Arrondissementsrechtbank te Alkmaar
Barbara Worth
EEN REIS IN DE SIBERIE-
EXPRESS.
Avonturen tusschen Mandsjoerije
en de Wolga
Een nieuw muziekinstrument
Zitting van Maandag 26 Juni.
Alkmaar
WH AT SHALL WE DO WITH IT?
Een jong gehuwde vrouw uit Zeeland, mej. Elisa-
beth Joh. S., huisvrouw H. G. van L., had geduren
de eenigen tijd bij den slager Nic. Appel als werkster
gefungeerd, doch helaas wat haar eerlijkheid betrof,
niet in alle opzichten voldaan Althans werd op 22
Mei tegen haar een zaak behandeld, waarin haar was
ten laste gelegd, verduistering van eenige gelden ten
bedrage van pl.m. f 19 ten nadeele van bovengemelde»
heer Appel, welk geld zij anders dan door misdrijf
onder zich had. Het vrouwtje vertoefde destijds in
haar heimath Middelburg, dus kun de Politierechter
persoonlijk niet met haar kennis maken. De heer
Wiggers gaf echter een gunstige verklaring en werd
alsnu besloten na een ingesteld reclasseeringsonder-
zoek der zaak. de behandeling heden te hervatten.
De lieer Wiggers. omtrent de juffrouw en haar om
standigheden ingelicht bleek sterk genegen, haar de
gevangenis te besparen en adviseerde derhalve een
voorw. veroordeeling. De officier vorderde alsnu 3 m.
voorw. met 3 proefjaren. Vonnis conform dezen eisch.
Sc hagen.
DE LANGVINGERIGE LAPJESKOOPMAN.
De sierlijk gekapte heer Wybe de Gr., n 20-jarige
te Dantumadeel ler wereld gekomen en te Schagen
woonachtige ventende manufacturier, had op 14
Maart te Zijpe uit de momenteel verlaten woning
van den veehouder G Zwaan ontvreemd een bedrag
van f 10.45, welk bedrag zich bevond in 'n in de kast-
lade liggende portemonnaie Ter zake dezen brutaleu
diefstal had Wybe zich heden te verantwoorden. Hij
beantwoordde openhartig de vele, hem door den po
litierechter, die altijd erg nieuwsgierig is, gestelde
vragen. liet was zijn eerste training in de lange vin-
gersport. Overigens was hij niet veel zaaks, rappor
teerde de heer Wiggers. Om hem op de proef te stel
len, werd de zaak gebotteld tot 2 October.
Wervershoof.
EEN DUBIEUS PRESENT EXEMPLAAR VAN DE
POOLSCHE GRENS AFKOMSTIG.
Men zegt wel eens, dat men een gegeven paard niet
in den bek moet zien en is dit spreekwoord ook wel
eenigermate van toepassing op den illusteren persoon
van den 22-jarigen Erwen K. te Wervershoof, welke
jongeling in zijn prille jeugd edelmoedig werd aange
nomen als pleegkind door den heer J. Klein, land
man aldaar, doch welke heer geen onverdeeld ge
noegen van zijn pupil mocht beleven Op 15 Februari
ten minste bevond jongeheer Erwin zich in voorar
rest en stond hij terecht wegens eenige kleine op-
lichterijtjes van eetwaren en sigaren, op naam van
zijn pleegvader gepleegd. De burgemeester was toen
reecis lang niet over deze Poolsche dorpeling te spre
ken en signaleerde hem op ver van vleiende wijze.
Aangezien echter Erwin toen beterschap beloofde en
zijn pleegpapa genegen bleek hem weer in genade
aan te nemen, werd de zaak, mede door de toewij
ding van Erwin's advocaat, Mr. Winkel uit Hoorn,
in der minne geschikt en Erwin op 29 Febr. 1932
voorw. veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf
met een proeftijd voor den tijd van 3 jaar. Op 8 Mei
jl. verscheen echter de tot Febr. 1935 nog onder toe
zicht staanden reclassant opnieuw voor den Politie
rechter. Hij had toen de aardigheid verzonnen, zich
een aan zekeren G. Vertelman toebehoorende giek
('n soort roeiboot) wederrechtelijk toe te eigenen,
voor welk feit hem f25 boete of 25 dagen werd opge-
regd. Voorts werd heden ten uitvoer legging van de
voorwaardelijke straf gelast, door welk besluit het
Poolsche pleegkind gedurende een kwart jaar van
het tooneel te Wervershoofd zal verdwijnen.
M e d e m b 1 i k.
WEER NIETS VAN DE VERDACHTEN TE KIJK.
De heeren Hendrik J en Ja» Br. te Medemblik,
waren reeds vroeger voor den Politierechter gere-
quireerd, doch niet verschenen, terwijl ook de eenige
getuige Jan Manshande niet present was. Het betrof
hier het dooden van een aan dezen getuige toebehoo
rende eend, die later door hen met f2.50 werQ ver
goed, zoodat Manshanden nu niets meer te vorderen
had. Ook heden waren de heeren eendenmeppers
niet aanwezig en werden zij bij verstek veroordeeld,
ieder tot f25 boete of 25 dagen.
Hoorn.
DE POSTDUIF BRACHT SLECHT NIEUWS.
Een koekebakker die ook Ingezonden
stokken bakte.
De 33-jarige banketbakker Bern. Barth. V. te Hoorn
tevens postduivenliefhebber, had volgens dagvaar
ding op 22 December jl. te Assen in het aldaar ver
schijnende weekblad „De Postduif" zich in een in
gezonden stuk op beleedigende wijze uitgelaten om
trent zekeren heer P. Homburg, te Zaandam, zulks
met betrekking tot een gehouden Postduiven Dorus
Rijkersvlucht. Hij insinueerde daarin onder meer,
dat de heer H. fraude zou hebben gepleegd. Deze heer
FEUILLETON.
Door
HAROLD BELL WRIGHT
26.
Bedroefd tot in het diepst van haar hart. verscheen
zij niet aan den gezanaenlijken avondmaaltijd. Jeffer-
son Worth zat alleen aan en ook dien avond bleef hij
alleen. Toen hij zich naar zijn kamer begaf, bleef hij
«en oogemblik stilstaan bij haar deur. Hij klopte zacht
om haar niet te wekken, wanneer zij reeds ingeslapen
mocht zijn. Maar er kwam geen antwoord en hij sloop
onhoorbaar weg. Barbara sliep niet.
Gedurende drie dagen vertoefde Greenfield nog in
Rubio City ,.ter behartiging van de belangen van
de Land- en Besproeiingsmaatschappij van het Ko
ningsdal" zooals de dagbladen dat vermeldden in een
lang artikel dat handelde over het gewicht van de on
derneming die eerlang haar zegeningen over het land
zou uitstorten.
Gedurende al dien tijd had Barbara den Profeet niet
ontmoet en evenmin Holmes en Abe Lee. Zij begreep
dat Greenfield doorloopend beslag op hen had gelegd.
Met een gevoel van trots las zij, den avond van Green-
field's vertrek, de hooggestemde artikelen in de bladen.
Eindelijk was dan die dag gekemen waarnaar de Pro
feet al die jaren had uitgezien. Die lieve oude Profeet!
Zij voelde zich een weinig teleurgesteld dat zyn naam
r.iet méér op den voorgrond kwam. Het was alles
Greenfield en de nieuwe maatschappij. Maar ten slotte
had dit toch eigenlijk niets te beteekenen. Het was en
bleef toch het werk van den Profeet. De Profeet had
het tot stand gebracht.
Zij hoorde het tuinhek dichtvallen en zij zag op van
de courant die zij in hare hand hield. Het was haar
oude vriend die naderde. Zij zag met een oogopslag,
dat er onraad was. Eerst dacht zij dat hij ziek was.
Hij sleepte zijn zware gestalte met moeite voort, zijn
hoofd hing voorover, z'n oogen waren op den grond
accépteerde deze insultatie niet en deed klachte,
waarop verschijning van den al te vrijmoedige»
schrijver voor den Politierechter volgde. Verdachte
had mr. Dwars gekozen als verdediger, om aan te
vullen wat hem aan juridische routine ontbrak. De
in zijn eer en goeden naam gekrenkte Zaandammer
bleef bij zijn klacht volharden. De met den titel van
postduivenbondsrekenaar bedachte heer Bakker, diu
verklaarde overigens die „flauwe kul" niet
te lezen, deelde mede, dat de -heer Homburg geen
fraude had gepleegd.
De Officier citeerde het spreekwoord: Schoenma
ker, hou je bij je leest en requireerde f25 boete of
25 dagen.
Mr. Dwars pleitte vrijspraak op diverse gronden
of 'n minimum straf. Vonnis conform eisch.
Alkmaar.
EEN OUDE WEDUWE MET EEN ONRUSTIGE
TONG.
De 62-jarige weduwe Alida B., geboren W. B., wo
nende te Alkmaar, was op 7 April over de wettelijke
streep geraakt, toen zij haar stadgenoot en zuivel-
bereider Jan Leek zoo ongeveer epn dief noemde. Het
ga* haar heden, nu zij voor die beleediging te
recht stond, niet. veel, toen zij beweerde, dat genoem
de heer Leek haar voor 300 pop zou hebben bena
deeld. Om zoo'n ernstig feit aan te toonen. moeten
andere middelen worden aangewend. Gevorderd
werd alzoo f 10 boete of 10 dagen. Uitspraak f 5 boete
of 5 dagen.
W i e r i n g e n.
EEN DIEFACHTIGE JONGE WIERINGER OP
HEETERDAAD BETRAPT?
(Juridische bokkesprongen.)
De 19-jarige bankwerker Jan B. te Wieringen be
gaf zich in den avond van 11 April, het hart ver
vuld met booze voornemens, naar een onbewaakte
werkkeet en was juist voornemens om zich een
handzaag toe te eigenen, toen hij door brigadier
Bergsman, die zich met collega's bij de keet verdekt
had opgesteld, werd gesnapt. Hoewel dc heer B. hard
nekkig alle kwaad opzet bleef loochenen, was de bri
gadier zoo vrij proces-verbaal op te maken ter zake
poging tot diefstal. Thans ging het jonge mensch
nOi' veel verder en ontkende zelfs de zaag in de hand
te hebben gehad. De Officiei geloofde er natuurlijk
alles van en vorderde 2 maanden gevangenisstraf
Mr. van Leeuwe, aangewezen als raadsman en ver
dediger, verzocht, indien verdachte bleef ontkennen,
schorsing der zaak op grond van artikel 375 straf
vordering, ten einde alsnog een nieuwe getuige te
hooren
Aangezien, na ondervraging door verdediger, ver
dachte bleef ontkennen, verzocht pleiter schorsing.
De Officier verzette zich hiertegen.
Uitspraak: f 15 boete of 15 dagen.
Wervershoof.
EEN ZWAAR DOOVE IJSSELMEERVISSCHER.
De 63-jarige visscher Jan B. uit Wervershoof stond
terecht wegens vernieling van botnetten, toebehoo
rende aan zijn collega B. Dudink Het verhoor van
dezen verdachte, die zeer zwaarhoorend is, ging mei
veel lawaai gepaard De heer Jan B. beweerde ver
plicht te zijn geweest, eenige touwtjes stuk te moe
ten snijden, doch niet het opzet tot vernielen te heb
ben gehad. Volgens getuige Dudink zou„ verdachte
hem nogal dwars zitten.
De Officier zag geen kans het opzet voor elkaar te
boksen en vordere vrijspraak. Vonnis conform.
Wervershoof.
DE GETUIGE WAS OOK NIET HEELEMAAL
KAARSSCHOON.
Hierop stond de voormalige getuige B. D. terecht,
op grond van het feit, dat hij op 1 April eenige z.g.
breiers, aan den heer Jan Boon toebehoorende,
moedwillig had stukgetrapt. Hier lag het bewijs er
duimendik op en werd gevorderd f20 boete of *2ö da
gen. Vonnis f 10 boete of 5 dagen.
Helder:
EEN HARDHANDIGE SCHOONDOCHTER.
De niet ter zitting verschenen mej. Maria M., huis
vrouw K. te Den Helder, had op 3 April haar 70-jarige
schoonmama, mejuffr. Kooiman, geb. N'. van Nuysen-
burg in een vlaag van drift, bij de schouders ge
pakt en haar duchtig heen en weer gerammeld. De
dame was furieus, omdat haar man zijn moeder had
bezocht, wat schoondochter niet duldt. Het oude
mensch beweerde reeds meermalen door haar schoon
dochter te zijn mishandeld. Gevorderd werd tegen het
lieve schoondochtertje f 10 boete ot 10 dagen. Von
nis dito, dito.
Noordscharwoude.
'N ONVOORZICHTIGE OUDERLING.
De beroeplooze heer Corn. P., 'n 70-jarige grijs
aard, uit Oudkarspel, erkende heden te Noordschar
woude den 54-jarigen koopman Nicolaa» Kooij op 6
April in het openbaar te hebben gequalificeerd als 'n
gericht en hij ging als iemand die zeer vermoeid is
Met een kreet van schrik liep zij hem tegemoet en toen
hij haar handen in de zijnnen vatte zag zij smartelijke
trekken in zijn aangezicht en een verwilderde uitdruk
king in zijn oogen. Hij zeide geen woord.
Zij geleidde hem naar de schaduw van de hall en
schoof hem den stoel toe die hem het liefste placht te
zijn. Hij viel daarin neer als iemand die volkomen uit
geput is, maar toch trachtte zijn glimlach uiting te
geven aan zijn dankbaarheid.
„Wat scheelt u? Is u ziek? Zal ik den dokter roe
pen?"
„Neen, neen ik ben niet ziek. Dat is het niet. Ik
ben alleen een weinig ontdaan. Straks ben ik weer ge
heel in orde. Het is ook zoo onverwacht gekomen..."
En hij wendde zijn aangezicht af, alsof hij het voor
haar wilde verbergen.
„Wat is het? Kunt u het mij niet zeggen? Wat is
er gebeurd?"
Barbara had den Profeet nog nooit zoo wanhopend
gezien.
„Zij hebben mij op straat gezet"
Zij begreep het niet. „Op straat gezet?"
Langzaam boog hij zijn hoofd. „Ja, de maatchappij...
Zij hebben Holmes in mijn plaats tot hoofdingenieur
benoemd.'
Zij schreeuwde het uit van verontwaardiging en ont
zetting. ,Hoe hebben zij dat kunnen doen! Het is toch
heelemaal uw werk,... alleen van u! U hebt er jaren
van uw leven aan gegegeven om het zoover te bren
gen... Zonder u zouden zij nauwelijks geweten hebben
dat er een Koningsdal bestond. Hoe hebben zij dat dur
ven doen! Daar hadden zij het recht niet toe...'
De Ingenieur glimlachte. „Ik ben niets anders ge
weest dan een ondergeschikte van Greenfield en van
de anderen die de maatschappij hebben opgericht. In
hun schatting was mijn verhouding tot de onderneming
dezelfde als van den eersten den besten Indiaanschen
werkman. Het was natuurlijk wel stilzwijgend afge
sproken dat ik voor de een of andere plaats zou aan
gewezen zijn zoodra de maatschappij was opgericht,
maar daarvan stond niets op schrift. Daar kon ook
nog niets van bepaald worden, zoolang het werkplan
niet was vastgesteld. Maar aan zoo iets had ik toch
nooit gedacht Ik zie nu maar al te duidelijk dat het
al van het begin af bekonkeld is geweest en dat Holmes
met dat doel hierheen gezonden is. Hij heeft een bij-
zonder wit voetje hjj Greenfield en ik onderstel dat zaj
oplichter. Hij" beweerde door dezen heer Kooij voor
f20.000 te zijn opgelicht. Reeds vroeger, in "27, was
hij wegens beleediging van gezegden heer Kooij tot
f 10 boete of 10 dagen veroordeeld. Eisch f25 boete of
25 dagen. Vonnis f10 boete of 14 dagen als voren.
Uitgeest.
De niet ter zitting aanwezige Hendr. R. te Uitgeest
had in beschonken toestand in den nacht van 2 op 3
April den rijksveldwachter D. Tilstra een gemeene
beleediging toegevoegd. De man is een dronkaard en
staat zeer ongunstig bekend. Eisch f35 boete of 25
dagen. Vonnis f25 boete of 25 dagen.
Alkmaar.
DE GEMEENTE BENADEELD.
Een niet verschenen verdachte, roet name Lourens
V., had op 16 April in de cel een gemeentelijk pri
vaat beschadigd. Hem werd opgelegd f 20 boete of
20 dagen.
Enkhuizen.
EERBIED VOOR DEN OUDERDOM.
Een 19-jarige jongeman uit Enkhuizen, met name
Gerrit Tr., had op 13 ApriJ aldaar in de Venuslaan
de reeds bejaarde mej. Jongejeugd, geboren Vroom,
die zich aldaar bevond in gezelschap van haar klein
dochtertje, een zeer onvoegzaam scheldwoord naar
het, hoofd geslingerd. Hij werd deswege veroordeeld
tot f 15 boete of 10 dagen. Afgeloopen!
Dezer dagen ontspoorde in de nabijheid
van dc Mandsjoerqsche grens de Siberië-
Express, waarin zich eenige Engelsche
journalisten bevonden. Vijf wagens stort
ten van den spoorberm, de overige wer
den door kogels en granaatsplinters zwaar
beschadied. Deze nog onopgehelderde aan
slag vestigt de algemeene aandacht, op de
zen hoogst interessanten spoorweg, die het
Westen met het Oosten verbindt.
Zeven dagen reizen, onafgebroken in denzelfden
spoorwagen, zeven dagen samenzijn op weinig vier
kante meters met menschen van allerlei nationaliteit,
terwijl door de ramen van den onvermoeid voortsnel
lenden trein de meest grootsche en gevarieerde na
tuurfilm wordt ontrold dat is een Transsiberische
reis!
De Taiga.
Het meerendeel der wagens van de Siberië-express
stamt nog uit den Tsarentijd. Er zijn weliswaar geen
lste. 2de en 3de klasse meer, wel echter heeft men de
keuze tusschen wagons met houten banken en met
kussens, evenals slaapwagens. De prijzen zijn ver
schillend, zoodat in den grond der zaak niets veran
derd is.
Uit de verstikkende hitte van Mandsjoerije met
zijn reeds verzengde steppengebieden, met het ge
vaarlijke stuifzand der naburige woestijn en den on-
draaglijken zonnegloed, ijlt de trein naar het Noorden,
naar de sneeuwgrens. Eerst reizen we de Siberische
steppen door uit den midzomer terug in het voor
jaar. De Taiga, het eindelooze Russische woud, kon
digt zich langzaam aan door kreupelhout, en kleine
bosschen, alles in het eerste, jonge groen. Slechts
voor het scherpe oog te zien, staan daar de jammer
lijke aarden hutten, zwart en klein. Menschen zijn
nooit te zien.
Het met ijs bedekte Baikmeer.
Over Chite, de hoofdstad van Transbaikalië, waait
een ijzige wind. In het huilen van den storm, waarte
gen de trein strijdt, meent men het schieten van Se-
menoff en zijn lieden te hooren, die hier in de eerste
dagen der revolutie hun schrikbewind uitoefenden.
Chita is niets anders, dan een paar. voor onze oogen
armoedige barakken, om een statige kerk met groene
koepeltorens geschaard, angstig als kuikens om hun
kloek. Tot bijna in de straten dringt het hooge water,
dat het landschap rondom bedekt. Op de lage sloot
wallen staat het vee met den kop omlaag, moederziel
verlaten
Bij Irkoetsk verandert het landschap. De rivieren
zijn ingedijkt. Hooge kerken steken dikwijls reeds van
ver boven de machtige bosschen uit. De zon spiegelt
zich fonkelend in een breede, zilveren vlakte. Het
Baikalmeer een eindeloos meer is nog toegevro-
ren, ofschoon we reeds in Juni zijn. De ijsgang is
door de meteorologische stations reeds voorspeld. Op
vele kilometers afstand ziet men hoeren bezig, sloo-
hier een man willen hebben van hun eigen soort die
voor hun belangen opkomt. Maar het doet pijn. Bar
bara, het doet geducht pijn."
Een uur lang bleef hij bij haar en zijn vertroostte
hem, zooals vrouwen als zij dat zoo goed verstaan.
Maar toen zij hem noodigde bij het avondeten aan te
zitten, zeide hij: „Neen, ik moet met Abe spreken. Ik
moet dien jongen zeggen wat er gebeurd is. Jij zult
het wel aan je vader zeggen."
Toen Jefferson Worth van zijn dochter de handel
wijze van de nieuwe maatschappij vernam, zeide hij
op zijn afgemeten manier: „Ik dacht wel, dat dit hun
eerste zet zou zijn..." Er sprak geen gevoel uit zijn
stem. Het was niets anders dan de bevestiging van een
gevolgtrekking die hij al lang tevoren had vastgesteld.
„Vader, wilt u daarmee zeggen dat u dit verwacht
had?" riep Barabara uit.
.Welke reden had ik kunnen hebben iets anders te
verwachten?"
„En u hebt daar al dien tijd geen woord van gezegd"
Zij kon niet verder spreken... Het was een verbijsteren
de gedachte. Terwijl zij zich met den Profeet aan
haar toekomstdroomen overgaf, had haar vader voor
zich de overtuiging gehad dat er van al die droomen
niets komen zou.
„Wanneer ik je iets van dien aard gezegd had, dan
zou je mij toch niet geloofd hebben...." Die woorden
bewogen zich op het gebied van de feiten. „Ik heb je
trouwens gezegd dat de maatschappij uitsluitend van
haar zakenstandpunt alle dingen zou bezien..."
Plotseling zag zij den toestand in een geheel nieuw
en vreemd licht. Zij raadpleegde de aandoeningen die
zij ondergaan had en zij vroeg haar vader: „Pappie,
zeg mij eens, hebt u geweigerd met de maatschappij
mee te gaan, omdat u voorzag wat er vandaag ge
beurd is?"
Jefferson Worth dacht over die vraag na. Toen ant
woordde hij zeer voorzichtig: „Dat was tenminste een
van mijn beweegredenen."
„Ik geloof dat ik nu begin het te begrijpen. Ik ben
blij dat u met die menschen niets te doen wilt hebben.
Ik zou het niet overleefd hebben, wanneer u hierin
de hand gehad had."
De bankier vroeg: „Heb je Abe Lee al gesproken?"
„Neen, waarom? Zou u denken?... Hebben zij hem
ook ontslagen? Na die behandeling van den Profeet
zou hij daar toch niet gebleven zijn..."
„Zij zullen hem niet loslaten, wanneer zij kans zien
De Stössel-lult wordt het nieuwe muziekinstrument
genoemd, dat een luit Is met een sterk verkorten hals,
en dezer dagen voor een aantal genoodigden te Weenen
werd gedemonstreerd.
ten te graven en wallen op te werpen om tenminste
een deel van de ontzettende schade, die de water»
massa's zullen aanrichten, af te wenden.
Incidenten*
Tusschen Omsk en den Oeral heeft men verschil
lende keeren oponthoud. Fluitend en gillend en knar
send staat de trein stil en gooit de passagiers door
elkaar. Het treinpersoneel rent naar de locomotief
een reusachtige kudde runderen verspert den verde
ren weg. Het duurt drie kwartier voor de trein lang
zaam verder kan rijden. Niemand bewaakt de kudde,
niemand zorgt er voor. Met knuppels drijft men haar
van de spoorbaan af in een stofwolk ziet men haar
later van het treinraampje uit aan den horizon ver
dwijnen.
Op denzelfden dag een tweede incident. Wederom
geweldige opwinding de reizigers, zenuwachtig
geworden, spreken van vroegere overvallen op de Si-
berië-express. Bijna onwaarschijnlijk klinken de ver
halen. Wie zou hier overvallen plegen in een zoo
menschverlaten streek? Wij hebben als tijdverblijf een
spelletje uitgevonden. Wij tellen de menschen, die wij
in een hal ven dag links en rechts van de haan be
speuren kunnen. Wij kwamen op een dag tot zeven,
een tweeden tot drie
Het oponthoud is inderdaad raadselachtig. De
spoorbaan is over een lengte van goed honderd me
ter ondermijnd. De rails liggen als regenwormen ge
kronkeld. Zonder de oplettendheid van den machinist
zou er een ontsporing hebben plaats gehad. De repa
raties nemen meerdere uren in beslag. De reizigers
gaan bloemen plukken bonte anemonen, eerste
voorjaarsbloemen, kleine primula's. Dan echter wordt
de koude ondraaglijk; de wind rijt de huid van het
gelaat open, doet de lippen barsten, dringt door de
bontjassen en door de dichtgesloten ramen. Ieder is
blij, als de reis wordt vervolgd en de verwarming we
der wordt aangezet.
Over den OeraL
Eindelooze bosschen omzoomen den weg. Men ziet
thans nu en dan veel beter uitziende velden en weiden.
De grootste rijkdom, waarvan men zich bijna geen
voorstelling kan maken, ligt echter in dit machtige
woudgebied.
Steeds veelvuldiger worden de ontmoetingen met
houttreinen, goederentreinen met open wagens, hoog-
beladen met ruwe houtstammen. Langs de spoorbaan
ziet men geheele open vlakten, waar men het bosch
heeft geveld. Kleine tenten, geiten, vrouwen en kin
deren en kolenvuren wijzen er op, dat men hier aan
het houtkappen is.
In Jekaterinenburg, thans Sverdlovsk genaamd, re
gent het. Een troostelooze grijze hemel doet de stad
nog triester schijnen dan zij den bezoeker reeds in
zijn voorstelling voorzweefde het oord der ver
schrikking, waar de Tsaar en zijn familie vermoord
werden.
Een heelen dag lang klimt de trein den Oeral op
dan, van de hoogte uit, reikt de blik naar de Wolga-
vlakte. Regen, wolken, storm zijn achtergebleven. Eu-
ropeesche lucht waait den reiziger tegemoet een
vreemd werelddeel liet hij achter zich.
hem vast te houden. Holmes heeft hem hard noodig,"
zeide Worth. „Het zou misschien goed zijn Abe aan
te raden te blijven."
„Wat bedoelt u daarmee?" vroeg Barbara.
..Zeg hem dat hij daar moet blijven," herhaald®
Worth langzaam.
ELFDE HOOFDSTUK.
ABE T/F/F. NEEMT ZIJN ONTSLAG.
Gehoorzamende aan de groote beweegkracht, den
handelsgeest, werd nu de dorre wildernis van de Woes
tijn van het Koningsdal met nieuw leven bezield.
In de stad die aan de zee lag, aan het uiteinde van
den Southwestern spoorweg, zag men een lange reeks
van kantoorlokalen, waar gouden letters, prijkende te
gen de spiegelruiten verkondigden: „Land- en Be
sproeiing Maatschappij van het Koningsdal".
En achter die vensters en deuren werd men de echt
mahoniehouten meubelen gewaar, stevig, massief en
kostbaar, een brandkast van vervaarlijke afmetingen,
landkaarten die den reislust prikkelden en bovenal
een mijnheer die nooit gereisd had, maar daarom met
te meer gezag alle vragen beantwoordde die tot hem
gericht werden met betrekking tot de ontginning van
de dorre vlakten van het Westen van het werelddeel.
En als er geen vragen meer te vragen waren, dan wist
hij nog heel wat te vertellen van het wonderland dat
de Maatschappij voor de menschheid ontsloten had en de
laatste gevolgtrekking van z\jn verhaal was dan onver
mijdelijk, hoe in die streken een dollar tot in het on
eindige vermenigvuldigd kon worden.
Aan maandschriften en andere periodieken werd door
dit kantoor een zeer behendig opgestelde copy ver
schaft, vergezeld van brochures, circulaires en allerlei
vlugschriften. Men zag daar in een ruim lokaal kler
ken en boekhouders gebogen over hun taak. In een
ander lokaal weerklonk in de ruimte het geraas der
schrijfmachines waaraan de snelschrijvers bezig waren.
Door alle vertrekken dwarrelde een nijvere menigte,
ingenieurs, boden, beambten van de Maatschappij, ar
beiders van allerlei rang, van velerlei nationaliteit,
verkoopagenten, aangelokt door de tentoonstelling van.
werktuigen en koopwaren, mannen met landhonger uit
alle winstreken, die zich hier op de hoogte kwamen
stellen of wel naar een goede belegging uitzagen-
Wordt vervolgd.