Het raadsel van het kasteel „Neijenroode" opgelost. Algarije als deel van Frankrijk. SLUW OPGEZETTE INBRAAK MET GEHOORDE INBREKERS Negen personen gearresteerd onder wie de kasteelheer De rervalschingsaffaire te Dirksland Een leelijke poets gebakken VERDACHT VAN OPRUIING Opnieuw 3 maanden geëischt. De buit grootendeels terecht. Amsterdam, 11 Mei. Op 29 Februari van het vorige jaar had op het kasteel Neijen- rode in de nabijheid van Breukelen een in braak plaats, waarbij eenige schilderijen en een aantal miniaturen van zeer grootee waar de werden gestolen. Reeds onmiddellijk was de geheele zaak omgeven door een waas van geheimzinnigheid en thans is het de Amster- damsche justitie en de Centrale Recherche te Amsterdam, onder leiding van inspecteur Posthuma. met behulp van zijn recher- cheursDe Weilé en Loman gelukt, de sluier van geheimzinnigheid, die over dit misdrijf hing, op te lichten. Er is komen vast te staan, dat de geheele inbraak een in elkaar gezet plan was, waar van de verzekeringsmaatschappij tot een bedrag van f 70.000.— de dupe is geworden. De Justitie heeft thans in totaal gearresteerd de drie inbrekers, het geestelijk hoofd van de inbrekers, een bekend heler, die nog on langs werd veroordeeld, een particulier de tective en zijn secretaresse, benevens een tus- schen-persoon tusschen de dieven en den heer K., een bekende van den heer M. O. van N., de bewoner van het kasteel. Ook deze beide laatste personen zijn gearresteerd, zoo dat in totaal negen personen zich in hech tenis bevinden. Er kwamen eenige maanden geleden ter parkette geruchten binnen dat een groot aantal valsche Tur- mac-bons, die gefabriceerd waren in België, hier te lande in omloop waren De Valsch Geld-Centrale, waaronder deze zaak resorteerde, stelde onder lei ding van den Commissaris Broekhof een onderzoek in. Het politie-onderzoek leidde tot een huiszoeking bij den particulier detective J., in de wandeling en in de onderwereld betiteld met den naam Dikkie Bigmans. Bij deze huiszoeking in de woning aan de Stadhouderskade werden twee miniaturen gevonden, afkomstig uit het kasteel Neijenrode en op 29 Fe bruari van het vorige jaar gestolen. Naar alle waarschijnlijkheid was de inbraak op het kasteel in elkaar gezet werk geweest. De detec tive en rijn assistente, de 28-jaripe mejuffrouw A. N., werden gearresteerd Het spoor werd hardnekkig door de justitie en politie gevolgd en de detective, zoowel als zijn assistente, legde later voor de poli tie en den rechter-commissaris een bekentenis af: de inbraak in het kasteel Neijenrode was „een kunstje" geweest. Op grond van de door dit tweetal afgelegde verklaringen werden weer twee huiszoe kingen gehouden. Een In Den Haag onder leiding van den Officier van Justitie te Amsterdam, mr. dr. A. van Thiel en één in Amsterdam. In Den Haag werden huiszoekingen verricht bij J. W. K., die vroeger een buiten in de nabijheid van Naarden bewoonde, en o.a. houder van renstallen was. Hier ter stede werd huiszoeking verricht bij zekeren W. in dc Van Woustraat. Deze man is een „manusje van alles", die reeds in allerlei zaken en ondernemingen gewerkt heeft. Hij is een „zaken vriend" van den Haagschen K. Deze Amsterdamsche huiszoeking werd verricht door den Officier van Justi tie Mr. Van Dulleman. Deze huiszoeking in de Van Woustraat leverde nieuw materiaal in den vorm van twee belangrijke brieven achter een spiegel van de kast in de slaapkamer. Het bleken concepten te zijn van chantage-brieven aan den heer O., bewoner van het kasteel Neijenrode. Deze brieven waren geschre ven door K. (Den Haag). Uit de verhooren van K. en W. bleek, vooral door de verklaringen van W., dat zij de schakel gevormd hebben tusschen den bewoner van het kasteel Neijenrode en de „kraker-combinatie", bestaande uit den bekenden B., en drie „zware jon gens". W. heeft volledig bekend dat hij in opdracht van K, die weer gehandeld heeft in overleg met O., zich in verbinding met de drie inbrekers heeft gesteld. Twee van dit drietal zijn bekende inbrekers, terwijl de tierde een zoogenaamde „gabber" (inbreker in op leiding) is. De inbrekers, die kort geleden zijn ge arresteerd, hebben volledig bekend, en gedurende de verhooren voor politie en rechter-commissaris hebben tv tot in détails verteld hoe de inbraak heeft plaats gehad. Zij waren voorzien van een situatiekaart, waarop de verschillende toegangen tot het groote kasteel nauwkeurig waren aangegeven. Zij zijn bin nengedrongen door een raam van een hoekzaal. Dit raam was voorzien van glas-in-lood-raampjes en ook hierin voorzagen de informaties. Zij hadden n.1. op dracht, het derde ruitje van boven en het derde ruitje van onder te verbreken, zoodat zij door hun hand er door te steken de grendels weg konden schuiven. Er was afgesproken, dat op 29 Februari de „stoot" zou plaats hebben, doch vooraf hadden de inbrekers zich degelijk op de hoogte gesteld of de zaak niet ineen was gezet, om hen in de gevangenis te krijgen. Hoe wel het binnenplein dik met grind is belegd en het verbreken van de glas-in-lood-raampjes veel leven maakte, hoorde de kasteel-bewoner, die n.b. vlak bo ven de bewuste kamer sliep, niets van het geval. Be halve van instructies hoe binnen te komen, was den inbrekers ook nauwkeurig gezegd wat zij van de kunstschatten mee moesten nemen. Een gedeelte van de antiquiteiten behoort n.1. aan de firma Goudstik ker, die het kasteel gedeeltelijk tot show-room ge bruikt Den inbrekers was gezegd, dat zij de schilde rijen moesten hebben, die om de „roetmop", een mak kelijk te herkennen schilderij, hing. Daar deze ka mer vrij dicht aan den hoofdweg is gelegen, hadden de ditmaal uitgenoodigde inbrekers de gordijnen maar dicht geschoven, wat ook weer met lawaai ge paard ging, „het leken wel vloerkleeden", verklaar- den de heeren voor den rechter-commissaris. Voorts hebben de inbrekers voor den rechter-com missaris nadrukkelijk verklaard, dat zij zich precies aan de instructies hebben gehouden eri vijf schilde rijen en een aantal miniaturen, die klaar waren ge zet, hebben meegenomen. Alles was zoo geprepareerd, dat vergissingen uitgesloten waren. De miniaturen gingen in een zak en de kostbare schilderijen werden achter op de fiets gebonden en zoo ging het hoofdstad- waarts. Het gestolen goed werd naar den ouden be kenden van politie en justitie B. gebracht, die de jon gens er op uitgestuurd had. Toen was het wachten op geld. Er was geaccordeerd, dat verschillende „heeren" twaalfduizend gulden te verdeelen zouden krijgen. De betaling trainneerde echter op dusdanige wijze, dat zij als schadeloosstel ling er zelf nog achtduizend gulden oplegden, zoodat zij in totaal twintig mille vorderden. Doch de heer O. zat vrijwel op zwart zaad, zoodat van betaling niets kwam. B. en zijn inbrekersstaf werden ongeduldig. Aanvankelijk besloten zij om zich schadeloos te stel len voor zoover dat mogelijk was door het goud van de miniaturen af te sloopen. Eindelijk kwam f 1500.— binnen. De Haagsche K. kreeg f 500.de man die als tusschenpersoon tusschen K. en B. was opgetreden toucheerde evenoens f 500.terwijl voor B. en zijn inbrekers de laatste f500.werd afgestaan. Een maand lang werd er levendig onderhandeld. Min of meer bedekte bedreigingen aan het adres van den kasteelheer bleven niet uit, doch geld kwam er niet op tafel. B. en de inbrekers zaten toen met hun gesto len waar opgescheept, want zoowel de schilderijen als de miniaturen zijn van een dusdanige bekendheid in de wereld van den kunsthandel, dat een eenigszins loonende verkoop absoluut onmogelijk was, zonder gesnapt te worden. Nu komt de volgende schakel in deze F.dgar Wal- lace story. B. zocht contact met den particulier de tective J„ wetende dat deze nog al eens door ver zekeringsmaatschappijen wordt belast met het op sporen van gestolen goed. Deze J. stelde zich op zijn beurt weer in verbinding met de verzekeringsmaat schappij Het gestolen goed was zeer hoog voor eenige tonnen verzekerd, en het was natuurlijk de bedoeling om na uitbetaling van het verzekerings bedrag de schilderijen en de miniaturen te vernie tigen, zoodat iedere kans dat zij weer op de prop pen zouden komen, weg was. Intusschen werd door de verzekeringsmaatschappijen een belooning van f 10.000 uitgeloofd. De dieven brachten hun buit naar den particulier detective en deze volgde zijn gewone methode. Op zeer geheimzinnige wijze opende hij de onderhandelingen met de verzekeringsmaatschap pijen. Op donkere avonden en op verlaten wegen wer den afspraken gemaakt J. kwam dan, vergezeld van eenige gemaskerde mannen, in een auto aanrijden, toonde «roor de ruit een schilderij, om dan weer ijlings weg te rijden Zijn geheele bedoeling met deze manipulaties was, om te bewijzen dat hij de buit op het spoor was en ijverig bezig was om de zaak in het reine te brengen. Een derde gedeelte van de partij kwam tenslotte in Maart van het vorige jaar via den particulier de tective bij de verzekering terug. De detective bedong voor zijn bemoeiingen f3500, terwijl f 10.000 door de verzekering werd uitbetaald. Dit geld werd verdeeld onder B. (het hoofd van de inbrekers) en de drie in brekers. De inbrekerscombinatie zat nu nog min of meer in haar maag met twee-derde van de buit. Intusschen moesten de verzekeringsmaatschappijen over de brug komen. Zij boden aan den heer O. van N., tegen wien toen al eenige vermoeden bestond dat de zaak niet geheel in orde was, doch tegen wien de justitie nog geen enkel bewijs had, een dading aan van f70.000.—. Toen kwam tenslotte het tweede pak schilderijen aan de beurt, dit is pas in het begin van dit jaar ook weer via den particulier-detective J. gebeurd. Ook in dit geval speelde T. weer de rol van den pienteren en ijverigen doch uiteerst geheimzinnigen detective. Het lezen van Conan Doyle, Edgar Wallace en Oppen- heira schijnen hun invloed niet te hebben gemist. Hij zou, ook om deze partij op te sporen, weer ge weldige onderzoekingen hebben gedaan. Zoo had hij b.v. het verhaal gedaan, dat in het bosch in de na bijheid van de Hollandsche Rading, in de nabijheid van Utrecht, „zooveel stappen links en zooveel stap pen rechts" de buit m een greppel was begraven. Het behoeft geen betoog dat deze verhalen slechts in het vruchtbaar brein van dezen detective be stonden en de schilderijen reeds lang op een vei lig plekje in zijn kantoor waren verborgen. Door deze verschillende vergaringen hoopte het bewijs tegen den kasteelheer zich op, en Dinsdag avond besloot de justitie haar laatste slag te slaan in den vorm van de arrestatie van O. De Officier van Justitie Mr. van Thiel, de chef van de Centrale Recherche de heer Posthuma en de beide recher cheurs de heeren Loman en Weilé begaven zich in den laten avond per auto naar het kasteel. Op hun vordering ontsloten zich onmiddellijk de groote kasteelpoorten, doch hei bleek, dat de vogel gevlo gen was. Noch de portier, noch de tuinman, noch een van de andere leden van het uitgebreid perso neel wisten te vertellen waar hun heer en meester zich ophielden. Juist echter arriveerde de groote auto van den heer O., waarii zich alleen zijn chauffeur bevond. Deze bleek spoediger geneigd om inlichtingen te geven. Hij vertelde, dat zijn meester zich op dat oogenblik in Den Haag bevond, waarheen hij juist was teruggekeerd uit Duitschland. Hij was teruggekeerd omdat zijn vrouw haar arm had gebro ken. Zoo speelt dus ook het toeval een rol in dezen langen tijd zoo mysterieuze geschiedenis. Onmiddel lijk begaven de beide rechercheurs zich op weg naar Den Haag, waar zij den heer O arresteerden. Het hoeft geen betoog, dat zoowel de politie als de justitie hier uitstekend werk hebben verricht. Voor al doordat nu duidelijk uitkomt, welke rol B., die ook in connectie staat met M.G „de Al Capone van Amsterdam", in de onderwereld van Amsterdam speelt De instructie in deze zaak is nog in vollen ganrr. Het n aterlaal dat zoowel door he parket als door den rechter-commissaris moet worden verwerkt, is overstelpend groot. De eerste weken zal dan ook van de behandeling in openbare zitting nog wel geen sprake kunnen zijn. De eerste waarschuwing. Wordt niet van kwaad tot erger! Die pijn in de lendenen die rheumatische pijnen, duizeligheid, hoofdpijn en die nare urinestoornissen waarschu wen u, dat de organen, welke het bloed dienen te filtreeren, verzwakt zijn. Zij tonnen aan, dat urine zuur en andere onzuiverheden in den bloedsomloop blijven in plaats van met de urine uit het lichaam te worden verwijderd. Uitstel is gevaarlijk. Verwaarloozing leidt dik wijls tot rheumatiek, ischias, spit, blaaszwakte, wa terzucht en andere ernstige kwalen. De ondervinding van duizenden dankbare men- schen bewijst, dat de veiligste wijze tot versterking en opwekking der verzwakte organen bestaat in het gebruik van Foster's Rugpijn Pillen. Dit speciale middel zal spoedig uw gezondheid en kracht her stellen. Bij alle drogisten enz. fl.f 1.75 en f3.— per doos. Twee verdachten op vrije voeten Rotterdam, 11 Mei. Naar wij vernemen zijn he den door de Rechtbank te Rotterdam op vrije voeten gesteld de makelaar W. J. N. te Middelharnls en de landbouwer H. P. te Dirksland, welke personen ver dacht werden betrokken te zijn bij de vervalsóhlngsaf- falre te Dirksland. De landarbeider L. en de timmerman L., belden uit Dirksland, blijven echter ln verzekerde bewaring. Het onderzoek wordt voortgezet. Nazi-leiders voor den gek gehouden. Wee den schuldige. Reuter meldt uit Berlijn: Den Nazi-leiders in Ober-Franken is een leelijken poets gebakken, zonder dat zij weten door wie. Het hoofd der stormtroepen in Bamberg ontving een brief van het ministerie voor volksvoorlichting en propaganda te Berlijn, waarin hem werd opge dragen een bijeenkomst van arbeiders te orcanisee- ren, waarbij het woord zou worden gevoerd door mi nister Goebbels. Ongeveer 6000 personen verzamelden zich op het marktplein en wachtten meer dan een uur, doch de minister verscheen niet. Later bleek dat alle Nazileiders in Ober-Franken dezelfde opdracht uit Berlijn hadden gekregen en dat in bijna elke stad een teleurgestelde menigte na lang durig wachten huiswaarts was gekeerd. De opdracht was natuurlijk een vervalsching. De verontwaardigde Nazi's trachtten thans den schul dige te vinden. In hooger beroep voor het Amsterdamsche Gerechtshof. Amsterdam, 11 Mei. De losse arbeiders R. D. te Z ij p e en de werkman J. B. te W1 e r i n g e n hadden zich hedenmiddag voor het Gerechtshof te verantwoorden, wegens het versprei den van opruiende geschriften te Den Helder op 10 Februari. De politierechter te Alkmaar had hen belden tot drie maanden gevangenisstraf veroordeeld; van dit vonnis zijn de Officier van Justitie, zoowel als de ver dachte D. in hooger beroep gegaan. Voor het Hof ontkenden de verdachten de biljetten verspreid te hebben. Ze waren ln het bezit van een heel pak geweest, dat gaven ze toe, ze hadden zelfs de bedoeling gehad de pamfletten te verspreiden, vertelden ze, maar aan het verspreiden zelf waren ze niet schuldig Dit verweer hielden ze vol, ook toen eenige mariniers hen pertinent herkenden als degenen, die den bewusten avond hun biljetten ln de handen gestopt hadden. Een derde communist, die niet vervolgd ls, werd ge hoord als getuige décharge. Deze getuige verklaarde zelf de biljetten aan de mariniers gegeven te hebben, de twee verdachten hadden dat niet gedaan. De mariniers, weer voorgeroepen, wisten zeker dat zij de biljetten van de verdachten en niet van den ge tuige décharge ontvangen hadden. „Waaraan herkent U ons?" vroeg een der mariniers aan getuige, „Aan het uniform", was het antwoord. „Dat is onmogelijk", repliceerden de mariniers, „want we waren in burger!" De President Mr. Jolles totd en getuige décharge:' „Daax loopje leelijk in hè?" Steeds weer betoogden de verdachten, dat zij wacht ten op een seintje om met het verspreiden te beginnen. Op de pamfletten stond een aansporing, om aan de bemanning van „De Zeven Provinciën" een voorbeeld te nemen. „Bezet de bedrijven", neemt het distributieapparaat ln handen, saboteert en vernietigt!" luidde het o.m. „Het nemen behoort gepropageerd en in practljk gebracht te worden." Op een vraag van Mr. Jolles, hoe de verdachten aan de pamfletten waren gekomen, reqliceerden zjj, dat zij. zelfs als zij het wisten, het toch niet zouden zeggen. De procureur-generaal Mr. A. baron van Harinxma thoe Slooten, eischte bevestiging der door den politie rechter gewezen straffen .zonder aftrek der preventieve hechtenis en verzocht, dat van de verklaringen van den getuige 4 décharge proces-verbaal zal worden opgesteld en dat er naar zijn verklaringen een onderzoek zal wor den gedaan. Na raadkamer wees het Hof dezen laatsten elsch toe. Als verdedigers traden op Mr. Bulskool en Mevr. Mr. T. de Ruyter de Zeeuw. Arrest 25 Mei. TWEE MAN IN EEN BOOT. Op weg naar Kaap De Goede Hoop. Ten gevolge van de slechte weersomstandigheden zijn een paar jongelui aan de Friesche kust onder Ferwerd geland. Zij waren met een gewone zeesloep van Zweden gekomen. Het doel van de reis was Kaap de Goede Hoop. De jongens waren slechts gekleed in zwempak en overall. Zij hadden door het ruwe weer alle proviand verloren. Zij hebben een tijdelijk on derdak gevonden hij een landbouwer, doch zullen zoo spoedig mogelijk via Den Helder Calais trach ten te bereiken. DE RECHTEN VAN DEN MAN EN DE RECHTEN VAN DE VROUW. HET ONDERSCHEID TUS SCHEN FRANSCHE „BURGERS" EN FRAN- SCHE „ONDERDANEN". INLANDERS EN EUROPEANEN. (Van onzen reizenden correspondent) Tlemcen (Algarije), April. ALGARIJE, ik schreef het reeds in een vorig artikel, is niet een „kolonie", maar staat kundig een deel van Frankrijk. De drie de partementen van Noord-Algarije zenden af gevaardigden naar de Fransche Kamer en benoemen leden van den Franschen Senaat, maar geheel kan men Algarije niet als een deel van Frankrijk be schouwen. Er gelden in menig opzicht andere wet ten, wat noodzakelijk is door de geheel andere be volking en de geheel andere omstandigheden, ge woonten, opvattingen der bewoners. Laat ik beginnen met vast te stellen, dat de om gang der Franschen met de inlanders zoowel in Al garije als in de rest van Noord-Afrika gemoedelijk is, zonder hoovaardij. Ook tegenover de Arabieren verloochenen de Franschen hun beleefdheid niet. Een dezer dagen was ik in gezelschap van een Hin doe uit Engelsch-Indië. De man bereist voor zaken Noord-Afrika, maar kent geen woord Fransch, wel Engelsch. In het restaurant, waar ik at, wekte de Indiër met zijn grooten groenen turban algemeen de aandacht. Toen bleek, dat niemand hem kon ver staan, wierp ik me vrijwilig als tolk op. Wij aten te zamen en de Indiër, die vergelijkingen trok, sprak met zeer groote waardeering over de Frahschen. „Ook tegenover den eenvoudigsten inlander zijn zij be leefd en voorkomend; men ziet Franschen vaak als gelijken tezamen met Arabieren. Wij, inlanders in Engelsch-Indië zijn voor de Engelschen steeds iets minderwaardigs, bijna verachtelijks, zelfs ook als wij door studie hun gelijken of hun meerderen zijn." In hoeverre deze klacht gegrond is, kan ik per soonlijk nog niet bcooidielen. De Indiër zelf evenwel had de grootste minachting voor de Arabieren, daar dezen immers Mohamedanen zijn. Het noordelijk, onder burgerlijk gezag staande deel van Algarije behoort tot het Fransche rijk en alle Fransche „burgers" hebben er iet kiesrecht voor de Fransche volksvertegenwoordiging, maarde in landers zijn er geen Fransche „burgers' (citoyens), doch Fransche „onderdanen" en hebben geen kies recht. Op het eerste gezicht schijnt dit vreemd, buitenge woon onrechtvaardig zelfs, doch alle koloniale vraagstukken zijn nu eenmaal zeer ingewikkeld, al beseffen de meeste Europeanen dit niet De inlanders in Algarije, Fransche „onderdanen" kunnen het Fransche burgerrecht aanvragen, o.a. in dien rij hebben gediend in het fransche leger of bij de Fransche vloot (dit zijn er reeds honderdduizen den), of indien zij Fransch kunnen spreken, lezen en schrijven. Echter, zij mogen dan niet meer dan één vrouw hebben en vallen daarna, wat de scheiding aangaat, onder het Fransche recht en kunnen hun vrouw niet meer met enkele woorden „verstooten". Om het anders uit te drukken; zij kunnen het recht krijgen van Fransch burger (citoyen) indien zij bereid zijn hun vrouw het recht toe te kennen van Fransch „burgeres waardoor zij haar niet meer weg kunnen jagen als een slavin. In dit vrou wenvraagstuk ligt het zwaartepunt. De Franschen hebben niet geaarzeld aan de Algarijnsche Joden, die immers de veelwijverij niet kennen, het volko men Fransche burgerrecht, inbegiepen het kiesrecht, toe te staan, ten opzichte van de Mohamedanen, die vier wettige vrouwen kunnen hebben (ze huwen voor den cadi en niet voor den ambtenaar van den burgerlijken stand) is de toestand anders. Er is een groep Mohamedanen, die het Fransche burgerrecht verlangt, zonder geheel aan de eischen der Franschen te voldoen. Deze Mohamedanen wil len genoegen nemen met één vrouw, doch ze willen geen afstand doen van hun recht op „verstooting". Zij willen das het recht behouden op een zekeren morgen tot hun vrouw te zeggen: „ik heb genoeg van je, je kunt weggaan", waarmede dan de schei ding is uitgesproken, de man den volgenden dag voor den cadi een nieuwe vrouw kan nemen om haar na twee, drie weken weder te „verstooten". Op deze wijze zoumen dus behouden een veelwijverij, „bij opvolging". Persoonlijk vind ik het volkomen logisch, dat de Franschen voor zulk een stelsel niets gevoelen. Menschen, die voor zich rechten en vrijhe den opeischen, moeten ook be.'eid zijn anderen, in de eerste plaats hun eigen vrouw, rechten en vrij heden toe te staan. Slechts zeer weinig Algarijnsche Mohamedanen, ongeveer 2000 op ruim 40.000.000. hebben tot nu toe het Fransche burgerrecht aangevraagd en verkregen en deze menschen worden door hun geloofsgenoo- ten (ten onrechte) aangezien a!s „afvalligen". Wat het huwelijk aangaat, staat de Koran toe, maar schrijft niet voor, het bezit van vier vrouwen. Een Muzelman met één vrouw kan een even goed Mo- hamedaan zijn als een ander met vier vrouwen. Wat de scheiding aangaat (de „verstooting" is niet anders dan een zeer eenvoudige wijze van schei ding) heeft de groote profeet der Mohamedanen, Mo* hamed, zich duidelijk uitgesproken. Zijn woorden luidden: „Van alle dingen, die rijn toegestaan, is er geen, die God met zooveel tegenzin ziet als de schei ding (verstooting)". Een bemoeilijking van de scheiding, zooals men die in de Fransche wetten vindt, zou dus niet in strijd zijn met den geest van den Koran, maar.... de Mohamedanen willen er niet van weten. Zij wil len zelf alle rechten en vrijheden genietc-n van den vrijen burger en tegelijk hun vrouw houden in den toestand van onteerende, rechtlooze slavernij Zoo iets is lijnrecht in strijd met onze begrippen van recht en zedelijkheid en het is volkomen begrijpe lijk, dat de Franschen hierop niet in willen gaan. Een andere houding zou trouwens zeer moeilijk te verdedigen zijn. Dit verschil van meening heeft dezer dagen, aan leiding gegeven tot onlusten te Tunis. Mohamedanen die zich als Franschman hadden later, naturali- seeren, maar oprecht Mohamedaan waren gebleven, wilden op een Mohamedaansch kerkhof worden be graven. De Mohamedaansche kerkelijke overheid had (volkomen logisch) daartoe verlof gegeven, maar dweepzieke Moslims kwamen daartegen in ver zet, wat aanleiding gaf tot heftige betoogingen, waarbij de overheid gedwongen werd krachtig op te treden. In het vraagstuk van het huwelijksrecht staan de Mohamedanen als één massa. De Islam vereenigt de millioenen, maar dit sluit niet uit. dat. de verschil lende groepen der Mohamedaansche bevolking el kander te haten. Een Berber koestert grooter haat tegen den Arabier-stadsbewoner dan tegen de Eu ropeanen en andersom is het niet beter. Dat deze haat niet meer in bloedigen strijd tot uiting komt, is alleen toe te schrijven aan de aanwezigheid der Franschen. Een nationaal saamhoorigheidsgevoel bestaat bij de inlandsche bevolking van Algarije niet. Zou één deel in opstand komen, dan is, uit eeuwen ouden haat, de re6t dadelijk bereid de Franschen bij te springen.. Moeilijker dan het vraagstuk der inlandsche be volking is voor de Franschen het vraagstuk der Europeesche bevolking in Noord-Algarije, onder wie het aantal niet-Franschen zeer groot is. De stad Oran b.v. bevat veel meer Europeanen dan inlanders, maar onder deze Europeanen vormen niet de Fran schen, doch de Spanjaarden de meerderheid. Na de Spanjaarden zijn de Italianen bet sterkst vertegen woordigd. In Noord-Algarije wonen 6 a 7 inlanders op één Europeaan. In totaal bedraagt het aantal Europeanen er ruim 600.000, waarvan bijna 200.000 niet-Franschen. De inlandsche bevolking koestert evenwel veel meer sympathie voer de Franschen dan voor de Spanjaarden of voar de Italianen, die voor een groot deel arbeiders zijn en dus door de in landers meer als concurrenten worden gevoeld. J. K. BREDERODE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 14