Door Barkara Worth Libië. Zaterdag 8 Juli 1933. SCHAGER COURANT. Derde blad. No. 9308 AL TE IJVERIGE AANHANGERS Moskous eisch onaanvaardbaar DE MOOISTE FOTO Ondanks Volkenbond De inflatie in Amerika Noodlottig ongeluk bij Bussum DOOR TRIPOLITANIË DE OUDE ROMEINEN EN HUN NAZATEN. EEN GROOTSCHE ARBEID. VÓÓR DE EINDELOOZE VERLATENHEID. OP WEG NAAR HET EENZAME FORTJE. (Van onzen reizenden correspondent.) SIRTE 500 K.M. oostelijk van Tripoli) Juni. ONS eerste doel vanaf de stad Tripoli moest zijn Benghasi, de hoofdstad van Cyranaica. Over het algemeen wordt wel het geheele Italiaansche gebied aan de noordkust van Afrika Tripolitanië genoemd, maar dit. is onjuist. De Italianen noemen dit gebied Libië (de oude Romein sche naam) en verdeelen het in Tripolitanië en Cy ranaica, die ieder hun eigen gouverneur hebben. De afstand van de stad Tripoli naar Benghasi be draagt ruim elf honderd kilometer. Over den toestand der wegen en karavaansporen tusschen de twee ste den waren ons de meest uiteenloopende inlichtingen verstrekt, ook door de weinige rhenschen, die zelf den tocht al eens hadden gemaakt. De verklaring is ge makkelijk te begrijpen: er zijn nu eenmaal zwaar tillende menschen en anderen, die alles zonnig zien. Maakt zoo'n zwaartillende een reis over een weg van b.v. honderd kilometer, waarvan vijf en twintig ki lometer slecht en de rest zeer goed is, dan is volgens de zwaartillende de geheele weg slecht. Bij den man met de zonnige oogen doet zich het tegenovergestelde verschijnsel voor. Hij vergeet het slechte en herinnert zich alleen het goede. „In drie, hoogstens vier dagen is de tocht naar Benghasi gemakkelijk te maken" beweerde er een te Tripoli, maar een ander deed een somber verhaal over een motorwielrijder, den eeni- gen man, die den tocht per motorrijwiel aandurfde en twintig dagen onderweg bleef. Wij hebben ons aan dit alles niet gestoord, maar zijn wel zoo verstandig geweest geen reisplan met verdeeling van den weg in dagtochten op te maken. We zouden alles aan de omstandigheden overlaten. Het begin was een aangename verrassing. We von den een prachtigen asphaltweg, waarover we zonder eenig bezwaar een flinke snelheid konden ontwik kelen. Tusschen bebouwde landen en olijfgaarden re den we, waar zoowel Italianen als Arabieren aan het werk waren. Daarbij kwam, dat een uit zee komende wind koelte bracht. Merkwaardig en grootscli is de arbeid, welken de Italianen hier in niet meer dan tien jaren tot stand brachten, want niet meer dan tien jaren werken de Italianen hier. Weliswaar dateert de bezetting reeds van 1911, toen het land op de Turken werd ver overd, doch de eerstvolgende jaren moest er steeds worden gevochten.Daarna kwam de wereldoorlog, toen de Italianen hun troepen hard noodig hadden aan het front in Europa. In dien tijd brak een door Turksche officieren geleide opstand uit en de Italia nen konden zich slechts in enkele plaatsen aan de kust handhaven. Later waren zij weldra weder meester van den toestand, doch met meer idealisme met practischen kijk op de werkelijkheid voerden de machthebbers te Rome voor de vrijwel geheel onge letterde bevolking van Libië een parlementair stelsel FEUILLETON. Dooi HAROLD BELL WRIGHT 29. Den avond van den derden dag na Abe Lee's terug komst in Kingston waren de opzichter en zijn patroon in het kantoor van den laatste. De uitgraving voor de electriciteitswerken zou den volgenden dag begonnen worden en Worth was voornemens onmiddellijk daarna de stad te verlaten om na een week terug te komen. Zij werden in hun besprekingen gestoord door het geluid van een hun welbekende stem die uit het magazijn tot hen kwam. „Zoo? Hebben zij het zoo druk? Waarom zouden zij het ook niet druk hebben? Zij zijn hier toch niet geko men om een dominootje te spelen..." Abe kon zijn lachen niet bedwingen. Zij bleven beiden luisteren. Deck Jordan hoorden zij zeggen: „Vrienden, je doet toch beter nu niet naar binnen te gaan. Wanneer je een beetje geduld hebt, dan komen zij wel voor den dag." „Naar binnen gaan? Wie duivel! heeft daarvan gesproken? Dacht je dan, jij pennelikker, dat wij heele- maal niet weten hoe het hoort? Ik heb lust je dat eens flink in te peperen..." Nu hoorden zij een andere, dreinende stem: „Houd je bedaard. Deck. Ik en mijn vriend, wij beloven je dat wij daar niet met geweld zullen binnendringen. Wij zullen hier vreedzaam ons kamp opslaan, totdat de ver gadering is afgeloopen." Abe lachte hartelijk. „Ik dacht wel dat zij hier zou den komen, zoodra zij het nieuws gehoord hadden..." En met luider stem: „Vrienden, komt binnen." Daar verschenen de „ooms" van Barbara. „Verexcu seer, heeren, dat wij niet eerder onze opwachting zijn komen maken, maar wij hebben pas gisteren gehoord in. Dit gaf aanleiding tot de ergste intriges tusschen de stamhoofden en voerde tot de meest heillooze ver warring. Het land was er erger aan toe dan ooit, tot tenslotte, nu tien jaar geleden, werd overgegaan tot een stelsel, waarbij bekwame Italianen de leiding na men. Er kon worden gewerkt. Wegen werden aan gelegd, scholen gebouwd en vooral land werd ontgon nen, waarbij het er natuurlijk in de eerste plaats op aan kwam, water tc vinden en dit water aan te wen den ten bate van den grond. Hiertoe moest veel ar beid worden verricht en bovendien gaf deze ontgin ning aanleiding tot wrijving met verschillende stam men. Enkele bestaande bronnen en putten waren im mers in handen van stammen, die de omwonenden en de zwervende Bedoeïnen voor bet water zwaar lieten betalen. Deze toestand kon natuurlijk niet ge handhaafd blijven, doch de stammen waren niet steeds bereid afstand te doen van hun zoogenaamde rechten op waterputten en bronnen, welke voor hen goudmijnen waren. Dor en droog is dc bodem van Libië ook nu nog voor een groot gedeelte, maai" zelfs de woestijn is niet volkomen onvruchtbaar. In den Romeinschen tijd en ook nog later was Libië rijk en had een grooten uit voer. Vooral met de komst der Arabische veroveraars veranderde het land snel. Wat de Romeinen hadden tot stand gebracht, werd vernietigd. Onveiligheid heerschte overal. De prachtige, akkers werden niet. meer bebouwd, de olijfgaarden verwilderden, groote steden gingen ten gronde, het land ontvolkte, armoe de kwam. Als de mensch slecht is voor den bodem, wordt de hemel slecht voor den mensch. Door het verdwij nen der aanplantingen veranderde ook het klimaat, werd hard, droog en ruw. Eeuwen heeft dit geduurd en ook de Turken ver anderden hieraan niets. De Italianen zijn thans tien jaar bezig het kwaad te herstellen, wat nog zeer, zéér veel arbeid vraagt, ook al is reeds veel tot stand ge bracht. Thans reeds golven in menige streek rijke gerstvelden of dragen olijfhoomen vruchten, waar nog slechts weinige jaren geleden wilde woestenij of steppe, zich uitstrekte. Italiaansche kolonisten zijn ge komen, landbouwers (tot nu toe ongeveer drie dui zend) en op hun voorbeeld hebben ook de besten on der de inlandsche bevolking dc handen aan het werk geslagen. Aardige huisjes zijn door en voor de kolo nisten verrezen en dorpjes zijn onstaan of gegroeid. Handel en verkeer nemen toe, nu de wegen worden verbeterd en de veiligheid is verzekerd. Onderweg ontmoetten we zeer weinig automobielen, meer Arabieren met hun ezeltjes of kameelen. Toen we ons verder van Tripoli verwijderden, ver minderde het bebouwde land, maar nu en dan zagen we groote kudden schapen en geiten onder de hoede van Arabische herders. Deze kudden blijven natuur lijk steeds dicht bij de meestal in de schaduw van palmen gelegen bronnen, waar heel den dag een le vendige drukte heerscht,. Te I-Ioms, een half Europeesch, half Arabisch stad je, ongeveer honderd en twintig kilometer van Tripoli, aten we iets en trokken na een half uur verder. En kele kilometers voorbij Homs hielden we evenwel ver rast stil. Aan de kust liggen daar de indrukwekkende bouwvallen van Leptis Magna, de oude Romeinsche stad. Hoe rijk deze stad eenmaal was, ziet men nog dat u in het land was. Toen ons werk bij de rivier af geloopen was, zijn wij overgeplaatst naar Nummer Drie en wij hebben geen nieuws gehoord, totdat er gisteren iemand in het kamp kwam die een krant mee bracht en zoo hoorden wij wat er hier aan de hand was. En hoe is het met de kleine meid?" „Heel goed", zeide mijnheer Worth. „Zij heeft mij verzocht haar groeten aan jelui over te brengen." „Tex, ouwe jongen, wat zeg je mij daar nu van! Ben je er niet trotsch op, dat je de oom van zoo'n fijn meisje bent? En vertel mij nu eens, mijnheer, wat ia daarvan waar dat u een centrale voor electrisch licht laat bouwen of voor een tramway of iets anders?... Wij dachten dat dit jonge mensch voor goed heen was gegaan en het was het verdiende loon voor die heeren van de Maatschappij die het zelf niet eens weten als zij een knappen kerel in hun dienst hebben." „Morgen begint het werk en Abe heeft het toezicht." „Hoera!", riep de verrukte Ier, „Daar hebt u natuur lijk menschen voor noodig. Daar kunt u mij en Tex patent bij gebruiken. Ik geloof bijna dat Nummer Drie ons morgenochtend niet terugziet" „Ik heb voor elk van jelui een plaats opengehouden" zeide Abe lachende. „Als ik nu ook nog de hand op Pablo kon leggen, dan was ik volmaakt tevreden. Bar bara heeft mij dringend gevraagd een plaats voor hem te bewaren. Ik hoor dat hij nog altijd bij de Droge Ri vier aan het werk is." Toen de beide bezoekers heengingen, zeide Texas Joe tot Abe: „Is u er wel zoo zeker van dat Pablo bij de Droge Rivier aan het werk is?" „Dat heeft een van de werklieden mij vandaag ge zegd." „Dan reken ik er vast op dat hij daar niet lang blij ven zal." En toen Abe den volgenden morgen naar het terrein van het werk ging. was de eerste dien hij daar zag, niemand anders dan Pablo, de vriend van Barbara. De Mexicaan begroette den' opzichter met de tentoonstel ling van een volledig stel hagelwitte tanden. „Kom je hier werk zoeken?" vroeg Abe. „Ja, mijnheer. Texas is met twee paarden gekomen. Zegt dat mijnbeer Abe mij noodig heeft, En de Senonta zei het ook. En daarom ben ik gekomen..." „Maar je hebt toch een contract met de Maatschap pij?" aan de machtige en tevens sierlijke zuilen, welke overbleven van de grootsche gebouwen. Goed herken baar is nog de 'haven, vanwaar eens de voortbrengse len van dit vroeger rijke land werden uitgevoerd. Voor mij was er iets ontroerends in deze bouwval len, die nu nog schoon zijn. Hier verrichtten eenmaal de Romeinen hun beschavingsarbeid, die later door uit het oosten gekomen horden werd vernietigd. Thans, na bijna twee duizend jaar, zijn hier de naza ten dier Romeinen gekomen om den beschavings arbeid hunner voorvaderen weder op te nemen. Bij dc oude Romeinsche stad eindigde evenwel de aspaltweg en begon 'n mac-adam-weg, die echter ook goed berijdbaar bleek. Onder deze omstandigheden werden we overmoedig. „Van avond kunnen we nog gemakkelijk het fortje hij Gheddahia of misschien zelfs Buerat el Hsir (390 kilometer van Tripoli) bereiken", zoo meenden we. Te Misurata, ruim tweehonderd kilometer van Tri poli, bleven we eens goed eten. Vandaar tot het fortje Lami te Gheddahia is een afstand van ruim honderd dertig kilometer en vóór het fortje zouden we geen druppel water meer vinden. Benzine zouden we de eerste 275 kilometer niet meer kunnen krijgen. We vulden daarom onzen watervoorraad aan en namen nog benzine. Met een vollen benzinetank verlieten we welgemoed Misurata, maar even buiten het stadje keken we el kander eens aan. Er was geen weg meer, alleen een spoor van ka- meelpooten en wielen. Vóór ons lag een dorre vlakte, zand met dun gezaaide kleine distels. Geen boom, geen huis. niets, niets was zichtbaar, niets dan de eindelooze verlatenheid, droefgeestig, be klemmend, waarover fel, meedoogenloos de zon brandde. „Hier begint het", zeide mijn makker. „Het schijnt zoo te blijven tot bij het fortje en misschien nog ver der." We hadden evenwel nog tijd in overvloed, want hét was nog niet laat in den namiddag. Dien avond zou den we nog gemakkelijk vóór het vallen van de duis ternis het fortje Lami bereiken om daar te kampee ren. Zoo dachten wij. J. K. BREDERODE. Een „golf van aanbrengerij". Zakenmenschen worden alleen om wraakzucht voor het gerecht gebracht. - Waarschuwend woord van Hitier. Tot welke bedroevende excessen de overspannen „ijver" voor het nationaal-socialisme in Duitschland leidt, moge blijken uit het volgende: Naar de Berlijnsche correspondent van de Daily Telegraph meldt is Hitier dezer dagen in een brief aan den stadhouder van Brunswijk scherp opgeko men tegen „aanbrengerij", die in zoo groote mate toeneemt, dat de rijkskanselier van een „epidemie" spreekt. Hij schrijft o.m. dat zakenmenschen meermalen voor het gerecht worden gebracht, niet omdat hun aanklagers wenschen dat recht wordt gedaan, maar omdat zij zich door wraakzucht en persoonlijke eer zucht laten leiden. „Indien het Openbaar Ministerie en de politie tot voorloopige hechtenis overgaan, in elk geval van aanbrengerij, zullen zij in de eerste plaats dit euvel, dat uit dagé monschQlijke instincten jjportvloeit en niet uit-een verlangen naar moreele verheffing des volks, aanmoedigen. In de tweede' plaats zullen de leiders van ons zakenleven het gevoel hebben dat zij als het ware vogelvrij zijn verklaard en dat zou een verlammenden invloed Kunnen hebben bij de ver antwoordelijke leiders van ons zakenleven." Goering en andere nat. soc kopstukken hebben naar de correspondent voorts herinnert deze „golf van aanbrengerij" reeds bij herhaling scherp ge wraakt. maar blijkbaar zijn hun bevelen niet doel treffend geweest. Dit wordt trouwens bemoeilijkt door het voortbestaan van wetten en verordeningen welke menschen, die zekere hun ter oore komende overtredingen niet aanbrengen, met zware straffen bedreigen. Onderhandelingen over Oosterspoorweg afgebroken. V.D. verneemt uit Tokio: De Russisch—Mand- sjoerijsch—Japansche conferentie over den verkoop van den Chineeschen Oosterspoorweg, die Dinsdag is begonnen, is reeds spoedig afgebroken. De Mand- sjoerijsche delegatie verklaarde, dat de Russische voorstellen niet aanvaardbaar zijn en stelde voor, de besprekingen te staken. De zitting werd daarop ge sloten. Na de conferentie had de Japansche minister van buitenlandsche zaken een langdurig onderhoud met den Russischen gezant. Men weet niet of de Japan ners zullen trachten een compromis te bewerken. De Mexicaan haalde zijn schouders op en liet weer zijn witte tanden zien. „Mijnheer Worth en mijnheer Lee en Tex en Pat zijn het beste gezelschap voor Pa blo. Wat is de Senorita goed voor mij geweest, toen ik ziek was en er niemand anders was die mij hielp. En ons werk in Gods Handpalm is toch eigenlijk een werk van de Senorita..." VEERTIENDE HOOFDSTUK. Een bl\jde thuiskomst. Bjj het naderen van de moeilijke maanden van den bijna-tropischen zomer, verzamelde de groote Woestijn al haar ontzagwekkende krachten waarmede zij den onweerstaanharen stroom van menschelijke geestkracht hoopte te keeren. In de verschroeiende winden die door de bergpassen gierden en over de heete vlakte voortjoegen, als waren zij uit een gloeiend forunis ont snapt in het verblindende, pijnverwekkende stof, dat in de gele wolken van den eenen rand van het dal naar den anderen zwaaide in de onverbiddelijke kracht van de zon, in den strakken hemel omhoog, in het voortkruipende, stille, giftige leven van in- sekt en kuipend gedierte in den verdorden planten groei en bovenal in de geheimzinnige begoocheling van de steeds wisselende luchtspiegelingen in dat alles openbaarde de Woestijn haar stille, uitdagende kracht. Het was niet de verheven, plechtige uitdaging van de bergen met hun onbetreden hoogten van spitsen en hoogvlakten en een ontoegankelijk gebied van begroeide rotsen en steile afgronden. Evenmin was het de le vensvolle tarting van de ongetemde wildernis met haar duizendvormig leven van boom en plant, van stroom en vallei. Het was niet de fiere uitdaging van de einde looze vlakten, zonder weg of spoor en evenmin de woeste bedreiging van de rustelooze, voortgezweepte zee. Het was de stille, sombere aanblik van de eeuiwge ver latenheid die in geduldig wachten had gezegevierd, en nu op een nieuwe overwinning rekende. Met strakke beslistheid, met zenuwachtige geest kracht, onuitputtelijke volharding en een onvermoeide vasthoudendheid nam de menschenstroom die door den oppermachtigen handelsgeest voorwaai*ts gedreven werd de uitdaging aan die hem door de Woestijn werd toe- geslingerd in dezen tijd van haar hoogste macht. Portret-Atelier JAC. DE BOER, Keizerstraat - DEN HELDER. Er wordl verwoed gevochten in den Graft Chaco. Opnieuw veie dooden en gewo** den. V.D. verneemt uit La Paz: Van Boliviaansche zijde worden mededeelingcn ge daan over nieuwe hevige gevechten in den Gran Chaco, waarmee Bolivië een nieuw alge-meen offen sief tegen Paraguay heeft ingezet. Aan beide zijden zouden groote verliezen zijn geleden en een officieel communiqué zegt, dat in de afgeloopen 24 uur de Bo liviaansche aanvallen tot een reeks overwinningen hebben geleid in de strategisch zeer belangrijke sec tors Nanawa en Gondra. Versterkt eiland opgeblazen door de Bo- livianen. 180 dooden, 20 gewonden. De militaire autoriteiten van Bolivië verklaren dat de Paraguaansche troepen ten minste twee duizend dooden en meer dan twee duizend gewonden hebben verloren in het artillerie- en infantericgevecht nabij Fort Nanawa. Honderden worden bovendien nog ver- mist. Met behulp van mijnen had men de bezetting van het versterkte eiland Nanawa hevige verliezen toegebracht en van de 200 verdedigei-s, die in het fort zelf gelegen waren, zouden honderdtachtig zijn ge- dood. Het gevecht was het hevigste dat in de algeloopen maanden en in het bijzonder gedurende de pogingen van den Volkenbond om te Genève het conflict op vreedzame wijze bij te leggen, is geleverd. Reuter meldt nog uit Asuncion: Ook het ministe rie van oorlog van Paraguay heeft een oorlogsbulletin gepubliceerd. Daarin wordt medegedeeld, dat de Pa raguaansche troepen in het district Nanawa den Bo- livianen een zware nederlaag hebben toegebracht. Veel oorlogs-materiaal is buit gemaakt en meer clan 1000 dooden en gewonden bleven op het slagveld ach ter. Huisvrouw de dupe. Levensmiddelen- prijzen met 30 tot 60 pet. gestegen. V.D. verneemt uit New .York: De invloed der in flatie is reeds merkbaar voor de Amerikaansche huisvrouwen. De kleinhandelsprijzen voor levensmid delen zijn met 30 tot 60 pet. gestegen. De onder-staatssecretaris voor Landbouw, Wallace, heeft bekend gemaakt, dat tegen woeker op levens middelen zeer scherp zal worden opgetreden. Botsing tusschen automobilist en motor- motorrijder. Donderdagavond omstreeks half tien is op het kruis-, punt Fransche KampwegBussumer GrindwegBe tonweg BussumHilversum, een ernstig ongeluk ge beurd. De automobilist, de heer E. uit Amsterdam, kwam vanaf het viaduct en reeds links van het plantsoen dat op genoemd kruispunt is aangelegd voor de veiligheid van het verkeer, in de richting van den Betonweg. Vandaar naderde een motorrijwiel. Een botsing was niet meer te vermijden. De motor- rijder, de heer W. uit Amsterdam en de duo-passagier, eveneens uit Amsterdam afkomstig, kwamen te val len. Zij zijn beiden met een ernstige hoofdwonde en een lichte hersenschudding naar de Majella Stichting te Bussum overgebracht. De bestuurder van den auto alsmede de inzittenden bekwamen geen letsel. Slachtoffer overleden. Nader wordt gemeld: De duopassagier, die bij de.-1 botsing zwaar gewond werd. is in den loop van den nacht, overleden. Het is de 30-jarige Waker uit Ap- pingedam. De motorrijder, de eveneens 30-jarige lerem uit Groningen, woonde met den verongelukten Waker tijdelijk in Amsterdam. De Bestuurder van. de auto, een melkwagen, was de 24-jarige Eikelhof uit Amsterdam. Een inzittende uit clen melkwagen, de 20-jarige Nieuwenhuizen, bekwam v,3n hoofdwonde. De eene mijl na de andere, de eene bunder na den anderen, men zou haast zeggen, voet voor voet, ont rukten de pioniers hun toekomstige akkers aan de ont zettende machten die daar eeuwen lang hadden ge- heerscht. Gestadig breidde de levensstroom in het Ko ningsdal en de landontginning rondom Kingston zich uit. En ook de bedrijvigheid in de stad zelve nam steeds toe. In het midden van den zomer spreidde menig kla verveld, menige mais-akker een pracht ten toon die bij de vale vlakte van de Woestijn wonderschoon afstak, terwijl de kanalen zich als zilveren linten kronkelden door het land. Behoudens een enkele zeer korte afwezigheid, bleef Jefferson Worth onafgebroken in Kingston. Zelfs in de zwaarste beproeving van die verschroeiende dagen, als een mensch zijn huid voelt indrogen tot krakend parkament. als de oogen branden in hun kassen en het een mensch te moede is, alsof elke voehtdruppel in zijn lichaam was opgeslurpt door de uitdrogende lucht. - ook toen zelfs gaf Barbara's vader geenerlei onbehaag lijkheid te kennen. Hij aanvaardde de meest zenuwsto- rende omstandigheden met al de gelijkmatige gemoeds rust van iemand, die op alles is voorbereid en er niet meer dan een alledaagsch ongeval in ziet dat onafschei delijk aan zijn vér-dragende plannen verbonden is. Wan neer anderen wier humeur op kookpunt was gebracht, heftig en twistziek alles vervloekten, de hitte en het land, de zon en het stof, de Maatscha.ppij en zelfs hun lotgenooten dan hadden de koele onveranderlijke ge luiden van den bankier de heilzame uitwerking, dat zij bun het nut van de zelfbeheersching onder het oog brachten en hen met nieuwen moed bezielden om te volharden tot het einde. Menig teleurgesteld en ontmoe digd pionier die op. het punt stond zijn plannen voor goed op te geven, vond bij den man, wiens grijs mas kergezicht alle uitdrukking scheen te missen, nï-euwe bezieling en nieuwen moed. En intusschen zette het groote winkelmagazijn zijn politiek voort en onder steunde de landbouwers die dat verdienden, door een ruime vrijgevigheid bij de aflevering van hetgeen zij noodig hadden. Het was nu de tijd dat James Greenfeild en zijn ven- nooten van het Koningsdal hun vacantie namen, waar aan zij zoo zeerbehoefte hadden en in hun buitenvo-- blijf, hetzij dan in de bergen, hetzij aan het strand, een ontspanning zochten na al de zorgen die het zakenle-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 9