Arrondissementsrechtbank te Alkmaar Barbara Worth EEN REIS IN DE SIBERIE- EXPRESS. Avonturen tusschen Mandsjoerije en de Wolga Een nieuw muziekinstrument Zitting van Maandag 26 Juni. Alkmaar WH AT SHALL WE DO WITH IT? Een jong gehuwde vrouw uit Zeeland, mej. Elisa- beth Joh. S., huisvrouw H. G. van L., had geduren de eenigen tijd bij den slager Nic. Appel als werkster gefungeerd, doch helaas wat haar eerlijkheid betrof, niet in alle opzichten voldaan Althans werd op 22 Mei tegen haar een zaak behandeld, waarin haar was ten laste gelegd, verduistering van eenige gelden ten bedrage van pl.m. f 19 ten nadeele van bovengemelde» heer Appel, welk geld zij anders dan door misdrijf onder zich had. Het vrouwtje vertoefde destijds in haar heimath Middelburg, dus kun de Politierechter persoonlijk niet met haar kennis maken. De heer Wiggers gaf echter een gunstige verklaring en werd alsnu besloten na een ingesteld reclasseeringsonder- zoek der zaak. de behandeling heden te hervatten. De lieer Wiggers. omtrent de juffrouw en haar om standigheden ingelicht bleek sterk genegen, haar de gevangenis te besparen en adviseerde derhalve een voorw. veroordeeling. De officier vorderde alsnu 3 m. voorw. met 3 proefjaren. Vonnis conform dezen eisch. Sc hagen. DE LANGVINGERIGE LAPJESKOOPMAN. De sierlijk gekapte heer Wybe de Gr., n 20-jarige te Dantumadeel ler wereld gekomen en te Schagen woonachtige ventende manufacturier, had op 14 Maart te Zijpe uit de momenteel verlaten woning van den veehouder G Zwaan ontvreemd een bedrag van f 10.45, welk bedrag zich bevond in 'n in de kast- lade liggende portemonnaie Ter zake dezen brutaleu diefstal had Wybe zich heden te verantwoorden. Hij beantwoordde openhartig de vele, hem door den po litierechter, die altijd erg nieuwsgierig is, gestelde vragen. liet was zijn eerste training in de lange vin- gersport. Overigens was hij niet veel zaaks, rappor teerde de heer Wiggers. Om hem op de proef te stel len, werd de zaak gebotteld tot 2 October. Wervershoof. EEN DUBIEUS PRESENT EXEMPLAAR VAN DE POOLSCHE GRENS AFKOMSTIG. Men zegt wel eens, dat men een gegeven paard niet in den bek moet zien en is dit spreekwoord ook wel eenigermate van toepassing op den illusteren persoon van den 22-jarigen Erwen K. te Wervershoof, welke jongeling in zijn prille jeugd edelmoedig werd aange nomen als pleegkind door den heer J. Klein, land man aldaar, doch welke heer geen onverdeeld ge noegen van zijn pupil mocht beleven Op 15 Februari ten minste bevond jongeheer Erwin zich in voorar rest en stond hij terecht wegens eenige kleine op- lichterijtjes van eetwaren en sigaren, op naam van zijn pleegvader gepleegd. De burgemeester was toen reecis lang niet over deze Poolsche dorpeling te spre ken en signaleerde hem op ver van vleiende wijze. Aangezien echter Erwin toen beterschap beloofde en zijn pleegpapa genegen bleek hem weer in genade aan te nemen, werd de zaak, mede door de toewij ding van Erwin's advocaat, Mr. Winkel uit Hoorn, in der minne geschikt en Erwin op 29 Febr. 1932 voorw. veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf met een proeftijd voor den tijd van 3 jaar. Op 8 Mei jl. verscheen echter de tot Febr. 1935 nog onder toe zicht staanden reclassant opnieuw voor den Politie rechter. Hij had toen de aardigheid verzonnen, zich een aan zekeren G. Vertelman toebehoorende giek ('n soort roeiboot) wederrechtelijk toe te eigenen, voor welk feit hem f25 boete of 25 dagen werd opge- regd. Voorts werd heden ten uitvoer legging van de voorwaardelijke straf gelast, door welk besluit het Poolsche pleegkind gedurende een kwart jaar van het tooneel te Wervershoofd zal verdwijnen. M e d e m b 1 i k. WEER NIETS VAN DE VERDACHTEN TE KIJK. De heeren Hendrik J en Ja» Br. te Medemblik, waren reeds vroeger voor den Politierechter gere- quireerd, doch niet verschenen, terwijl ook de eenige getuige Jan Manshande niet present was. Het betrof hier het dooden van een aan dezen getuige toebehoo rende eend, die later door hen met f2.50 werQ ver goed, zoodat Manshanden nu niets meer te vorderen had. Ook heden waren de heeren eendenmeppers niet aanwezig en werden zij bij verstek veroordeeld, ieder tot f25 boete of 25 dagen. Hoorn. DE POSTDUIF BRACHT SLECHT NIEUWS. Een koekebakker die ook Ingezonden stokken bakte. De 33-jarige banketbakker Bern. Barth. V. te Hoorn tevens postduivenliefhebber, had volgens dagvaar ding op 22 December jl. te Assen in het aldaar ver schijnende weekblad „De Postduif" zich in een in gezonden stuk op beleedigende wijze uitgelaten om trent zekeren heer P. Homburg, te Zaandam, zulks met betrekking tot een gehouden Postduiven Dorus Rijkersvlucht. Hij insinueerde daarin onder meer, dat de heer H. fraude zou hebben gepleegd. Deze heer FEUILLETON. Door HAROLD BELL WRIGHT 26. Bedroefd tot in het diepst van haar hart. verscheen zij niet aan den gezanaenlijken avondmaaltijd. Jeffer- son Worth zat alleen aan en ook dien avond bleef hij alleen. Toen hij zich naar zijn kamer begaf, bleef hij «en oogemblik stilstaan bij haar deur. Hij klopte zacht om haar niet te wekken, wanneer zij reeds ingeslapen mocht zijn. Maar er kwam geen antwoord en hij sloop onhoorbaar weg. Barbara sliep niet. Gedurende drie dagen vertoefde Greenfield nog in Rubio City ,.ter behartiging van de belangen van de Land- en Besproeiingsmaatschappij van het Ko ningsdal" zooals de dagbladen dat vermeldden in een lang artikel dat handelde over het gewicht van de on derneming die eerlang haar zegeningen over het land zou uitstorten. Gedurende al dien tijd had Barbara den Profeet niet ontmoet en evenmin Holmes en Abe Lee. Zij begreep dat Greenfield doorloopend beslag op hen had gelegd. Met een gevoel van trots las zij, den avond van Green- field's vertrek, de hooggestemde artikelen in de bladen. Eindelijk was dan die dag gekemen waarnaar de Pro feet al die jaren had uitgezien. Die lieve oude Profeet! Zij voelde zich een weinig teleurgesteld dat zyn naam r.iet méér op den voorgrond kwam. Het was alles Greenfield en de nieuwe maatschappij. Maar ten slotte had dit toch eigenlijk niets te beteekenen. Het was en bleef toch het werk van den Profeet. De Profeet had het tot stand gebracht. Zij hoorde het tuinhek dichtvallen en zij zag op van de courant die zij in hare hand hield. Het was haar oude vriend die naderde. Zij zag met een oogopslag, dat er onraad was. Eerst dacht zij dat hij ziek was. Hij sleepte zijn zware gestalte met moeite voort, zijn hoofd hing voorover, z'n oogen waren op den grond accépteerde deze insultatie niet en deed klachte, waarop verschijning van den al te vrijmoedige» schrijver voor den Politierechter volgde. Verdachte had mr. Dwars gekozen als verdediger, om aan te vullen wat hem aan juridische routine ontbrak. De in zijn eer en goeden naam gekrenkte Zaandammer bleef bij zijn klacht volharden. De met den titel van postduivenbondsrekenaar bedachte heer Bakker, diu verklaarde overigens die „flauwe kul" niet te lezen, deelde mede, dat de -heer Homburg geen fraude had gepleegd. De Officier citeerde het spreekwoord: Schoenma ker, hou je bij je leest en requireerde f25 boete of 25 dagen. Mr. Dwars pleitte vrijspraak op diverse gronden of 'n minimum straf. Vonnis conform eisch. Alkmaar. EEN OUDE WEDUWE MET EEN ONRUSTIGE TONG. De 62-jarige weduwe Alida B., geboren W. B., wo nende te Alkmaar, was op 7 April over de wettelijke streep geraakt, toen zij haar stadgenoot en zuivel- bereider Jan Leek zoo ongeveer epn dief noemde. Het ga* haar heden, nu zij voor die beleediging te recht stond, niet. veel, toen zij beweerde, dat genoem de heer Leek haar voor 300 pop zou hebben bena deeld. Om zoo'n ernstig feit aan te toonen. moeten andere middelen worden aangewend. Gevorderd werd alzoo f 10 boete of 10 dagen. Uitspraak f 5 boete of 5 dagen. W i e r i n g e n. EEN DIEFACHTIGE JONGE WIERINGER OP HEETERDAAD BETRAPT? (Juridische bokkesprongen.) De 19-jarige bankwerker Jan B. te Wieringen be gaf zich in den avond van 11 April, het hart ver vuld met booze voornemens, naar een onbewaakte werkkeet en was juist voornemens om zich een handzaag toe te eigenen, toen hij door brigadier Bergsman, die zich met collega's bij de keet verdekt had opgesteld, werd gesnapt. Hoewel dc heer B. hard nekkig alle kwaad opzet bleef loochenen, was de bri gadier zoo vrij proces-verbaal op te maken ter zake poging tot diefstal. Thans ging het jonge mensch nOi' veel verder en ontkende zelfs de zaag in de hand te hebben gehad. De Officiei geloofde er natuurlijk alles van en vorderde 2 maanden gevangenisstraf Mr. van Leeuwe, aangewezen als raadsman en ver dediger, verzocht, indien verdachte bleef ontkennen, schorsing der zaak op grond van artikel 375 straf vordering, ten einde alsnog een nieuwe getuige te hooren Aangezien, na ondervraging door verdediger, ver dachte bleef ontkennen, verzocht pleiter schorsing. De Officier verzette zich hiertegen. Uitspraak: f 15 boete of 15 dagen. Wervershoof. EEN ZWAAR DOOVE IJSSELMEERVISSCHER. De 63-jarige visscher Jan B. uit Wervershoof stond terecht wegens vernieling van botnetten, toebehoo rende aan zijn collega B. Dudink Het verhoor van dezen verdachte, die zeer zwaarhoorend is, ging mei veel lawaai gepaard De heer Jan B. beweerde ver plicht te zijn geweest, eenige touwtjes stuk te moe ten snijden, doch niet het opzet tot vernielen te heb ben gehad. Volgens getuige Dudink zou„ verdachte hem nogal dwars zitten. De Officier zag geen kans het opzet voor elkaar te boksen en vordere vrijspraak. Vonnis conform. Wervershoof. DE GETUIGE WAS OOK NIET HEELEMAAL KAARSSCHOON. Hierop stond de voormalige getuige B. D. terecht, op grond van het feit, dat hij op 1 April eenige z.g. breiers, aan den heer Jan Boon toebehoorende, moedwillig had stukgetrapt. Hier lag het bewijs er duimendik op en werd gevorderd f20 boete of *2ö da gen. Vonnis f 10 boete of 5 dagen. Helder: EEN HARDHANDIGE SCHOONDOCHTER. De niet ter zitting verschenen mej. Maria M., huis vrouw K. te Den Helder, had op 3 April haar 70-jarige schoonmama, mejuffr. Kooiman, geb. N'. van Nuysen- burg in een vlaag van drift, bij de schouders ge pakt en haar duchtig heen en weer gerammeld. De dame was furieus, omdat haar man zijn moeder had bezocht, wat schoondochter niet duldt. Het oude mensch beweerde reeds meermalen door haar schoon dochter te zijn mishandeld. Gevorderd werd tegen het lieve schoondochtertje f 10 boete ot 10 dagen. Von nis dito, dito. Noordscharwoude. 'N ONVOORZICHTIGE OUDERLING. De beroeplooze heer Corn. P., 'n 70-jarige grijs aard, uit Oudkarspel, erkende heden te Noordschar woude den 54-jarigen koopman Nicolaa» Kooij op 6 April in het openbaar te hebben gequalificeerd als 'n gericht en hij ging als iemand die zeer vermoeid is Met een kreet van schrik liep zij hem tegemoet en toen hij haar handen in de zijnnen vatte zag zij smartelijke trekken in zijn aangezicht en een verwilderde uitdruk king in zijn oogen. Hij zeide geen woord. Zij geleidde hem naar de schaduw van de hall en schoof hem den stoel toe die hem het liefste placht te zijn. Hij viel daarin neer als iemand die volkomen uit geput is, maar toch trachtte zijn glimlach uiting te geven aan zijn dankbaarheid. „Wat scheelt u? Is u ziek? Zal ik den dokter roe pen?" „Neen, neen ik ben niet ziek. Dat is het niet. Ik ben alleen een weinig ontdaan. Straks ben ik weer ge heel in orde. Het is ook zoo onverwacht gekomen..." En hij wendde zijn aangezicht af, alsof hij het voor haar wilde verbergen. „Wat is het? Kunt u het mij niet zeggen? Wat is er gebeurd?" Barbara had den Profeet nog nooit zoo wanhopend gezien. „Zij hebben mij op straat gezet" Zij begreep het niet. „Op straat gezet?" Langzaam boog hij zijn hoofd. „Ja, de maatchappij... Zij hebben Holmes in mijn plaats tot hoofdingenieur benoemd.' Zij schreeuwde het uit van verontwaardiging en ont zetting. ,Hoe hebben zij dat kunnen doen! Het is toch heelemaal uw werk,... alleen van u! U hebt er jaren van uw leven aan gegegeven om het zoover te bren gen... Zonder u zouden zij nauwelijks geweten hebben dat er een Koningsdal bestond. Hoe hebben zij dat dur ven doen! Daar hadden zij het recht niet toe...' De Ingenieur glimlachte. „Ik ben niets anders ge weest dan een ondergeschikte van Greenfield en van de anderen die de maatschappij hebben opgericht. In hun schatting was mijn verhouding tot de onderneming dezelfde als van den eersten den besten Indiaanschen werkman. Het was natuurlijk wel stilzwijgend afge sproken dat ik voor de een of andere plaats zou aan gewezen zijn zoodra de maatschappij was opgericht, maar daarvan stond niets op schrift. Daar kon ook nog niets van bepaald worden, zoolang het werkplan niet was vastgesteld. Maar aan zoo iets had ik toch nooit gedacht Ik zie nu maar al te duidelijk dat het al van het begin af bekonkeld is geweest en dat Holmes met dat doel hierheen gezonden is. Hij heeft een bij- zonder wit voetje hjj Greenfield en ik onderstel dat zaj oplichter. Hij" beweerde door dezen heer Kooij voor f20.000 te zijn opgelicht. Reeds vroeger, in "27, was hij wegens beleediging van gezegden heer Kooij tot f 10 boete of 10 dagen veroordeeld. Eisch f25 boete of 25 dagen. Vonnis f10 boete of 14 dagen als voren. Uitgeest. De niet ter zitting aanwezige Hendr. R. te Uitgeest had in beschonken toestand in den nacht van 2 op 3 April den rijksveldwachter D. Tilstra een gemeene beleediging toegevoegd. De man is een dronkaard en staat zeer ongunstig bekend. Eisch f35 boete of 25 dagen. Vonnis f25 boete of 25 dagen. Alkmaar. DE GEMEENTE BENADEELD. Een niet verschenen verdachte, roet name Lourens V., had op 16 April in de cel een gemeentelijk pri vaat beschadigd. Hem werd opgelegd f 20 boete of 20 dagen. Enkhuizen. EERBIED VOOR DEN OUDERDOM. Een 19-jarige jongeman uit Enkhuizen, met name Gerrit Tr., had op 13 ApriJ aldaar in de Venuslaan de reeds bejaarde mej. Jongejeugd, geboren Vroom, die zich aldaar bevond in gezelschap van haar klein dochtertje, een zeer onvoegzaam scheldwoord naar het, hoofd geslingerd. Hij werd deswege veroordeeld tot f 15 boete of 10 dagen. Afgeloopen! Dezer dagen ontspoorde in de nabijheid van dc Mandsjoerqsche grens de Siberië- Express, waarin zich eenige Engelsche journalisten bevonden. Vijf wagens stort ten van den spoorberm, de overige wer den door kogels en granaatsplinters zwaar beschadied. Deze nog onopgehelderde aan slag vestigt de algemeene aandacht, op de zen hoogst interessanten spoorweg, die het Westen met het Oosten verbindt. Zeven dagen reizen, onafgebroken in denzelfden spoorwagen, zeven dagen samenzijn op weinig vier kante meters met menschen van allerlei nationaliteit, terwijl door de ramen van den onvermoeid voortsnel lenden trein de meest grootsche en gevarieerde na tuurfilm wordt ontrold dat is een Transsiberische reis! De Taiga. Het meerendeel der wagens van de Siberië-express stamt nog uit den Tsarentijd. Er zijn weliswaar geen lste. 2de en 3de klasse meer, wel echter heeft men de keuze tusschen wagons met houten banken en met kussens, evenals slaapwagens. De prijzen zijn ver schillend, zoodat in den grond der zaak niets veran derd is. Uit de verstikkende hitte van Mandsjoerije met zijn reeds verzengde steppengebieden, met het ge vaarlijke stuifzand der naburige woestijn en den on- draaglijken zonnegloed, ijlt de trein naar het Noorden, naar de sneeuwgrens. Eerst reizen we de Siberische steppen door uit den midzomer terug in het voor jaar. De Taiga, het eindelooze Russische woud, kon digt zich langzaam aan door kreupelhout, en kleine bosschen, alles in het eerste, jonge groen. Slechts voor het scherpe oog te zien, staan daar de jammer lijke aarden hutten, zwart en klein. Menschen zijn nooit te zien. Het met ijs bedekte Baikmeer. Over Chite, de hoofdstad van Transbaikalië, waait een ijzige wind. In het huilen van den storm, waarte gen de trein strijdt, meent men het schieten van Se- menoff en zijn lieden te hooren, die hier in de eerste dagen der revolutie hun schrikbewind uitoefenden. Chita is niets anders, dan een paar. voor onze oogen armoedige barakken, om een statige kerk met groene koepeltorens geschaard, angstig als kuikens om hun kloek. Tot bijna in de straten dringt het hooge water, dat het landschap rondom bedekt. Op de lage sloot wallen staat het vee met den kop omlaag, moederziel verlaten Bij Irkoetsk verandert het landschap. De rivieren zijn ingedijkt. Hooge kerken steken dikwijls reeds van ver boven de machtige bosschen uit. De zon spiegelt zich fonkelend in een breede, zilveren vlakte. Het Baikalmeer een eindeloos meer is nog toegevro- ren, ofschoon we reeds in Juni zijn. De ijsgang is door de meteorologische stations reeds voorspeld. Op vele kilometers afstand ziet men hoeren bezig, sloo- hier een man willen hebben van hun eigen soort die voor hun belangen opkomt. Maar het doet pijn. Bar bara, het doet geducht pijn." Een uur lang bleef hij bij haar en zijn vertroostte hem, zooals vrouwen als zij dat zoo goed verstaan. Maar toen zij hem noodigde bij het avondeten aan te zitten, zeide hij: „Neen, ik moet met Abe spreken. Ik moet dien jongen zeggen wat er gebeurd is. Jij zult het wel aan je vader zeggen." Toen Jefferson Worth van zijn dochter de handel wijze van de nieuwe maatschappij vernam, zeide hij op zijn afgemeten manier: „Ik dacht wel, dat dit hun eerste zet zou zijn..." Er sprak geen gevoel uit zijn stem. Het was niets anders dan de bevestiging van een gevolgtrekking die hij al lang tevoren had vastgesteld. „Vader, wilt u daarmee zeggen dat u dit verwacht had?" riep Barabara uit. .Welke reden had ik kunnen hebben iets anders te verwachten?" „En u hebt daar al dien tijd geen woord van gezegd" Zij kon niet verder spreken... Het was een verbijsteren de gedachte. Terwijl zij zich met den Profeet aan haar toekomstdroomen overgaf, had haar vader voor zich de overtuiging gehad dat er van al die droomen niets komen zou. „Wanneer ik je iets van dien aard gezegd had, dan zou je mij toch niet geloofd hebben...." Die woorden bewogen zich op het gebied van de feiten. „Ik heb je trouwens gezegd dat de maatschappij uitsluitend van haar zakenstandpunt alle dingen zou bezien..." Plotseling zag zij den toestand in een geheel nieuw en vreemd licht. Zij raadpleegde de aandoeningen die zij ondergaan had en zij vroeg haar vader: „Pappie, zeg mij eens, hebt u geweigerd met de maatschappij mee te gaan, omdat u voorzag wat er vandaag ge beurd is?" Jefferson Worth dacht over die vraag na. Toen ant woordde hij zeer voorzichtig: „Dat was tenminste een van mijn beweegredenen." „Ik geloof dat ik nu begin het te begrijpen. Ik ben blij dat u met die menschen niets te doen wilt hebben. Ik zou het niet overleefd hebben, wanneer u hierin de hand gehad had." De bankier vroeg: „Heb je Abe Lee al gesproken?" „Neen, waarom? Zou u denken?... Hebben zij hem ook ontslagen? Na die behandeling van den Profeet zou hij daar toch niet gebleven zijn..." „Zij zullen hem niet loslaten, wanneer zij kans zien De Stössel-lult wordt het nieuwe muziekinstrument genoemd, dat een luit Is met een sterk verkorten hals, en dezer dagen voor een aantal genoodigden te Weenen werd gedemonstreerd. ten te graven en wallen op te werpen om tenminste een deel van de ontzettende schade, die de water» massa's zullen aanrichten, af te wenden. Incidenten* Tusschen Omsk en den Oeral heeft men verschil lende keeren oponthoud. Fluitend en gillend en knar send staat de trein stil en gooit de passagiers door elkaar. Het treinpersoneel rent naar de locomotief een reusachtige kudde runderen verspert den verde ren weg. Het duurt drie kwartier voor de trein lang zaam verder kan rijden. Niemand bewaakt de kudde, niemand zorgt er voor. Met knuppels drijft men haar van de spoorbaan af in een stofwolk ziet men haar later van het treinraampje uit aan den horizon ver dwijnen. Op denzelfden dag een tweede incident. Wederom geweldige opwinding de reizigers, zenuwachtig geworden, spreken van vroegere overvallen op de Si- berië-express. Bijna onwaarschijnlijk klinken de ver halen. Wie zou hier overvallen plegen in een zoo menschverlaten streek? Wij hebben als tijdverblijf een spelletje uitgevonden. Wij tellen de menschen, die wij in een hal ven dag links en rechts van de haan be speuren kunnen. Wij kwamen op een dag tot zeven, een tweeden tot drie Het oponthoud is inderdaad raadselachtig. De spoorbaan is over een lengte van goed honderd me ter ondermijnd. De rails liggen als regenwormen ge kronkeld. Zonder de oplettendheid van den machinist zou er een ontsporing hebben plaats gehad. De repa raties nemen meerdere uren in beslag. De reizigers gaan bloemen plukken bonte anemonen, eerste voorjaarsbloemen, kleine primula's. Dan echter wordt de koude ondraaglijk; de wind rijt de huid van het gelaat open, doet de lippen barsten, dringt door de bontjassen en door de dichtgesloten ramen. Ieder is blij, als de reis wordt vervolgd en de verwarming we der wordt aangezet. Over den OeraL Eindelooze bosschen omzoomen den weg. Men ziet thans nu en dan veel beter uitziende velden en weiden. De grootste rijkdom, waarvan men zich bijna geen voorstelling kan maken, ligt echter in dit machtige woudgebied. Steeds veelvuldiger worden de ontmoetingen met houttreinen, goederentreinen met open wagens, hoog- beladen met ruwe houtstammen. Langs de spoorbaan ziet men geheele open vlakten, waar men het bosch heeft geveld. Kleine tenten, geiten, vrouwen en kin deren en kolenvuren wijzen er op, dat men hier aan het houtkappen is. In Jekaterinenburg, thans Sverdlovsk genaamd, re gent het. Een troostelooze grijze hemel doet de stad nog triester schijnen dan zij den bezoeker reeds in zijn voorstelling voorzweefde het oord der ver schrikking, waar de Tsaar en zijn familie vermoord werden. Een heelen dag lang klimt de trein den Oeral op dan, van de hoogte uit, reikt de blik naar de Wolga- vlakte. Regen, wolken, storm zijn achtergebleven. Eu- ropeesche lucht waait den reiziger tegemoet een vreemd werelddeel liet hij achter zich. hem vast te houden. Holmes heeft hem hard noodig," zeide Worth. „Het zou misschien goed zijn Abe aan te raden te blijven." „Wat bedoelt u daarmee?" vroeg Barbara. ..Zeg hem dat hij daar moet blijven," herhaald® Worth langzaam. ELFDE HOOFDSTUK. ABE T/F/F. NEEMT ZIJN ONTSLAG. Gehoorzamende aan de groote beweegkracht, den handelsgeest, werd nu de dorre wildernis van de Woes tijn van het Koningsdal met nieuw leven bezield. In de stad die aan de zee lag, aan het uiteinde van den Southwestern spoorweg, zag men een lange reeks van kantoorlokalen, waar gouden letters, prijkende te gen de spiegelruiten verkondigden: „Land- en Be sproeiing Maatschappij van het Koningsdal". En achter die vensters en deuren werd men de echt mahoniehouten meubelen gewaar, stevig, massief en kostbaar, een brandkast van vervaarlijke afmetingen, landkaarten die den reislust prikkelden en bovenal een mijnheer die nooit gereisd had, maar daarom met te meer gezag alle vragen beantwoordde die tot hem gericht werden met betrekking tot de ontginning van de dorre vlakten van het Westen van het werelddeel. En als er geen vragen meer te vragen waren, dan wist hij nog heel wat te vertellen van het wonderland dat de Maatschappij voor de menschheid ontsloten had en de laatste gevolgtrekking van z\jn verhaal was dan onver mijdelijk, hoe in die streken een dollar tot in het on eindige vermenigvuldigd kon worden. Aan maandschriften en andere periodieken werd door dit kantoor een zeer behendig opgestelde copy ver schaft, vergezeld van brochures, circulaires en allerlei vlugschriften. Men zag daar in een ruim lokaal kler ken en boekhouders gebogen over hun taak. In een ander lokaal weerklonk in de ruimte het geraas der schrijfmachines waaraan de snelschrijvers bezig waren. Door alle vertrekken dwarrelde een nijvere menigte, ingenieurs, boden, beambten van de Maatschappij, ar beiders van allerlei rang, van velerlei nationaliteit, verkoopagenten, aangelokt door de tentoonstelling van. werktuigen en koopwaren, mannen met landhonger uit alle winstreken, die zich hier op de hoogte kwamen stellen of wel naar een goede belegging uitzagen- Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 8