HET PROCES VAN DEN
ZELFMOORDENAAR
De Avontuurlijke Lotgevallen van Miep Muizenschrik en Bul Krakebeen
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 8 Juli 1933. No. 9308.
ZATERDAG A VONDSGHETS
Vrij bewerkt naar het Amerikaansch,
door SIROLF.
(Nadruk verboden
Alle rechten voorbehouden).
BEHALVE natuurlijk de detectives uit
vrijwel alle acht en veertig staten
van Amerika, herinnerde zich fei
telijk niemand meer Jim Moreland, den
grootsten gauwdief aller gauwdieven. Jaren
geleden had hij. zij het niet geheel en al uit
vrijen wil, de Vereenigde Staten den rug
toegekeerd, teneinde in Europa te gaan
werken, om tenslotte het gauwdievenleven
moede, op roerende wijze in een Engelsch
klooster te gaan. Of het nu was, doordat
dé vroegere Jim Moreland, thans broeder
Anastasius, zijn leven lang groote moeite,
had gehad om des morgens zijn bed te
verlaten, wil ik in het midden laten, de
kwestie is echter, dat hij voelde, dat men
in het klooster van de barmhartige broe
ders afkeurend over hem sprak, omdat hij
steeds de vroegmis verstoorde door over
matig luid snurken. Ook hier dus geen rust
kunnende vinden, ging de levensmoede
Jim Moreland heen, echter niet dan na
zorgvuldig de kloosterkas te hebben leeg
gehaald en na een aantal voorwerpen van
edel metaal uit de kerk te hebben meege
nomen. Na zich in de nabijheid van de dok
ken van het nabijgelegen havenstadje te
hebben verkleed en zich van eenig vreemd
geld te hebben voorzien het was Jim
Moreland's schuld niet, dat de winkelruit
van een wisselkantoor zoo gemakkelijk te
forceeren was ging de oude, moede
zwerver naar New-York scheep. Voor geld
kan men van alles koopen, ook legitimatie
papieren en zoo kwam na vele jaren de
verloren gewaande zoon in zijn vaderland
terug. Hij werd al spoedig een bekende
gast in de verboden kroegjes. De dames in
deze „speakeasies" hadden er niets op te
gen met den royalen ouden heer Moreland
te dansen, al had hij dan ook maar één
oog. Er ontstond echter eenig wantrouwen
toen het bleek, dat alle dames, die zich
een oogenblik met den ouden eerwaardigen
heer hadden bemoeid al heel gauw geld en
min of meer kostbare juweelen misten.
Om kort te gaan, hoewel het twintig gra
den vroor en de sneeuw voeten hoog lag,
werd Jim Moreland de grond gauw te heet
onder de voeten. Hij trok naar het Zuiden,
noch thans New-Orleans zorgvuldig vermij
dend er mochten misschien nog ge
rechtsdienaren zijn, die zich een zekere
gauwdief Jim Morel and herinnerden 'en
kwam tenslotte in San Antonio in Texas
terecht. Hier wachtte hem klaarblijkelijk
een zwaar leven. De oude gauwdieven had
den zich ook daar gemoderniseerd en Jim
Moreland, als oude man, kon zich niet
aanpassen, totdat hij tenslotte, na een
heelen moeilijken tijd althans volgens zijn
voorstelling van zaken het leven vol
komen moe was en besloot er een einde
aan te maken. Doch hij wilde dit niet in
alle stilte doen, integendeel. Zijn afreke
ning met het leven moest als het ware een
aanklacht tegen de machtige Vereenigde
Staten van Amerika vormen, een schrijnen
de aamklacht, waaruit bleek, hoe dit mach
tige land een van zijn burgers snoodelijk
liet verhongeren. Heel San Antonio moest
van het heengaan van Jim Moreland ge
tuigen zijn. Er hadden onlangs vernieu
wingen plaats gehad in het groote pakhuis
bij de markt, een van de hijschbalken was
daar geheel vernieuwd en Jim Moreland
vond in de ruchtbaarheid, die door de pers
aan al deze vernieuwingen was gegeven,
aanleiding om te gelooven, dat deze hijsch-
balk, die ongeveer vijf meter boven den
beganen grond was, sterk genoeg zou zijn
om hem te dragen. Volgens zijn eigen op
gave belegde hij zijn laatste vijftien stui
vers in een stevig touw, dat hij in een van
de bekendste zaken van scheepsbenoodigd-
heden kocht. Voor alle zekerheid vroeg hij
nog aan den eigenaar van de zaa.k, of het
touw sterk genoeg zou zijn om een neger
op te hangen.
„Wel tien negers kon hij er aa.n ophan
gen," had de eigenaar verklaard.
Het doet niets ter zake, dat in het holst
van den nacht een zekere oude heer aan
de hijschbalk is bezig geweest. In het holst
van den nacht slaapt men in San Antonio
en heelemaal in de omgeving van het pak
huis aan de markt. Hoe'dan oók, den vol
genden middag, om twee uur, toen de
thermometer 120 graden Fahrenheit in de
schaduw aanwees en blanken en gekleurde
arbeiders rondom de markt hun siësta
hielden, zagen ze plotseling hoe een man op
de hijschbalk balanceerde, vijf meter boven
den beganen grond, waar zich toevallig een
stapel balen katoen bevond. De man liep
tot het uiterste puntje van de balk, maak
te daar een touw vast, ni«t achtend op het
geschreeuw van de verschrikte menigte,
dan legde hij zelf den strik om de hals en
terwijl in doodsangst wel tien menschen
wegrenden om de brandweer te waarschu
wen, sprong Jim Moreland naar beneden,
de andere wereld tegemoet.
Hoe alles zich nu precies heeft toegedra
gen, daarover spreken de getuigen elkan
der tegen. In ieder geval wierp het proces
van Jim Moreland tegen de gemeente van
San Antonio en tegen den verkooper van
het touw van zijn galgenstrlk, reusachtige
stofwolken op. Jim Moreland hield niet
van klein gedoe, en daarom had hij de
stad San Antonio en den verkooper van
het touw tot schadeloosstelling aangespro
ken, Niet minder dan 100.000 dollar wensch
te hij, alsmede een levenslang pensioen
van 1000 dollar per maand. Aanvankelijk
werd zijn aanklacht onontvankelijk ver
klaard, doch met behulp van twee der ge-
slependste advocaten, die er op vrije voeten
rondloopen, alsmede op grond van een ge
schreven aanklacht van 136 bladzijden
groot, kwam de zaak voor de rechtbank.
Jim Moreland kwam met doktersverkla
ringen van beroemde chirurgen, waaruit
bleek, dat zijn rechterbeen twee centime
ter korter was geworden, terwijl een half
dozijn psychiaters bezwoeren, dat door den
mislukten zelfmoord en de vreeselijke val
van vijf meter hoogte, zijn geest sterk ge
leden had en zijn arbeidsgeschiktheid met
100 pet. was gedaald.
En toen kwam Jim Moreland zelf aan
het woord.
„Moet ik," aldus hij, „thans dus als een
kreupele verder leven, dan is het de plicht
van de stad San Antonio om mij tot het
einde mijner dagen een onbezorgd leven te
garandeeren. Want het is de schuld van
de stad San Antonio, dat ik in het leven
bleef, met een verkort been en verminder
de geestkracht. De verkooper van het touw
moet ook bijdragen, want niet alleen brak
de hijschbalk af, doch ook de strik brak
door. Wat was het geval, mijne heeren
van de jury? Ik was bereid te sterven en
toen las ik in de kranten, dat er nieuwe
balken in het gemeente-pakhuis werden
aangebracht. Hier zijn de kranten, waarin
deze berichten hebben gestaan. Op grond
van deze officieele verklaringen besloot ik
de menschheid in San Antonio te toonen,
hoe de staat Texas een burger van de
roemrijke Vereenigde Staten zonder genade
in den dood laat gaan. Ik wilde een einde
aan mijn leven maken door middel van die
zoo luid geprezen nieuwe hijschbalken!"
Jim wischte zich me>t een zijden zakdoek,
die hij zoo juist aan zijn advocaat die voor
hem zat, ontstolen had, het eene, hem over
gebleven oog af, haalde diep adem en
sprakverder: j.Onder het gebrul van de
menigte begaf Ik m.\j naar het uiterste
puntje van. de balk. Ik keek niet omlaag,
doch verwijlde in stille gedachten bij mijn
lieve ouders, die ik thans deze schande
moest aandoen, in gedachten nam ik af
scheid van mijn lieve vrienden en beken
den, smeekte allen, die ik wel eens op de
eksteroogen had getrapt om vergiffenis,
legde den strik om mijn hals en maakte
mij gereed voor den sprong, zonder op het
rumoer van de razende menigte, noch op
het gebrul der menschen, noch op het bel
len en getoeter van de aansnellende brand
weer te achten, en toen dacht i-k dat het
oogenblik gekomen was, ik sloot de oogen,
sprong... en dacht, dat de wereld verging.
Het eerste wat ik ontwaarde was een zeer
pijnlijke ruk aan mijn hals, daarna ernstige
hoofdpijn. Terwijl het om mij heen kraak
te en donderde. Op mijn arm hoofd kwam
met een afschuwelijk geweld de afgeknapte
hijschbalk neer. Ik was omlaag gevallen,
balk en strik hadden mijn gewicht niet
kunnen dragen."
De rechter bedwong de lachsalvo's van
het publiek met hevige hamerslagen en
Jim Moreland weadde zich woedend tot 't
volk: „Jelui zou minder lachen, als jelui
zoo iets overkwam!" En zich weer tot den
rechter en de gezworenen wendend, ver
volgde hij: „Wat er verder is gebeurd,
dat weet gij. De door de pers zoo hoog ge
prezen draagkracht van de nieuwe hijsch
balk bleek onvoldoende te zijn, want door
den ruk van mijn vallend lichaam brak de
balk uit den muur en trok zelfs heele
steenen met zich mee. Ik suisde in de peil-
Iooze diepte naar beneden en werd levend
onder de steenen en balken begraven!" En
als een felle aanklacht slingerde Jim Mo
reland de volgende woorden in de ruimte:
„Een harteloos volk is het, wat zoo over
mijn naamloos ongeluk durft te lachen.
Mijne Heeren Gezworenen ook de veel ge
prezen galgenstrik van den bekenden han
delaar in scheepsbenoodigheden, waaraan
ik mijn laatste kapitaal ten koste had ge
legd, werd door den val gebroken. Het is
schande, driewerf schande, dat de licht
zinnige pers van de stad zich over mijn
tragisch ongeluk vroolijk heeft gemaakt.
Doch het allerergste is wel. dat deze stad
San Antonio een tegeneisch heeft ingesteld
wegens beschadiging van de hijschbalk. Ja,
mijne heeren gezworenen, ze hebben mij
een proces op den hals gehaald, die zelfde
hals, die reeds zooveel onschuldig heeft te
leiden gehad. En nu vraag i'k U, mijne
heeren, is dat gerechtigheid? Ik wilde
sterven en dat was mijn goed recht. Geen
mensch ben ik daarvoor verantwoording
verschuldigd. En wat is er mu gebeurd?
Door de schuld van oneerlijke leveranciers
van hijschbalken, door corruptie in het ge
meentelijk bouwbedrijf van San Antonio,
door hemeltergend bedrog van een koop
man in touw, die mij een. ondeugdelijke
strik verkocht, ben ik nu gedoemd als eeni
wrak verder te leven, niet in staat mijn
beroep verder uit te oefenen 'en daarom,
vraag ik niet alleen vergoeding voor de
schade aan lichaam en geest geleden,
doch ook levenslang pensioen, aangezien
het nu wel bewezen is, dat ik geen ver
trouwen meer kan hebben in deze wereld
en in de middelen, die deze wereld ver
schaft om een einde aan zijn leven te
maken!"
Jim Moreland won zijn proces. Zij het
met uitzondering van zijn eiscb tot een
maandelijksch pensioen van 1000 dollar.
Het bestuur van San Antonio werd niet
alleen veroordeeld om 100.000 dollar uit te
betalen, doch tevens verloor het zijn pro
ces wegens beschadiging van het gemeen-
tepakhuis met veroordeeling in de kosten.
Een van rechtvaardige toom ziedende
Jim Moreland verliet de stad, waar hij
gepoogd had den dood te vinden. Reeds in
den trein naar New-Orleans herkreeg het
door het ongeluk verkorte been weer zijn
normale lengte .terwijl de geestesstoornis
langzaam maar zeker verdween, naar ma
te de trein zich verder van San Antonio
verwijderde en de heer Moreland gelegen
heid had meerdere malen zijn mond aan
'een verdacht uitziend plat fleschje te
zetten.
Dit is de droevige geschiedenis van het
proces van den merkwaardigen Jim More
land.
WETENSWAARDIGHEDEN
Is het U bekend:
dat ons woord ,dito" de Nederlandsche
vorm van het Italiaansche woord „detto"
is, dat „als voornoemd" beteekent?
dat er dieren zijn, die nooit dorst lijden,
omdat hun organisme zoo is samengesteld,
dat zij nooit een droppel water drinken?
dat daaronder vallen sommige gazellen in
het verre Oosten en de lama's van Pata-
gonië?
HUMOR.
„Weet U wat," zei de gast tot de gast
vrouw, „Uw man komt daar juist aan,
laten mijn vrouw en ik nu achter dit
gordijn gaan staan en zegt U hem dan,
dat wij niet konden komen. Dan komen
wij ineens te voorschijn en zullen hem zoo
verrassen!"
De gastvrouw vond het best. Toen haar
echtgenoot binnenkwam, zei ze: „O, Ka-
rel, wat is dat jammer, meneer en me
vrouw Hendriks kunnen niet komen!""
Waarop de echtgenoot antwoordde: „Jam
mer? Ik ben dolblij, dat die ellendige
snoevers wegblijven!"
Jochie, dat een standje van zijn moeder
heeft gehad, tegen zijn vader: zeg Pa,
wat zouden we toch fijn alles kunnen doen,
wat we wilden, als U niet met moeder
getrouwd was!
Boer Jochems had een zeetochtje ge
maakt.
Wel Jochems, vroeg men hem na afloop,
hoe heb je het tochtje gevonden?
En Jochems, die een beetje bleek zag,
antwoordde: Fijn hoor, tweemaal heb ik
ontbeten, eenmaal d'r in en eenmaal d'r
uit!
Ben tourist klopt aan de portierswoning
van een kasteel aan...
De portier verschijnt...
„Is het misschien mogelijk, dö antiqui
teiten van dit kasteel te bezichtigen?"
.Helaas moet lk U teleurstellen; me»
vrouw de barones en de beide freules zijn
op reis!"
Ik heb eens beide beenen gebroken en
toch daarna nog een marsch gemaakt.
Dat is niet mogelijk!
Zeker wel, ik ben immers componist?
SPLINTERTJES.
De moeilijkheden des levens leeren ons
alleen zijn goederen op waarde te schatten.
De menschen gelooven gaarne, hetgeen
zij wenschen.
De wil maakt de mensch groot of klein.
In de waarheid vindt men het schoone.
Ieder kinderhartje i® een stukje paradijs.
86. Na een paar dagen zijn Bul,
Miep en Knipstaart de beste vrien
den met alle passagiers en al ver
trouwt de kok Miep nog niet bij de
visch, zij mag toch eiken avond de
graatjes wegruimen en dat doet ze
o zoo graag.
87. Op een avond moet Miep ook
helpen de schalen binnen te brengen.
Twee vond ze niet genoeg. Ze rolde
haar tooverstaart keurig op en zette
daar de dampende soepterrien op.
De kok kon zoo gauw niet met de
pudding achter haar aangaan, of
Miep had alles al keurig op tafel
gezet.
88. Nu wilde ze teruggaan om meer
te halen. Maar o jeminé, daar viel
de kok op den grond. Wat was er
gebeurd? Miep's staart was door haar
opgewondenheid om den arm van
den kok gegaan, waardoor de groote
schaal met heerlijke pudding op het
dek plaste. Nu was de pret in de
keuken gauw gedaan. Miep wachtte
maar niet af, tot de kok haar de
keuken uit zou gooien.
89. Ze sloop stilletjes naar Bul, die
op den voorsteven op wacht stond.
Ze trof hem in groote spanning aan.
Angstig rende Bul steeds heen en
weer. Hij durfde niet weg om aan
den kapitein te zeggen, dat hij een
geweldige walvisch zag aankomen.
O, Miep, wat een geluk dat je komt,
roept Bul haar toe.
90. Gauw je staart, we gaan de
walvisch wegblazen, anders gaat het
schip er aan, met al de menschen!
Het is een reuzenbeest. Toen Bul
zich omkeerde, keek hij juist in 't
angstige gezicht van den kapitein,
wien de zweetdruppels van 't gezicht
dropen.