De onzichtbare beschuldiger.
Woorden.
De Avontuurlijke Lotgevallen van Miep Muizenschrik en Bul Krakebeen
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 17 Juni 1933. No. 9296.
ZATERDAGAVONDSCHETS
Oorspronkelijke schets door SIROLF.
Nadruk verboden
alle rechten voorbehouden.
DE zaak was schitterend gelukt. En
er was geen enkele spoor, dat ook
maar op eenigerlei wijze een aan
wijzing tegen hem kon vormen. Jim Jar-
vis, bijgenaamd „De Linke", kende zijn
Vak. En zelfs toen hij op de aanwijzing
van een idioten, zenuwachtigen winkelier
door een agent mee naar het hoofdbu
reau werd genomen, voelde hij zich vol
komen veilig. Men zou niets op hem vin
den, dan geld. Doodgewone biljetten van
10, 25 en 100 dollar. Nu ja, een vrij aan
zienlijk bedrag, doch men kon hem niets
bewijzen. En vol zelfvertrouwen ging Jim
met den agent meer naar de kamer van
iden hoofdcommissaris. Jaja, Jim Jarvis
kende zijn zaakjes.
Het was gewoonweg een nieuws vondst
geweest, die in het misdadige brein van
Jim Jarvis was opgekomen, een vondst,
'die hem voortaan een leven van onbezorgd
heid en geld in overvloed waarborgde.
„De groote fout." aldus redenerde Jim,
,,die de ontvoerders van de baby van
Lindbergh hadden gemaakt, was, dat ze
zoo'n groot bedrag als losprijs hadden ge-
telscht. De stomme kerels hadden in één
elag binnen willen zijn. Maar zóó stom
Was Jimmy niet. Nee, hij nam genoegen
Jnet een veel kleiner bedrag, een bagatel
Van 5000 dollar. „Maar", zooals hij in de
«telefonische mededeeling aan den bankier
Henderson had gezegd, toen hij hem in
kennis had gesteld, dat hij de vierjarige
baby van den bankier in verzekerde be
waring had genomen, „denk er om, meneer
geen grapjes met gemerkte bankbiljetten.
iAls U er bijna onzichtbare streepjes of
kruisjes of iets dergelijks opzet, zooals die
Btomme politie-kerels wel eens probeeren
om iemand er in te laten loopen, dan gaat
(de baby er meteen aan! Als U het geld
op de aangegeven plaats afgeeft aan de
tusschenpersoon. die van de heele geschie
denis niets afweet, en ik heb het papier
vijf minuten later in mijn bezit, dan kijk
ük het eerst heel zorgvuldig na, en pas als
Sk heb gezien, dat er geen enkel merktee-
ken op is aangebracht, pas dan wordt het
kind vrijgegeven!"
Het plannetje was schitterend gelukt.
.Toen de tusschenpersoon hem het geld had
gebracht in de achterkamer van het
©ogenschijnlijk gewone huis, waarvan de
ramen voor en achter met een paar lakens
behangen waren, had hij het bankpapier
zorgvuldig nagekeken. Ook aan de voor
waarde, dat de tusschenpersoon niet ge
volgd mocht worden, omdat anders het
kind niet een uur later zou worden terug
bezorgd, doch by eventueele arrestatie
van hem, Jimmy, op slag zou worden ge
dood, was voldaan. Ongehinderd had Jim
my met het geld zijn tijdelijke schuilplaats
kunnen verlaten. Om onmiddellijk het
tweede deel van zijn plan te kunnen uit
voeren. Voor alle zekerheid moest hij zien,
zoo gauw mogelijk het papieren geld te
wisselen in nog kleiner geld. Want wel
was de kans om het bankpapier aan de
nummers van acht of meer cijfers te her
ken, zeer gering; maar men moest geen
enkele kleinigheid verwaarloozen. Dat was
het systeem van Jimmy Jarvis. Zoodra
hij dus in een winkelstraat kwam, liep hij
den eersten den besten winkel in en kocht
een kleinigheid, terwijl hij met 25 dollar
betaalde. Snel stak hij het wisselgeld in
zijn zak en liep een volgenden winkel
binnen. Daar betaalde hij met een billet
van 100 dollar. De winkelier, een schich
tig oud mannetje, dat zeker niet gewend
was dat de menschen in zijn drogistwin
kel een pakje kauwgom met honderd dol
lar wilden betalen, had verbaasd opgeke
ken. Misschien had hij wel gedacht, dat
dit een truc was van een ladelichter, die
hem wilde noodzaken de bank papier-a f-
deeling van zijn kasregister open te slui
ten en die hem, wanneer hij dat gedaan
zou hebben, een revolver tusschen zijn
ribben zou duwen om vervolgens een
greep in het kasregister te doen en er
met het geld vandoor te gaan, Niettemin,
hoewel zijn handen trilden, wisselde de oude
drogist het billet van honderd dollar voor
Jimmy. En toen die met zijn pakje kauw
gom en het wisseldgeld weer op straat
liep, was hij nog geen twee minuten later,
blijkbaar op aanwijzing van dien ouden
idioot, die zeker meende, dat in deze
zware tijden een man als Jimmy zeker
niet op eerlijke wijze aan een billet van
honderd dollar was gekomen, door een
stom uitzienden agent gearresteerd.
Jimmy groette joviaal, toen hij de kamer
van den hoofdcommissaris binnen kwam.
die hem opgewekt ontving, met de woor
den: „Hallo Jim, wij hebben in lang niet
het genoegen gehad je beminnelijk aange
zicht te zien. En wil je wel gelooven, dat
wij er haast niet toe komen je foto te be
kijken in het misdadigersalbum?"
„Alles goed en wel, commissaris." aldus
begon Jimmy brutaal, .maar ik zou wel
eens drommels gauw willen weten, waar
om ik ingepikt ben? Het is een schandaal,
dat een rustig burger in een vrij land niet
meer ongehinderd op stiaat kan loopen!"
De commissaris gaf geen antwoord, doch
op zijn wcnlc kwamen er twee rechercheurs
naar voren, die onder luid protest van Jim
Jarvis, begonnen hem snel en grondig te
fouilleeren. De inhoud van zijn zakken
werd op de tafel voor den hoofdcommis
saris neergelegd. Deze keek glimlachend
naar het blauiwstalen revolver en zei:
„Over het feit, dat je verboden wapens
draagt, waarde heer. zullen wij het nu
maar niet hebben! Een andere kwestie
echter, Jimmy, je schijnt nogal erg dik in
je geld te zitten!"
„Dat gaat wel, commissaris, ik mag niet
klagen! Ik ben tegenwoordig in den han
del en dan moet je natuurlijk wel wat geld
hebben!"
De commissaris betastte achteloos de
billetten, die uit de portefeuille van Jim
Jarvis te voorschijn waren gekomen.
„Den laatsten tijd nog iets gehoord over
ontvoering van kinderen?" aldus vroeg de
commissaris achteloos, zoo langs zijn neus
weg.
„Wat zou ik daarvan weten, commissa
ris? Ik vind dergelijke dingen een schan
daal, de politie moest veel strenger optre
den!" aldus Jimmy.
„A propos, Jimmy, ken je soms een ze
kere meneer Henderson, een bankier of
zoo is dat geloof ik?"
..Ik niet, commissaris, maar waarom
vroeg U mij dat?"
De commissaris zweeg een oogenblik en
dan sprak hij met nadruk: „Omdat ik jou,
Jim Jarvis, beschuldig van ontvoering van
het vierjarig kind van den bankier Hen
derson. Ik heb gehoord, dat het kind juist
een minuut of wat geleden is terugbe
zorgd. Doch er is een losprijs van 5000 dol
lar betaald. En de schurk, die de 5000
dollar heeft ingepikt, ben jij, Jim Jarvis!"
„Dat is een vervloekte leugen," brulde
Jim, „U hebt geen enkel bewijs!"
De commissaris stond op. Hij nam een
van de bankbilletten uit de portefeuille
van Jim Jarvis en stak een lucifer aan.
„Ben je gek, commissaris.' riep Jim
woest uit, „je bent toch zeker niet van
plan om mijn geld, mijn eigen zuur ver
diende bankpapier in brand te steken?"
De commissaris knikte van neen. Hij
hield het vlammetje van de lucifer onder
het uitgespreide bankbillet, doch juist zoo.
dat het papier nog geen vlam vatte, er
alleen maar door verhit werd.
„Kijk eens hier, Jim," riep de commissa
ris en wenkte den gevangene om nabij te
komen en naar het billet te kijken. Jarvis
keek er eerst onverschillig naar, er was
niets\bij«onders aan te zien. Doch dan op
eens, was het of al het bloed uit zijn ge
laat wegliep, hij werd doodsbleek en
staarde met wyd-open oogen naar het
bankbillet. Want daarop kwam opeens,
door de verhitting van de brandende luci
fer, in felroode letters het volgende te
voorschijn:
„IK BEN DE ONTVOERDER VAN
BABY HENDERSON!"
„Dat is... dat is..." stamelde Jim Jarvis,
terwijl het angstzweet hem uitbrak.
eenvoudig een chemisch trucje," al
dus vulde de hoofdcommissaris aan. „een
aardigheidje Jimmy, een paar woorden
met een chemische, onzichtbare stof op
het bankbillet geschreven, welke woorden
in een onuitwischbare kleur rood naar
boven komen, wanneer het papier verhit
wordt. Een onschuldig grapje, Jimmy,
maar dat jou alleen vijf jaar dwangarbeid
opbrengt! Breng de gevangene maar naai
de cel!"
Dit is weer dc tijd van woorden,
En van praten in de krant,
Elke dag brengt nieuwe accoorden
Pacten komen vlot tot stand,
Al maar nieuwe idealen
Schept het politiek bestier.
Overal is men goedwillig,
Maar hoofdzaak'lijk op papier!
Wat al smaak'lijke programma's
Worden voor ons toebereid,
Wat al prima redenaties
Hooren we nog mettertijd!
Zeer veel grootcn dezer aarde
Zijn te Londen op bezoek,
En ze spreken tot de wereld
Waarlijk als een open boek.
Telegrammen vol beloften
Suizen langs den wereldbol,
En een splinternieuw beginsel
Speelt daarin een gr°ote rol.
Het devies: „Wij móeten slagen"
Klinkt er telkens bovenuit,
Dat is ruiterlijk gesproken,
Maar wat is het eindbesluit
Ondertusschen voert de dollar
Met het pond een stillen strijd,
Het tarief bestand wordt schuchter
Van tevoren voorbereid.
En men zoekt nog te Genève,
Na veel list en ergernis,
Naar een magere formule,
Die niet te doorzichtig is!
Misschien zit in deze dingen
Inderdaad per slot muziek.
Maar bevatten z'ook een Schlager
Voor 't bestaan van Jan Publiek?
Het orkest Maast veel accoorden,
Als ik zoo de kranten zie.
Maar we zuchten wel eens pijnlijk:
„WORDT DAT OOIT EEN
HARMONIE?!"
Juni 1933. KROES.
(Nadruk verboden).
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
dat Herriot acht en twintig jaar burge
meester van Lyon is geweest?
dat dc eerste luchtpostzegel op 13 Mei
1918 in Amerikra werd uitgegeven en een
waarde had van vier en twintig cent?
d at er op en rondom de wereldtentoonstel
ling te Chicago tweehonderd particuliere
en openbare golfterreinen zijn?
dat 90 pet. van alle katoen ter wereld
voor kleeding gebruikt wordt?
dat de kleinste boom ter wereld de
Groenlandsche berk is?
dat deze boom slechts 7 c-M. hoog wordt?
HUMOR.
Een jongetje vroeg aan zijn vader hoe
ooi-logen begonnen.
„Wel", zei Pa, „veronderstel, dat Neder
land met België ruzie krijgt en.#
„Maar," viel moeder hem in de rede,
„Nederland moet geen ruzie maken met
België!"
„Dat weet ik wel," antwoordde Pa,
„maar ik geef alleen maar een vergelij
king!"
„Je misleidt het kind." antwoordde moe
der weer.
„Nee, dat doe ik niet." zei Pa.
„Jawel, dat doe je wel!" zei moeder.
Ik zeg je. dat ik het niet doe! het fa
gewoonweg een schandaal!
„In orde Pa." zei het jongetje. „Maak je
maar niet druk verder! Ik weet nu pre
cies hoe oorlogen beginoen!"
Als je probeert mij te kussen, ga ik
gillen!
Maar toch zeker niet hier. waar al
die menschen bij zijn!
Daar heb je gelijk aan, laten wij dus
een rustiger hoekje opzoeken...
De onderwijzer was niet erg in zijn hu
meur.
„Kee.V bulderde hij, „waarom was jij
er gisteren niet?"
Waarop Kees antwoordde: „Ik was
naar de bruiloft van mijn broer, mijnheer!
„En met wie is hij getrouwd?"
„Met een vrouw, mijnheer!"
.Idioot." schreeuwde de onderwijzer,
„heb je ooit gehoord, dat iemand met een
man trouwde?"
„Ja mijnheer, mijn zuster!"
De directeur van een kantoor had een
jongen uit een aantal sollicitanten uitge
kozen om den post van jongste bediende
te vervullen.
„Op welk salaris zou je bereid zijn te
beginnen?" vroeg hij den jongeman.
De jongen dacht diep na en antwoord
de dan nonchalant: Ik zou bereid zijn te
beginnen met f 25.in de week!
Wat?! bulderde de directeur, een toe
val van opwinding nabij.
Ja. wierp de jongen ertusschen,
maar U zoudt kunnen probeeren bij mij af
te dingen tot f 6.in de week!"
Zingt Uw dameskoor niet meer in dc
gevangenis?
Neen. - verscheidene gevangenen had
den bezwaar gemaakt, op grond van het
feit, dat het niet in hun vonnis begrepen
was!
dat de spieren voor de vleugels van een
vogel naar verhouding twintig keer zoo
krachtig zijn, als de spieren van een men-
schenarm?
dat de luchtvaart in Amerika per dag
2200 vaten benzine verbruikt?
71. Och lieve help! gilt de man,
wat komt daar aankruipen? Een
reuzenslang, wat een gruwelijk dier
en ik kan niet begrijpen waar het
vandaan komt. Van schrik rolt hij
ondersteboven op zijn reclamebordje
en op eens...
72, Als hij het dier zoo heen en weer
ziet zwaaien en om het hoekje nog
die malle snuit van Bul ziet, valt hij
met een schok boven op zijn mooie
offerbus. Hij bezeert zich vreeselijk
en durft niet meer links of rechts te
kijken, daar dat gruwelijke beest op
zijn rug te keer gaat
73. Bul en Miep, die geweldige pret
hadden om den schrik en angst van
den baas, vinden het nu weer genoeg
en zetten het op een loopen, waardoor
de slang ook verdwijnt. Gelukkig
maar, dat ze hard loopen, want de
man die binnen zit komt op al dat
lawaai naar buiten. Hij denkt, dat er
een gezelschap is aangekomen en
daar ziet hij het vluchtende tweetal.
74. Die i-akkers moeten gestraft
worden, zegt hij, als hij zijn vriend,
badend in angstzweet, ziet liggen. Hij
zoekt zijn rijdier op, stapt er op en
rent de deugnieten achterna. Ze heb
ben echter een reuze voorsprong. Nog
nooit hadden onze vriendjes zoo
hard door 't zand gehold, want al
gauw bemerkten ze, dat ze achter
volgd werden. Nu zitten ze in angst.
75. Hoe hard ze ook loopen, ze kun
nen niet zoo rennen als Knobbeltje.
Eindelijk zullen ze gepakt worden,
maar wat gebeurt er? Nu Knobbel
tje de schavuiten ingehaald heeft,
ziet hij wie het zijn. Hij snapt al da
delijk wat er aan de hand is. Bul
heeft natuurlijk wraak genomen op
den baas. Hij begint te lachen en
waarschuwt zijn vriendjes vlug.