Barbara Worth Op jacht naar Orchideeën. Reisherinneringen uit Guatemala UIT HET LAND VAN DE DORST Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Ingezonden Stukken. Iets over wettige middelen. Dag en naoht, jaar in, jaar uit, brult de branding van den Stillen Oceaan en beukt het zwarte vulkani sche zand van de kust Het witte schuim loopt het strand op en trekt zich dan langzaam weer terug. Haaien wagen zich tot vlak bq de kust en houden zelfs de gedachten aan baden in zee op den achtergrond. Af en toe passeert er een reusachtige rog, die zich lui met den stroom laat meevoeren. Buiten het bereik van de golven reizen wij langs de kust voort op onze paardjes, vertelt Dr. F. Morton in een van zijn reisschetsen over Guatemala. Rechts het ondrinkbare water van den oceaan, links het even on drinkbare, brakke en onbeschrijfelijk troebele water van een lagune, een der hier zoo talrijke „esteros", We zijn omgeven door mangrovebosschen, die worden bewoond door tallooze vogels en... muskieten, die een ernstigen vorm van malaria overbrengen en ook de doodelijke gele koorts. De estero is gepasseerd, nu komt een dichte vegetatie van mangroven, wilde ananas, bamboes een paradijs voor slangen. Men kan er slechts doorheen komen als men een der bochtige boschpaden volgt. Een enkele loopt er van de kust door tot den spoorweg in het binnenland. Wij konden het niet vinden en besloten daarom, de kust te volgen tot de eerstvolgende haven plaats. Hoe de dag verloopt Om elf uur 's morgens werd de hitte zoo ondragelijik, dat wij besloten te rusten op een eenigszins besohaduwd plekje. De tong kleefde ons reeds aan het verhemelte en met moeite kon ik mijn portie maiskoek en boonen- purée naar binnen krijgen. Urenlang bleven wij zitten in de verlammende hitte, boven ons de onbarmhartige zon, voor ons de donderende wereldzee, achter ons de dood- sche stilte van lagunen en moerassen. Met een zwaar gevoel in het hoofd braken wij tegen drieën weer op. Wij trokken voort, totdat de roode zonneschijf in de zee verzonk. Een groene straal lichtte over den Stillen Oceaan. Nu zou 't spoedig gehee ldonker' zijn. Mijn In- diaansohe gids Juarros maakte van een groote hoop dorre takken een vuur, waarop groene takken met bla deren werden gelegd voor de rookvorming. Alleen zoo zouden wij misschien de muskieten van het lijf kunnen houden. Na drie dagen dorst. Den volgenden dag moesten wij met dat al onze reis reeds in den loop van den morgen onderbreken, omdat ik een zware malaria-aanval kreeg, die tot vier uur duurde. Toen dwong Juarros mij om verder te reizen. Zelfs na zonsondergang reden wij door. En wij werden beloond. Een lichte rooklucht een kwartier later het schijnsel van een vuur toen kwam een eenzaam vis- schersdorp in het gezicht. Vijf hutten, vijf oocospal- men. Op stangen hingen visschen te drogen, zoo dicht bezet met lichtgevende bacteriën, dat er in de nachte lijke duisternis een vaal schijnsel van uitging. Een hond blafte, wü rooken bedorven vleesch. Konden wij geen cocosnoten krijgen, al was het voor goud? Dan Ihadden wij tenminste te drinken. Maar geld had in dit gehucht geen waarde. Mijn kapmes moesten zij heb ben voor drie onrijpe cocosnoten. die nog vocht bevat ten, inplaats van het blanke vruchtvleesch. Maar waar wij drie dagen lang niet gedronken hadden, willigden wij elke eisch in. De reddende liaan. Zulk een kapmes is anders onmisbaar bij de jacht pp orchideeën. Men kan geen stap vooruitkomen in het oerwoud zonder eerst lianen, doornstruiken enz. weg te kappen. Het is anders een praohtig gezicht: vanille- planten ranken zich omhoog tegen de machtige stam men, die tot boven aan toe bedekt zijn met de witte, steenroode en violette orchideeën van het oerwoud. Slechts de Indianen kunnen ze omlaag halen en ook voor hen is het een moeilijk werkje door de lianen en de vaak voorkomende groote boschmieren. Soms moet men een ondiep beekje doorwaden. Soms moet men in het oerwoud overnachten een ellende, ondanks het prachtige gezicht, dat de orchideeën op leveren bij het kampvuur. Heeft men dorst, dan zoekt men een zekere lianensoort op, die ruim een duim dik wordt. De liaan wordt dicht boven den grond afgekapt en daarna grijpt men het slingerende stuk en kapt er ongeveer 1 M. af, het ondereind wordt snel in den mond gestoken en men kan er verscheidene lange teugen uit drinken. Ik heb het altijd als een sprookje beschouwd, totdat ik het hier meemaakte. In het cactusbosch. Uit de heete laagvlakte aan de kust van den Stillen Oceaan komt men met den trein ln enkele uren in het ikoele hoogland. Komt men verder naar het Oosten, dan daalt het land weer af naar den Atlantischen Oce-' FEUILLETON. Dooi HAROUD BELL WRIGHT 24 In Déep Well. aan de grens van het Dal werden da gelijks treinladingen gelost van handelsgoederen, ge- r eedschappen, werktuigen, timmerhout, bouwmateriaal, paarden en muildieren. De doorgaande reizigers staarden ■in stille verbazing naar dit tafereel van overstelpende bedrijvigheid dat zich zoo plotseling voor hen ontrolde ^te midden van dit dorre land dat zij vroeger doorreisd hadden zonder over een eindeloozen afstand eenig tee- ken van menschelijk leven te bespeuren. Die onafzien bare voorraad van allerlei goederen die daar opgesta- peld lagen op de vale vlakte, die menschenmenigte, die daar krioelde in een schijnbaar hopelooze verwarring, het maakte alles den indruk van in hooge mate mis- plaatst en volkomen doelloos te zijn. Van uur tot uur vertrokken de voertuigen met hun trekdieren uit het kamp, om in de zwijgende verte ver- zwolgen te worden. Bij nacht en bij dag werden de I. koopwaren va,n den hoogen stapel weggevoerd door de .vrachtrijders die met hun groote wagens, getrokken ;,soms door meer dan een dozijn muildieren, plotseling I kwamen opdagen uit het geheimzinnige landschap, als- ;of zij geesten waren, onverhoeds in het gewone leven 'overgebracht. Zoodra de karren waren volgeladen en de watertonnen gevuld, keerden zij naar hun onzicht- 'Jjare wereld terug waaruit zij waren opgeroepen. De luide stemmen van de voerlieden, het krakende knar een van de wielen, het gerammel van het paardetuig, het geknal van de zweepen, het stierf alles weg en het beeld verflauwde allengs om straks in stofwolken te verdwijnen die dreven over het land van de geheimenis. In Rubio City leefde Jefferson Worth, als te voren, zijn werktuigelijk leven aan de Pionier-Bank en schijn baar wijdde hij niet de minste aandacht aan het veelbe wogen bedrijf dat zoovele gelegenheden bood voor een voordeelige geldbelegging. Barbara sprak zelden van het werk dat haar eens zoo dierbaar was geweest en aan. Hier ligt het spoorwegstation Zacapa bij de berg hellingen, niet ver van de Rio Motague, die in den re gentijd geweldige massa's water naar den Atlantischen Oceaan vervoert. Deze berghellingen vormen het gebied van de reu- zencactussen. Het is hier vreeselijk warm en droog; de grond is bedekt met puin en steenen, en toch is deze woestenij begroeid met tallooze organos (orgelpijpen), zooals de groote.' zuilvormige cactussen hier worden genoemd. Er zijn geweldige candelabres, zoo hoog en dik als boomen „grijsaardshoofden", met prachtig wit „haar", reusachtige cereus-exemplaren en op den grond sterke ..slangcactussen". Het landschap wordt door al die cactussen onbeschrijflijk mooi en harmonisch. Helaas was ik zoo onvoorzichtig geweest om mij hier heen te wagen zonder gids. Ik verdwaalde en kreeg vreeselijke dorst. De Motague was vol water, maar het water was ongelooflijk vuil en toen ik er zelfs een doode muilezel op zag drijven, had ik plotseling geen dorst. Ik zou maar eens probeeren, of de cactussen geen vocht opleverden. Het was wel niet veel, maar ik kon het ermee uithouden. Ook agaven helpen tegen dorst In dit droge land leert men wel, hoe men zich tegen dorst kan beschermen. Na cocosnoten. lianen en cac tussen leerde ik ook agaven als redders in den nood kennen. In het hoogland van Guatemala, dioht bij de Mexicaansche grens, tusschen 2000 en 3000 M. hoogte, treedt in de droge ijle lucht vaak zeer spoedig een kwellende dorst op. Men riet hier soms dagen achter een geen mensch. terwijl een meterdikke, soms zelfs huizenhooge laag puimsteen en vulkanische asch op den grond alle vocht onmiddellijk doet wegzakken. Maar het landschap wordt er verlevendigd door prachtige agaven. Deze bloeien in Europa weliswaar niet eens in de honderd jaar, maar toch uiterst zelden en alleen on der bijzonder gunstige omstandigheden. In Centraal- Amerika gaat het sneller. Er schieten machtige bloem stengels omhoog, die honderden bloemen dragen. Meest al wordt, voordat de bloeiwijze te voorschijn komt, het „hart" uitgesneden en alle sappen, die voor de vorming daarvan bestemd waren, verzameld in de ontstane holte en worden eruit geschept om te gisten. Menige roes heeft de „pulque" reeds veroorzaakt, maar ik heb er eens een brandende hoogland-dorst mee kunnen les- schen. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. ZITTING VAN DINSDAG 27 JUNL Sijbecarspel. VERMOEDELIJK EEN ORKAAN IN EEN WASCH- KUIP. De voormalige boekhouder-administrateur en bedrijfs leider van de Stoomzuivelfabriek „Prins Hendrik" te Sijbecarspel, thans gepromoveerd tot arbeider te Pur- merend, de op 4 Mei 1904 in Friesland geboren heer Tjipke IJ. had zich heden te verantwoorden: primair ter zake verduistering van pl.m. 1235% Kg. boter, door hem ten behoeve van de fabriek verkocht, doch niet verantwoord en subsidiair, dat hij een bedrag van f 2415.22%, althans een aanzienlijk bedrag aan geld, zijnde 'de opbrengst van de door hem verkochte boter op verschillende datums in 1928, '29 en '30, welke gelden hij krachtens zijn dienstbetrekking anders dan door misdrijf, onder zich had, wederrechtelijk zich zou hebben toegeëigend. In deze zaak waren 6 getuigen a charge, waaronder een accountant uit Edam als deskundige, gedagvaard, terwijl verdachte juridisch werd bijgestaan door mr. Belonje als raadsman en verdediger. De verdachte kon als gevolg van autopech niet bij den aanvang tegenwoordig zijn. In afwachting van zijn komst werd de zaak alvast voorgedragen en een aanvang gemaakt met het verhoor van den getuige- deskundige, den heer J. C. Oosterbeek te Edam, die met rechtbank, parket en verdediger de door verdach te gehouden administratie onderzocht en naploos. Deze verificatie had tot resultaat, dat het door den Officier genoemd getal kilo's verduisterde boter niet geheel juist was. Er moesten nog eenige posten wor den bijgevoegd. Omstreeks 11 uur verscheen de bewuste bedrijfslei der, een gebrild, gunstig uitziend jongmensch, dat ver klaarde door 'n lekke autoband te zijn opgehouden. Na kort resumé der dagvaarding werd hem het re sultaat van 's heeren Oosterbeek's enquête voorgele zen. Verdachte erkende, de boekhouding te hebben ge voerd, waarop de diverse posten nog eens, maar nu met verdachte, werden nagegaan. Om de 14 dagen, bij de uitbetaling, hield de verdachte de boeken bij. Ver schillende onregelmatigheden in die administratie wer den hierop den verdachte onder het oog gebracht. Vol gens verdachte had hij alle cijfers overgenomen uit de nooit meer reed zij uit naar den voet van den heuvel op de Mesa-vlakte, waar de Woestijn zioh ln de verte uitstrekte. De Profeet was bezig bij den aanleg van den noordelijken spoorweg en Abe Lee. Tex en Pat en Pablo Garcia waren opgenomen in den stroom die in het nieuwe land doordrong. Overeenkomstig de vér-dragende plannen van de Maatschappij, werd in het hartje van het Koningsdal de stad Kingston ontworpen en reeds in de dagen, toen iedere druppel water van drie tot tien mijlen ver moest aangebracht worden, werden de bouwgronden ten ver koop aangeboden en door koopgrage speculanten aan gekocht. Een jaar nadat de onderneming begonnen was, werd het water in de aangelegde kanalen binnengelaten. En toen het water kwam, veranderde Kingston als met een tooverslag en werd het in plaats van een in allerijl aan gelegd kamp een regelmatige stad met postkantoor, ma gazijnen, hotel, smidswerkplaats en stalling, alles in doelmatige gebouwen gevestigd. Maar de aanzienlijkste vestiging was toch het kantoor van de Maatschappij. Tegelijk met het water stroomde nu het menschelijk leven de stad in. Het waren vele honderden die zich kwamen vestigen, allen gedreven door den oppermach- tigen handelsgeest, allen bereid te werken en handel te drijven, de stad op te bouwen, den grond te ontgin nen en vruchtbaar te maken en aldus den droom van den Profeet te verwezenlijken, terwijl de ingenieur zelf verbannen was van het werk waaraan hij zijn leven gegeven had. Iedere zonsopgang zag nieuwe houten huizen verrijzen op de aangekochte grondstukken rond om de nieuwe stad van de Maatschappij en ook in het centrum van de stad, waren ontelbare handen ijverig bezig. En iedere zonsondergang zag nieuwe aanvoer kanalen die het water naar zijn bestemming geleidden en nieuwe landerijen binnen het bereik van de be sproeiing brachten. Zoo was het ook dien middag, toen mijnheer Burk, de hoofddirecteur van de Koningsdal-maatschappij, voor het venster stond van zijn kantoor en zag hoe een vrachtrijder met een span van twaalf muildieren stil hield voor het grootste en aanzienlijkste goederenmaga zijn van de stad *at aan van de straat gevestigd was. Deck Jordan verser..- .n zijn winkel en Burk hoorde 'r n luide toeriep: „Ik denk dat Jim binnen h u-.<: tt 1 zijn. Wij ho pen de rest in twr lil m." „Nu al zes gr< r n vn»e t' cht Burk, „en hoe kort is het man met een boeken, gehouden door den nog niet gehoorden getuige Visser, welke boekhouding steeds ln orde was be vonden. De accountant vermeende echter dat de zaak moest worden omgekeerd. De heer Visser nam de cij fers over uit de boeken van verdachte, veronderstelde de heer Oosterbeek. Verdachte ontkende zulks. Ver dachte, die aanvankelijk dienst deed als controleur, had het systeem gevolgd van de reeds vroeger door Visser aangelegde boekhouding. Door den accountant waren geconstateerd regelma tig voorkomende fouten in de boekhouding van ver dachte, die echter verdwenen waren, toen de opvolger van verdachte, Twisk, de boekhouding had overgeno men. Hierop volgde het uitgestelde verhoor van den ver dachte. Deze was in dienst getreden in kwaliteit van controleur-boekhouder op een salaris van f27.50 per week plus vrij wonen, later werd hij aangesteld als bedrijfsleider en genoot toen een traktement van f35 per week plus vrij wonen. Als gewoonlijk was van de besprekingen over het gevoerde geldelijk beheer van verdachte en den heer J. Visser voor de groene tafel niet veel te volgen. Verdachte stelde het volste vertrouwen in den heer Visser en meermalen werd de kas niet eens gecontro leerd. Hierop werd gehoord de 50-jarige veehouder Jan Visser uit Sijbecarspel, de voormalige penningmeester der coöperatieve zuivelfabriek „Prins Hendrik" aldaar, die verklaarde, dat hoofdzakelijk de verdachte de gel den door getuige Kramer op de markt ontvangen, had geïnd. Hij ontving de cijfers der bedragen van ver dachte en noteerde getuige dat in een zakboekje. Deze getuige geleek ons veel zenuwachtiger dan verdachte zelf! De president bracht verdachte onder het oog. dat b.v. een post van 180 Kg. boter geboekt als verkocht aan getuige Kramer, bleek te moeten zjjn 202% Kg. Wat verdachte voorts aanvoerde betreffende de hem aan Visser gedane opgaven, werd door dezen getuige ontkend. De 41-jarige pluimveehouder C. Houter uit Benning- broek was vanaf 1928 tot de liquidatie der fabriek voorzitter der coöperatie en had nimmer de boeken of de kas gecontroleerd. De productie ging getuige na uit de productieboeken. Een controleboek werd gebruikt en nooit waren door getuige onjuiste cijfers geconsta teerd. Later bleek een tekort en konden de leveranciers niet voldaan worden, zoodat het noodig bleek, om geld op te nemen bij de boerenleenbank. Een bijzondere weelde in de levenswijze van verdachte was dezen ge tuige persoonlijk niet bekend. Wel had hij wel eens wat hooren praten. De 30-jarige melkhandelaar J. Koning, vroeger boter- maker bij de coöperatie, legde verklaringen af omtrent de boterproductle, door hem in schriften genoteerd. Tusschen deze opgaven en het engrosboek bestonden verschillen en de president maakte hierop verdachte opmerkzaam. Deze getuige verklaarde nog, dat verdachte nogal royaal was ln zijn uitgaven, hetwelk door verdachte werd tegengesproken. Ook wat betrof het autorijden, dat hem werd ten laste gelegd. Zijn persoonlijke uit gaven gingen de f 5 per week niet te boven. Getuige Gerrit Kramer, koopman te Medemblik, 'n jarenlange boterafnemer van de „Prins Hendrik' deel de mede, dat hij den laatsten tijd betaalde aan den verdachte. De resultaten der geldelijke connectie had getuige neergelegd in eeü opschrijfboekje, die klopten met het engrosboek van verdachte. Op de vraag van mr. Belonje, deelde deze getuige nog mede, ook aan zekeren Piet Oud te hebben betaald. De 70-jarige heer T. Trompet had de boeken en rekeningen van den heer Visser gecontroleerd. Ben der boeken had getuige nimmer gezien, waarom, kon getuige niet ophelderen. Dit ontbrekende boek was bet engros-verkoopboek. De officier verkreeg hierop het woord om aan te toonen, dat ondanks alle controle in diverse vormen de controle niet veel had te beteekenen. Ook had het bestuur, da Officier constateerde dit met leedwezen, zijn taak bijzonder slecht vervuld. Uit de gebleken stelselmatige onregelmatigheden In de diverse boeken gevonden, distilleerde de Officier, dat verdachte, die deze administratie had gevoerd, in deze boeken had geknoeid teneinde de ontdekking der malversatie te voorkomen. Op grond van een *en ander achtte de Of ficier de bij dagvaarding subsidiair ten laste gelegde verduistering wettig en overtuigend bewezen en werd gerequlreerd 8 maanden gevangenisstraf. Mr. Belonje verkreeg daarop gelegenheid tot het houden van zijn pleidooi, waarin hij kwam tot de conclusie, dat ln deze duistere zaak, waarin de pen ningmeester Visser ook een eigenaardige plaats in nam, het bewijs niet was geleverd en verzocht pleiter vrijspraak. Geen repliek. Uitspraak a s. week S t.nM aartensb rug. EEN ONTROUW RENTMEESTER De 37-jarige arbeider Cora. K., wonende te St. Maar ten, had zich als penningmeester van den bond van arbeiders in het bollen-, land-, tuinbouw- en zulvelbe drijf, afdeeling St Maartensbrug, niet bepaald 18 ka raats gedragen en zoo respectievelijk gedurende jaren 1931, '32 en '33 'n nogal respectabel sommetje, de Of ficier sprak zelfs van f 291, aan de viool en de strijk stok laten hangen. De heer W. Hoogerhuls, controleur van den Bond, wonende te Utrecht, had deze fraude paar kisten zijn zaak begon." Er kwam een ledige wagen aangereden die stilhield voor het magazijn en Burk herkende ln den voerman een van de arbeiders van de Maatschappij, die in een kamp, zes mijlen ver, gewerkt had. En onmiddellijk daarna kwam er een andere wagen voorbij, volgeladen met handelswaren, die wegreed naar de woestijn. De zaak van Deck aan de overzijde, begon eerbied waardige afmetingen aan te nemen, meende Burk. En de meeste klanten van Deck waren ambtenaren van de Maatschappij. Hij nam een sigaar uite en kistje op zijn schrijftafel, streek aan de zool van zijn schoen een lu cifer af en bleef, aohterover geleund in zijn stoel, ge- noegelijk mijmeren. Want mijmeren, denken, overleggen was de voornaamste bezigheid waarvoor hij betaald werd. De Maatschappij had zijn eigenaardig talent ge huurd. zooals zij de lichaamskracht van haar arbeiders en de vakkennis van haar ingenieurs gehuurd had. Terwijl hij daar zat na te denken, sloeg hij met niet minder aandacht de bedrijvigheid van de straat gade. Uit de richting van de Woestijn, langs het laatst ver rezen gebouw in de straat zag hij een ruiter naderen. Met zwierisren draf kwam de ruiter aangestevend op 't hoofdkwartier van de Maatschappij en toen hij nader kwam. herkende de directeur den hoofdingenieur. Met een groet in het voorbijgaan door het openstaande ven ster, steeg Willard Holmds af voor den ingang van het gebouw. Zijn eerste bezoek gold het water-reservoir en onmiddellijk daarna verscheen hij in de deur van de kaïmer van den directeur. Zijn kleeren waren v.**j top tot teen overdekt met stof en zijn gelaat was volkomen gebronsd in den loop der maanden die hij in de open lucht had doorgebracht, Mijnheer Burk reikte hem het sigarenkistje toe. ..Dank u", zeide de ingenieur met een glimlach. „Ik heb het te warm om te rooken. Ik zal liever tot na het avondeten wachten." Hij legde zijn hoed en handschoenen neer en nam plaats in een stoel, met een zucht van verlichting onder den Indruk van de weldadige koelheid die in het vertrek heerschte en die hij na zijn urenlangen rit in den ver blindenden zonneschijn dubbel waardeerde. De ander leunde opnieuw aohterover in zijn stoel, plaatste zijn voeten in een gemakkelijke houding en keek. met zijn sigaar in een hoek van zijn mond, zijn bezoeker vragend aan. „Mij dunkt. Holmes, dat je er wel iets voor over zou hebben, als je vanavond op je gemak ln New York kon zitten." Het antwoord op die onderstelling was een tragisch gebaar, vergezeld van: „Ga achter mij, Satanus!" En Schoorldam, 26 Juni 1933. Mijnheer de Redacteur, Zou U zoo goed willen zijn, om mij wat plaatsruimte te verleenen, bjj voorbaat mijn dank. In dezen tijd van actie, van verschillende groepen van werkenden, worden de vormen van die actie nogal eens besproken. De strijd van al de noodlijdende groepen (zoo wordt gezegd) moet gevoerd worden met wettige middelen. Over die wettige ^niddelen is nogal eens verschil van meening en voornamelijk onder de noodlijdende boeren en tuinders. Met wettige middelen worden wij gedwongen om veel te hooge pachten te betalen. Met wettige middelen dwingt men ons, om rente en aflos sing te betalen. Met wettige middelen worden 1 Augustus weer eeni ge millioenen aan de Nederlandsche werkers ontfutr seld, in den vorm van rijwiel belasting. Met wettige middelen moeten een massa boeren en tuinders hooge polderlasten, Hoogheemraadschap»- en grondlasten bij elkaar brengen. De omzetbelasting is ook weer zoo'n beroemd wettig middel. Door al deze wettige middelen worden wij wettig naar den afgrond gebracht. Door middel van de wet zullen straks van velen hun huis of land worden verkocht. Met wettige middelen worden thans velen in d© werkverschaffing gedrongen. Al deze dingen en nog veel meer, zijn wettig. Maar, zoo wordt gezegd, als middel van verweer te gen dit alles, moet men wettige middelen kiezen. Nu wilde ik graag, door middel van Uw veelgelezen blad, een vraag stellen Die vraag is dan hoofdzakelijk gericht tot de Hoofd besturen van de Landbouworganisaties, als Holland- sche Maatschappij van Landbouw, L.T.B., en vooral niet te vergeten tot den Neutralen Bond van Boeren. Land- en Tuinbouwers. Wat voor soort van wettige middelen 9taan ons boeren en tuinders ten dienste??? Kunnen wjj tegenover de wettige middelen van da Regeering met succes andere wettige middelen plaatsen??? Nogmaals: hebben wjj boeren en tuinders werkelijk wettige middelen van verweer??? In spanning wacht ik op een afdoend antwoord op deze vragen. K. WILDEBOER, Schoorldam. geconstateerd en stond deze onbetrouwbare penning1- meester heden terecht. Het materieele feit werd door verdachte erkend, alleen noemde hij een belangrijk kleiner bedrag dan de dagvaarding. De heer Wiggers, de onmisbare bazuin der reclas- seering, stelde vertrouwen in de waarheidsliefde van het verdwaalde schaap en vermeende dat. wat het be drag betrof, de verdachte geen geflatteerde voorstel ling gaf. Verdachte scheen ook nog tot de O.S.P. t« behooren. maar was een nogal makke volgeling, gelet op zijn bescheiden optreden. Overeenkomstig het advies van mijnheer Wiggers vorderde de Officier alsnu een gevangenisstraf voor den tijd \'an 6 maanden met 3 jaar proeftijd en bijz. voorwaarden, waaronder vergoeding van het verduis terde bedrag. Alkmaar. EEN STOKER, DIE BLOCNOTES PRESENTEERDE. Reeds meermalen compareerde voor den Kantonrech ter te Alkmaar den 23-jarigen, zich stoker noemenden heer Jan H. woonachtig te Haarlem, die bij gebrek aan emplooi het geheele land doorscharrelde met schrijfgereedschap, in casu blocnotes. In Alkmaar, al waar dergelijke handelslieden allesbehalve welkom zijn werd hij naarstiglijk met een bonnetje vereerd ter zake het venten zonder vergunning en geraakte hij dus in geregelde connectie met den Kantonrechter. De eerste maal was het koek en ei tusschen de heeren. Jan werd veroordeeld tot een onnoozelen plek en bij wijze van compensatie kocht mr. Bastert van hem voor 40 cent een blocnoot. Doch toen Jan een vast© klant werd, was het uit met de liefde. Er werden geen blocnotes meer afgenomen en de boete steeg tot f 2 subs. 2 dagen. Toen kreeg Jan H. echter ook de bokke- pruik op, begon hij met hooger beroep te dreigen en Taf hij ook gevolg aan dit dreigement, zooals heden bleek uit de zittingsrol der meervoudige strafkamer, waarop hij als comparant was ingeschreven. De dap- oere man bleek echter nu niet verschenen. Het betrof hier echter een vonnis van den Kantonrechter te Den Helder, waarvan bevestiging werd gevorderd. Den Helder. NOG EEN HOOG ER-BEROEPELING. De 22-jarige fruitkoopman Dirk V., had bezwaren te- gen het vonnis van den Helderschen Kantonrechter, die hem had veroordeeld tot f 5 boete of 5 dagen hech- toen de directeur daarop in 'n lach schoot, voegde hq er ernstig aan toe: „New York is machtig mooi, Burk, maar ik denk dat ik het hier nog wel een poosje zal kunnen uithouden." Burk zag den ingenieur aan met een blik van iemand die in gedachten verzonken is. ,Jk heb opgemerkt," zeide hq langzaam, „dat je hoe langer hoe meer belang gaat stellen ln je karwei. Ben je gisteren bij de rivier geweest?" „Neen. ik ben bq het aanvoerkanaal nummer vijf ge weest. Abe Lee gaat er vanmiddag heen." „Hoe houdt de Colorado zich op zijn ouden dag?" „Tot dusver bijzonder goed. Maar er zijn en blijven tooh onzekere elementen in ons werk..." Er lag een toon van bezorgdheid in het antwoord van den ingenieur. „Ik neem aan dat de spraakzame Abe kinderlijk blij moedig gestemd is aangaande de vooruitzichten van ons werk?" De schertsende toon van den directeur werd door Holmes niet met een glimlach beantwoord. „Lee doet zonder twijfel al wat in zijn macht voor de duurzaamheid van het geheel. Hij is een model van degelijkheid en, onder ons gezegd, Burk, behoorde de Maatschappij daar meer aan ten koste te leggen. Met een paar duizend dollars zou men daar al een heel eind ver komen." De man die er voor betaald werd over alles na te denken, maakte een afwerende beweging met zijn hand „Mijn beste vriend, daar hebben wij het toch al zoo dikwijls over gehad. De Maatschappij stelt het bedrag beschikbaar dat noodig is om het pl^n in beweging te brengen, maar ook geen cent meer. Later, als de on derneming blijkt winstgevend te zijn, is zij bereid het systeem te verbeteren. Laat je vooral niet van de wijs brengen door het verzinsel dat de zaak zou opgericht zijn „tot heil van het volk", door een gezelschap van goedmoedige oude heeren, die met hun geld niets an ders weten te beginnen dan daarmee allerlei liefdadige instellingen ln het leven te roepen. Je kent James Greenfield wel beter. Dividenden... dividenden... dat is het doel waarvoor wij hier bezig zijn en dat mogen wij geen oogenblik uit het oog verliezen. A propos, heb je vandaag wel gedineerd?" „Ja, ik heb tegen den middag in kamp zeven aange legd." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 6