Polder
Wieringerwaard.
Barbara Worth
VOOR DEN KANTONRECHTER
TE ALKMAAR.
W1ERINGERWAARJ)
Vrijdagavond vergaderde de vereeniging tot bevorde
ring van Getrouw Schoolbezoek in het lokaal van den
heer v. d. Woude, onder leiding van den heer S. Sies-
werda. Aanwezig het gewone clubje. Men denkt zeker:
ze redden het wel.
Na opening volgt lezing en goedkeuring der notulen.
De reis voor de leerlingen der hoogste klassen was
niet geweest naar Amsterdam, doch naar Den Haag.
De rekening van de penningmeesteres werd in orde
bevonden, met een batig saldo van f 53.06. Aan kwi-
tantiën werd ontvangen f 225.20, zoodat de commissie te
beschikken heeft over een bedrag van f 278.26.
Het bedrag is van dien aard, dat beide schoolfeesten
weer kunnen doorgaan. De penningmeesteres werd
dank gebracht voor haar gehouden beheer.
Besloten werd voor de leerlingen der eerste klasse
een cadeautje te koopen. Voor de kinderen van de 2e
tot en met de 6e klasse het gewone reisje naar Bergen
enz., waarvoor 107 leerlingen in aanmerking komen. De
datum werd vastgesteld op Woensdag 7 Juni, zoodat
de hooibouw dan nog geen bezwaar behoeft te zijn. Dit
in verband met eigenaars van auto's.
De heeren C. van Zandwijk en W. Peereboom stelden
zich beschikbaar om de benoodigde auto's bijeen te
krijgen. De hoop werd uitgesproken dat medewerking in
deze zal verleend worden.
De verdere regeling werd aan een daarvoor benoem
de commissie opgedragen.
De leerlingen der 7e en 8e klasse en zij die per Mei
de school hebben verlaten, zullen naar Amsterdam gaan
Hoe de reis gemaakt zal worden zal nog worden on
derzocht. Gesproken werd per spoor, per autobus of per
particuliere auto's. Dit laatste zou zeker te prefereeren
zijn, doch dan hebben we zeven kindervrienden noodig
die in 't bezit zijn van een auto.
Besloten werd dat het personeel als geleide zal fun-
geeren, dit met het oog op de veiligheid.
In de plaats van de aftredende bestuursleden W. Bron
en J. Saai (niet herkiesbaar) worden gekozen de heeren
V. de Wit en K. Zander.
Bij 't benoemen van een commissie voor de reis naar
Bergen werd tevens noge en woord van hulde gespro
ken aan het adres van den heer D. Jansen, die gedu
rende een reeks van jaren zijn beste krachten gege
ven heeft aan het schoolfeest en wel met groote toe
wijding.
Bij de rondvraag werd geinformeerd of die leerlin
gen, die vóór 1 Mei van school waren gegaan, ook mee
mogen naar Amsterdam. Toegelicht werd dat dit zeer
moeilijk toegestaan kan worden, om niet in conflict te
komen met anderen. Hierna sluiting.
alsmede van den nieuw gekozene, den heer K. Scha-
gen, werden aangewezen we heeren T. Wonder, J. A.
Bakker en C. J. Blaauboer.
De vergadering werd enkele oogenblikken geschorst.
Na heropening zeide de heer Blaauboer, alles in orde
te hebben bevonden, zoodat de commissie adviseerde
tot toelating. Aldus besloten.
Dijkgraaf wenscht de heeren geluk met het opnieuw
in hen gesteld vertrouwen. Ook zij hebben blijk gege
ven. de belangen van den Polder te willen behartigen
en de hoop werd uitgesproken, dat dit op dezelfde
wyze zal doorgaan. Ook ten opzichte van den heer K.
Schagcn, hoopt Dijkgraof op prettige samenwerking.
Volgt vaststelling rekening 1932, welke bereids was
nagezien door de heeren C. Schenk, K. Kater en K.
Schenk. Eerstgenoemde deelde namens de commissie
mede, alles serieus te hebben onderzocht. Er was geen
reden tot op- of aanmerking, zoodat de commissie ad
viseerde tot: vaststelling. De ontvangsten hadden bedra
gen f 85850.22, de uitgaven f 63805.29; batig saldo
f 63805.29.
Bij de rekening is nog gevoegd een staat van af- en
overschrijvingen tot een totaal bedrag van f 11685.38.
Enkele posten werden genoemd, n.I. onderhoud der
wegen, die niet op de provinciale wegenlijst voorko
men met f 538.73. Toegelicht werd, dat de Teetjesweg
o.a. tweemaal geteerd is moeten worden. Het aanvul
lend wegenplan (Molenweg en Oudesluizerweg) met
f 242.71; de post sluizen, bruggen en duikers met
fl77.19; post rente en aflossing met f 10727.75. Het
geheele bedrag kan worden gedekt uit den post onvoor
zien. De rekening werd vastgesteld onder dank aan de
commissie en een gélukwensch aan den penningmees-
ster, die blijk heeft gegeven, een goed administrateur
te zijn.
Dan zeide Dijkgraaf, een paar dagen geleden een
vergadering te hebben bijgewoond van de afd. Wie-
i ingerwaard van de Holl. Mij. van Landbouw, alwaar
o.m. het zomerpeil werd besproken. Er kwam een voor
stel om het zomerpeil te laten vervallen. Ik heb. aldus
spr., op die vergadering toegelicht het standpunt dat
de Polder innam en over het algemeen bleek wel, dat
dit de goedkeuring kon wegdragen. Wij kunnen dus
wel op den ingeslagen weg voortgaan en 't peil laten
schommelen tusschen 2.63 en 2.70. Ik heb gemeend, dit
ook hier even ter sprake te moeten brengen.
Door den heer H. K. Koster werd opgemerkt, dat
wanneer de Polder doorgaat met verlagen, de keur zich
daaraan zal moeten toepassen. In overweging werd ge
geven dat nieuwe slooten aan een grootere wijdte moe
ten voldoen. We hebben ook rekening te houden met
de veekeering.
Dijkgraaf oordeelde, dat indien zoo geleidelijk wordt
doorgegaan, de keur niet direct zoo noodig is en stelt,
zich voor dat de boeren er zelf ook wel eenige rekening
mee zullen houden. De heer Groneman vindt het wel
een beetje eigenaardig dat men steeds verder gaat, er
moet toch eenmaal eens een grens zijn.
Heemraad P. J. Blaauboer meent, dat 't Dag. Bestuur
toch den vasten waterstand wel eens onder de oogen
mag zien, al is daar dan geen directe haast bij. Inder
tijd weid begonnen met malen als de stand 2.30 was:
thans is het al 2.63. Ten slotte merkte de dijkgraaf nog
op. dat ook eenige rekening met de schippers moet ge
houden worden.
Rondvraag.
Door den heer C. Schenk werd de kluft bij den heer
J. Moolj ter sprake gebracht, die noodig aan onderhoud
toe is. Dijkgraaf licht toe met Mooy te hebben gespro
ken. De kluft is niet best onderhouden. Voor wij ons
materiaal beschikbaar stellen, moet eerst de %voeding In
orde zijn en daarmee is Mooij wel wat in gebreke geble
ven.
De heer Wonder vraagt of de door Bras te leveren
grint op den weg wordt opgemeten of op een andere
manier.
Toegelicht werd dat op de eik wordt gemeten.
Het heeft den heer C. J. Blaauboer zijn aandacht ge
trokken dat grint toch wel goedkooper is dan bazalt,
wat den heer Groneman doet opmerken, dat grint toch
ook wel goed kan zijn.
Verder zeide de heer Blaauboer dat de kanten aan
den Walingsweg slecht zijn afgestoken, daar mag wel
wat op gelet worden.
Dijkgraaf merkt op dat afsteken noodzakelijk is om
't water te laten afvloeien, waarop Blaauboer zeide dat
men toch niet onder het geteerde moet steken.
Verder wil de heer Blaauboer opmerken dat van de
haaksche hoek bij de brug aan de Kleine Buurt ge
schikt 20 duim af kon wat voor 't verkeer veel zou
verbeteren.
Dijkgraaf is van meening dat op deze manier de leu
ning beter beschermd is.
De heer Groneman vroeg of Dijkgraaf misschien eeni
ge inlichtingen geven kon over de kwestie Waardpol-
der.
Voorzitter zeide dat een schaderegeling met den
Waardpolder is gemaakt Door Dijkgraaf Waiboer la
toegezegd, dat de grond, die te veel was afgestoken,
weggevoerd zou worden. Dit is evenwel nog niet ge
beurd. Op ons schrijven wordt taal noch teeken gege
ven. Men heeft zich inderdaad niet coulant gedragen.
Misschien dat er een misverstand bestaat
De heer Groneman vroeg nog of het zwart op wit
staat, waarop Dijkgraaf zeide dat het woord van Dijk
graaf Waiboer hem voldoende is. Er zal nogmaals over
geschreven worden.
tijd te verliezen en ik geloof ook niet dat wij er Iets mee
bereiken zouden."
Hijverspreidde het kleine gezelschap over het hooge
terrein waar zij zich bevonden en zorgde er voor dat
zij elkander niet uit het oog verloren. Hun moeite werd
niet beloond cn de hitte van de zonnestralen en het
schroeiende woestijnzand waarschuwden hen dat elk
uur .oponthoud hun het leven zou kunnen kosten. Toen
zij eindelijk, op het sein van Texas, allen naar den
wagen terugkwamen, was er niemand die een woord
sprak. Allen waren onder den indruk van dit macht-
vertoon van de woestijn.
Zoo ging er weer een uur voorbij. Plotseling deed
Texas de muildieren stilstaan. Met een kreet van
verbazing sprong hij op den grond. De reizigers zagen
dat hij een nauwelijks zichtbaar voetspoor in het zand
oplettend onderzocht.
„Groote God!" riep hij, „het is een vrouw."
Over een kleinen afstand volgde hij de voetstappen,
toen keerde hij snel naar den wagen terug, sprong op
den bok, zwaaide zijn lange zweep en riep zijn trek
dieren bij name en vuurde ze aan.
„Het Is een vrouw," herhaalde hij, „het moet
zijn dat de anderen zijn heengegaan en toen zij nJet
terugkwamen is zij alleen den storm gaan trotseeren...
Ja, zoo moet het geweest zijn." En opnieuw sprak hij
zijn dieren een voor een toe.
De afdrukken van de vrouweschoenen waren nu
duidelijk zichtbaar. „Kijk," zeide Texas, en hij wees
de plek nauwkeurig aan, „hier heeft zij moeite gehad
verder te komen en hier is zij stil blijven staan... Kijk
daar eens,... zij heeft een kind in haar armen gehad...
En daar is zij gaan zitten om uit te rusten..." Het
was alles buitengewoon duidelijk. Naast het voetspoor
zag men de afdrukken van een paar kinderschoentjes.
De Profeet haalde diep adem en spoorde den voer
man aan. „Haast je, Tex, in Gods naam, maak haast."
De Ier gaf zijn gemoed lucht in woeste vloeken en
in een zenuwachtige beweging van zijn vuisten. De
jongen zat ineen gedoken en het kostte hem blijkbaar
moeite kalm te blijven. Maar over het maskergezicht
van Jefferson Worth kwam niet de geringste verande
ring. Alleen de zorgvuldig onderhouden vingertoppen
zag men langs de ongeschoren kin heen en weer be
wegen. Dan weer betastten zij de bank waarop hij zat
of de kleederen die hij droeg en inmiddels tuurde hij in
sterke spanning vooruit, exas zat daar, grimmig en
vastberaden en waakzaam. Op zijn aangezicht was al
les te leezen wat er in zijn binnenste omging, hoe hij
zijn trekdieren tot hun uiterste krachtsinspanning aan
zette en tevens met onafgebroken aandacht het voet
spoor in het zand ontcijferde.
STRAFZITTING VAN VRIJDAG 19 MEI.
BAKKERSTARWEWET-WEE.
Niet minder dan vier ridedrs van de meeltrog, op
getrommeld uit Schoorl, Akersloot en Koedijk, genoten
heden, op dezen zonnigen dag van zomerzotheid de
twijfelachtige, maar in ieder geval kostbare eer, als
verdachte voor den rechter te mogen verschijnen, ter
zake overtreding van die beroemde tarwewet, die j.1.
Dinsdag voor de meervoudige strafkamer in zulk eon
slecht blaadje kwam te staan.
Hun was dan ten laste gelegd, dat zij de door het
Rijk verstrekte, akelig ingewikkelde registers, die
moeten dienen om de ontvangen meelleveranties te n»
teeren, aan de twee controleurs (vanwege de bezuini
ging!) die hen in Maart j.1. een bezoek brachten, niet
hadden getoond, of zooals bij die controle was geble
ken, niet behoorlijk hadden bijgehouden.
Als gangmaker verscheen dan bakker Jacob N. te
Schoorl. die zich aan dit plichtverzuim had schuldig
gemaakt. Hij ontving de noodige terechtwijzingen om
trent zijn nalatigheid en werd uitgendodigd om 20 gld.
boete te betalen of 20 dagen het huis van bewaring
als logé te begunstigen.
DE MUIZEN HADDEN HET OPGESMIKKELD EN
WAREN GEZOND ACHTERGEBLEVEN.
Bakker Nicolaas Petrus B„ eveneens 'n Schoorlsche
deegbereider, moest tot zijn diepe beschaming erken--
nen, dat alle wettelijk gezag verachtende muizen het
kostbare rijkstarwewetregister hadden opgefuifd en hij
dus in de onmogelijkheid had verkeerd, de, zegge twee,
controleurs, (er zullen er vermoedelijk wel 50 zijn) dit
gewichtig stuk te toonen. De bakker had verbouwd en
was het Register met andere paperassen naar den zol
der verhuisd. Ook hij had zijn cynspenning te voldoen
in den vorm van 20 gulden boete of 20 dagen.
Het Is niet bekend, of de muizen van deze taaie kost
eenigen hinder hebben ondervonden.
De heer Cornelis H., eveneens bakker te Schoor],
verkeerde in dezelfde ongunstig conditie. Hy beklaagde
zich bitter over het gebrek aan voorlichting, waar
door deze zijn inziens hoogst lastige administratie on
mogelijk werd gemaakt. Hij vloog er natuurlijk ook in
voor f20 boete of 20 dagen
Voor de variatie was het nu de heer Lou T. uit Koe
dijk, die de sectie justitiabele bakkers kwam ver-
grooten. Deze bakker had eveneens het register niet
bijgehouden en kon dus de controleurs niet op de
hoogte brengen of hij Tarwe A en B of Vita-tarwe of
God weet welke tarwe uit het tarwewets-jagerslatijn
had gebruikt of misbruikt. Zijn demoedige erkentenis
en plechtige belofte van beterschap mocht niet verhin
deren, dat ook hij, evenals zijn minder berouw hebben
de collega's tot f 20 boete of 20 dg- werd veroordeeld.
De bakkersrij werd besloten door den heer Piet v.
B-, uit Akersloot, die nota bene in geen twee jaar dit
register had bijgehouden. We verwezen hem in ge
dachten al naar de electrische fauteuil, doch gelukkig
bleef de kantonrechter zich zelf gelijk en gaf ook In
dit ernstige ziektegeval een gelijk luidend recept: 20
gulden of 20 dagen, gebruiksaanwijzing bekend.
Aan de pers werd voorts verzocht heeren bakkers
er met nadruk op te wijzen om hun wettelijke ver
plichting dienaangaande stipt na te komen. Er zijn
talrijke zaken betreffende overtreding der tarwewet,
die op afdoening wachten en het is te verwachten, dat
de opgelegde boeten voortdurend rullen worden ver
zwaard. Natuurlijk voldoen wij gaarne aan dit ver
zoek. zoowel uit eerbied voor de wet als in 't belang
van toekomstige slachtoffers.
Maar toch zullen we dolgaarne willen weten, hoe de
meervoudige -strafkamer in hooger beroep over deze
aangelegenheid zal denken.
Toevallig werden j.1. Dinsdag eenige appèlzaken be
handeld betreffende overtreding der tarwewet door
den molenaar Jb. B. te Egmond aan den Hoef. Bij de
behandeling van die zaken Is duidelijk naar voren ge
komen welke schroomelijke verwarring die tarwewet,
annex de desbetreffende ministerieele besluiten enzoo-
voorts heeft geschapen!
De verdediger van dezen appelant, mr v. d. Reij
uit Amsterdam, die van dit onderwerp een speciale
studie, die ook wel „broodnoodig" is, om in den geest
van deze materie te spreken, had gemaakt, schroomde
niet, de wet onverbindbaar en den minister onbevoegd
te verklaren. De Officier was het ook absoluut niet
eens met het gewezen vonnis, waarbij de appellant tot
zeer zware geldboeten was veroordeeld en requireerde
vrijspraak,
We zullen de uitspraak van het rechtelijk college na
tuurlijk moeten afwachten, doch Indien dit vonnis con
form is aan het requisitoir en conclusie van den ver
dediger, dan zou het toch wel op den weg liggen der
veroordeelde bakkers om eveneens in hooger beroep te
komen, want het lijkt ons absurd toe, als het blijkt dat
Want er stond daar een verhaal van moederliefde
geschreven, van een moeder die naast den weg neer
zonk van uitputting en vermoeienis, waar zij hijgende
naar adem bleef staan, waar de kleine een eindweegs
liep en een, twee malen struikelde, want het zand was
te zwaar voor de kleine voetjes.
En intusschen worstelden zij met de overmacht van
de woestijn die met haar looden gewicht aan de wielen
hing. Het was alsof dit ontzettende land wist dat de
voltooiing van zijn vernielingswerk alleen een vraag
van tijd was... Totdat eindelijk de zon schuil ging ach
ter den purperen bergmuur en de geheimenis van een
lange avondschemering begon.
„Het kruispunt van de Droge Rivier ligt daar ginds
vóór ons,..." en spoedig daarna gleed de wagen om
laag langs den steilen oever van een meer dat daar in
langvervlogen tijden door een overstrooming van de
rivier gevormd was. Soms, wanneer het gedurende den
winter geregend had, hetgeen niet vaak gebeurde, kon
men hier in een put, dicht bij den weg, water vinden.
Toen de wagen op het laagste punt was aangekomen,
hoorde men de remmen knarsen en stonden de muil
dieren stil. Allen sprongen van den wagen op den
grond en begonnen onmiddellijk de omgeving van het
meer te doorzoeken. Weinige oogenblikken daarna hoor
den zij Texas luide roepen, allen snelden tot hem.
Dicht bij den drogen waterput lag het lijk van een
vrouw, naast haar een kleine waterkruik.
De ingenieur boog zich voorover in de hoop nog
eer.ig teeken van leven in dat onbeweeglijk lichaam
te ontwaren.
„Doe geen moeite, mijnheer," zeide Texas, „zij is
dood". Hij nam de kruik op en keerde ze om. Zijn
vinger dien hij bij de opening van de kruik hield,
werd een weinig vochtig. „Het is zooals ik wel ge
dacht had. Toen haar reisgenooten niet terugkwamen,
is zij met haar kind op weg gegaan en heeft het beetje
water dat zij had, meegenomen. Maar zij heeft er zelve
niet van willen drinken. En daarbij die lange weg In
de hitte en het zand en het kind dat zij moest dragen
en de teleurstelling toen zij den put droog vond.... dat
alles is haar te machtig geweest. Als wij maar dade
lijk hierheen waren gegaan, in plaats van daarginds
het terrein af te zoeken, dan waren wij hier nog bij
tijds gekomen-..."
Daar stonden zij in de avondschemering, zij hoorden
de woorden van Texas aan en hadden geen antwoord.
Sprakeloos staarden zij op het lichaam waaruit alle le
ven geweken was en op eens, daar hoorden zij boven
hunne hoofden, hoog in de lucht een koor van rauwe,
doordringende kreten, het was de avondgroet van de
roofvogels en het was den zwijgende mannen, te moede,
de tarwewet zelf onverbindbaar ls en als In strijd
met de grondwet onbevoegd zou zijn uitgevaardigd, dat
de overtreding van een der bepalingen van deze onver-
bindbare en onbevoegde in werking gestelde wet straf
baar zou kunnen worden gesteld. Het behoeft echter
geen nader betoog dat hangende de beslissing in hoo
ger instantie molenaars, bakkers en andere belangheb
benden voor de naleving der tarwewet geléouden zijn
de wettelijke voorschriften stipt na te komen.
EEN CHAUFFEUR. DIE ZELF DE REGELS VAN
DEN WEG NIET KENDE.
De chauffeur Arle D., wonende te Amsterdam, maar
die, zooals hij het zelf deftig noemde, zijn „week-end"
te Uitgeest doorbrengt, fietste op Zondag 26 Maart al
daar in strijd met alle verkeersvoorschriften bij het
inhalen van een anderen wielrijder, terwijl van de te
genovergestelde zijde ook fietsers naderden,zoover links
van den weg, dat een aanrijding volgde en het karre
tje van zekeren G. Ineke uit Castricum werd beschadigd
Vonnis f 8 boete of 8 dagen en f 4.50 schadevergoeding.
EEN GOEDE KLANT VOOR DE CASSA.
De 19-jarige geducht uit de kluiten gewassen huis
schildersknecht Abram B. uit Broek op Langendijk,
wiens galapak, waarmede hij ter audiëntie verscheen,
duidelijk zijn kleurig beroep verraadde, had zich ge
waagd op een oudbakken motor met onvoldoend wen
kende remmen, zonder rij- of nummerbewijs! Onder-
weg zakte de bouwvallige F.N. zoowat in elkaar en tot
overmaat van ramp werd hij ook nog op den Helder-
schen weg door motoragent Webster gepikt. Resultaat
van dit sportavontuur: f 6 boete of 6 dagen voor het rij
bewijs, f 2 of 2 dagen voor het nummerbewijs, en l 10
boete of 10 dagen voor de gammele voetrem.
OOK DOOR SUKKELENDE REM GEPLAAGD.
De 18-jarige gebrilde heer Gerard M., uit Haarlem,
die meer geleek op 'n medisch student dan 'n naar ben
zine en smeerolie riekende monteur, had ook getuft op
een motor, waarvan de handrem in staat van seniele
aftakeling verkeerde. Vonnis f 6 of 6 dagen.
NU KOMEN DE MEEUWENEIEREN WEER
AAN DE BEURT.
Het schijnt dat de konijnen zoowat uitgemoord zijj\
dus is de keus van de tegen wil en dank lanterfanten
de Egmonders weer gevallen op de meeuweneieren in
de Berger en vooral Schoorlsche duinen. Een drietal
eitjespikkers maakten dan ook heden hun opwachting.
In de eerste plaats Jan D„ die het maar bracht tot art.
461. loopen over verboden grond en tot f 3 boete of 3 da
gen werd veroordeeld.
Simon Z. echter had een reuze ommelet verzameld en
3fl eieren buitgemaakt. Wie ze lekker gesmaakt hebben
kunnen we niet verklappen, maar Slem hoeft er niet
één van geproefd. Het vonnis luidde f 4 boete of 4 dagen
dus kan hij desverkiezend nog wel smullen aan de
bruine boonen ter compensatie!
Eindelijk. Jan P.. had 4 eieren buitgemaakt, toen de
jachtopziener hem snapte. Als oude bekende genoot hij
de meeste belangstelling: 6 gulden of 6 dagen. Die prije
voor meeuweneieren lijkt ons wel wat geforceerd!
HET KANTONGERECHT IS GEEN KRUIDE
NIERSWINKEL»
Een werkeloos arbeider te Alkmaar, de heer A. v. d.
SH ontving een oproeping van den hoofdingenieur van
Waterstaat om zich onverwijld naar Hulsduinen te be
geven alwaar hU aan 't werk kon worden gesteld. Op
grond van den grooten afstand maakte hij gebruik van
een gehuurd motorrijwiel, zonder in 't bézit te zijn van
een rijbewijs, wel aangevraagd, maar nog niet verkregen
De man werd echter aangehouden door agent v. d. Brink
en bij verstek veroordeeld tot f 8 boete of 5 dagen.
In verband met deze z.i. nogal hooge straf kwam ver
oordeelde in verzet. Zijn rijbewijs had hij Inmiddels ont
vangen. Na ontwikkeling der bezwaren door verdachte
bleek de ambtenaar geneigd tot clementie en requireer
de nu f 6 boete of 6 dagen, 't Is me nog wel een beetje
te duur, lispelde de verdachte. Ja, maar zeg eens, re-
pliekte de kantonrechter, 't is hier geen kruideniers
winkel! Maar 't zakte toch af op f 4 boete of 4 dagep.
WATERSTAAT ONBEVOEGD VERKLAARD.
Verdachte veroordeeld tot f 5 boete of 5 d.
De kantonrechter deed heden na breed gemotiveerd
vonnis schriftelijk uitspraak in de zaak van Dirk B.,
vrachtrijder te Heiloo, die op last van den Hoofdingeni
eur van Waterstaat met een vierwielig motorrijtuig het
langs den Rijksweg te Limmen gelegen rijwielpad had
bereden en deswege door brigadier De Koekkoek was
gecalangeerd.
De kantonrechter overwoog daarin, dat hier geen
noodzaak bestond. Dat een ventueele ontheffing alleen
kan gelden voor een tweewielig motorrijtuig. Dat het
niet aangaat de rijkswet te sabotteeren. De strafwetten
gelden voor alle Nederlanders en kan men zich op geen
enkel wetsartikel beroepen om zich daaraan te onttrek
ken. Het ambtelijk bevel was onbevoegd en dit was ver*
dachte B bekend, want hij was herhaalde malen ge
waarschuwd. Hij werd derhalve strafbaar geacht en
veroordeeld tot f 5 boete of 5 dagen.
als hoorden zij den overwlnningskreet van de woestijn.
Daar. op eenmaal, uit de donkere schaduw van dien
hoogen oever, drong een ander geluid tot hen door dat
de betoovering verbrak* die hen gevangen hield en aan
hun vast aaneengesloten lippen de spraak hergaf.
„Mama, mama, Barba wil drinken... Mama, drln*
ken.... Barba is bang..."
Jefferson Worth was het eerst bij de plek waar de
kinderstem vandaan kwam. Het scheen dat het kind
daarheen was geloopen, kort nadat de moeder was in
geslapen. Eindelijk was ook het kind van vermoeienis
in slaap gevallen en zoo juist door het gekrijsch van de
roofvogels gewekt. Het was een meisje van hoogstens
vier jaar. Haar bruine haren zwierden en golfden om
haar hoofdje en haar groote, wijdgeopende oogen
staarden bevreesd en verbaasd naar die vier vreemde
mannen en dien jongen die zij daar voor zich zag.
„Mama... mama... waar is mama?"
Jefferson Worth knleulde voor haar en stak haar zijn
handen toe en toen hij tot het kind sprak, zagen aijn
reisgenooten hem vol verbazing aan: zoo teeder was
de klank van zijn stem.
Het kind richtte haar groote, onderzoekende oogen
op dien knielenden man. De anderen zagen met inge
houden adem toe. Maar op eens was het alsof zij in
dat grijze aangezicht van den geldman iets zag dat
haar van vrees vervulde en zij riep luid: „Weg!...
weg!..." En toen weer: „Mama, mama... Barba wil
mama hebben..."
Jefferson Worth ging ontmoedigd terzijde, zijn hoofd
was diep gebogen en men kon niet zien, of het alleen
teleurstelling, dan wel schaamte was.
De anderen deden nu, elk op zijn beurt, hun best 't
vertrouwen van het meisje te winnen. Zij zag Texas
Joe en den Ier ernstig aan, zooals zij ook den bankier
had aangezien, maar ditmaal zonder vrees. Tegen den
knaap glimlachte zij even, maar zij gaf zich nog niet
gewonnen, zij bleef nog aarzelend en terughoudend.
Maar toen zij dien grooten, goedlgen ingenieur, met
zijn bruine oogen, zag, toen strekte zij plotseling haar
armpjes uit, als met een gebaar van vertrouwen en
overgave. „Barbara... drinken1..." zeide zij, en de
ingenieur nam haar in zijn armen.
Toen zij bij den wagen gekomen waren, reikte Jef
ferson Worth haar een beker water toe, maar al weer
keerde zij zich van hem af en sloeg haar armpjes om
den hals van den Profeet. De Profeet nam nu den be
ker uit de hand van den bankier en was haar behulp
zaam bij het drinken.
Wordt vervolgd.
Vergadering van Dijkgraaf en Heemraden met Hoofd
ingelanden, op Zaterdagmiddag 4 uur, onder leiding
van Dijkgraaf Haringhuizen.
Afwezig de heer K. Schenk Kz., die bericht van ver*
hindering heeft gezonden. Eén vacature.
De door den heer Daan Kaan als secretaris voor
gelezen notulen werden onder dank vastgesteld.
Mededeelingen:
ten le: Zooals de heeren reeds bekend zal zijn, aldus
Voorzitter, is de heer K. Zijp weer herbenoemd als
Heemraad. Ik ben overtuigd, dat het geheele bestuur
dit genoegen doet, In den afgeloopen termijn is veel
arbeid verricht Geen moeite was den heer Zijp te
veel. Met groote ambitie en toewijding heeft hij steeds
de belangen van den Polder behartigd. Ik wensch den
heer Zijp een goede gezondheid, opdat hij steeds op
dezelfde wijze zal voortgaan, gepaard aan een goede
samenwerking. Applaus.
ten 2e. Dat de duiker in den Molenweg gelegd ls en
goed voldoet. Het zal voor de bemaling zeker een ver
betering zijn.
ten 3e. Dat voor de uitvoering van de werken op de
v/egen geleverd zal worden door den heer Bras 22 Kub.
M. Epramex a f 2.28 per M3Door de Ned. Bazalt Mij.
zal sprit worden geleverd voor f 6.16 per M3. en door
de firma Breitenstein te Amsterdam 40.000 K.G. teer
a f 6.40 per 100 K.G.
Van den heer K. K. Kaan, die bedankt heeft als
Ingeland, ls een dankbetuiging ingekomen voor de
prettige en aangename samenwerking, welke hij steeds
met het Dag. Bestuur en de Hoofdingelanden heeft
'gehad en brengt tevens eerbiedige hulde aan hen, die
niet meer zijn.
Dijkgraaf meent wederkeerig dank verschuldigd te
zijn aan den heer Kaan, die zich heeft doen kennen
als iemand, die warm gevoelde voor de belangen des
polders. Ruim 30 jaar was hij Hoofdingeland. Hij gaf
steeds blijk 't goede te willen en ook was de samen
werking steeds prettig. Dijkgraaf stelt voor, uiting te
gevei^ van onze waardeering, door den heer Kaan
schriftelijk dank te betuigen.
Voor h|t onderzoek der geloofsbrieven van de her
kozen Htrofdingelanden H. K. Koster en K. Kater,
FEUILLETON.
Door
HAR O LD BELL WRIGHT
5.
Pat klom in den wagen, nam zijn plaats weer in én
niemand sprak een woord.
Over een afstand van twee mijlen was het spoor van
het vreemde paard zichtbaar, verderop was het uitge-
wischt door het stuifzand. „Dit stuk weg heeft hij dus
afgelegd, nadat de storm begonnen was", was de
gevolgtrekking die Texas maakte. „Maar het is niet
mogelijk met zekerheid te zeggen waar hij vandaan
gekomen ia"
Terwijl zij hun tocht vervolgden, namen allen de
streek aandachtig op en het duurde dan ook niet lang
of zij vonden de plek die zij zochten. Een licht rijtuig
op veeren met een halsterriem vastgebonden aan een
van de wielen, was meer dan half bedolven onder het
zand dat door den wervelwind daar bijeengedreven was
Zij vonden er een kleine waterton, waarvan de naden
reeds begonnen open te barsten onder de hitte van de
zon, verder een paar dekens, een zak gedeeltelijk met
hooi gevuld en niets meer.
Jefferson Worth. Pat en de jongen deden nog een
poging om het zand weg te graven dat zich hoog boven
het rijtuig verhief; maar telkenmale kwam er een vee]
grooter hoeveelheid droog zand naar hen toegHjden.
„Het dient tot niets, mijnheer Worth", zeide Texas,
toen hij zag dat de bankier aarzelde het op te geven.
„Als God het niet ontdekt, zullen de menschen nooit
te weten komen wat hier begraven is."
En het menschenkind van de woestijn vervolgde zijn
gedachten en zag voor de oogen van zijn geest het
treurspel dat hier was afgespeeldZij waren onder
weg en alles ging voorspoedig. Zij rekenden er ook op
dat zij hier in den vijver water zouden vinden..." Hij
schoof de ledige waterton op zijde. „Nu raakte hun
voorraad uitgeput, de zandhoos achterhaalde hen, de
paarden rukten zich los. Natuurlijk hebben zij al hun
best gedaan hun paarden weer te vangen, want als zij
zonder paarden en zonder water moesten achterblijven,
dan was het duizend tegen één dat er niets van te
recht kwam. Het is voor ons te gevaarlijk hier veel