Het uitstapje
Radioprogramma
Het vliegtuig voor iedere beurs
Kort
verhaal
Ook in Duitsehland bestaat» evenals hier in Nederland, waar Pander in de behoefte
voorziet, in vliegsport-kringen sedert jaren de wensch een sportvliegtuig te hebben,
dat, redelijk gesproken, binnen het bereik van ieders beurs is. Thans wordt aan
dezen wensch voldaan door een Saksische, die een dergelijk type in den handel
brengt, dat 3800 Mark kost, dus omgerekend tegen den koers van 60 cent, ongeveer
2300 gulden. Bovendien zijn de vleugels samenklapbaar, zoodat de hangar, waarin men
zijn toestel dient op te bergen, tot een zoo gering mogelijke ruimte
kan worden beperkt.
draagt f337.79. waarvan de gemeente dan 30 voor
hare rekening neemt-
De heer Waiboer vraagt, of deze mcnschen niet in
staat zijn de rente te betalen, of dat ze onwillig
zijn.
De Voorzitter zegt, dal B. en W. de overtuiging
hebben, dat met eenigen goeden wil wel wat te be
reiken is. B. en W. zullen deze personen oproepen tot
een mondelinge bespreking, waarin hen zal worden
medegedeeld, dat de gemeente er op staat dat de
rente in termijnen wordt betaald, al is het dan maar
in kleine bedragen. Het zijn allemaal menschen die
rcgeeringscredieten hebben gekregen en het gaat niet
op de rente niet te betalen. Eensdeels zij de tijdsom
standigheden van invloed, maar naar spr.'s meening
wordt er anderdeels wel eens misbruik van die tijds
omstandigheden gemaakt. Misschien is ook het be
richt in de couranten dat dc provincie 70 van do
rente voor haar rekening neemt, oorzaak van de niet-
betaling en denkt men vrij van betaling te zijn.
Het voorstel van B. en W. wordt zonder hoofdelijks
stemming aangenomen.
9. Voorstel om 30 van dc hoofdsom van aan J.
G. Impink, te 't Veld, in 1931 verleend tuinderscre-
diet wegens opheffing van ziin tuindersbodrijf voor
rekening der gemeente te nemen, indien de provincie
Noordholland 70 der hoofdsom voldoet, waarvoor
zij borg is.
De Voorzitter licht toe, dat Impink in 1931 een cre-
diet van f350.— heeft ontvangen. Ook hier zal de ge
meente dus weer schuldeischer wordan.
Wordt goedgevonden.
Benoeming.
10. Benoeming van een lid voor de raadcommis-
<sic tot schouw van de gemeentelanderijen. ter voor
ziening in de vacature, ontstaan door het overlijden
van den heer C. de Boer.
De Voorzitter deelt mede, dat binnenkort schouw
over de gemeente-landerijen moet worden gehouden
en het dus gewenscht is, dat in de vacature wordt
voorzien.
Tot stemming overgaande, wordt de heer A. Mole
naar met algemeene stemmen gekozen.
De heer Molenaar neemt de benoeming aan en
wordt door den Voorzitter gefeliciteeerd met het in
hem gestelde vertrouwen.
De rondvraag.
11. Rondvraag.
Dc heer De Heer vraagt wanneer met het opbou
wen van het verbrande huisje zal worden begonnen.
De Voorzitter zegt, dat dit in het. bestek is aan
gegeven en we! spoedig met den bouw zal worden
begonnen.
De heer De Heer heeft ook gehoord, dat. het bin-
nenschilderwerk niet geheel afgewerkt zou worden.
Met het oog op het winkeltje acht spr. dat niet ge
wenscht.
Dc Voorzitter zegt. dat volgens het bestek het af
schilderen later zou plaats hebben, maar in verband
met het winkeltje zal spr. er op aandringen dat af
schilderen dadelijk plaats vindt.
De lieer Kolkman vraagt opheldering over de aan
besteding van bedoeld huisje. Hem is ter oore geko
men, dat het werk niet aan de laagste inschrijvers
is opgedragen. Spr. vindt dit eeri beetje vreemd en do
indruk is gewekt, dat de menschen voor de mal zijn
gehouden of de centen uit hun zak zijn gejaagd.
Dc Voorzitter zegt, dat het niet zoo dramatisch is
als dc heer Kolkman het voorstelt. Er is prijsopga
ve gevraagd aan verschillende ambachtslieden en in
het bestek staat de bepaling dat B. en W. het werk
kunnen gunnen aan wie zij willen Zij behoeven dus
riet alleen op de inschrijvingssommen te letten, maar
ook op de qualiteit. Het timmerwerk is gegund aan
den laagsten inschrijver De Boer van Zijdewind, het
schilderwerk aan Langedijk. die f2.hooger was
dan De Graaf, maar aan wien naar het oordeel van
B. en W. en den opzichter de voorkeur gegeven
moest worden. Als particulier zal men toch ook aan
den besten schilder de voorkeur geven en ook de ge
meente moet er op letten dat het beste werk wordt
verkregen.
Het metselwerk is niet aan de firma Gebr. Boe
kei als laagste inschrijfster opgedragen, maar aan
Blanken, omdat B. en W, en de opzichter oordeel
den. dat Boekei toch een metselaar zou moeten aan
stellen, en pas een werk had gekregen. Die inschrij
ving scheelde ruim f20.—. Wel is medegedeeld, dat
de gunning niet geheel zuiver was gegaan, en dit ia
misschien ook den heer Kolkman wel ter oore ge
komen, maar dat is toch wel het geval geweest. B.
en W. en de opzichter zijn nu overtuigd dat we bui
tengewoon goed werk krijgen.
De heer Kolkman kan toch de handelwijze van B.
en W. niet goedkeuren, dat het schilderwerk van
De Graaf niet goed zou wezen, moet nog bewezen
worden. Men heeft nu het gevoel dat men gebruikt
is om de tong af te likken en spr. kan het niet
goedvinden dat als het zoo weinig scheelt men zich
niet houdt aan de laagste inschrijving. Men heeft het
bestek gekócht, heeft het uitgerekend en op die wij
ze tijd en moeite zich getroost.
De Voorzitter wijst er op, dat de menschen zich
niet teleurgesteld behoeven te gevoelen, want dc be
paling staat in het bestek. Spr. blijft van oordeel dat
Langedijk een betere schilder is dan Dc Graaf, die
daarom nog geen slecht schilder behoeft te zijn.
De heer Kolkman zegt, dat er dan nog een schilder
was, die anders ten laste der gemeente zou komen.
Spr. had dan liever gezien, dat aan dien persoon hei
werk was opgedragen.
De Voorzitter zegt, dal dit in de vergadering van
B. en W. ook een punt van overweging is geweest,
rnaar waar alle 3 inschrijvers boven dc begrooting
waren, was het toch een beetje gek om het werk aan
den hoogsten inschrijver te geven.
Een gelukwensch.
De heer Waiboer wcnscht den Voorzitter cn ook
diens vrouw veel geluk met de vermeerdering van
bun gezin en hoopt, dat de kleine in gezondheid moge
opgroeien en dat de ouders er vee! pleizier van mo
gen ondervinden.
De Voorzittei dankt den heer Waiboer voor die
felicitatie, die spr. op hoogen prijs stelt en hoopt dat
de door den heer Waiboer uitgesproken wenschen
in vervulling mogen gaan.
De uren in de werkverschaffing.
Dc heer Waiboer vraagt hoeveel werkloozen er ge
durende den geheelen winter in de werkverschaffing
hebben gewerkt.
De Voorzitter zegt, dat het aantal wisselde, maar
in doorsnee 25 a 30, op het oogenblik 10.
Dc heer Waiboer informeert dan naar het aantal
uren per dag, dat gewerkt moet worden.
De Voorzitter zegt, dat dit afhangt van den aard
der werkzaamheden, met baggeren bijv. minder uren
dan bij het omleggen van de wegbocht, toen van
s morgens 7 uur tot ongeveer half vijf werd gewerkt.
De heer Waiboer vraagt, of er werkelijk dien tijd
is gewerkt.
De Voorzitter zegt, dat het toezicht opgedragen
is aan de commissie voor werkverschaffing en waar
de heer Waiboer zelf voorzitter van die commissie
is, zal de heer Waiboer die vraag zelf beter kunnen
beantwoorden.
De heer Waiboer zegt. dat hij die vraagt stelt, om
dat er een aanmerking is gemaakt en spr. zich ver
plicht gevoelt, aan den Voorzitter als hoofd der ge
meente die vraag te stellen
De Voorzitter raadt den heer Waiboer aan, om als
hij een aanmerking heeft, die als zoodanig te plaat
sen en niet in den vorm van een vraag.
De heer Waiboer zegt dan recht op zijn doel te zul
len afgaan en deelt mede, op een gegeven moment
bij de werkverschaffing te zijn gekomen en tc hebben
geconstateerd dat het werk om kwart voor 12 was ge
ëindigd. Met 7 arbeiders is dat 7 kwartier en met 20
man te Zijdewind 20 kwartier. Spr. heeft deze kwes
tie in de vergadering van de commissie voor werk
verschaffing met B. en W. gebracht, welke vergade
ring niet door den burgemeester werd bijgewoond en
toen werd geoordeeld, dat het den geheelen winter
zoo was gegaan. Als het oordcel vart den raad is, dat
die regeling goed is, legt spr. zich daarbij neer, maar
spr. meende als voorzitter van de commissie voor
werkverschaffing verplicht te zijn. deze kwestie naar
voren te brengen. Spr. vindt het niet toelaatbaar en
deelt mede, dat een inspecteer van do Ned. Heide
maatschappij later aanwezig is geweest en toen deze
vijf minuten voor 12 op het werk kwam, alles ge
veegd was. De inspecteur heeft toen gezegd dat zoo
iets zich niet mocht herhalen, dat men vijf minuten
voor 12 mag ophouden.
Do Voorzitter verzoekt den lieer Bakker de vraag
van den heer Waiboer te willen beantwoorden, om
dat spr. niet in dc- vergadering tegenwoordig is ge
weest.
De heer Bakker zegt, dat de vergadering van de
commissie voor werkverschaffing en B. en Wè naai
de uiteenzetting van den heer Waiboer hadden ge
luisterd en de wethouders en dc leden der commis
sie tot de conclusie kwamen dat. er niet zoo'n be
zwaar tegen bestond. Dat de menschen binnen het
schatfuur nog naar huis loopen of rijden is een be
zwaar, en wij oordeelden, dat het in deze streek
usance is dat een gedeelte van den tijd van het van
en naar het werk gaan, voor rekening van den werk
gever wordt gebracht Het is trouwens maar een
verschil van 10 minuten en daarvan Komt de helft
voor rekening van het rijk. Wij vonden het dan ook
de sop van de kool niet waard.
De heer Waiboer zegt, er heelemaal niet mee con
tent te zijn. Het betreft soms 50 k GO werkloozen en
wij hebben onder eedc verklaard, de belangen der
gemeente te zullen voorstaan. Spr acht dit niet toe
laatbaar.
De heer Kolkman zou zeggen, d.ft. de zaak nu in het
reine is, cn deze bespreking dus nakaarten is. In den
laatsten tijd gaan de menschen 5 minuten voor 12 of
klokslag 12 naar huis. Spr. wijst er op. dat de situa
tie dezen winter anders was. als de menschen in de
sloot hebben gestaan, kan men ze buiten hun boter
ham niet laten eten en zou de gemeente voor een
onderdak moeten zorgen.
De heer Waiboer herhaalt, er lang niet mee con
tent te zijn en als spr. als voorzitter der commissie
over zooiets zijn mond zou houden, zou iiij het later
op zijn bordje krijgen. Spr. deelt mee, dat de voor
man Vinke wel binnen het uur van Zijdewind naar
Moerbeek kan komen om te eten. Spr. wcnscht deze
zaak te geven in handen van B. en W., opdat zij vol
gend maal in een prae-advies kunnen mededeelen
wie toestemming heeft gegeven, om eerder van het
werk te gaan.
De Voorzitter denkt, dat niemand toestemming
heeft gegeven, maar dat hef de plaatselijke gewoon
te was en B. en W. zullen dus we! geen nadere me-
dedeelingen kunnen doen. Met belangstelling heefl
spr. naar den heer Waiboer geluisterd en B. en W.
zullen, als de voorzitter der commissie grieven heeft,
daaraan steeds alle aandacht schenken. Overigens
meent spr. de discussie over deze zaak te kunnen
sluiten.
Daar geen der leden meer het woord verlangt,
wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten.
DONDERDAG 22 JUNI.
HILVERSUM (296 M.)
AVRO.: 8.00 Gramofoonmuziek; 10.00 Morgenwijding;
10.15 Gramofoonmuziek; 10.30 Solistenconcert; 11.00
Knippen van kinderkleeding; 11.30 Voortzetting Solis-
tehconcert; 12.00 Lunchconcert door het Omroeporkest
3.00 Naaicursus; 3.45 Gramofoonmuziek; 4.C0 Mevr. Ant.
van Dijk spreekt voor zieken en ouden van dagen;
4.30 Gramofoonmuziek; 5.00 Radiotooneel voor *de kin
deren; 5.40 Omroeporkest o.l.v. Nico Treep: 6.30 Sport-
praatje door H. Hollander; 7.00 Voortzetting concert;
7.30 „Vacantiegangers. Attentie! 800 Vaz Dias; 8-05
Gramofoonmuziek: 8.15 Aansluiting met het Concert
gebouw. Concertgebouworkest o.l.v. Paul Abraham;
11.00 Vaz Dias; 11.10 Dansmuziek.
HUIZEN (1875 M.)
K.R.O.: 8.00 Morgenconcert; N.C.R.V.: 10.00 Gramofoon
muziek; 10.15 Morgendienst; 10.45 Gramofoonmuziek;
K.R.O.: 11.00 Gramofoonmuziek; 11.30 Godsd, halfuur
tje; 12.00 Politieberichten; 12.15 Orkest o.l.v. Joh. Ger
ritsen; N.C.R.V.: 2.00 Fraaie handwerken; 3.00 Gramo
foonmuziek; 3.40 Zenderverzorging; 4-00 Bijbellezing,
daarna concert; 5.00 Mandolinekwintet; 5.45 Handen
arbeid voor de jeugd; 6.15 Onze Ned. Monumenten; 6.45
Knippen en Stofversieren7.00 Politieberichten; 7.15
Ceuserie; 7.30 Weekoverzicht; 8.00 Gramofoonmuziek;
8.15 Concert uit de Hooglandsche Kerk te Leiden; 9.45
Lezing: 10.15 Vaz Dias; 10.20 Gramofoonmuziek.
LUXEMBOURG (1191 M.)
7.00 Lichte gramofoonmuziek; 7.50 Symphonieconccrt;
8.40 Lichte gramofoonmuziek; 9.55 Dansmuziek.
BRUSSEL (509 M.)
12.20 Gramofoonmuziek; 1.30 Concert; 5.20 Idem; 6.50
Idem; 8.20 Idem; 10.30 Gramofoonmuziek.
KALUNDBORG (1154 M.)
12.20 Strijkorkest; 8.20 Gewijd concert; 10.35 Omroep
orkest.
BERLIJN (419 ML»
8.30 Volksliederen; 9.00 Concert; 9.25 Omroeporkest.
KONIGSWUSTERHALSEN <1635 M.)
2.20 Gramofoonmuziek; 4.20 Concert; 5.55 Zang; 620
Kamermuziek door Strijkkwartet: 11.20 Dansmuziek.
LAXGENBERG (472 M.)
12.20 Populair concert; 1.20 Concert; 4.50 Vespcrcon-
cert; 8.25 Vocaal concert; 10.45 Concert.
DAVENTRY (1554 M.)
12.20 Orgelconcert door Reginald Foort; 10.05 Concert
8.20 Concert; 9.55 Idem; 11.05 Dansmuziek.
PARIJS EIFFEL (1445 M.)
8.05 Gramofoonmuziek.
PARIJS-RADIO (1725 M.)
8-05 Gramofoonmuziek: 2.50 Populair concert; 6.30 Gra
mofoonmuziek; 7.40 oncert; 9.05 Gramofoonmuziek;
9.20 Roemeensche muziek.
MILAAN (331 M.)
8.00 Gramofoonmuziek; 8.50 Opera-uitzending.
ROME (441 M.)
8.35 Gramofoonmuziek; 9.05 Symphonleconcert
WE ENEN (517 MA
5.45 Solistenconcert-, 9.20 Opera-uitzending; 11.10 Gra-
Door
G. B. VAN SANTVOOiRT.
„En hoe gaat het dan met die koetsier of seffeur?"
en Pa van der Duin blikte met een hulpeloos gezicht
naar z'n beide alwetende dochters van respectievelijk
twintig en achttien jaar.
„Nou, niks natuurlijk," snibbigde Liesje, die het zélf
niet goed wist.
„Ja, wat niks" vinnigde Pa, „daar worde we niet
wijzer van. Motte wij voor dat heer se boterham sorge,
of neemt ie selvers se kuchie mee?"
,.Nou ja, meende Ma. „da wijst ommers de weg van-
zelvers! Late we nou eerst maar d'r es kijke waar we
héén motee, vind je ook niet Jaap?"
„Ochja natuurlijk" gaf Mientje antwoord voor haar
vader, „dat is toch immers allemaal van later zorg!"
„Later sorg, later sorg," bromde van der Duin, en
hij bebeet z'n peukje sigaar, „jou een sorg, sal je
meene". En dan, met stemverheffing, „wie betaalt d'r,
jij of ik?' en als er geen antwoord volgde, triomfante
lijk rondblikkend: „o, zóó!!"
Er was besloten, na gemeenschappelijk overleg, tot
een ééndaagsch autotochtje op Maandag over acht da
gen. Aanvankelijk was
het plan geweest op Zon
dag. maar van der Duin
en z'n eega, die tot nu
toe een auto alleen
maar van buiten hadden
bekeken, meenden, dat
de Zondag veel te druk
was voor dergelijke uit
spattingen, en. daar Pa
z'n vacantie juist die
week inging, konden ze
feitelijk veel beter op
een door-de^weekschen
dag gaan. De meisjes
voelden meer voor den Zondag, dan zag iedereen je,
dat stónd beter. Maandag waren alle kennissen naar
hun werk, maar ja... Pa oordeelde kort en bondig dat
hij „se hachie d'r niet an waagd,! Mos je die lijst van
ongelukken leze in de krante, Maandags! Nee, niks
d'r van! ,,'t Was em toch al een onderneming..." en
zoodoende was de rijtoer vastgesteld op Maandag
over acht dagen.
„Ik had zoo gedocht", begon Pa, „asse we nou es
naar Scheveningen gonge..."
„Da's wel sjiek, ja' oordeelde Lies.
„Sjiek, sjiek, begin je weer?, raasde Pa tot zijn
jongste spruit. „Jij met je sjiek. Je had een beron
motte trouwe..." en dan, plotseling beseffend dat het
kind pas achttien jaar was het was verdorie al
een vróuw! „affjjn je ken het nóg doen!'"
.Maar Scheveningen lijkt mij ook wel leuk," meende
Mien het gesprek Je moeten afleiden.
„We benne d'r nog nooit geweest, en 't mot héél
wat anders zijn as Santfoort. Wat sel ik zegge, hè,
veel grootscher", vervolgde Pa z'n betoog.
„En dan kenne me daor in de Haag es een beetje
toere..."
„Dan koope we een houte ham", geestigde moeder.
„Hou je op met je gezwam," rijmde Pa.
„Gos. wat benne me ouders lollig", vinnigde de
brutale Lies, waarop ze een por van haar zuster
ontving, met een zacht gefluisterd: „stil nou meid."
Conform werd besloten, nadat nog discussie werd
gevoerd over het af of niet geven van een fooi.
„Niks geen fooie," meende Pa, „da's goed voor de
rijkelui. Wij mense onder mekaar doene daor nooit an."
„Mo j's oplette, of 't ie 'm anneemt," meende de
brutale bakvisch.
„Nee, vond ook Mien, „daar ken je niet buiten, Pa!"
Voor Mien zwichte Pa. Die was altijd zoo bezadigd,
zoo rustig. Mien wist het wel... Dus... er zou een fooi
gegeven worden, de tocht zou naar Scheveningen
aan, en, de chauffeur zou mee-eten aan tafel.
Hier had Lies weer even haar neusje opgehaald,
doch onmiddellijk had ze van Pa de volle laag gekre
gen: „As je nou nog veel praatjes maakt met je
kouwe drukte, gaon je geen eens meer mee. Uit!!"
En Liesje zwichtte. Niet mee, dat was wel wat erg
hard, juist nu als ze tegen de meisjes van 't atelier
zou kunnen opscheppen over Scheveningen en zoo.
Alleen Greta was d'n nog geweest, anders geen een!
En dan, ze had d'r extra vrij voor mogen vragen. Pa
immers iedereen zei „Pa", in navolging van Lies
natuurlijk had het doorgedreven om op Maandag
ie gaan, nou... dus dan kon hij d'r niks van zeggen,
hoewel hij in z'n hart er tegen was om voor zoo'n
pretje vrij te vragen. Maar ja, enfin!
Zondag toog de heele familie nog eens met oom
Gerrit en Tante Sjaan naar Zandvoort. „Dan kan je
het verschil pas goed sien," meende Pa, die naar
mate de week vorderde, de hoogmoed-allures van zijn
dochter ging overnemen. En dan, je kon toch op zoo'n
prachtigen dag niet thuis blijven zitten?
„Nou", meende Oom Gerrit hartelijk, „jullie boffe
maar, meissies, met soofa fader. Ik sou verdorie
best mee wille...
„Gaon mee!" inviteerde Pa. die heel goed wist. dat
zulks voor Oom Gerrit onmogelijk was in verband
met z'n werk.
„Daor smoes je zoowat", snibbigde Tante, die de
„grootdoenerij" van haar familie niet goed kon zet
ten. daor smoes je zoowat, en dan gaon jij sekers op
de ladder staon, Maondag, niet?"
Pa grinnikte. „An me hiel!"
„Jaap!" waarschuwde zijn eega, „de kinders!"
De kinders echter, eenigszins in de achterhoede ge
bleven, wierpen stiekeme lonkjes naar een paar op
geschoten jongens op het strand.
„As je soo begint, morgen set ik je d'r ijskoud uit!"
dreigde Pa die eensdeels de buitengewone toewijding
van z'n beide dochters voor de andere sekse afkeurde,
doch anderzijds trotsch was op z'n knappe „meide".
Hij zou d'r niet mee blijve zitte, zooals z'n broer Ger
rit, met se „zure" Aaltje, 't Was me ook wat! Om op
te schieten!"
Om half elf waren ze thuis dien avond. Kribbig,
hangerig, loom van vermoeidheid, verbrand door de
zon, die onmeedoogenloos hen had bestraald dien dag.
..Die siene me morgen ook," grappigde Pa nog om
de stemming erin te houden, waarop Tante onmiddel
lijk reageerde met een: „Ik sien liever alle dage de
son in me huis. as een heele week in Scheveninge...
„Nou motte we nog pakke", meende Moe, terwijl ze
op een stoel neerzeeg.
„Wat pakke... mens... bê-je gaor?" informeerde Pa.
„D'r is toch niks mee te neme as een pakkie brood
voor ieder..."
„O. ja?" snauwde Moeder, „en me jas... en me pere
plu... en me ouwe schoene voor asse me nieuwe pijn
gaan doen..."
..En het fruit... en de ranja... en de bekers..." vulde
Lies aan.
„En jij mot nog een stukkie an je jumper zette",
meende moeder Lies te moeten helpen herinneren, „die
is veels te kort."
Lies bedwong een heftigen uitval. „Och wat" zeurde
ze om af te leiden, „niks te kort. Je bent toch aan het
strand. In Scheveningen loopen de dames wel in d'r
pyama over het strand."
„Kind!" schrok moeder, „hoe kom je aan die on
zin!"
„Pyama. pyama," meende ook Pa hier zijn dochter
te moeten berispen, „is dat soo'n ding met fan die
broeke... waore se in slaope? Nou wil jy sekers ook in
je nachtjakkie op het strand gaon tippele, niet? Als je
't lef heb, ik waorschouw je... pyama... ik sel je pyama-
jen!" en driftig plukte hij aan z'n veter, teneinde z'n
Zondgasohe schoenen door pantoffels te vervangen.
„En toch is het zoo!" hield de brutale Lies vol, „je
zult het zelf zien!"
Den volgenden morgen zaten ze gevieren geduldig te
wachten om kwart over acht. „Hoe laat komp ie?" in
formeerde moeder, waarna vader, vreemd in z'n zwarte
pak naar z'n vestzakje graaide. „*s Kijke half nege,
ja. half nege. precies..."
Moeder nam de pakjes. Het waren er vele. Veertig
boterhammen had ze dien ochtend al gesneden en be
legd... dik belegd.
„Veertig, voor vijf mense, da's acht de man", reken
de Pa, „nou dan hei je genog!"
Moeder nam de pakjes en gaf Lies een duideltjken
wenk. zich van de overige bagage meester te maken.
„Sulle we maor niet vast naor benede gaon, man? Dan
hoeft-ie niet zoo lang te wachten."
Pa vond het goed. Zorgvuldig werd de etage afgeslo
ten. en gezamenlijk toog men naar beneden. In het por
taal voelde vader in zijn binnenzak...
„Lies, gaon es effe naor bofe. 'k Heb me segare ver-
gete! Se legge... ja. waor ook?... O. ja, in de alcoof!"
Lies pruttelde maar ging. Na de eerste trap gilde ze
naar omlaag: „De sleutels."
„Sufferd", schold Pa.
„Van 't zelfde", vond de achttienjarige.
„Hoe laot is et nou. man? vroeg moeder, terwijl ze
zenuwachtig door de inmiddels opengetrokken deur, de
straat afspiedde.
„Zeve over half nege... ik snap d'r niks van", meende
j Pa, nogmaals het horloge raadplegend.
I „Daar komt er een", juichte Mientje, die er in haar
1 lichtgroene jumper werkelijk niet onverdienstelijk uit
zag. De auto suisde aan... reed voorbij. „Da's noppes,"
vond vader en hij keek nog es op z'n klokje. „Kwart
voor nege... ik snap d'r geen snars van..."
Het was kwart over negen, toen ze gevieren do drie
steile trappen weer opstrompelden en boven do „even-
tueele" komst van de auto af te wachten. Om half tien
werd er gebeld. Pa verbleekte, moeder stond op, terwijl
Lies haastig opentrok.
„Kwitantie van Verlaan", werd er van beneden af
geroepen.
„Wat? Wie? Ken ik niet!" meende Pa kort en krach
tig te moeten afkitsen. „Zeker weer verkeerd."
„Nee", brulde een stem van onderen, f 27.50 voor
garage Verlaan. van de auto!"
„Wat", bulderde Pa. „Motte we vooruit betale? Sijne
se..."
„Man" temperde moeder, „de buren!"
Pa kalmeerde. „Komp U effe bove!"
Treden kraakten, een kort geloop over de gang, en
in de kamer stond dc chauffeur, waarmede Pa had
afgesproken.
„Ja, kaik es", begon die, „u heb die auto gehuurd,
gisteren, en wij benne hier an de deur geweest! Dat u
niet ben gaon rije, is onze schuld niet! Maor ik heb
me wage voor U den heelen Zondag motte vasthouwe,
want nou kon ik hem natuurlijk ineens niet meer
kwijt!"
„Wat!" brulde Pa. „gisteren, gisteren? Niks gisteren!
Vandaog mos je komme. met die auto! Dat sien je
toch", dit met een welsprekend gebaar op de aange-
kleede menschen en de daaromheen verspreid liggende
bagage.
„Ja" vond hier echter de chauffeur. „Ik ken nie
door de huize kijke, maor u heb selvers met mijn afge
sproken van Zondag, aonstaonde!"
„Jao, en toen is me vrouw komme segge..."
Van der Duin hield op bij een welsprekend gebaar van
zijn wederhelft. „Niks me vrouw," stoof deze op, „niks
me vrouw! Jü zou gaon segge. as datte we Maondag
gonge inplaats van Zondag! Jy en niemand anders!"
„Je bent niet wijs", ruziede Pa, met z'n vuist op ta
fel slaande. ..jij!"
„Jawel", onderbrak hier de chauffeur, „maok u dat
maar onder mekaar uit. maar, kijk eens. ik sel eerlijk
wese. Ik heb gistere, toen U toch uit was, die auto
nog verhuurd voor f 20. Anders had ie me beslist der
tig opgebracht, dus betaal u mijn nou die f 10 dan is
de saok gesond!
,,'t Is jammer", vervolgde hij, kijkend naar de beteu
terde gezichten van de meisjes, ,,'t Is jammer, van van
daog benne alle drie de wagens weg, maor as u soms
nog idee heb op morge, of soo..."
„Niks morge... geen morge en geen overmorge! Ik
mot dat kreng van jou niet meer. Hier hei jij je tien
gulden man. en ruk nou maor uit met je streke". bul-
derde Pa, tot wien het nog steeds niet doordrong, dat
hier van een fout zijnerzijds sprake was.
„Nou", meende moeder even later, toen de goede
kleeren weer waren weggeborgen en de ingepakte bo
terhammen weer in de broodtrommel verdwenen, „nou
hei je niet alleen geen son in huis, maar ook niet op
Scheveninge, 't is fraai!"