illtlltl IfitlIS-
G EESTELIJK L EVEN
Dahlia's Crisisprijzen
De Zomertijd.
Uitgevers: N.V. vJi, TRAPMAN Co., Schagen.
VREDE ALS DAAD.
Zaterdag 13 Mei 1933.
76ste Jaargang No. 9278
CDVRANT.
jDit Wad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f0.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno.
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
EERSTE BLAD
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIJF BLADEN
door Astor.
VELEN onder de lezers zullen zich nog wel
herinneren, dat ik, geruimen tijd geleden,
een artikel heb gewijd aan het werk van
B. de Ligt „Vrede als daad". Ik heb de lezing van
dit boek toen warm aanbevolen en het heeft mij
verheugd dat zooals mij is gebleken zeer
velen in het gebied, dat door de Schager Courant
wordt bestreken, het hebben gelezen.
Thans is het tweede deel verschenen (Uitgave
van Van Loghum Slaterus. De prijs is voor de
beide deelen tezamen f 4.90, gebonden f 6.50), en
ik wil, evenals over het eerste, ook over dit werk
iets schrijven om er de aandacht op te vestigen
en om ieder ernstig mensch aan te sporen het te
lezen, goéd te lezen en te verwerken. Ik doe dit
met diepe overtuiging omdat ik zeker weet. dat de
lectuur noodzakelijk zal moeten medewerken tot
verheldering van inzicht, tot verruiming van den
geest en tot versterking van het geloof en vertrou
wen in de uiteindelijke overwinning van de bar-
baarschheid temidden waarvan wij nog leven,
van die gecamoufleerde, d.i. listig verhulde, bar-
baarschheid, welke telkens in afzichtelijke naakt
heid doorbreekt in den vorm van den oorlog, die
gevoerd wordt met steeds afschuwelijker, steeds
gemeener en steeds weerzin-wekken der middelen.
Want dit is de groote waarde van dit boek, dat
het ons laat zien, hoe er altijd menschen hebben
geleefd van de oudste tijden tot nu toe die
den oorlog en in het algemeen het geweld als een
minderwaardig middel hebben beschouwd in den
strijd, die onverbiddelijk aan het leven-zelf is ver
bonden. Wel worden wij bij de lezing telkens op
nieuw pijnlijk aangedaan, wanneer wij kennis
nemen van de vruchtelooze pogingen om in de
volksziel de opstandige kracht te wekken, die oor
log en oorlogsvoorbereiding, onmogelijk moet
maken; wanneer wij ontwaren, hoe de univer-
seele menschheidsgevoelens verdrongen worden
door valsche leuzen, hoe de heerschers de massa
verleugenen, hoe de kerken een minderwaardigen
rol spelen... maar daarnaast is toch ook in ons de
stille vreugde dat, tegen alle bestrijding in, de
idee der waarachtige menschheid voortgaat lang
zaam maar zeker, onfeilbaar zeker door te drin
gen in den geest der menschheid.
En een man als de Ligt is hierom van zulk een
buitengewone beteekenis, omdat hij met zijn fabel
achtige kennis der wereldgeschiedenis, ons laat
zien, dat deze idee niet te dooden is, alhoewel het
vooral voor hen, die alleen maar hun eigen leven
en hun eigen tijd aanschouwen, dikwijls den
schijn heeft, of nimmer de menschheid boven den
gewelddadigen strijd zal uitkomen.
Wij hebben dit reeds in het eerste deel van
j,Vrede als daad" kunnen constateeren. In dat
eerste deel werd de nadruk gelegd op de direkte
actie tegen den oorlog uit godsdienstige motieven.
In dit 2e deel beschrijft de Ligt de directe actie uit
algemeen-religieuse en humanitaire (mensche-
lijke) beweegredenen en wijst hij tegelijkertijd op
de sociale directe actie.
En wij worden opnieuw versterkt in ons ge
loof in de toekomst.
En zou er iets wezen, waaraan wij thans méér
dan ooit behoefte hebben?
Wie het leven van nü intens mééleeft en poogt
te begrijpen, d.w.z. wie het wereldgebeuren, waar
in wij ons thans geplaatst zién, tracht te door
gronden en zoekt naar de verborgen krachten, die
daarin werkzaam zijn en naar de strekkingen, die
daarin tot uiting komen zal m.i. in de geweldige
wereldworsteling, die overal woedt, den drama-
tischen strijd moeten zien tusschen een oude cul
tuur die sterven gaat, maar nochthans met alle
middelen zich wil handhaven en tusschen een
nieuwe cultuur, die zich aan de menschheid op
dringt en in den geest van de zuivere idealisten
reeds aanwezig is.
Die oude cultuur wordt gekenmerkt door ge
weld, en door leugen, die het geweld moet „hei
ligen".
Die nieuwe cultuur stelt voor geweld de rede
in de plaats en zij heeft de leugen niet meer noo-
dig, omdat zij het onredelijke niet heeft goed te
praten.
Die oude cultuur handhaaft de klassen van
heerschers en onderdrukten; zij prikkelt de na
tionale gevoelens en heeft belang bij volken- en
rassentegenstellingen.
Die nieuwe cultuur wil de klassen vernietigen
om te komen tot universeele broederschap; zij is
daarom internationaal en zij heft de tegenstellin
gen en daarmede de haat tusschen volken en
rassen op.
In dit licht gezien, wordt het ons duidelijk, dat
allen, die de oude cultuur zoo wreed hartstochte
lijk pogen in stand te houden, die deze onmen-
schelijke samenleving in haar grondslagen be
schermen, vóór alles de verheerlijkers zijn van
het geweld. En van den leugen! En van het na
tionalisme! En van de rasverschillen!
Het fascisme in zijn verschillende vormen geeft
ons het droevig bewijs. Want wij kunnen dit niet
anders zien dan als de hopenlijk laatste wanho
pige poging over heel de beschaafde wereld
om het doorbreken van den geest der nieuwe cul
tuur te dooden.
Het is een terugval tot de duisterste tijden van
weleer; tot tijden, welke wij voor goed voorbij
reeds waanden. Maar wat er gebeurt in Italië,
wat er in nog heviger mate geschiedt in Duitsch-
land en wat er misschien gebeuren gaat in andore
landen, heeft volkomen vernietigd de illusie van
duizenden: dat wij geleidelijk aan tot een zuiver
der samenleven zouden komen en dat de geest
van het barbarisme wel spoedig zou worden over
wonnen.
Dat de terreur van het fascisme mogelijk is, dat
heel een volk zich laat vermilitairiseeren, dat het
duel in eere wordt hersteld, dat de oorlog weer-'
als een regeneratie (wedergeboorte) wordt ver
heerlijkt, dat antisemitisme als een vergif kan
doordringen in de volksziel, dat de pers gemuil
korfd wordt, dat het vrije woord niet meer wordt
geduld.... dit alles kan ons somher stemmen en
tot wanhoop en daarmede tot geestelijke inacti
viteit voeren.
Maar dan wordt de lezing van een boek van de
Ligt ons een verkwikking.
Zóó heb ik persoonlijk het ondergaan. Zóó zul
len velen, die het lezen, in zich voelen herleven
den moed om te blijven strijden den geweldloozen
strijd tegen oorlog en militairisme, voor (zooals
de Ligt het uitdrukt) de vestiging van een nieu
we, wereldomvattende maatschappij, waarin voor
ruw geweld geen plaats meer wezen zal.
En diep zal in hen doordringen de waarheid,
dat de geweldlooze directe actie van oneindig veel
grooter beteekenis is dan de maatregelen, die voor
nationale en internationale ontwapening genomen
kunnen worden door politici, diplomaten en mi
litaire deskundigen.
Mij heeft het opnieuw versterkt in de overtui
ging dat „het volk" en dit alleen het militairisme
en den oorlog zal kunnen overwinnen en den
weg banen voor de nieuwe cultuur.
Juist daarom hecht ik zoo groote waarde aan
het werk van de Ligt. Het kan er toe medewerken
in de massa het besef wakker te roepen, dat het
niet wachten moet op wat de „heeren" zullen doen,
maar dat zij zelf haar lot in handen moet ne
men. Te lang reeds is de massa in slaafschheid
en onderworpenheid opgevoed en daardoor gewor
den tot een kneedbare stof, tot een kudde, die zich
goedmoedig liet scheren en als 't den heerschers
beliefde ook liet afslachten. Zal zij eindelijk ont
waken?
Er zijn moedgevende verschijnselen. Het anti-
militairisme groeit over de wereld tegen verdruk
king en vervolging in! En zelfs in burgerlijke
kringen kunnen wij sympathie ontwaren voor de
directe actie tegen den oorlog. Ik kan niet nalaten
in dit verband een aanhaling te doen, die ik heb
gevonden in het boek van de Ligt.
En ik laat hier volgen, wat indertijd geschreven
werd in een Haagsch blad, in de „Avondpost."
„Reeds in 1914 heeft bij zeer velen de hoop ge
leefd, dat de volksmassa's in verschillende landen
den oorlog zouden kunnen tegenhouden. Die hoop
is ijdel gebleken. Wij weigeren de onmogelijkheid
aan te nemen dat het een volgende maal wel zal
kunnen.
Moeten wij ons dan tegen de toelaatbaarheid
ervan verzetten, op grond van strijd met de wet?
Dit doen wij zeer positief niet.
Wij erkennen inderdaad in bepaalde omstan
digheden „het goed recht der onwettigheid".
Er is een spreekwoord: Nood breekt wet.
Wanneer de wet gebiedt, dat wij in een straat
rechts houden, zullen wij dit doen, maar als onze
veiligheid op zeker oogenblik vordert dat we naar
links gaan, gaan wij naar links. Dit is een zeer
eenvoudig en simpel voorbeeld, maar het kan
allengs hoe langer hoe verder in beteekenis en
omvang worden uitgebreid, en dan blijft niet te
min „het goed recht der onwettigheid". De wet,
het gezag eischt dienstplicht; toch is de dienstwei
gering gekomen; om der gewetenswille is hier
„het goed recht der onwettigheid" erkend. Het
geweten brak de wet.
Een .regeering kan op het punt staan oorlog
te verklaren; de diplomatie is machteloos; zekere
machten drijven naar den oorlog. Het volk wei
gert massaal en weet den oorlog te voorkomen.
Moeten wij dat afkeuren, omdat het volk had
moeten gehoorzamen? Of zullen we danken, omdat
het volk, voortgedreven door de kracht van ge
weten en overtuiging, de misdaad wist te belet
ten? Wij keuren niet af; wij denken. Boven de
wet: het geweten....
Wanneer het volksverzet, de volks-overtuiging,
het volksgeweten, internationaal zóó sterk zou
zijn, dat het door massale weigering, door on
bloedig moreel opstaan, een oorlog onmogelijk zou
maken, zij het dan ook in strijd met de wet, dan
zullen wij dit dankbaar toejuichen....
De formeele on-wettigheid kan in zekere om
standigheden het hoogste recht worden.
Lloyd George noemde verleden jaar den oor
log „een georganiseerden massamoord". Wan
neer het inderdaad eens zoover mocht komen, dat
staatslieden en diplomaten machteloos blijken
zulk een moord te beletten, maar het volk, de
volksmassa's zouden het dan wel kunnen, omdat
de kracht van het internationale geweten daartoe
zou drijven, dan zouden wij niet kunnen zeggen:
Gij moet dien georganiseerden massamoord be
ginnen, omdat gij dient te gehoorzamen aan de
wet, maar dan zouden wij van hartstochtelijke
vreugde zijn vervuld over den opstand en de
bevrijdende daad van het internationale geweten.
Wij hebben te kennen willen geven dat wij ook
op dit gebied en in het groot immers, in het
kleine vond de dienstweigering reeds erkenning
en rechtvaardiging een doorbraak van de wet
door het geweten niet zouden kunnen veroor-
deelen."
Ik zou aan dit merkwaardige citaat slechts
dit ééne willen toevoegen: Volken der aarde, wer
kers over heel de wereld er wordt gewacht op uw
daad, uw groote, verlossende daad, gewacht op
uw fier-menschelijk woord: wij willen niet!
Eens zal deze daad komen want onuitroeibaar
blijft in de menschheid de vredesidee doorwer
ken qn ik ben er de Ligt dankbaar voor dat hij
dit zoo overtuigend heeft aangetoond. En ik heb
eerbied voor de omvangrijke studie, welke daar
achter zit.
Daarom moét zijn boek gelezen worden door
allen, die naar vrede en broederschap hunkeren.
Zij zullen zich sterken aan de groote voorbeelden,
die in den loop der tijden, zijn opgetreden met al
de kracht hunner persoonlijkheid.
Het is waar: zij zullen zich ook bedroeven over
de tegenwerking der regeerders, over het tragisch
lot van duizenden, die aan het vredesideaal zich
met volle overgave hebben gewijd. Maar is ooit
een groote idee ineens aanvaard? En dan zullen
de lezers zich bewust worden van de diepe waar
heid van het bekende woord: moest de Christus
niet dingen lijden en alzoo in zijn heerlijkheid
ingaan? Immers dit is hiervan de zin. moet niet
de idee der waarachtige menschelijkheid door
moeite en strijd tot overwinning, tot glorie komen?
Ik beschik niet over voldoende plaatsruimte in
mijn artikel om veel aan te halen en stil te staan
bij de figuren welke de Ligt ons laat zien. Het is
verrassend te lezen, hoe over de heele wereld tel
kens weer diepgevoelende en redelijk denkende
menschen tegen den oorlog in opstand komen.
En met. verbazing zal men opmerken, hoe in een
land als Duitschland, dat als het meest vermili-
tairiseerde wordt beschouwd, de anti-oorlogsgeest
voorheen niet minder was dan in eenig ander
land te wereld. Maar dan zal men tegelijkertijd
de overtuiging verkrijgen, hoe een opvoeding van
boven af een volk kan vermilitairiseeren, in ver
keerde richting sturen, en doen dalen tot een
uiterst, gevaarlijk nationalisme. En men zal niet
langer onverschillig kunnen blijven tegenover den
schijnbaar zoo onschuldigen maar in werkelijk
heid zoo gevaarlijken invloed van het aanwakke
ren van eerbied voor de „helden" der geschiedenis,
voor de grootheid van het eigen land.
En men moge zich dan bewust worden van de
waarheid der woorden van den grooten vredes
apostel Tolstoi. die op de vraag „wat zijn gewoon
lijk soldaten?" dit antwoord heeft gegeven:
„Menschen, wien alle grond is ontnomen, die be
lasting moeten opbrengen en zich in slavernij
van kapitalisten bevinden." Waarom woeden zij
in hun eigen vleesch? Omdat zij niet anders kun
nen. Zij kunnen echter niet anders, omdat zij door
een lang en ingewikkeld verleden opvoeding,
godsdienstonderwijs, hypnose der discipline
Moderne BRUIDS-FOTO's
van de eenvoudige tot meest artistieke uitvoering.
FOTOGRAFISCH ATELIER ARPAD MOLDOVAN,
NIEUWE NIEDORP.
Geopend dagelijks, ook 's Zondags.
uit onze bekende sortimenten.
p. stuk p. 10 p. 25
DECORATIEF, in soorten f0.30 12.50 15.00
CACTUS, in soorten 10.30 12.50 15.00
POMPON, in soorten 10.20 11.75 13.75
MIGNON, 30 cJL hoog 10.15 11.25 12.50
Bestelt direct, dan hebt U den geheelen zomer Uw
eigen bloemen.
Kweekerij „Sursum Corda", Tel. 28, Schoorl
In den nacht van Zondag op Maandag de
klok een nnr vooruit.
De overgang dit Jaar naar den Zomertijd
geschiedt in den nacht van 14 op 15 Mei, om
2 nor, op welk nar het wordt geacht te zijn
3 uur. Zondagavond voor het naar bed
gaan zetten we das de klok een uar voor
uit.
in zulk een toestand verkeeren, dat ze niet meer
denken, maar nog slechts gehoorzamen. De re
geering, die over het aan het volk ontperste geld
beschikt, betaalt daarvoor allerlei officieren en
onderofficieren, die „de soldaten africhten, d.i.
van hun menschelijk zelfbewustzijn berooven".
Zij koopt daarvoor onderwijzers en geestelijken,
die kinderen en volwassenen moeten inpompen,
„dat de voorbereiding tot moorden godewelgeval
lig is". Het doel dier in geld geboeide functiona
rissen is, het volk „te verdommen" en het op te
voeden tot „zijn eigen onderdrukker". De dienst
weigeraar breekt zich uit dit alles los. Hij maakt
zich in één enkel opzicht vrij en kondigt metter
daad een nieuwe wereld aan."
Het is niet te verwonderen, dat de Ligt zich zoo
interesseert óók voor school en opvoeding. En
wij hebben wel te begrijpen, dat het de taak is
van ieder, die den vrede wil, om den verderfelij-
ken invloed, welke van school en kerk (gelukkig
komt hier eenige kentering) uitgaat op te heffen*
door de massa en vooral de jeugd anti-militairis-
tisch op te voeden en te bezielen met een hartstoch
telijke liefde voor internationale vrede en ver
broedering.
De Ligt herinnert ons in zijn boek nog aan
den grooten Spaanschen strijder voor moderne
opvoeding, aan Francisco Ferrer en aan zijn
tragisch einde. Zóó werd hij gevreesd, dat de
roomsche geestelijkheid van oordeel was dat
„vleeschelijke zonde of pleging van overspel dui
zendmaal minder verschrikkelijk was dan het
lezen der uitgaven van de moderne school, ver
boden door onze H. Moederkerk."
Op den 13den October 1909 werd Ferrer dood
geschoten, de man die zijn leven lang gestreden
had voor de vrijmaking des volks, na, zonder
reden, te zijn beschuldigd en veroordeeld!
Maar een mensch, een drager van groote
ideeën kan men dooden; ideeën, die zuiver en
goed zijn, opgekomen uit den duisteren grond,
waaruit het leven gevoed wordt, kunnen nooit
worden vernietigd. Zien we nu, 25 jaren na de