Barbara Worth
Polder Het Koegras.
DE HOOGE ENGELSCHE INVOERRECHTEN
VOOR DEN KANTONRECHTER
TE ALKMAAR.
bij onderhandschen verkoop en een gedeelte voor hef
fing van een percentage. Een bepaald besluit ls er
niet genomen. De heeren afgevaardigden hebben ook
hiervoor vrij mandaat.
Het voorstel van „Samenwerking" om de functies
van marktopzichter-keurmeester en schoonmaker te
fcombineeren, lokte een uitvoerige discussie uit
O.a. was de heer Joh. de Groot van meening, dat
de heer Pronk niet overbelast was met werkzaamhe
den. Z.i. moet er toch wat gebeuren. De uitgaven
moeten verlaagd worden. Hü kon zich daarom ook
volkomen met het voorstel van „Samenwerking" ver
eenigen. Het overgroote deel van de vergadering was
voor het voorstel van „Samenwerking".
Ook het voorstel van den L.T.B., afd .Tuitjehorn,
werd langdurig besproken. Sommige leden maakten
bezwaar tegen de voorgestelde salarissen van den
voorzitter-veilingleider en van den veilingleider in den
winter. Een definitief standpunt werd in deze vergade
ring niet genomen. De afgevaardigden hebben vrij
mandaat.
Bespreking Collectief Arbeidscontract. De verga
dering was in beginsel bereid tot het aangaan van
een collectief arbeidscontract met den R.K. Arbeiders
bond op voorwaarden die de Secretaris voorlas.
Hierna sluiting.
W I E F. I N 0 E N
Werkeloozen Strüdcomité.
Zaterdagavond had in café Schiltus een vergadering
"^plaats om tot oprichting te komen van een werkeloo
zen Strijdcomité.
De ongeveer 40 aanwezigen worden welkom geheeten
door den heer B. Holtjer, welke het woord geeft aan
den heer A. v. d. Wal uit Medemblik. Deze bespreekt de
actie welke den laatsten tijd is gevoerd door de arbei
ders. werkzaam in den Wieringermeerpolder. Bij ver
schillende Maatschappijen zijn de loonen naar omlaag
gegaan, of liever de loonen zijn omlaag gegaan omdat
een arbeider bij een zekere Mij. 50 ct. p. uur verdiende
en overgeplaatst werd naar de Landbouw Cultuur Mij.,
waar het loon 35 cent was. Nu kort geleden zijn zoo van
weer een paar honderd arbeiders de loonen terugge
bracht op 25 cent per uur. De arbeiders kunnen zoo
maar slecht die verslechtering tegengaan. Voor 3 weken
ls te Slootdorp een vergadering belegd, welke bezocht
werd door 250 arbeiders. Op deze vergadering is een
Centraal Comité gevormd, nu is 't wel noodzakelijk om
in elke plaats een strijdcomité te stichten, om zoo te
voorkomen dat groepsgewijze het loon wordt verlaagd,
«n om te bevorderen dat massaal actie gevoerd kan
worden tegen loonsverlaging. Spr. wekt dan ook op om
mede te werken hier een afdeeling te stichten van het
werkeloozen strijdcomité.
Verder wordt het woord gegeven aan den heer D.
Makkinga uit Zaandam- Deze bespreekt de verslechte
ring van de arbeiders en het goede werk van de Strijd-
comité's. Arbeiders van elke gezindte kunnen er zitting
in hebben Spr. is zelf communist, doch zal het op prijs
stellen als andersdenkenden een bestuursfunctie op zich
zouden willen nemen. Wanneer we ons niet organisee-
ren, zegt spr., dan kan ik Duitschland als voorbeeld stel
len, wat ons te wachten staat. Dezelfde gang naar het
fascisme als in Duitschland. is ook hier in Holland gade
te slaan. Spr. geeft een overzicht hoe in Duitschland de
toestand is en bespreekt voorts de cabinetscrisis hier.
Het werkprogramma van Colijn wordt besproken, en
het noodzakelijke der Werkeloozen Strijdcomité's wordt
gedemonstreerd. Spr. geeft voorbeelden hoe een revolu-
tionnaire arbeider er toe over kan gaan om het fascis
me te dienen, en in een scherp bétoog wordtaangemoe-
digd den strijd te organiseeren tegen het fascisme.
Het oorlogsgevaar, wat er ls, om het kapitalisme te
redden, zoo zegt spr., dreigt. De aanwezigen worden
opgewekt tot samenwerking.
Spreker geeft gelegenheid tot vragen stellen. Zoo
wordt gevraagd: hoe staat men tegenover zijn vakorga
nisatie? Over dit punt wordt een onderling gesprek ge
voerd, waaruit voortkomt, dat solidariteit noodig is.
Er wordt overgegaan tot het vormen van een afdeeling
Verschillende der aanwezigen geven zich op als lid,
waarna de vergadering werd gesloten.
Zaterdag maakten de leerlingen van den landbouw-
wintercursus alhir een excursie onder leiding van hun
leermeester, den heer Heerink van Slootdorp. De reis
ging deze keer per autobus, en wel eerst naar de zuivel
fabriek Eensgezindheid te St. Maartensvlotbrug. Dit
"bedrijf trok wel de meeste belangstelling, omreden de
aneesten nog nimmer een dergelijk bedrijf hadden
In werking gezien. De directeur leidde het gezelschap
rond en gaf de noodige uitleg van een en ander. Ver
volgens werden bezocht de Electrische boerderij van den
heer de Boer en het Electrische pluimveebedrijf van den
heer Sleutel, beiden te St. Maartensbrug. Ook hier was
heel wat nieuws te zien," wat betreft de techniek in de
•bedrijven. Van hier werd gereden naar de veehouderij
van den heer Groneman in de Wieringerwaard, waar
verschillend fokmateriaal werd bezichtigd, en niet min
der besproken. Tot slot bracht het gezelschap een be
zoek aan den proefpolder te Andijk, en met recht een
proefpolder. De verschillende proeven werden bezichtigd
en ongetwijfeld zullen de beste resultaten het meest in
herinnering blijven.
Vandaar werd de terugtocht aanvaard, en zeer zeker
kan deze dag als geslaagd en leerzaam worden be
schouwd.
FEUILLETON.
Door
HAROLD BELL WRIGHT
VIERDE HOOFDSTUK.
Loven en bieden.
Vijftien jaren waren voorbijgegaan en hadden slechts
weinig sporen in Rubio City nagelaten. Weelderig inge
richte nachttreinen, overvol bezet met pleizierreizigers,
stopten nu aan het station, waar indertijd de Indianen
hun eigengemaakte snuisterijen aan den man brachten.
En die treinen gingen verder door het Koningsdal en
den San Antonio-bergpas, nog verder naar de groote
steden aan den westelijken rand van het werelddeel.
Maar de stad aan den oever van de Colorado, in dat
van allen regen misdeelde land, scheen weinig te belo
ven aan den ondernemingsgeest. Langs de straten van
de stad zag men ze allen en om beurten de mannen uit
den ouden tijd van de woestijn en de bergen, en de nieu
welingen van de mijnondernemingen en de expres-trei
nen.
Maar onder de hedendaagsche bewoners van Rubio
City waren er slechts enkelen die zich iets herinnerden
van de geschiedenis van dat jonge meisje dat door
Jefferson Worth en zijn reisgezelschap in den Palm van
Gods Hand gevonden was. Want ofschoon Rftbio City
slechts weinig veranderd was sinds dien dag toen
Teas Joe den wagen met het kind behouden uit de
woestijn thuis had gebracht, waren de meeste tijdge-
nooten van die gebeurtenis nu elders gevestigd. En wie
nog uit dien ouden tijd dagteekenden, waren de geschie
denis al lang vergeten. Voor allen die het jonge meisje
dien middag door de straten van Rubio City zagen rij
den, was zij niemand anders dan de dochter van Jef
ferson Worth.
Als zij daar voorbij reed, bleven de menschen een
oogenblik staan de burgers uit den „ouden tijd" met
een glimlach van herinnering en een bescheiden uitroep
van bewondering, de meesten met een welwillende
begroeting, handwuiven of hoofdknik. En de vreemden
uit het Oosten wederom met een andere soort van be
langstelling die zich in het bijzonder uitte in het ge-
Z IJ P E
OUDESLUIS.
Door de zangvereeniging Nieuw Leven werd Zater
dagavond in café Bulsman op feestelijke wijze het tien
jarig bestaan herdacht. Vele genoodigden waren in de
fraai versierde zaal aanwezig, waaronder de wethou
der, Nannis, namens het Gem. bestuur, de heer van Loo
als hoofdbestuurslid van den Noordholl. Zangersbond
en vele bestuursleden der plaatselijke vereenigingen..
Door den voorzitter der ver., den heer G. Veltman, werd
met een welkomstwoord geopend, waarna de verdere
leiding werd overgegeven aan den directeur den heer
Hoogvorst
Door verschillende sprekers, werd de vereen, gecom
plimenteerd, hetgeen werd afgewisseld door eenige zang
nummers, een gezellig strijkje en een paar kleine too-
neelstukjes, welke al zeer op de lachspieren der aan
wezigen werkten.
Ook werd door Mej. N. Asjes en den heer Hoogvorst in
de creatie van Thomasvaer en Pieternel een overzicht
gegeven van verschillende gebeurtenissen aan de Oude-
sluis en voorvallen in de vereeniging, alles op rijm
hetgeen grooten bijval verwekte.
Een 20-tal Ingekomen bloemstukken was wel een be
wijs dat men sympathiseert met deze zangvereen.
Het was een mooien avond, waaraan velen met voldoe
ning zullen terugdenken, niet in het minst de vereen,
zelf.
KOE G 7? A
JULIANADORP.
Met den aanleg van den strandweg vanaf de theetuin
„Duinoord" naar het strand, sohiet men voorzoover dit
het egaliseeren van de aarden baan betreft, al flink op.
Het zal dan ook niet lang meer duren of men kan op
een behoorlijke en niet te vermoeiende wijze aan den
zeekant komen, hetwelk door de bezoekers zeer zeker
op prijs zal worden gesteld. Want de jongere generatie
mocht daar geen bezwaar in zien, om duin op, duin af
loopende zich een weg naar de zee te zoeken, voor de
ouderen werd deze tocht veelal te zwaar, en waren de
zen dan ook al tevreden, als zij het zoover wisten te
brengen, om bovenop de eerste de beste duintop te ko
men, en vandaar hun blikken te laten gaan. over de zee
ter eene en het polderlandschap ter andere zijde en
niet te vergeten „De Donkere Duinen", waar de den
nenaanplant een echt natuuraanzicht oplevert. Wij twij
felen er dan ook niet aan. dat als dezen toegangsweg
naar zee gereed zal zijn. er een druk gebruik van zal
worden gemaakt.
REGEE RIN GSHULP DRINGEND GE-
WENSOHT.
Op advies van het bestuur van de Nederlandsche
Vereeniging van Fruit- en Groentenexporteurs en van
het Centraal Bureau van de Veilingen werd, volgens
het C. O. van den Groentenhandel, een conferentie ge
houden, gewijd aan de moeilijkheden, die den Neder-
landschen tuinbouw door het buitenland worden opge
legd. Ditmaal werden de Engelsche invoerrechten be
sproken. Door den Voorzitter werd geconcludeerd, dat
de tijd er rijp voor is, dat onze Regeering pogingen in
het werk stelt, om van de Engelsche regeering soe
peler bepalingen te verkrijgen, terwijl ook verschillende
exporteurs er met nadruk op hebben gewezen, dat
voor den uitvoer van aardappelen, aardbeien, peen,
druiven en tomaten de tarieven zoo scherp zijn gesteld
en zoo hoog opgevoerd, dat in de toekomst de uitvoer
naar Engeland vrijwel onmogelijk zal worden.
Men besloot, den regeering in den geest van den door
den voorzitter getrokken conclusie een request te zen
den.
Uit een rapport van het Centraal Bureau blijkt, dat
de totale uitvoer van versch fruit, vruchtenpulp, ver-
sche groenten en vroege aardappelen in 1931 236.914.000
K.G. bedroeg, tegen 182.639.000 K.G. in 1932, wat een
vermindering is van bijna 23 pet.
Bij afzonderlijke beschouwing van den invloed van
de Engelsche invoerrechten op verschillende artikelen,
blijkt deze nog funester te zijn, dan uit de globale
vermindering valt af te leiden,, waarvan de tomaten
het meest sprekend voorbeeld zijn.
De uitvoer in 1931 bedroeg 49 millioen Kg., in 1932
28 millioen Kg., wat een vermindering van 44 pet. be-
teekent. De uitvoer in de verschillende perioden nage
gaan, dat de invoerrechten hooger of lager zijn, blijkt,
dat in den tijd van het lage invoerrecht van 10 pet. de
uitvoer is toegenomen. In het tijdvak, dat de invoer
rechten 1 penny per 1b. waren, was de uitvoer 30 pet.
minder, terwijl tijdens het invoerrecht van 6 d. per lb.
de uitvoer met 80 pet. is verminderd Bij de druiven
was de teruggang 61 pet.
De invoerrechten van 1932 zullen voor tomaten en
druiven ook voor 1933 gelden, voor aardbeien en drui
ven uitsluitend het hooge tarief van pl.m. 24 cent per
K.G.
Geconcludeerd wordt, dat een invoerrecht van 10 pet.
nog wel te dragen zou zijn. doch de specifieke invoer-
bruik van den kodak. En naar het éénstemmig getuige
nis van bezoekers en gasten hier was een van de
fraaiste voortbrengselen van het Westen.
„O, zie eens, wat is dat interessant!" zuchtte een
vrouwelijke touriste tallormade haar reisgezel in
het oor, „Zie toch eens, George, zij draagt een hee-
ren-hemd en zij rijdt op een heerenzadel. Zie toch eens!
Waar heb je je camera? Zij heeft een revolver bij zich."
Die revolver, een keurig en deugdelijk wapen, met
paarlmoeren handvat, had Barbara van haar „ooms"
Texas en Pat ten geschenke ontvangen. En hoe sierlijk
ook, was het toch meer dan een sieraad. Het jonge
meisje reed dikwijls alleen uit. zooals ook ditmaal weer
het geval was, naar het Mesa-gebergte en die streek
huisvestte vele woeste en gevaarlijke gasten.
Maar George had de aansporing niet noodig van zijn
gezellin met den tailleur-mantel. Dat jonge meisje, op
dien sneldravenden viervoeter, had iets aan en over
zich. dat met kracht de aandacht tot zich trolc. Die ge
stalte, In khaki gekleed, tintelde van leven, en er was
zulk een rijkdom van levenskracht, zulk een overvloed
van jonkvrouwelijken levenslust, zooveel gezondheid
van een hooger orde in iederen gelaatstrek, in elke be
weging zichtbaar, dat de bekoring die van haar uit
ging, onweerstaanbaar was. Barbara Worth te zien,
was een uitgelezen genoegen in haar gezelschap te
zijn, een genot.
Toen zij vóór de Pionier-bank was aangekomen, hield
zij haar paard jn, sprong op den grond en legde de teu
gels over den nek van het paard. En zooals zij daar op
het voetpad stond, lachende en babbelende met een
groep ja bekenden, die een oogenblik waren blijven stil
staan om haar te begroeten, was haar geheele zijn even
betooverend als dat van de amazone even te voren. El
ke beweging, ieder gebaar sprak van een volmaakte
gezondheid. Het vaste vleesch van haar ronde wangen
en haar welgevormde hals had den wannen tint en glans
aan het overbodige, bruischende bloed te danken dat
door haar aderen stroomde. Omlijst als zij waren in een
rijkdom van golvende donkere haren onder een breedge-
randen hoed, waren haar gelaatstrekken tooh niet vol
maakt schoon. Haar mond was misschien een weinig
te groot, toch had de lijn daarvan een zekere bevallig
heid, en als zij lachte, werden de onberispelijkste tan
den zichtbaar. Maar er straalde een zeker iets uit haar
bruine oogen, uit iedere houding en beweging van haar
lichaam, dat aan alle critiek het zwijgen oplegde... Het
was de gezegende bekoring van de ongerepte vrouwe
lijkheid.
„O, Barbara, hoe heb je verleden Dinsdag het feestje
bij Miss Colson kunnen verzuimen! Het was in één
woord, zalig!..." zoo werd haar uit de verte toegeroepen.
„Wat zal ik je zeggen..." antwoordde Barbara en zij
rechten reiken veel hooger en gaan vaak tot ver over
de 100 pet. De koopkracht in Engeland ls hierdoor
sterk gedaald en wordt de consumptie sterk vermin
derd. De aan Engeland betaalde invoerrechten zijn to
taal f 5.897.000' geweest, wat nog aan den lagen kant
is geraamd, doch toch nog een respectabel bedrag kan
worden genoemd. Het is nog meer. dan de regeering
voor steunverleening aan den tuinbouw beschikbaar
stelde. Vergeleken bij de waarde van de uitgevoerde
versch e groenten, welke f 11.172.000 beliep en waar
voor f 4.357.000 invoerrechten zijn betaald, bedroeg het
invoerrecht dus bijna 40 pet. van de waarde. Het in-
voerreoht op versch fruit was meer dan een derde
van de waarde, terwijl voor vruchtenpulp meer dan
25 pet. moest worden betaald. Als men de invoer van
uien niet mederekent, waarop 10 pet. invoerrecht
drukt, blijkt dat van het overblijvende niet minder
dan 40 pet. van de uitvoerwaarde aan invoerrechten ls
moeten worden voldaan bij invoer in Engeland.
Hieruit blijkt, dat deze invoerrechten tot vernieti
ging van den tuinbouwexport zal lelden. Regeerlngs-
bemoeiingen worden dan ook dringend gewenscht ge
oordeeld.
STRAFZITTING VAë VRIJDAG 26 MEI.
ZILVEREN AMBTSJUBILEUM VAN DEN
KANTONRECHTER
Hoewel de jubilaris zelf daaraan geen ruchtbaarheid
had gegeven, hadden de vrienden en vereerders van
mr. Bastert niet vergeten, dat hij heden herdacht het
heugelijk feit van zijn 25-jarig ambtsfeest als Kanton
rechter te Alkmaar, 'n functie, die deze krasse zeven
tiger, hier en later ook nog te Schagen nog met onge
broken vitaliteit en ambitie waarneemt. Men had den
jubilaris dan ook een aangename verrassing bereid bij
zijn komst in het justitiepaleis. Zijn werk- en audiën
tiekamer was feestelijk versierd met kleurige bloem
stukken in frisch groen en in de rechtszaal, vóór de
zitting voor kinderzaken aanving, werd mr. Basetrt
hartelijk gecomplimenteerd door den president van de
Rechtbank, den Politierechter en de rechters in de
meerv. strafkamer, de beide officieren als vertegen
woordigers van het Parket, de ambtenaar bij het Kan
tongerecht en de griffiers van de beide rechtbanken.
Het behoeft niet te worden gereleveerd, dat deze spon
tane hulde door den jubileerenden magistraat ten
zeerste werd gewaardeerd.
Bergen.
DE PADVINDERS IN DE BERGER DUINEN
GEHANDICAPT.
Nu de Berger duinen vanuit particulier bezit zijn
overgegaan aan de gemeente Bergen, ondervinden de
padvinders die daar steeds ongestoord hun oefeningen
hielden moeilijkheden, indien' ze zich buiten de wegen
en voetpaden ophouden. Een 5-tal van de leiders werd
alzoo geverbaliseerd ter zake overtreding van artikel
46i en het was heden mr. Bosse, die voor deze jonge
lieden een lans brak, ten einde den kantonrechter te
bewegen, casu quo een zeer geringe straf toe te pas
sen. De ambtenaar was ook zeer welwillend gestemd,
overtuigd als hy was, dat deze jeugdvereeniging aller
minst gezind is tot natuurschending, terwijl ook de
Kantonrechter, hoewel er met nadruk op wijzende, dat
bedoelde maatregelen zijn genomen ter bescherming van
duinbeplanting en natuurschoon van dit reservaat en
de wandelaars overigens absoluut niet worden belem
merd, indien zij zich houden aan de voorschriften, ge
neigd bleek met de omstandigheden rekening te willen
houden, De vijf jongelieden, niet verschenen, doch ver
tegenwoordigd door den hoofdleider, mrv Bosse als
gemachtigde, werden veroordeeld ieder tot f 1 boete of
1 dag hechtenis Getracht zal worden het gemeente
bestuur te bewegen, speciaal voor de padvindersoefe
cingen, eenige meerdere vrijheid toe te staan
Alkmaar
DE COURANT OP DE RBCTTTSTAFBL
De tijden zijn voorbij, dat de koopman op de hoofd
noten van C groote terts melodieus in Alkmaar's stra
ten Het weerklinken: sijsies, vinken en goudvisch! De
zangvogels worden thans krachtig beschermd en het
is streng verboden de vangst en den verkoop, maar
ook, de te koop aanbieding De bedrijfsleider Wouter B,
wien zulks onbekend was en in de kolommen van het
N-H Dagblad, uitgegeven Woensdag 22 Maart, heden
als stuk van overtuiging aanwezig, had geannonceerd,
dat. bij hem benevens 4 grasparkieten» 'n miniatuur
schoothondje, ook te koop was een merel, liep daar
door leelijik tegen de lantaarn
Als gegadigde voor de merel verscheen ook 'n ver
momde rijksveldwachter en de gevolgen laten zich
denken De heer B stond heden terecht, beriep zich op
zijn onbekendheid met de wet en merkte spitsvondig
op dat hij niet een lijster maar 'n merel te koop had
aangeboden .De Kantonrechter was echter beter be
kend met de lijsterfamilie, waaronder niet alleen de
keerde zich om en streelde den hals van haar paard
dat zijn kop tegen haar schouder vlijde, „Pilot en ik.
wij waren samen uitgegaan naar de bergen en hij zeide
mij dat hij volstrekt geen haast had om thuis te komen.
Je moet weten dat Pilot niets voor zulke feestjes voelt,
niet waar, oude jongen?... wat kon ik toen doen? Ik
wou Miss Coison niet kwetsen, dat sprak vanzelf, maar
ik wilde Pilot evenmin onaangenaam zijn, en het was
zoo'n heerlijke dag en Pilot voelde zich zoo opgewekt
en wij konden het samen zoo goed vinden. En ik dacht
bij mijzelve: één vogel in de hand... Maar wat ik je
bidden mag, zeg daar niets van aan Miss Colson."
Allen lachten en een van de vriendinnen zeide: „Ik
geloof niet dat iets ter wereld je zou kunnen bewegen
afstand te doen van Pilot en van de woestijn."
In een van de vertrekken van het bankgebouw was
Jefferson Worth juist bezig een kleinen landbouwer aan
het verstand te brengen, dat het hem onmogelijk was
een hypotheekleening te verhoogen die op 's mans
eigendom gesloten was. Persoonlijk zou mijnheer Worth
niets aangenamer geweest zijn dan zijn vriend te gerie
ven. Maar de leening was reeds drie malen verhoogd en
er waren gebiedende redenen die de Bank noodzaakten
ze op te zeggen. De landbouwer mocht niet vergeten
dat een bank nu eenmaal bijzondere verplichtingen heeft
jegens allen die haar hun gelden hebben toevertrouwd.
De eerlijkheid van den landbouwer kwam hierbij in het
geh'eel niet ter sprake, het was uitsluitend een quaes-
tle van een gezonde, zakelijke opvatting.
De landbouwer was ietwat zenuwachtig en vocht met
den moed der wanhoop voor zijn zaak. Worth was op
de hoogte van den toestand, van de onvoorziene om
standigheden die het den man voorloopig onmogelijk
maakten te betalen.
Het zou nog twee maanden duren, eer zijn nieuwe
oogst gerijpt was. Hij kon er mijnheer Worth geen ver
wijt van maken. dat sprak vanzelf. Hij wist wel dat
hier alleen het zakenbelang spreken mocht, maar toch...
En voortdurend staarde hij op dat koude maskergezicht,
zocht hü naar een lichtstraaltje. Het was alsof iemand
van een machine genade afsmeekte. Het werd hem
allengs duidelijk dat die bankier alle mensoheiyk gevoel
miste, veeleer een werktuig was dat door een onweer
staanbare kracht werd voortgedreven en geen andere
aandoening kende dan die van een blinde gehoorzaam
heid, zooals een locomotief gehoorzaamt aan den drang
van den stroom.
Jefferson Worth begon, in nauwkeurige en zakelijke
termen, aan te toonen dat er van die leening, om re
denen van een gezond zakenbeleid, geen sprake kon
zijn, toen Barbara het gebouw betrad. Zij begroette den
kashouder die in het midden van het gebouwi troon-
mere! of zwarte lijster, maar ook de zang- of grauwe
lü'ster, de kramsvogel, hoperwiek en zelfs de nachte
gaal roodborstje, bastaard-nachtegaai en nog meer
dere zangvogels behooren en moest de heer B. nede
rig erkennen, dat zün ornithologische studiën nogal
eenige aanvulling behoefden. De zaak had ten slotte
geen „happy end", aangezien de heer B. werd ver
oordeeld tot f 6 boete of 5 dagen.
Alkmaar.
DE VRIJE WORSTMAKERIJ WORDT OOK
LEELUK BELEMMERD.
De 62-jarige heer G. Th, G., slager te Alkmaar, had
metworst gefabriceerd, waar Dr. Mol een kwantum
salpeter ln aantrof, veel hooger dan het bü de wet
geoorloofde maximum. De bejaarde beenhouwer kreeg
het nu te kwaad met het ministerieele vleeschwaren-
besluit en werd tot zijn groote ontstemming veroor
deeld tot f 16 boete of 16 dagen. Toch mocht hij nog
dolblü zijn, dat de ambtenaar de laatste lakens niet
uitdeelt, want deze heftige tegenstander van al te
kwistig gesalpeterde metwost, had f 25 boete of 25
dagen gevraagd.
Oudkarspel.
WEINIG GEWAARDEERDE COLLEGIALITEIT.
Op een bouwwerk te Noordsoharwoude kreeg de be-
drijsfleider een ongeval en moest hij worden uitgeecha-
keld. Daar spoed werd geeischt, was dit voor den aan
nemer Corn. K. uit Oudkarspel een geweldige strop,
doch de werklieden toonden zich kameraadschappelijk
en waren bereid eenige uren over te werken, Zoo kwam
het dat zü op Dinsdag 22 April reeds 's morgens om half
6 aan de klus waren, terwyi het wettelijk was verboden,
voor 7 uur te beginnen. Procesverbaal werd opgemaakt
en stond nu de aannemer terecht. Werd echter met
consideratie behandeld en tot 6 x f 1 boete of 6 x 1 dag
veroordeeld.
Callantsoog.
VERSCHIL VAN APPRECIATIE.
ALLES ROOD BEHALVE EEN
ACHTERLAMPJE
Een landbouwer om de Noord vandaan, de 41-jarige
Cor Gl. uit callantsoog, reed in den avond van 18 Mei
van Lisse komende, op den Kennemerstraatweg piet on
verlicht letter- en nummerbord., gedoofd rood achter
lampje. HU werd veroordeeld tot f 3 boete of 3 dagen,
welk vonnis op hem een uitwerking had als een roode
lap op een stier. Ik vind het bar veel! riep hij onstui
mig. Bar weinig, vermeende de kantonrechter. Nee, bar
veel en ik ga in hooger beroep! bulderde de veroordeel
de rood van woede, waarop hij grommend en foeterende
de deur uitscharrelde.
Hoofdingelanden kwamen Zaterdag 27 Mei in openbars
vergadering bijeen te Den Helder in hotel Bellevue.
Voorzitter de heer Verfaille. dijkgraaf van den pol
der; secretaris de heer C. Tailor.
Afwezig met kennisgeving de heeren: Jhr. W. Laman
Trip, van den Berg en C. Tromp. Waar de laatste we
gens ziekte in huiselijke kring verhinderd ls de verga
dering bü te wonen, spreekt de Dijkgraaf de hoop en
wensch uit, dat weldra goede beriohten mogen inkomen.
Voorzitter heet in een kort openingswoord de aanwe
zige heeren welkom. De geringe opkomst wil spr. wij
ten aan de minder belangrijke agenda en meent er in
tevens te mogen zien een goed vertrouwen in het be
stuur.
De notulen van de vergadering, gehouden op 17 Maart
worden vervolgens door den secretarie gelezen en zon
der op- of aanmerking onveranderd vastgesteld. BU
monde van den dijkgraaf brengt de vergadering den
secretaris dank voor de juiste notuleering.
De rekening over 1932.
De rekening van den polder, als ook de bescheiden
zijn nagezien door de heeren Jhr. W. Laman Trip en W.
Jimmink, die schriftelijk raededeeling doen, dat alles In
de beste orde is bevonden. De ontvangsten bedroegen in
totaal f 33464.96, de uitgaven f 26643.24. batig saldo
f 6821.72. Overeenkomstig het voorstel van de commis
sie wordt den penningmeester decharge verleend. Hem
wordt hulde en dank gebracht voor de wijze, waarop
steeds de belangen van den polder worden voorgestaan.
De begrooting wordt ten slotte in zün geheel goedge
keurd. De commissie, welke zich met het nazien der
rekening belastte, brengt voorzitter dank.
Zekerheidsntelllng penningmeester.
Waar reglementair vaststaat, dat de penningmeester
een zekerheidsste 11 ing dient te geven, stellen hoofdinge
landen voor, deze te bepalen op f 4000. De vergadering
gaat hiermede accoord en zal de goedkeuring op dit be
sluit worden gevraagd aan Ged. Staten.
Rondvraag.
De rondvraag levert niets op, zoodat tot sluiting kan
worden overgegaan.
de. Haar volle, warme stem had dezelfde onbewuste
macht die haar gansche persoon eigen was... Jefferson
9taakte voor een oogenblik zijn betoog... Allen keken
in de richting van waar zq de stem vernomen hadden.
De klerken beantwoordden haar begroeting met een
glimlach en hervatten daarop hun arbeid met nieuwen
moed. Ook de kashouder hief zün hoofd óp van zün pa.-
pieren en wisselde met haar in het voorbügaan een
scherts.
„Vader, ik dacht dat u alleen was. neem mü niet
kwaiyk... Hoe gaat het u, mijnheer Wheeler? En hos
maakt het uw vrouw en de kleine?"
Het gezicht van den man klaarde op, het was alsof
cün liohaam veerkrachtiger werd, zün stem meer klank
kreeg. „Het gaat best, miss Barbara ik dank u wel.
Al wat wij wenschen is, dat uw vader mij genoeg tyd
zal laten om mqn oogst te verwerken."
Barbara Worth was nu hoog genoeg opgeschoten om
om haar vader in de oogen te zien. En toen zü hem
aanzag, herinnerde de banker zich dien nacht in de
woestijn, toen dat kleine meisje wier moeder naast den
drogen waterput lag, hem zoo vreesachtig ontweek.
„O, ik ben er zeker van, dat vader dat wel voor u
schikken zal," zeide het meisje vol vuur. „Niet waar
vader? U weet toch ook hoe hard münheer Wheeler al-
tüd werkt en hoe moeilük hy het in de wereld heeft...-
Ik moet ook een beetje geld hebben... daar ben lk juist
voor gekomen."
De landbouwer lachte luid, Jefferson Worth glimlachte
„Maar ik heb het niet voor mqzelve noodig", zei
ze, „ik moet het voor de Garcia's hebben, die arme
Mexicanen die bü het wagenkamp huizen. Pablo heeft
in de mijn zün been gebroken en er is niemand die
voor de moeder en de kinderen zorgt. En ik kan ze toch
niet aan hun lot overlaten."
Zü werden gestoord door een klerk, die den bankier
een papier kwam overhandigen.
Weer was het gelaat van Jefferson Worth een koud
grijs masker geworden. Werktuigelijk zette hij zijn hand-
teekening op het papier. Toen zeide hü tot den klerk;
U kunt juffrouw Worth het geld geven dat zij ver
langt"
De klerk bevestigde de ontvangen machtiging met een
glimlach en verwüderde zich daarna. Barbara maakte
aanstalten heen te gaan. „Dag mijnheer Wheeler, wilt
u uw vrouw zeggen dat ik binnenkort eens met haar
kom praten... U moet weten dat ik mü dien heerlijken
room nog zoo goed herinner."
„Dag, miss Barbara... ik zal het mijn vrouw zeggen.
Het doet ons altijd genoegen, als wq u bij ons zien."
Wordt vervolgd.