Raad
Barsingerhorn.
Kont de „Macon" naar Europa?
VACANTIE-VREUGDE.
Hierboven ziet men de nieuwste opname van het reusachtige Amerikaansche luchtschip „Macon"
op een vlucht boven New York. Naar er geruchten gaan zal dit grootste luchtschip ter wereld
binnenkort een vlucht naar Europa ondernemen.
De Raad dezer gemeente kwam in openbare verga
dering bijeen op Dinsdag 1 Augustus, des avonds 7Vè
uur.
Voorzitter de EdelAchtb. Heer K. Breebaart Dz.
Secretaris de beer A. Loggers.
Afwezig is wethouder C. Smit.
Na opening worden de notulen der laatstgehouden
raadsvergadering onveranderd vastgesteld, met dank
aan den secretaris.
Ingekomen stukken.
Ingekomen is een schrijven van J. Oostwoud te Kol-
horn, d.d. 20 Juni 1933. houdende verzoek hem een
tegemoetkoming te willen verleenen, als bedoeld in
art. 13 der Lager Onderwijswet 1920. ten behoeve van
het bezoeken dóór zijn dochtertje van de Chr. School
te Schagen.
Aangezien dit verzoek geen onderteekening draagt,
stellen B. en W. voor het, als zijnde niet voor behan
deling vatbaar, ter zijde te leggen.
Gevraagd werd f62.80.
De Raad besluit conform 't voorstel van B. en W.
Voorts kwam in proces-verbaal van opname van
boeken en kas van den Gemeente-Ontvanger op 30
Juni 1933:
besluit van Ged. Staten van 5 Juli 1933, No. 7, hou
dende vaststelling van de uitkeering over 1932 inge-
gcvolge de „wegenbijdragenverordening" op f 1650.
overzicht van de werkzaamheden van het Plaatse
lijk Nationaal Crisis-Comité over het tijdvak 1 Mei
1932/1933.
B. en W. stellen voor deze stukken voor kennisge
ving aan te nemen.
Vat betreft het proces-verbaal van opname van
boeken en kas van den gemeente-ontvanger, notee-
ren we: de inkomsten bedroegen f 180819.61. de uitga
ven f 169022.84. In kas was en moest zijn f 11826.77.
Bovengemelde stukken werden voor kennisgeving
aangenomen.
Ingekomen is een schrijven van de Crisis-Commissie
van het A.A.Z.A. te Alkmaar, d.d. 30 Juni 1930, hou
dende verzoek, steun te willen verleenen-in het be
talen van contributie voor leden, die hiertoe niet meer
in staat zijn.
B. en W. stellen voor hierop afwijzend te beschik
ken.
Wethouder Smit komt ter vergadering.
De heer Kistemaker vraagt of hier wordt bedoeld
hot gewone doktersfonds.
Voorzitter antwoordt bevestigend.
Besloten wordt met algemeene stemmen op dit
schrijven afwijzend te beslissen.
Verlichting van belastingdruk.
Aan den Raad werd gezonden een sehrijven van de
café- en verlofhouders in deze gemeente d.d. 1 Juli
1933. houdende verzoek verlichting in den personeelen
belastingdruk t« willen aanbrengen door verlaging
van de grondslagen, welke hun bedrijf in het bijzon
der belasten.
Aangezien B. en W. het met adressanten eens zijn
dat de personeelp belasting, welke in aard en karak
ter niet anders is dan een verteringsbelasting, ten
gevolge van de hooge opcentenho'fine een evtra-he
driifsbelasting voor café- en verlofhouders is gewor
den, stellen zii voor de verordening op de per=oneele
belasting in dien zin te wijzigen, dat voor biljarten
als bedoeld sub a van art. 31 tindpcies der wet on dp
personeele belasting 1896. wordt geheven f 14.(Een
vermindering aldus van 50 der belasting).
De heer Kistemaker vraagt hoe groot het bedrag
is.
Secretaris licht toe. dat dit zal bedragen f35.per
biljart.
Met. algemeene stemmen wordt het verzoek inge
willigd.
Daarna gaat de Raad in comité ter bespreking van
de quaestie:
Opheffing Lagere school te Haringhuizen.
De Burgemeester heeft van den Minister van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen een missive ont
vangen, waarin aangedrongen wordt op opheffing der
O. L. School te Haringhuizen.
En van Ged. Staten kwam de volgende missive in:
De Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen heeft ons in kennis gesteld met zijn schrij
ven aan den Burgemeester, waarbij diens medewer
king wordt verzocht inzake opheffing van de O. L.
school te Haringhuizen.
Tevens beeft genoemde Minister ons College ver
zocht medewerking te willen verleenen om tot spoe
dige opheffing van vorenbedoelde school te geraken,
in verband waarmede Z.Exc. vóór 1 September a.s.
ons bericht tegemoet ziet inzake eventueele toepas
sing van artikel 22. 3e lid. der Lager Onderwijswet
1920, onder vermelding van den datum van ingang.
De noodzakelijkheid om tot bezuiniging te geraken,
noopt er toe, dat wij slechts in gevallen, waarin om
redenen van zéér overwegend belang de opheffing
thans onraadzaam zou zijn te achten, zullen kunnen
besluiten niet tot toepassing van artikel 22 3e lid.
der wet over te gaan, en dat wij den Minister alléén
in die gevallen zullen kunnen adviseeren te bevor
deren, dat ook ecne toepassing van artikel 22, 4e lid,
der wet achterwege blijve.
In verband met het vorenstaande noodigen wij u
uit ons zoo spoedig mogelijk, doch in elk geval vóór
8 Augustus e.k., uw gevoelen, desgewenscht na raad
pleging van den Raad, ter zake kenbaar te willen ma-
kon en gelijktijdig een afschrift van uwen deshetref
lenden brief te doen toekomen aan den Hoofdinspec
teur van het lager onderwijs in de 2e hoofdinspectie
te 's-Gravenhage.
B. en W. wenschen hieromtrent geen voorstel te
doen, doch achten het beter in deze de beslissing ge
heel aan den Raad over te laten. Uit den inhoud van
bet Ministerieel schrijven blijkt ecb'er overduidelijk,
dat indien de Raad niet tot opheffing besluit, zulks
door Gedeputeerde Staten of de Kroon zal geschieden.
Wij achten ons verplicht er Uwe aandacht op te
vestigen, dat volgens de overgangsbepalingen van
bet z.g. Noodwetje van 1932 het aantal leerkrachten
op de O. L. School te Barsingerhorn over 1933 en
1934 op 4 kan blijven gehandhaafd, indien het ge
middeld aantal leerlingen meer dan 116 bedraagt.
Het behoud van bedoeld getal leerkrachten is geheel
huiten gevaar bij een leerlingenaantal van meer dan
130. Over het le halfjaar 1933 was echter het gemid
deld aantal leerlingen 111.
Aangenomen nu, dat de opheffing der school te Ha-
ringhuizen ook tegen den wil van den Raad zal ge
schieden, is het in het belang van het onderwijs Ln
het algemeen, dat die opheffing geschiedt vóór den
eerstvolgenden teldatum (16 September) opdat dan
toch in ieder geval handhaving der 4e leerkracht te
Barsingerhorn zooveel mogelijk wordt bevorderd. Op-
beffing vóór 16 September 1933 is practisch alleen mo
gelijk, indien de Raad daartoe besluit.
M.a.w.: hoewel opheffing der school voor de inwo
ners van Haringhuizen zeer zeker is te betreuren,
•blijkt uit het vorenstaande, dat indien vaststaat, dat
die opheffing toch een feit zal worden, het in het on-
derwijsbelang is te achten, daartoe zoo spoedig mo
gelijk over te gaan.
Nadat de Raad ongeveer een uur in comité is ge
weest, heropent de voorzitter de vergadering.
De Secretaris doet voorlezing van een ingekomen
brief der ouders van schoolgaande kinderen te Ha
ringhuizen. Deze verzoeken niet te beslissen tot op
heffing der school. Hieraan zullen ongetwijfeld na
deelen verbonden zijn voor de betrokken kinderen en
voor het dorp Haringhuizen. Veel kinderen zullen te
Schagen op school gaan, wanneer de school in het
dorp zal worden opgeheven, zoo vermeldt het schrij
ven.
B. en W. stellen nu voor niet tot opheffing over tc
gaan en wel om de navolgende redenen:
Er zal voor het Rijk geen bezuiniging door ontstaan,
daar de 4e leerkracht tc Barsingerhorn zal moeten
blijven gehandhaafd. Voorts omdat de gemeente zal
worden belast met de uitgaven voor die kinderen die
de school te Schagen zullen gan bezoeken.
Allen zijn het met deze motieven eens en met alge
meene stemmen wordt besloten niet over te gaan tot
opheffing der lagere school te Haringbuizen.
Dc heer Kistemaker zegt, dat het hem ten zeerste
verheugd, dat dit besluit is gevallen.
Ontslag wegwerker.
B. en W. stellen voor den wegwerker G. Slikker
alhier op diens verzoek eervol te ontslaan, ingaande
16 Augustus 1933.
Allen mee eens. Den beer Slikker zal worden dank
gehracht voor al wat tjij deed voor de gemeente in
zijn functie als wegwerker.
Benoeming wegwerker.
Hieromtrent zullen mededeelingen in comité wor
den gedaan.
Door B. en W. is uit 51 sollicitanten een willekeu
rig 4-tal opgemaakt, t.w. de heeren: 1. J. Dekker; 2.
D. Burger; 3. P. Zwakman; 4. R. V^enstra.
De stemming beeft het volgende resultaat. Geko
zen wordt de heer Dekker met 4 stemmen. De heeren
Burger, Zwakman en Veenstra verkregen ieder 1
stem.
Nieuwe Bouwverordening.
Artikel XXXVIII der wet van 9 Juli 1931 tot wij
ziging van de Woningwet verplicht de gemeenteraden
om de geldende plaatselijke verordeningen vóór 19
Augustus 1933 in overeenstemming te brengen met de
gewijzigde wetsbepalingen.
B. en W. stellen voor, over te gaan tot vaststelling
van bijgaand pntwerp, hetwelk is samengesteld door
een Commissie uit de Afd. Noordholland der Vereeni-
ging van Nederlandsche Gemeenten. Hierbij is bepaal
delijk met de Noordhollandsche toestanden rekening
gehouden. Over het ontwerp werd bereids advies in
gewonnen van de Gezondheidscommissie te Schagen,
welke bij schrijven van 18 Juli 1933 verklaarde zich
ermedt te kunnen vereenigen.
Allen gaan accoord met de voorgestelde nieuwe
verordening, die onveranderd wordt vastgesteld.
Vaststelling op de verordening op het
openbaar lager onderwijs.
Het komt gewenscht voor de bestaande verordening,
welke geheel is verouderd, te vernieuwen.
Geregeld zijn: getal, werkzaamheid en bevoegdhe
den der onderwijzers; de toelating van leerlingen;
handhaving orde; school vergaderingen, enz.
Allen voor.
Brandweerorganisatie.
Voorzitter zegt omtrent dit agendapunt voorstel
len te willen doen. Lang reeds is er gesproken in
den raad over de aanschaffing van een mechanische
brandspuit. De handspuiten zijD geheel verouderd en
beantwoorden niet meer aan hun doel. Bij den laat-
sten brand is weer duidelijk gebleken, dat de ge
meentebrandspuiten niet aan de te stellen eischen
voldoen. Gelukkig kwam de Schager spuit hulp bie
den.
Voorzitter doet het voorstel nu aan den raad om
te besluiten tot aanschaffing van een Fiat-brand
spuit, Daarmee zal de gemeente klaar zijn. Deze
spuit zal moeten kosten f5050.—. Dit bed-.ag, dat door
den leverancier aan de gemeente zal worden ge
leend, kan afgelost worden in 10 jaar en tegen een
rente van i'A5 worden opgenomen. Bedoelde
brandspuit kan door 6 man bediend worden, zoodat
een besparing verkregen zal worden op het arbeids
loon. Met zoon modernen spuit komt men goed voor
den dag, kan eventueel aan Schagen hulp worden
geboden bij grooten brand. Schagen verleende hulp
tegen een zeer billijk tarief. Voorzitter wil dan ook
niet nalaten aan de gemeente Schagen daarvoor dank
te brengen en tevens hulde aan de Schager brand
weer voor de groote hulp. (Instemming).
Wethouder Smit, het woord krijgend, zegt, dat
het al geruimen tijd geleden is, dat opgave aan de
raadsleden is gedaan van de kosten van een moder
nen motorspuit. Maar daar bleef het bij hangen. B.
en W. zagen steeds tegen dc hooge kosten op en te
recht, f 5000 is een hoog bedrag, vooral in den tegen-
woordigen tijd. Ook spr. kon niet gemakkelijk tot het
besluit komen om vóór zoo'n uitgave te zijn. De
laatste brand echter heeft spr van idéé doen ver
anderen. De brandspuit van Barsingerhorn was er,
maar gaf geen water. De spuit van Haringhuizen
was spoedig op het terrein van den brand, maar kon
het alleen niet bolwerken. Dorpelingen sjouwden
met emmers water, maar al met al kon niet voorko
men worden, dat de toestand kritieker werd. Toen
werd de hulp ingeroepen van Schagenbrandweer.
Spr. wil ook hulde brengen aan deze brandweer.
In korten tijd was de spuit aanwezig met de brand
weerlieden. Spr. had daarvoor alle respect. Dank zij
het werk van deze spuit werd erger voorkomen. Toen
is door de gemeenteuaren de zucht geslaakt: Zooiets
moesten we hier hebben". En spr. stemt daarmee in.
Een goede spuit is een eisch en gaarne vereenigt de
heer Smit zich met het voorstel van den Voorzitter
om een nieuwe motorspuit aan te schaffen voor de
gemeente. Zooals het momenteel is kan het niet lan
ger en is men tegenover dc gemeentenaren niet ver
antwoord.
De heer Kistemaker juicht eveneens het voorstel
van den burgemeester toe. Reeds u jaar geleden
werd het plan naar voren gebracht, maar daar bleei
liet bij. De kosten waren en zijn nog feitelijk te hoog.
Maar liet gemeentebestuur is, aldu» spr., zuo niet
verantwoord. Met genoegen zal de heer Kistemaker
dan ook vóór stemmen.
De hoer Blaauboer is het eens met de vorige hee
ren, dat de spuiten met meer voldoende zijn. Maar
om nu direct te besluiten tot aankoop van een rno-
torspuit van f5000, daar is spr. >ok nog niet voor
klaar. Er zijn wel, meent de heer Blaauboer, andere
spuiten met dezelfde capaciteit, maar die minder
.vosten. Spr. wil eerst nagaan of ei met een losse
spuit is tc krijgen met mechanisch die een
even groote capaciteit bezit. Spr. vindt de uitgaven
te hoog, al wil hij met ontkennen dut het aanschaf
fen van zoon motorspuit nuttig zou zijn. Beter oor
deelt de heer Blaauboer hel, een gjcdkooperc spuit
uit te zoeken welke dan vervoer i kan worden op
een vrachtauto.
Voorzitter wil opmerken, dat dit niet zal zijn in
het belang van de zaak. Een kleine spuit zal als
gevolg hebben, dal het noodige materiaal er niet bij
opgeladen kan worden Er zal een vrachtauto moe
ten worden opgehaaiu om hei bijkomend materiaal
daarop te laden en de spuit te trekken. Een en an
der zal tijdverlies geven.
De heer Burger vraagt, of de nieuwe spuit door
Voorzitter bedoeld, ook in de Oude en Nieuwestreek
kan komen.
Voorzitter antwoordt bevestigend. Er is 2C0 M-
slang bij en van de tegenwoordige slangen zijn er
ook nog wel enkele bruikbaar. De Streek is in to
taal 300 M. lang, zoodat deze altijd kan worden be
streken. Er kunnen 2 of 4 slangen worden aange
koppeld, al naar behoefte, terwijl dè capaciteit be
draagt 1100 L. per minuut.
De heer Engel zegt, er geen voorstander van te
zijn. In 1924 werden diverse spuiten bekeken te Am
sterdam, maar de kosten deden den -aad terug
schrikken. Spr. meent, dat eén spuit, geplaatst in
het centrum der gemeente, niet tijdig overal kan we
zen. Inderdaad waren bij den laatsten brand de
spuiten onklaar Een onklare spa:t zal nooit een
brand kunnen blusschen Maar in een en ander ligt
niet opgesloten dat een spuit, die in orde is al is
het een handspuit niet afdoende kan optreden.
De gemeente werkt met een tekort en nu zou men
per jaar f 1000 voor het brandwezen willen uittrek
ken. Daarenboven willen de menschen d bestaande
spuiten evengoed houden naast een motorspuit. Een
en ander zal niet le betaler, zijn. Volgens spr. schuilt
niet de fout in de brandspuiten aileen. In de aller
eerste plaats dient de verordening gewijzigd te wor
den. Momenteel is het zóó, dat als het gevaar gewe
ken is, de spuit vertrekt, maar als men weer een
vonkje ziet, wordt weer de spuit gehaald. Die nazorg
dient te komen voor rekening van dc bewoners.
„Ik spring er", aldus de heer Engel, „zoo niet in".
Spr. is het met den heer Blaauboer eens, dat een
losse spuit met aparte vervoergelegcnheid voldoende
is en kan zich niet vereenigen met het voorstel van
den Voorzitter, 't Is niet te betalen. Men kan nu wel
uit gaan geven, maar het moet ook verantwoord
kunnen worden! 't Zou straks nog zoover komen
moeten, dat er een brandassurantie geheven dient
te worden! Dat gebeurt trouwens wel meer. Het
voorstel van den Voorzitter noemt spr. een sprong
in het duister.
Voorzitter, zich tot den heer Engel wendend: U
wilt wèl een spuit van f3000 (want dat kost de door
den heer Blaauboer bedoelde spuit) en een vracht
auto voor het vervoeren, maar dat komt ook zeker
op f5000. Wat U voorstelt
De heer Engel: Ik stel niets voor. Ik spreek er al
leen maar over.
De heer Kater is het* met den heer Engel eens,
dat de kosten voor de gemeente onder deze tijdsom
standigheden te hoog zijn Als de tegenwoordig in
gebruik zijnde spuiten heelemaa! „op" waren, zou
het wat anders zijn, maar hier is het met kleine re
paraties weer in orde te maken. We hebben er, aldus
de heer Kater, al zoolang mee gedaan, en meen, dat
het nog wel zoo kan. Spr. is tegen het voorstel van
den Voorzitter. Het brandwezen dient goed georga
niseerd te wezen. Bij den brand van Kistemaker
hebben kinderen moeten helpen en zooiets loopt de
spuigaten uit. Ze moesten er toch ook voor worden
betaald, en dat vindt geen pas.
Voorzitter zegt, dal het zoo erg niet was. De kin
deren hebben even gespoten en daarvoor kregen ze
een kleinigheid.
De heer Kater meent voorts, dat men er alleen met
de aanschaffing van een spuit niet is. Er zal een
magazijn moeten worden gebouwd, want het tegen
woordige zal wel te klein blijken te zijn. Zoo zal het
.afkomen!
Voorzitter ontkent dit. Het tegenwoordige maga
zijn is zeker groot genoeg.
Den heer Schenk spijt bet dat de heer Kater niet
bij den laatsten brand aanwezig was. Misschien, al
dus spr., had hij als oud-brandmeester de zaak nog
kunnen redden!
De heer Kater: Aan die praatjes hebben we niets.
De heer Schenk: Indien de Schager brandweer
niet te huip was gekomen, zouden misschien wel 6
boerderijen zijn afgebrand.
De heer Engel, zoo gaat de heer Schenk voort,
doet het voorkomen, alsof hij heelemaal niet is voor
bereid, maar dit hangt al vanaf 1924 in de lucht.
Het zal straks nog zóó worden, dat de huizen in
de gemeente niet meer verzekerd kunnen worden,
omdat het brandwezen niet deugt
De heer Kater: Nou, zóó erg is het nog niet. Straks
zal er niets meer deugen in onze gemeente!
De heer Engel zegt, de noodzakelijkheid van een
goede brandweer wel degelijk in te zien, maar de
hooge kosten schrikken hem af. Alles wordt mooi
voorgesteld, maar het zal wel net zoo gaan als met
de destructor. Toen kwam er ook steeds meer bij!
Voorzitter spijt het, dat de heer Engel dat aanhaalt,
want met de destructor was het toch wel wat an
ders gestold.
De heer Burger meena, dat men er mot het aan
schaffen van een motorspuit nog mei is Er zal toch
ook bedienend personeel moeten zijn.
Voorzitter merkt op, dat er 6 man zal noodig zijn.
Deze komen in lossen diens? en worden betaald als
er is gewerkt. Er zullen eenige reserves warden aan
gewezen.
De Secretaris licht toe, dat de kosten van perso
neel zeker lager zullen zijn.
Daarop komt het voörstel van den Voorzitter, aan
schaffing van een Fiat motorbrandspuit, ad f5050
in stemming. Dit voorstel wordt verworpen met 43
stemmen. Tegen stemden de heeren Burger, Kater,
Blaauboer en Engel.
De Voorzitter: Nu dit is verworpen, heb ik liever
maar niets! Een barrel willen we niet heoben!
De heer Blaauboer: We willen een goede spuit,
maar niet zoo'n dure.
De Voorzitter: De heeren die hebbc-n tegengestemd
nemen het maar voor hun verantwoording, maar ik
doe het niet.
De heer Smit zegt het nog niet te willen opgeven.
De kosten zijn inderdaad hoog en spieker stelt voor
om nader te informeeren. Wellicht slaagt men er in
een goede spuit te vinden voor minder geld.
De heer Blaauboer: „Zoo n spuit van f3000.b.v."
Wethouder Smit is van meening dat dit niets
waard is. Als er brand uitbreekt, dan moet. men eerst
de auto gaan halen. De chauffeur is niet thuis, of
slaapt en in den winter is u nog kans dat de motor
koud is of de auto bevroren. Het gevolg zal weer zijn
dat men net te laat is.
Besloten wordt tenslotte om meerdere informaties
in te winnen.
De rekening 1932.
Uit de overgelegde rekening dienstiaar '3? blijkt, dat
de Kap. dienst aanwijst in ontvangsten een bedrag
van f46532.21, in uitgaven f 30832.17, een voordeclig
saldo alzoo van f 15700.04.
De gewone dienst in uitgaven van f 103.324.15, in
inkomsten van f 97.375.97, nadeelig saldo f 5.948.18.
Opgemerkt dient te worden, dat de gemeente nog te
vorderen hooft, voor de wegenhiidrage f4370. 't Werke
lijk nadeelig saldo is groot f 1578.18.
De rondvraag.
De heer Burger vraagt of overeenkomstig de voor
waarden 10 der arbeiders uit de gemeente werk
zaam zijn gesteld aan de kanalisatiewerken.
Voorzitter antwoordt bevestigend.
De heer Burger vraagt voorts waar te Kolhorn de
oprit komt naar het kerkhof, nu de weg bij de brug
opgehoogd wordt.
Voorzitter deelt mede, dat deze weg zal komen ach
ter den oprit en aansluitend op den nieuwen weg.
De heer Schenk vraagt, wat er. nu niet tot aan
schaffing is besloten van een motorbrandspuit, voor
afdoende maatregelen zullen worden genomen. Spre
ker wil de organisatie in orde zien en meent dat
Voorzitter wel wat tè gemakkelijk is.
Voorzitter is het daarmee niet eens. Bij den laatsten
brand is spreker niet eens gewaarschuwd.dus kon er
ook niets van weten. Er zullen nu nieuwe slangen
moeten worden gekocht voor een f 1000.De zaak
moet in orde zijn, wel nu, het moet gebeuren.
De heer Schenk is van meening dat dit zoo niet
mag.
De Voorzitter: Het zal gebeuren, anders zijn we
weer niet verantwoord.
De heer Schenk wil zien dat de spuiten en het
overige materiaal meer worden geprobeerd en daar
dient, aldus spreker, Voorzitter op toe tc zien.
Voorzitter vraagt zich af, of 't. wel gemotiveerd is
om, nu er toch nog wordt gedacht over de aanschaf
fing van een nieuwe spuit, een zóó groot bedrag te
besteden aan het bruikbaar maken van dat oude
spuitje.
De heer Blaauboer: De organisatie dient in orde te
wezen. Alles moet functionneeren en passen. Het
deugt lang niet!
Voorzitter zegt, dat het met deze oude spuit nooit
goed zal zijn, al past de zaak ook.
De heer Smit merkt nog op, dat bij den laatsten
brand de dokter, de gemeente-secretaris en meerdere
notabelen als pompgasten fungeerden, omdat de
brandweerlieden er óf niet waren óf stonden toe te
zien de goeden niet te na gesproken. Zoo iets mag
niet voorkomen!
De heer Engel: Het is anders wel gemakkelijk, dan
behoeven we niet meer naar personeel om te zien!
De heer Smit: Maar als ze er bij staan te kijken,
is 't toch wel prachtig.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit dan Voorzitter
de openbare vergadering.