelf lrwam, bevond hij zióh in de hut, die zijn tehuis was geweest in die eerste maanden van zijn leven ln de Goudkloof. Toen hij een plek zocht om zich te verbergen, als een door de jagers gewond wild zich voor de honden verbergt, had hij deze hut gevonden. Hij had geleerd zich daar veilig te gevoelen. Maar nu gevoelde hij zich niet vei lig daar. De ledige ruimte was vol herinneringen, die dreigden hem krankzinnig te maken. Hier was zijn droom van vrijheid en liefde geboren. Hier had de lieve kameraadschap van het meisje hem doen gelooven, dat er voor hem nog iets bestond om op te hopen, om voor te werken en te leven. Hij kon hier niet blijven nu. Dit was niet meer een schuilplaats waar hij zich voor zijn vijanden kon verbergen; het was een val, een hinderlaag. Hij moest hier weg, en dadelijk. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 5