NPJ.r
.ÜML—n
Barbara Worth
Raad Schoor!.
LKMAARSCHE b
CAUSERIE
3lJDoorzittëïï||J&
PUROI-M
111 111
Stukloopen
Zonnebrand
i a i
in
Grootgortbuikenburg in rep en
roerl Wie zijn er de moorde
naars? Alleen naaktloopers
worden In Grootgortbnikenbnrg
geweerd. Toekomst-ideaal voor
de proletaren van alle landenl
Knusse tafereeltjes uit den vroege-
ren Raad der Gortbuiken.
Geachte lezers!
Nog nooit of te nimmer heb ik mij zoo diep ge
schaamd over mijn braaf en onschuldig Grootgortbui
kenburg. dan in den drama a grandspectakel-avond van
Vrijdag jongstleden!
Ik heb altijd grof opgepocht over het uiterlijk fatsoen,
waarmee Grootgortbuikenburgia was bekleed en de
vrijheid van beweging, die ieder aanwezige zonder uit
zondering genoot, maar nu ben ik er toch weer leelijK
naast geweest. Zoo'n misselijk optreden en verstande
loos gedaas heb ik nog nooit op de viool van wijlen
Skresmeijer. die 365 dagen in 't jaar jarig en bijgevolg
ook dronken was. hooren fidelen! Daar kregen 'n stuk
of wat lichtelijk overspannen jongelui het in 't hoofd
om alvorens in 'n vooraf besproken en behoorlijk be
taalde zaal een vergadering te beleggen, een wandeling
door de stad te maken en onder die wandelaars waren
een paar fascistische vuurvreters, die zich met *n zwart
hemd hadden getooid! En nu stel ik de alleszins ge
wettigde vraag: Sinds wanneer is het in Grootgortbui
kenburg niet meer gepermitteerd te wandelen en een
zwart hemd te dragen? Alle mogelijke hemden zijn hier
steeds toegelaten: rooie. blauwe, gele, oranje, pimpel-
paarsche en zelfs bruine hemden, zijn in Grootgortbui
kenburg toegestaan, daar is geen ventvergunning van
den commissaris voor noodig; zelfs geen enkel hemd is
een bezwaar, als de rest van je kleeding maar in over
eenstemming is met de bepalingen van artikel 239 van
het wetboek van strafrecht, handelende over openbare
schennis der eerbaarheid.
Fascisten, communisten. Heilsoldatisten. socialisten,
nihillisten, violisten, alpinisten, latinisten, (behalve Nu-
disten. die er al te paradijsachtig bijsloffen), hebben
hier in Grootgortbuikenburg het volle previlege om met
hemden in alle mogelijke kleuren rond te boemelen; ze
kunnen na bekomen verlof naar verkiezing psalmen, de
internationale, de socialistenmarsch of lang zal ie leven
in de gloria zingen, maar geen poppenkast verkoopen,
die de rust van de stad in gevaar brengt, dat wordt in
Grootgortbuikenburg niet geduld, en dat zullen de hee-
ren demonstranten nu wel begrepen hebben. Ronduit
gezegd, snap i k het lef niet van menschen. die zich
notabene nog wel redelijk denkend durven noemen om
'n wartaal uit te slaan als in dit malle pamflet, dat ik
u hier als curiositeit eens zal voorlezen:
..Kameraden, arbeiders van Alkmaar!
Heden (Vrijdag)avond vindt hier in Alkmaar een ver
gadering plaats van de Mussert-Fascistengroep!
Daarom roepen wij U ook in deze plaats op om deze
moordbende duidelijk te maken, dat ge niets van hun
moord- en terreurprogram moef hebben!
Voorkomt, vóór het te laat is, dat hier evenals In
Duitschland en Italië, de arbeidersbeweging wordt ver
nietigd door deze misdadigers!
Demonstreert in grooten getale uw afkeer tegen deze
bende; demonstreert uw wil tot onverzoenlijken strijd
tegen het fascisme, tegen de oorloghitsers! Hoont ze
weg! Deze bende! Het zijn uw grootste en gevaarlijk
ste vijanden! Zorgt tijdig aanwezig te zijn op het Waag-
plein. Zegt het voort, zegt het voort, zegt het voort!
Weg met het fascisme. Fascisme is moord!"
Nou, ik ben absoluut geen fascist, geen communist,
geen nudist, want dat is me te koud met die perma
nenten Noordenwind, die zoo vinnig tegen je onbeschutte
bibs zou blazen, nee. kameraden en vrienden, ik ben 'n
onvervalschte Gortbuik met Grootgortbuikenburger
bloed, van alle smetten vrij en dus staande fier en
frank, en boven alle partijen uitstekend, als onze we
reldberoemde Waagtoren en als zoodanig zou ik deze
opscheppers over moordbende en moordenaars, wel eens
willen verzoeken, om eerst hun jat maar eens in eigen
boezem te steken. Menschen, die zich één van geest ge
voelen met een volk dat zich niet ontzag om op de
meest laffe en walgelüke wijze 'n geh"»el gezin, dat ten
doode vernederd en gebroken, afgeworpen van het hooge
voetstuk waarop het eenmaal stond, weerloos overge
FEUILLETON.
Door
HAROLD BELL WRIGHT
1L
Tezamen bestegen zij den heuvel bij het begin van
den hollen weg. waar hij getuige van het ongeluk was
geweest. Onveranderlijk hield zij haar blik vooruit ge
richt om het doode paard niet te zien dat daar in de
vlakte lag. Toen de top van den heuvel tusschen hen en
den hollen weg lag, vroeg zij hem een oogenblik stil te
houden en samen lieten zij hun oogen gaan over de
eindelooze vlakten van het Koningsdal.
,Js het niet grootsch? Is het niet ontzettend?" vroeg
zij eerbiedig met zachte stem. „Het is inderdaad aan
grijpend. Het is of het roept, of het wacht, op iemand
wacht. Soms denk ik dat ik geroepen word... O, ik weet
waarlijk niet. wat het sterkste is, mijn angst of mijn
haat of mijn liefde." Er trilde een sterke hartstocht in
haar stem en toen de opzichter die wijdgeopende oogen
en dat veelzeggende gelaat zag. toen voelde hij. even
als de Profeet, dat zij verwant was aan de woestijn.
„Komt u hier dikwijls?" vroeg hij nieuwsgierig.
„Ja, heel dikwijls", antwoordde zij, „zonder mijn
woestijn zou ik niet kunnen leven en er is geen betere
plek om ze te zien dan hier. Zoo dikwijls hij kan, gaat
de Profeet met mij hierheen. Zou u denken dat dit
land ooit ontgonnen zou kunnen worden?" En zij
wachtte op zijn antwoord.
„Wel, dat kan niemand met zekerheid zeggen", ant
woordde hij langzaam. „Er zijn hier nog nooit opnemin
gen gedaan."
„Ik weet het!" betuigde zij met nadruk. „Ik weet dat
het komen zal. Luister. Hoor je de stemmen niet die
daar roepen? Daar is het wachten van al die eeuwen
op geweest"
De opzichter glimlachte als iemand die een kind niet
wil ontstemmen. „Misschien heb je gelijk", zeide hij.
„Nu wilt u een loopje met mij nemen", antwoordde
zij snel. „Dat doen zij allen, vader en de Profeet en
Texas en Pat. De uitkomst zal het leeren. Ik geloof
leverd aan een bende afschuwelijke beulen, niet meer in
staat een hand uit te slaan ter verdediging van hun
droevig leven, uit te moorden, nou. ik vind dat men
schen met zulk een mentaliteit, maar niet moeten
schreeuwen van moordenaars en moordbende!
Ik zal hier nu niet verder over uitwijden, want mijn
taak is alleen, om mijn edel Grootgortbuikenburg tot
geluk en welvaart te brengen en voorts de stedelijke
regeering te prijzen of af te takelen, alnaar ze ver
dient heeft, maar ik zou zoo zeggen, dat, als er een
fascisme kan worden gefabriceerd dat ons dierbaar Kik-
kerbilletjesland kan brengen tot humaniteit, welvaart,
eendracht, eenvoud en vrede, dat ik oogenblikkelijk 'n
contract voor mijn geheele leven dat 't trouwens wel
niet zoo heel lang zal uithouden met mijn handteeke-
nlng wil bekrachtigen.
Maar met schelden, razen, knuppels en revolvers zul
len we de heilstaat niet verwerven, dat hebben we aan
Frankrijk gezien. Hoeveel bloed heeft daar niet ge
vloeid? Koningsbloed, aristocratenbloed, bloed van on
schuldig verdachten, bloed van revolutiehelden, en ten
slotte vraten de bloedhonden zelf elkaar op en kwam
de groote Nap en maakte van het vertrapte en met
bloed bemorschte koningschap weer 'n keizerrijk! Dat is
de wisseling van het lot en anders niet! Waarin moeten
de strijders voor vrijheid, gelijkheid en broederschap
eigenlijk met elkaar verschillen?
Laten ze het goede in elkander apprecieeren en sa
menwerken om elkaar het leven zoo lekker mogelijk te
maken! Ik voor mij. verlang 'n heilstaat, die zoo met
overleg en juiste tactiek wordt beheerd, dat de belas
tingen laag en het genot groot is! Ik wensch voor lede
ren werker. waarmee ik bedoel den geestelijken en
den handarbeider het hoofd en de handen, die elkaar
toch niet kunnen derven om het volmaakt geheel te
oonstrueeren voor ieder hunner wensch ik 'n mensch-
waardig bestaan in 't redelijke, en conform zijn behoef
ten. en het uitzicht op een onbezorgde toekomst, een
kommerloozen ouden dag in welverdiende rust. vrede In
huisgezin en familie en 'n aangenaam tehuis in 'n
vriendelijke, rustige, natuurschoone omgeving! Afklop
pen op ongeverfd hout! Ik wil dat het beheer van den
De raad der gemeente Schoorl kwam in openbare ver
gadering bijeen op Donderdag 1 Juni 1933, des voormid-
daga om 10.30 uur.
Voorzitter de heer Baron van Fridagh; secretaris de
heer J. H. Smits.
Alle leden zijn aanwezig.
De Voorzitter heet in het bijzonder welkom den heer
Duin. die weer hersteld aanwezig is.
De notulen worden goedgekeurd.
Ingekomen stukken.
Berichten van Ged. Staten vermeldende goedkeuring
der begrootingen 1933. verordfning heffing hondenbe
lasting, gewijzigde legesverordening, gewijzigde verorde
ning heffing opcenten op hoofdsom gemeentefondsbe
lasting. gewijzigde begrooting 1932, af- en overschrij
vingen 1932.
Bericht dat de sluiting der vaststelling van de aan
slagen in de Personeele belasting voor deze gemeente
is opgeheven. B. en W. hebben kunnen aantoonen dat
de heffing voldoende geacht kon worden.
Gelezen worden verslagen van de avondcursussen
voor voortgezet onderwijs aan de O. L. school te
Schoorl en aan de R.K. bijzondere school te Catrijp.
Ingekomen is verslag Vleeschkeuringsdienst, kring
Schoorl. De dienst sloot met een voordeelig saldo var,
f 531.03.
Van Ged. Staten kwam in een schrijven inzake de fi
nancien van noodlijdende gemeenten. Uitvoerig wordt
onder meer den nadruk gelegd op de ontoelaatbaarheid
van het doen van uitgaven, welke overschrijding van de
betreffende begrootingsposten tengevolge hebben, be
halve in gevallen van dringenden spoed, als bedoeld bij
art. 248 lid 2 der gemeentewet.
De Minister bericht dat het treffen van een steunre
geling voor werkloozen niet eerder noodzakelijk geacht
wordt dan met ingang van den datum van stopzetting
der werkverschaffing bij Staatsboschbeheer.
De Voorzitter heeft gehoord dat per 1 Juli de werk
verschaffing stopgezet zal worden en B. en W. vragen
dat de Profeet het met mij eens is. Alleen zegt hij altijd,
net als u. dat er nooit opnemingen gedaan zijn. En soms
geloof ik bijna dat vader, in het allerdiepste van zijn
hart, met mij eens is."
Gedurende dien langen tocht naar het huis van Bar
bara, spraken zij over de Woestijn en over de droomen
van ontginning van den Profeet, en Abe vertelde haar
dat die „domme kapitalisten" zooals Barbara hen noem
de, ten langen leste in die plannen belang waren gaan
stellen. De groote James Greenfield had een artikel
van den Profeet gelezen over: „Ontginning van het
Standpunt van den Geldbelegger" en hij had den
Profeet daarover geschreven. Die briefwisseling had er
toe geleid, dat de ingenieur naar New York gegaan was
en een combinatie die door Greenfield in het leven was
geroepen, hem naar het Zuiden had gezonden om daar
uitgestrekte terreinen te onderzoeken en over de mo
gelijkheid van hun ontwikkeling verslag uit te brengen.
Toen zij in het huis van Babara waren aangekomen,
troffen zij daar den Profeet zelf. De. vijftien jaren, die
inmiddels waren voorbijgegaan, hadden blijkbaar geen
zichtbaren invloed op den persoon van den ingenieur
geoefend. Zijn gestalte was nog altijd krachtig en kaars
recht, maar zijn haar was een weinig vergrijsd en wie
hem van nabij gadesloeg, kon zich niet ontveinzen dat
er een stille droefheid over zijn gelaat lag uitgespreid
die onbeschrijfelijke uitdrukking van iemand wiens
zelfvertrouwen allengs verzwakt, die de eene teleurstel
ling op de andere ziet volgen en er aan gaat twijfelen,
of hij zijn lievelingsplannen wel ooit in vervulling zal
zien gaan, niet uit ongeloof aangaande zijn eigen
idealen, maar omdat hij zich de kracht voelt ontzinken
die idealen tegen vreemde aanvallen te verdedigen.
Toen het avondeten geëindigd was, nam de opzichter
van allen afscheid. Het vertrek was voor den volgen
den dag in den vroegen morgen bepaald en hij had
daarvoor nog het een en ander te verrichten. Kort daar
na zocht Barbara haar vader en den ingenieur op, die.
oudergewoonte, bij den ingang van het huis stonden
te keuvelen. „Hier zijn zij!" zeide zij. „Heb ik ze niet
netjes voor u bewaard?" En zij reikte den ingenieur een
sigarenkistje toe.
„Dat heb je zeker", antwoordde de ingenieur, vroolijk
en vriendelijk, terwijl hij zich op een versche, wèlbe-
waarde Havana onthaalde. „Je bent een bovendste
beste."
Jefferson Worth gebruikte in geen enkelen vorm ta
bak. maar het was een ongeschreven wet van het huis
gezin dat de Profeet, wanneer hij te gast was in hei
huis, recht had op zijn after-dinner en Barbara hem
staat zuinig zij. alle overbodige weelde vermijdend. Iede
re penning zorgvuldig -omkeerend en de winst ter zijae
leggende, voor den onbezorgden ouden dag van den
werker in aJle kleuren van den politieken regenboog.
Solt!
En in afwachting van deze ideale toekomst moeten
we leeren en probeeren elkander in liefde te verdragen
en tc steunen. Alweer soit!
Ik denk dan nog aan de leuke dagen in den Raad der
Wijzen van Grootgortbuikenburg! Toen de socialistisch
denkende dames nog deel uitmaakten van dit edclacnt-
baar college, wat ging het er soms niet knusjes en ge
zellig toe! Mevrouw WesterhofKoopal, de verknochte
ega van onzen grooten Jan de Veroveraar, die eertijds
de zielen den weg naar den hemel wees en nu de Groot-
gortouikenburgers leert, om in versterving en deemoed
hun belastingspietjes te offeren; als ze jarig was. werd
er getracteerd op taartjes en werd haar in eer en deugd
door oenkei Dirk. den nestor van den volksraad, en
den consevatieven man van den duim op het laadgat
het hof gemaakt en voerde hij haar met jeugdige ga
lanterie roomhorentjes met een zilveren lepeltje, gesierd
met* het wapen van Grootgortbuikenburg, 'n petroleum
kachel uit de tiende eeuw.
F.n wa.» daar ook niet mevrouw Comelia Hellingman
Dan staat er spek met kroten voor me klaar!
En deze beminnelijke raadsdame was ondanks haar
zuiver rosé principes, de lieveling van de vergadering,
natuurlijk in 't nette, zooals wijlen Barendje Donderkop
altijd zei. en toen ze door de wet gedwongen, als echt
genoote van een dienaar der gemeente, haar afscheid
moest nemen, toonden de vertegenwoordigers van alle
partijen hun leedwezen over het verlies van zulk een
aangename en opgewekte confrèse, hield de Vrijheids-
bonderende burgervader, Willem Wendelaar, een van
zijn beroemde huldesmoezen, swaer van redeconstighei*
en soetelijck als honigcoek, en ontving zij van al de
vroede vaderen de platonische broeder- en afscheidskus!
Mitsgaders 'n fijn bouquet veredelde rooie reuze-papa
vers!
Je ziet dus geliefden, dat we eendrachtelijk tezamen
kunnen zijn. trots alle verschil van meening en opvat
ting. Het is in vele gevallen de persoon die de overwin
ning behaalt op het vooroordeel!
Een zuur en onaangenaam mensch. 'n hatelijke extre
mist. kan nooit een goeie propagandist voor zijn begin
selen zijn!
Hoevelen zullen er zijn onder u die zeggen: die Cave
Canum is vast 'n akelige baviaan, 'q kwijlende bulhond.
de slechtgeslaagde kruising van een muilezel en een
Grootgortbuikenburger. maar als ze 'n kwartier met me
gesproken hebben, vinden ze al den moed om me 'n
tientje ter leen te vragen, ten einde de allernoodzake
lijkste termijn van hun gemeentedoodslag te betalen!
Ziet u. dit is nu de triomph der persoonlijkheid van uwe
toegenegen
CAVE CANUM.
P.S. Om misverstand te voorkomen, dat tientje kan
ik zelf voor hetzelfde doel veel te goed gebruiken. C. C.
den raad machtiging met ingang van dien datum de
reeds eerder vastgestelde steunregeling te doen Ingaan.
Thans zijn er ongeveer 35 personen in de werkverschaf
fing. Het zal dan gewenscht zijn de werkloozenkasaen
die tot nu toe «niet zijn aange proken, aan te spreken.
Wordt goedgevonden, hoewei de raad het eigenaardig
vindt dat de steunregeling niet kan worden vastgesteld,
voordat de werkverschaffing is stopgezet.
In verband met ingekomen verzoeken van K. Wiedijk
te Groet en de N.V. Schoorlsche Radiodistributie, van
welke N.V. de heer Wiedijk directeur is. stellen B. en
W. voor de bestaande radio-distributie-concessie, des
tijds verleend aan K. Wiedijk te Schoorl. over te dragen
met diens medewerking aan de op te richten „N.V.
Schoorlsche Radio-distributie" te Schoorl te vestigen.
De vergunning tot wederopzegging te verleenen met In
gang van den eersten der maand volgende op dien
waarin de rijks-machtiging wordt verkregen en overi
gens overeenkomstig de bestaande of nog nader vast te
stellen voorwaarden, waaronder de tegenwoordige con
cessie werd verleend.
De heer Schermer dacht dath et beter was de conces
sie voor een bepaald aantal jaren te geven.
De Voorzitter raadt dit af. de gemeente is in dezen
niet vrij. maar het voorstel-Schermer kan worden ge
amendeerd door te bepalen dat de concessie wordt ver
leend. gedurende de rijksvergunning.
De heer Duin wijst op de schending van het natuur
schoon. maar de zaak staat nu eenmaal.
Conform het voorstel, zonder het amendement, wordt
goedgekeurd.
Reductie verleend.
Ingekomen is een schrijven van den houtvester in de
houtvesterij „Haarlem" waarbij geadviseerd wordt een
reductie toe te kennen op de pacht der Harger zandmen-
nerij ten behoeve van de N.V. „Van Deventer's Kalk
zandsteenfabrieken" alhier, wegens een over het pacht-
jaar 1932 geleden verlies op de exploitatie van de zand-
mennerlj van ln totaal f 2980.17 in dier voege dat het
Staatsboschbeheer en de gemeente Schoorl tezamen de
helft van dit verlies in mindering van de pachtsom zul
len kwijtschelden.
B. en W. stellen voor. overeenkomstig het advies van
den houtvester te besluiten door reductie te verleenen
op de pachtsom van de Harger Zandmennerij ten be
drage van de helft van het exploitatieverlies over ge-
dien verschaffen zou. Zij zag dat energieke gelaat van
haar vriend gaarne in de plotselinge verlichting van
den ontstoken lucifer of in den gloed van de brandende
sigaar, terwijl zij in de duisternis met elkander zaten
te babbelen.
„En wat vindt je van broer Abe, Barbara?" vroeg de
ingenieur, toen zijn sigaar smakelijk brandde. „Heeft
hij je niet omver gepraat?"
Het meisje lachte. „Daarvoor is niet veel gevaar ge
weest. U weet toch wel dat ik altijd het hoogste woord
heb."
De Profeet lachte. „Abe heeft mij eens gezegd dat
hij zich meestal als een oester voelde en dat hij den
overigen tijd zoo woedend op zichzelf was dat hij geen
woorden kon vinden om zijn gedachten te uiten."
„In mijn oogen is hij een prachtexemplaar", beweerde
Barbara in geestdrift.
„Dat is hij zeker", antwoordde de ingenieur zeer
ernstig. „Ik ken in mijn vak niemand anders dien ik
ln werk van een bepaalde soort zoo volkomen zou kun
nen vertrouwen. Je weet dat Abe in woeste en onbe
schaafde streken geboren eif opgevoed is en misschien
heeft hij daaraan een aangeboren geschiktheid voor
zijn werk te danken die werkelijk aan het genie grenst.
Met zijn kennis van de natuur die hij zich met zijn
merkwaardige opmerkingsgave heeft eigen gemaakt,
twijfel ik er aan, of Abe Lee heden ten dage ergens
zijn evenknie heeft in het verkenningswerk dat hem in
den regel wordt opgedragen. Ik geloof stellig dat zijn
lichaam van ijzer is. Honger, koude, dorst, hitte, vocht
hebben niet de minste vat op hem. Hij houdt het altijd
nog langer vol dan iemand anders dien Ik ken. Voor
het vinden van zijn weg heeft hij het instinkt van een
wild dier en daarbij onverstoorbare zenuwen. Zijn eer
lijkheid en goede trouw grenzen aan het onnatuurlijke
Daarentegen is hij zoo wantrouwend en zoo schuw als
een kostschoolmeisje en even zoo gevoelig als een be
deesde knaap. Ik ben vast overtuigd, dat hij op dit
oogenblik meer van de groote plannen afweet die in
het Westen in de maak zijn dan negen tiende van de
gestudeerde heeren. maar ik heb meer dan eens bijge
woond dat hij sprakeloos en overbluft zat te luisteren
naar de hooge wijsheid van den een of anderen jongen
snulter zonder de minste ondervinding en met een di
ploma waarvan de inkt nog niet goed was opgedroogd.
Maar zet die beiden nu eens naast elkander aan het
werk en dan zul je eens zien wie het het langst en het
best uithoudt. Je vindt misschien dat ik mij bijzonder
warm maak voor dien jongen man die zooveel als mijn
rechterhand ia en de waarheid is dan ook dat ik bui
Doos 30 en 60. T ube 80 ct
Bij Apoth. en Drogisten
meld pachtjaar (loopende van 1 Mei tot 30 April), welk
gedeelte voor de gemeente zal bedragen de helft van
f 1490.08 is f 745.04 en gemeld bedrag te zijner tijd bij
begrotingswijziging voor het betreffende dienstjaar na
der te regelen.
De betrokken pachter verklaart zich bereid dat als de
exploitatie later bevredigende resultaten oplevert, de
reductie weer aan de gemeente zal worden terugbetaald.
De vraag wordt gesteld of het verlies wel door de
zandmennerij is geleden.
Geadviseerd wordt dat het verlies geen verband houdt
met de kalksteenfabriek.
Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten,
mits ook door het Rijk het overige gedeelte van het
verlies bijdraagt.
In overeenstemming met de wenschen van Ged. Sta
ten wordt de gemeenterekening over 1930 gewijzigd.
Op verlangen van den Pensioenraad worden nader
geregeld de pensioensgrondslagen van de heeren J. W.
Schoone en D. Swaan.
Ingekomen is een schrijven van Jb. Beemsterboer.
ijskoopman te Schoorl. waarbij deze zich beklaagt dat
bij het verpachten van de standplaats van ijs e.d. aan
den Damweg nabij het tramstation, door B. en W. aan
een niet-ingezetene als hoogste Inschrijver vergunning
verleend werd zulks z.1. in strijd met een desbetreffende
door het gemeentebestuur geplaatste oproeping van ge
gadigden.
De heer Duin is het met adressant eens dat in de ad
vertentie vertegenwoordigd werden tot inschijving inge-
vertentie uitngenoodigd werden tot inschrijving inge-
jaar is adressant gedupeerd door een vergissing van
B. en W. en nu weer. Het is te prijzen dat adressant
zijn best doet uit de werkverschaffing te blijven.
De heer Gutter is het met den heer Duin eens.
De Voorzitter zegt dat het beter was geweest als ln
de advertentie was geplaatst: „bij voorkeur uitsluitend
ingezetenen.
De heer Schermer ls het ook met de heeren Duin en
Gutter eens. De advertentie was heel duidelijk. Is de
plaatsing al gegund? Want dan is het mosterd na den
maaltijd. Is adressant geen andere standplaats aan te
wijzen?
De heer Bijl ontkent dat adressant vorig jaar ook 14
gedupeerd, het was regel dat één persoon één stand
plaats heeft Eerst werd zeer laag ingeschreven en bij
tweede oproeping schreef alleen Jonker in en hoewel
die reeds een standplaats had, ls de gunning aan Jon
ker geschied.
In het onderhavige geval moesten we afwijken van de
bepaling „één standplaats" of van de bepaling „voor
ingezetenen" en in verband met de hoogere inschrijfsom
is de standplaats aan een niet-ingezetene gegund. In
middels geeft de winkelsluitingswet vrijheid tot venten
en daardoor is Beemsterboer niet gedupeerd.
Na eenige discussie 2*egt de Voorzitter dat de raad
nu maar uitspraak moet doen of de vrije concurrentie
zal worden toegelaten of de concurrentie van Ingezete
nen onderling. Als oplossing geeft spr. in overweging
aan Beemsterboer een standplaats te Schoorldam te ver
leenen. alleen wordt dan afgeweken van het standpunt,
dat aan één persoon één standplaats wordt verleend.
Tot dit laatste wordt besloten.
In handen worden gesteld van B. en W. om advies
een verzoek van de middenstandsvereenigingen tot wij
ziging van de winkelsluitingswet en voor heeren boom
kweekers. waarin verzocht wordt, dat de raad in be
ginsel zich bereid verklaart tot een garantie van 10 pet
van de eventueele nadeelige saldi, welke een rijkscre-
dietregeling der boomkweekersbedrijven eventueel zal
medebrengen.
Van den heer P. de Regt opzichter bij de Provincie
Noordholland is een bezwaarschrift ingekomen tegen de
afwijzende beschikking op zijn verzoek om bouwvergun
ning voor een terrein, gelegen aan het Hargergat te
Camperduin.
De Voorzitter licht toe dat de afwijzing ts geschied,
gehoord het advies van de Schoonheidscommissie, omdat
het gebouw uit het oogpunt van welstand aanstoot zou
geven.
B. en W. stellen voor het adres om prae-advies in
hun handen te stellen.
De heer Duin merkt op dat de Schoonheidscommissie
weinig aanpassings\termogen toont, wat den welstand
betreft. Spr. zegt dat er immers meerdere misproducten
staan. Het eenige bezwaar vindt spr. is de verkeersbe-
lemmering aan één kant
De heer Schermer meent dat h*r de weistandsgrens
niet in 't geding had moeten worden gebracht, maar de
poging om de oude boerderij vrij te houden. Spr. blijkt
niet erg te sympathiseeren met de adviezen van de
Schoonheidscommissie, laat die commissie maar te
Bergen- enz. adviseeren.
De heer Gutter heeft den indruk dat onvoldoende
overleg is gepleegd met den heer De Regt.
tengewoon met hem ben Ingenomen... Ik ken hem!"
Hij stak een lucifer aan en gedurende een oogenblik
kon arbara zijn gezicht waarnemen. Toen haalde zij
diep adem en zeide met zachte stem: „Ik ben blij dat u
dat gezegd hebt. Ik ben er vast van overtuigd dat hij
het verdient"
Toen spraken zij over de expeditie van den Profeet,
die den volgenden morgen bij het aanbreken van den
dag zou vertrekken en Barbara had een gevoel alsof er
een strooming door den dampkring ging die een nieuwe
'.oekomst voorbereidde en voorspelde, een tijd waarin
dier krachten zouden worden aangewend op de omzet
ting van millioenen bunders woest en dor land in
vruchtbare hoeven en gezegende woonsteden voor de
aienschenkinderen.
En in dien vroegen ochtendstond was het jonge meisje
opgestaan om den Profeet vaarwel te zeggen. „Ik zou
willen", zeide zij peinzende, „dat u en Abe mijn
woestijn gingen onderzoeken."
De ingenieur antwoordde met een glimlach: „Vroeg
of laat zal dat ook wel komen."
„Ja, komen zal het", zeide zij in allen eenvoud.
En toen zij daar vóór hem stond, ln de volschoone
kracht van haar jonkvrouwelijkheid, toen onderging
ook de Profeet de geheimzinnige macht van haar
persoonlijkheid, en hij bespeurde dat aan zichzelven met
vaderlijke trots. „Een geloof dat zoo sterk is, Barbara,
wordt een gezegend weten."
VIJFDE HOOFDSTUK.
Wat de Profeet van de Indianen had geleerd.
Bij de grondlegging en de vorming van de Woestijn
van Barbara had de rivier, die haar slib daar neder-
legde, de eeuwen van haar arbeid -niet geteld, de
rotsenuithollende, zandbankvormende golven bleven ge
durende eindelooze tijdperken aan het werk, en de
brandende zon en de verdorrende winden hadden de
noodige jaren overvloedig beschikbaar. Dit verklaart
dan ook dat de werkelijke begindatum van dit, mijn
verhaal, niet kan worden vastgesteld.
Eenmaal, In de oneindige eeuwigheid die ongemeten
vér, achter alle dagen van gisteren ligt, heeft de groote
rivier de zilte golven van den oceaan ontmoet ln de
diepte van wat nu het Koningsdal genoemd wordt. En
langzaam, onafgebroken gedurende vele eeuwen, heeft
de rivier daar gestadig van het Oosten uit, door de
Golf van Lone Mountain heen, een breeden landstrook
aangeslibd.