Raad Barsingerhorn. Kont de „Macon" naar Europa? VACANTIE-VREUGDE. Hierboven ziet men de nieuwste opname van het reusachtige Amerikaansche luchtschip „Macon" op een vlucht boven New York. Naar er geruchten gaan zal dit grootste luchtschip ter wereld binnenkort een vlucht naar Europa ondernemen. De Raad dezer gemeente kwam in openbare verga dering bijeen op Dinsdag 1 Augustus, des avonds 7Vè uur. Voorzitter de EdelAchtb. Heer K. Breebaart Dz. Secretaris de beer A. Loggers. Afwezig is wethouder C. Smit. Na opening worden de notulen der laatstgehouden raadsvergadering onveranderd vastgesteld, met dank aan den secretaris. Ingekomen stukken. Ingekomen is een schrijven van J. Oostwoud te Kol- horn, d.d. 20 Juni 1933. houdende verzoek hem een tegemoetkoming te willen verleenen, als bedoeld in art. 13 der Lager Onderwijswet 1920. ten behoeve van het bezoeken dóór zijn dochtertje van de Chr. School te Schagen. Aangezien dit verzoek geen onderteekening draagt, stellen B. en W. voor het, als zijnde niet voor behan deling vatbaar, ter zijde te leggen. Gevraagd werd f62.80. De Raad besluit conform 't voorstel van B. en W. Voorts kwam in proces-verbaal van opname van boeken en kas van den Gemeente-Ontvanger op 30 Juni 1933: besluit van Ged. Staten van 5 Juli 1933, No. 7, hou dende vaststelling van de uitkeering over 1932 inge- gcvolge de „wegenbijdragenverordening" op f 1650. overzicht van de werkzaamheden van het Plaatse lijk Nationaal Crisis-Comité over het tijdvak 1 Mei 1932/1933. B. en W. stellen voor deze stukken voor kennisge ving aan te nemen. Vat betreft het proces-verbaal van opname van boeken en kas van den gemeente-ontvanger, notee- ren we: de inkomsten bedroegen f 180819.61. de uitga ven f 169022.84. In kas was en moest zijn f 11826.77. Bovengemelde stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen is een schrijven van de Crisis-Commissie van het A.A.Z.A. te Alkmaar, d.d. 30 Juni 1930, hou dende verzoek, steun te willen verleenen-in het be talen van contributie voor leden, die hiertoe niet meer in staat zijn. B. en W. stellen voor hierop afwijzend te beschik ken. Wethouder Smit komt ter vergadering. De heer Kistemaker vraagt of hier wordt bedoeld hot gewone doktersfonds. Voorzitter antwoordt bevestigend. Besloten wordt met algemeene stemmen op dit schrijven afwijzend te beslissen. Verlichting van belastingdruk. Aan den Raad werd gezonden een sehrijven van de café- en verlofhouders in deze gemeente d.d. 1 Juli 1933. houdende verzoek verlichting in den personeelen belastingdruk t« willen aanbrengen door verlaging van de grondslagen, welke hun bedrijf in het bijzon der belasten. Aangezien B. en W. het met adressanten eens zijn dat de personeelp belasting, welke in aard en karak ter niet anders is dan een verteringsbelasting, ten gevolge van de hooge opcentenho'fine een evtra-he driifsbelasting voor café- en verlofhouders is gewor den, stellen zii voor de verordening op de per=oneele belasting in dien zin te wijzigen, dat voor biljarten als bedoeld sub a van art. 31 tindpcies der wet on dp personeele belasting 1896. wordt geheven f 14.(Een vermindering aldus van 50 der belasting). De heer Kistemaker vraagt hoe groot het bedrag is. Secretaris licht toe. dat dit zal bedragen f35.per biljart. Met. algemeene stemmen wordt het verzoek inge willigd. Daarna gaat de Raad in comité ter bespreking van de quaestie: Opheffing Lagere school te Haringhuizen. De Burgemeester heeft van den Minister van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen een missive ont vangen, waarin aangedrongen wordt op opheffing der O. L. School te Haringhuizen. En van Ged. Staten kwam de volgende missive in: De Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen heeft ons in kennis gesteld met zijn schrij ven aan den Burgemeester, waarbij diens medewer king wordt verzocht inzake opheffing van de O. L. school te Haringhuizen. Tevens beeft genoemde Minister ons College ver zocht medewerking te willen verleenen om tot spoe dige opheffing van vorenbedoelde school te geraken, in verband waarmede Z.Exc. vóór 1 September a.s. ons bericht tegemoet ziet inzake eventueele toepas sing van artikel 22. 3e lid. der Lager Onderwijswet 1920, onder vermelding van den datum van ingang. De noodzakelijkheid om tot bezuiniging te geraken, noopt er toe, dat wij slechts in gevallen, waarin om redenen van zéér overwegend belang de opheffing thans onraadzaam zou zijn te achten, zullen kunnen besluiten niet tot toepassing van artikel 22 3e lid. der wet over te gaan, en dat wij den Minister alléén in die gevallen zullen kunnen adviseeren te bevor deren, dat ook ecne toepassing van artikel 22, 4e lid, der wet achterwege blijve. In verband met het vorenstaande noodigen wij u uit ons zoo spoedig mogelijk, doch in elk geval vóór 8 Augustus e.k., uw gevoelen, desgewenscht na raad pleging van den Raad, ter zake kenbaar te willen ma- kon en gelijktijdig een afschrift van uwen deshetref lenden brief te doen toekomen aan den Hoofdinspec teur van het lager onderwijs in de 2e hoofdinspectie te 's-Gravenhage. B. en W. wenschen hieromtrent geen voorstel te doen, doch achten het beter in deze de beslissing ge heel aan den Raad over te laten. Uit den inhoud van bet Ministerieel schrijven blijkt ecb'er overduidelijk, dat indien de Raad niet tot opheffing besluit, zulks door Gedeputeerde Staten of de Kroon zal geschieden. Wij achten ons verplicht er Uwe aandacht op te vestigen, dat volgens de overgangsbepalingen van bet z.g. Noodwetje van 1932 het aantal leerkrachten op de O. L. School te Barsingerhorn over 1933 en 1934 op 4 kan blijven gehandhaafd, indien het ge middeld aantal leerlingen meer dan 116 bedraagt. Het behoud van bedoeld getal leerkrachten is geheel huiten gevaar bij een leerlingenaantal van meer dan 130. Over het le halfjaar 1933 was echter het gemid deld aantal leerlingen 111. Aangenomen nu, dat de opheffing der school te Ha- ringhuizen ook tegen den wil van den Raad zal ge schieden, is het in het belang van het onderwijs Ln het algemeen, dat die opheffing geschiedt vóór den eerstvolgenden teldatum (16 September) opdat dan toch in ieder geval handhaving der 4e leerkracht te Barsingerhorn zooveel mogelijk wordt bevorderd. Op- beffing vóór 16 September 1933 is practisch alleen mo gelijk, indien de Raad daartoe besluit. M.a.w.: hoewel opheffing der school voor de inwo ners van Haringhuizen zeer zeker is te betreuren, •blijkt uit het vorenstaande, dat indien vaststaat, dat die opheffing toch een feit zal worden, het in het on- derwijsbelang is te achten, daartoe zoo spoedig mo gelijk over te gaan. Nadat de Raad ongeveer een uur in comité is ge weest, heropent de voorzitter de vergadering. De Secretaris doet voorlezing van een ingekomen brief der ouders van schoolgaande kinderen te Ha ringhuizen. Deze verzoeken niet te beslissen tot op heffing der school. Hieraan zullen ongetwijfeld na deelen verbonden zijn voor de betrokken kinderen en voor het dorp Haringhuizen. Veel kinderen zullen te Schagen op school gaan, wanneer de school in het dorp zal worden opgeheven, zoo vermeldt het schrij ven. B. en W. stellen nu voor niet tot opheffing over tc gaan en wel om de navolgende redenen: Er zal voor het Rijk geen bezuiniging door ontstaan, daar de 4e leerkracht tc Barsingerhorn zal moeten blijven gehandhaafd. Voorts omdat de gemeente zal worden belast met de uitgaven voor die kinderen die de school te Schagen zullen gan bezoeken. Allen zijn het met deze motieven eens en met alge meene stemmen wordt besloten niet over te gaan tot opheffing der lagere school te Haringbuizen. Dc heer Kistemaker zegt, dat het hem ten zeerste verheugd, dat dit besluit is gevallen. Ontslag wegwerker. B. en W. stellen voor den wegwerker G. Slikker alhier op diens verzoek eervol te ontslaan, ingaande 16 Augustus 1933. Allen mee eens. Den beer Slikker zal worden dank gehracht voor al wat tjij deed voor de gemeente in zijn functie als wegwerker. Benoeming wegwerker. Hieromtrent zullen mededeelingen in comité wor den gedaan. Door B. en W. is uit 51 sollicitanten een willekeu rig 4-tal opgemaakt, t.w. de heeren: 1. J. Dekker; 2. D. Burger; 3. P. Zwakman; 4. R. V^enstra. De stemming beeft het volgende resultaat. Geko zen wordt de heer Dekker met 4 stemmen. De heeren Burger, Zwakman en Veenstra verkregen ieder 1 stem. Nieuwe Bouwverordening. Artikel XXXVIII der wet van 9 Juli 1931 tot wij ziging van de Woningwet verplicht de gemeenteraden om de geldende plaatselijke verordeningen vóór 19 Augustus 1933 in overeenstemming te brengen met de gewijzigde wetsbepalingen. B. en W. stellen voor, over te gaan tot vaststelling van bijgaand pntwerp, hetwelk is samengesteld door een Commissie uit de Afd. Noordholland der Vereeni- ging van Nederlandsche Gemeenten. Hierbij is bepaal delijk met de Noordhollandsche toestanden rekening gehouden. Over het ontwerp werd bereids advies in gewonnen van de Gezondheidscommissie te Schagen, welke bij schrijven van 18 Juli 1933 verklaarde zich ermedt te kunnen vereenigen. Allen gaan accoord met de voorgestelde nieuwe verordening, die onveranderd wordt vastgesteld. Vaststelling op de verordening op het openbaar lager onderwijs. Het komt gewenscht voor de bestaande verordening, welke geheel is verouderd, te vernieuwen. Geregeld zijn: getal, werkzaamheid en bevoegdhe den der onderwijzers; de toelating van leerlingen; handhaving orde; school vergaderingen, enz. Allen voor. Brandweerorganisatie. Voorzitter zegt omtrent dit agendapunt voorstel len te willen doen. Lang reeds is er gesproken in den raad over de aanschaffing van een mechanische brandspuit. De handspuiten zijD geheel verouderd en beantwoorden niet meer aan hun doel. Bij den laat- sten brand is weer duidelijk gebleken, dat de ge meentebrandspuiten niet aan de te stellen eischen voldoen. Gelukkig kwam de Schager spuit hulp bie den. Voorzitter doet het voorstel nu aan den raad om te besluiten tot aanschaffing van een Fiat-brand spuit, Daarmee zal de gemeente klaar zijn. Deze spuit zal moeten kosten f5050.—. Dit bed-.ag, dat door den leverancier aan de gemeente zal worden ge leend, kan afgelost worden in 10 jaar en tegen een rente van i'A5 worden opgenomen. Bedoelde brandspuit kan door 6 man bediend worden, zoodat een besparing verkregen zal worden op het arbeids loon. Met zoon modernen spuit komt men goed voor den dag, kan eventueel aan Schagen hulp worden geboden bij grooten brand. Schagen verleende hulp tegen een zeer billijk tarief. Voorzitter wil dan ook niet nalaten aan de gemeente Schagen daarvoor dank te brengen en tevens hulde aan de Schager brand weer voor de groote hulp. (Instemming). Wethouder Smit, het woord krijgend, zegt, dat het al geruimen tijd geleden is, dat opgave aan de raadsleden is gedaan van de kosten van een moder nen motorspuit. Maar daar bleef het bij hangen. B. en W. zagen steeds tegen dc hooge kosten op en te recht, f 5000 is een hoog bedrag, vooral in den tegen- woordigen tijd. Ook spr. kon niet gemakkelijk tot het besluit komen om vóór zoo'n uitgave te zijn. De laatste brand echter heeft spr van idéé doen ver anderen. De brandspuit van Barsingerhorn was er, maar gaf geen water. De spuit van Haringhuizen was spoedig op het terrein van den brand, maar kon het alleen niet bolwerken. Dorpelingen sjouwden met emmers water, maar al met al kon niet voorko men worden, dat de toestand kritieker werd. Toen werd de hulp ingeroepen van Schagenbrandweer. Spr. wil ook hulde brengen aan deze brandweer. In korten tijd was de spuit aanwezig met de brand weerlieden. Spr. had daarvoor alle respect. Dank zij het werk van deze spuit werd erger voorkomen. Toen is door de gemeenteuaren de zucht geslaakt: Zooiets moesten we hier hebben". En spr. stemt daarmee in. Een goede spuit is een eisch en gaarne vereenigt de heer Smit zich met het voorstel van den Voorzitter om een nieuwe motorspuit aan te schaffen voor de gemeente. Zooals het momenteel is kan het niet lan ger en is men tegenover dc gemeentenaren niet ver antwoord. De heer Kistemaker juicht eveneens het voorstel van den burgemeester toe. Reeds u jaar geleden werd het plan naar voren gebracht, maar daar bleei liet bij. De kosten waren en zijn nog feitelijk te hoog. Maar liet gemeentebestuur is, aldu» spr., zuo niet verantwoord. Met genoegen zal de heer Kistemaker dan ook vóór stemmen. De hoer Blaauboer is het eens met de vorige hee ren, dat de spuiten met meer voldoende zijn. Maar om nu direct te besluiten tot aankoop van een rno- torspuit van f5000, daar is spr. >ok nog niet voor klaar. Er zijn wel, meent de heer Blaauboer, andere spuiten met dezelfde capaciteit, maar die minder .vosten. Spr. wil eerst nagaan of ei met een losse spuit is tc krijgen met mechanisch die een even groote capaciteit bezit. Spr. vindt de uitgaven te hoog, al wil hij met ontkennen dut het aanschaf fen van zoon motorspuit nuttig zou zijn. Beter oor deelt de heer Blaauboer hel, een gjcdkooperc spuit uit te zoeken welke dan vervoer i kan worden op een vrachtauto. Voorzitter wil opmerken, dat dit niet zal zijn in het belang van de zaak. Een kleine spuit zal als gevolg hebben, dal het noodige materiaal er niet bij opgeladen kan worden Er zal een vrachtauto moe ten worden opgehaaiu om hei bijkomend materiaal daarop te laden en de spuit te trekken. Een en an der zal tijdverlies geven. De heer Burger vraagt, of de nieuwe spuit door Voorzitter bedoeld, ook in de Oude en Nieuwestreek kan komen. Voorzitter antwoordt bevestigend. Er is 2C0 M- slang bij en van de tegenwoordige slangen zijn er ook nog wel enkele bruikbaar. De Streek is in to taal 300 M. lang, zoodat deze altijd kan worden be streken. Er kunnen 2 of 4 slangen worden aange koppeld, al naar behoefte, terwijl dè capaciteit be draagt 1100 L. per minuut. De heer Engel zegt, er geen voorstander van te zijn. In 1924 werden diverse spuiten bekeken te Am sterdam, maar de kosten deden den -aad terug schrikken. Spr. meent, dat eén spuit, geplaatst in het centrum der gemeente, niet tijdig overal kan we zen. Inderdaad waren bij den laatsten brand de spuiten onklaar Een onklare spa:t zal nooit een brand kunnen blusschen Maar in een en ander ligt niet opgesloten dat een spuit, die in orde is al is het een handspuit niet afdoende kan optreden. De gemeente werkt met een tekort en nu zou men per jaar f 1000 voor het brandwezen willen uittrek ken. Daarenboven willen de menschen d bestaande spuiten evengoed houden naast een motorspuit. Een en ander zal niet le betaler, zijn. Volgens spr. schuilt niet de fout in de brandspuiten aileen. In de aller eerste plaats dient de verordening gewijzigd te wor den. Momenteel is het zóó, dat als het gevaar gewe ken is, de spuit vertrekt, maar als men weer een vonkje ziet, wordt weer de spuit gehaald. Die nazorg dient te komen voor rekening van dc bewoners. „Ik spring er", aldus de heer Engel, „zoo niet in". Spr. is het met den heer Blaauboer eens, dat een losse spuit met aparte vervoergelegcnheid voldoende is en kan zich niet vereenigen met het voorstel van den Voorzitter, 't Is niet te betalen. Men kan nu wel uit gaan geven, maar het moet ook verantwoord kunnen worden! 't Zou straks nog zoover komen moeten, dat er een brandassurantie geheven dient te worden! Dat gebeurt trouwens wel meer. Het voorstel van den Voorzitter noemt spr. een sprong in het duister. Voorzitter, zich tot den heer Engel wendend: U wilt wèl een spuit van f3000 (want dat kost de door den heer Blaauboer bedoelde spuit) en een vracht auto voor het vervoeren, maar dat komt ook zeker op f5000. Wat U voorstelt De heer Engel: Ik stel niets voor. Ik spreek er al leen maar over. De heer Kater is het* met den heer Engel eens, dat de kosten voor de gemeente onder deze tijdsom standigheden te hoog zijn Als de tegenwoordig in gebruik zijnde spuiten heelemaa! „op" waren, zou het wat anders zijn, maar hier is het met kleine re paraties weer in orde te maken. We hebben er, aldus de heer Kater, al zoolang mee gedaan, en meen, dat het nog wel zoo kan. Spr. is tegen het voorstel van den Voorzitter. Het brandwezen dient goed georga niseerd te wezen. Bij den brand van Kistemaker hebben kinderen moeten helpen en zooiets loopt de spuigaten uit. Ze moesten er toch ook voor worden betaald, en dat vindt geen pas. Voorzitter zegt, dal het zoo erg niet was. De kin deren hebben even gespoten en daarvoor kregen ze een kleinigheid. De heer Kater meent voorts, dat men er alleen met de aanschaffing van een spuit niet is. Er zal een magazijn moeten worden gebouwd, want het tegen woordige zal wel te klein blijken te zijn. Zoo zal het .afkomen! Voorzitter ontkent dit. Het tegenwoordige maga zijn is zeker groot genoeg. Den heer Schenk spijt bet dat de heer Kater niet bij den laatsten brand aanwezig was. Misschien, al dus spr., had hij als oud-brandmeester de zaak nog kunnen redden! De heer Kater: Aan die praatjes hebben we niets. De heer Schenk: Indien de Schager brandweer niet te huip was gekomen, zouden misschien wel 6 boerderijen zijn afgebrand. De heer Engel, zoo gaat de heer Schenk voort, doet het voorkomen, alsof hij heelemaal niet is voor bereid, maar dit hangt al vanaf 1924 in de lucht. Het zal straks nog zóó worden, dat de huizen in de gemeente niet meer verzekerd kunnen worden, omdat het brandwezen niet deugt De heer Kater: Nou, zóó erg is het nog niet. Straks zal er niets meer deugen in onze gemeente! De heer Engel zegt, de noodzakelijkheid van een goede brandweer wel degelijk in te zien, maar de hooge kosten schrikken hem af. Alles wordt mooi voorgesteld, maar het zal wel net zoo gaan als met de destructor. Toen kwam er ook steeds meer bij! Voorzitter spijt het, dat de heer Engel dat aanhaalt, want met de destructor was het toch wel wat an ders gestold. De heer Burger meena, dat men er mot het aan schaffen van een motorspuit nog mei is Er zal toch ook bedienend personeel moeten zijn. Voorzitter merkt op, dat er 6 man zal noodig zijn. Deze komen in lossen diens? en worden betaald als er is gewerkt. Er zullen eenige reserves warden aan gewezen. De Secretaris licht toe, dat de kosten van perso neel zeker lager zullen zijn. Daarop komt het voörstel van den Voorzitter, aan schaffing van een Fiat motorbrandspuit, ad f5050 in stemming. Dit voorstel wordt verworpen met 43 stemmen. Tegen stemden de heeren Burger, Kater, Blaauboer en Engel. De Voorzitter: Nu dit is verworpen, heb ik liever maar niets! Een barrel willen we niet heoben! De heer Blaauboer: We willen een goede spuit, maar niet zoo'n dure. De Voorzitter: De heeren die hebbc-n tegengestemd nemen het maar voor hun verantwoording, maar ik doe het niet. De heer Smit zegt het nog niet te willen opgeven. De kosten zijn inderdaad hoog en spieker stelt voor om nader te informeeren. Wellicht slaagt men er in een goede spuit te vinden voor minder geld. De heer Blaauboer: „Zoo n spuit van f3000.b.v." Wethouder Smit is van meening dat dit niets waard is. Als er brand uitbreekt, dan moet. men eerst de auto gaan halen. De chauffeur is niet thuis, of slaapt en in den winter is u nog kans dat de motor koud is of de auto bevroren. Het gevolg zal weer zijn dat men net te laat is. Besloten wordt tenslotte om meerdere informaties in te winnen. De rekening 1932. Uit de overgelegde rekening dienstiaar '3? blijkt, dat de Kap. dienst aanwijst in ontvangsten een bedrag van f46532.21, in uitgaven f 30832.17, een voordeclig saldo alzoo van f 15700.04. De gewone dienst in uitgaven van f 103.324.15, in inkomsten van f 97.375.97, nadeelig saldo f 5.948.18. Opgemerkt dient te worden, dat de gemeente nog te vorderen hooft, voor de wegenhiidrage f4370. 't Werke lijk nadeelig saldo is groot f 1578.18. De rondvraag. De heer Burger vraagt of overeenkomstig de voor waarden 10 der arbeiders uit de gemeente werk zaam zijn gesteld aan de kanalisatiewerken. Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer Burger vraagt voorts waar te Kolhorn de oprit komt naar het kerkhof, nu de weg bij de brug opgehoogd wordt. Voorzitter deelt mede, dat deze weg zal komen ach ter den oprit en aansluitend op den nieuwen weg. De heer Schenk vraagt, wat er. nu niet tot aan schaffing is besloten van een motorbrandspuit, voor afdoende maatregelen zullen worden genomen. Spre ker wil de organisatie in orde zien en meent dat Voorzitter wel wat tè gemakkelijk is. Voorzitter is het daarmee niet eens. Bij den laatsten brand is spreker niet eens gewaarschuwd.dus kon er ook niets van weten. Er zullen nu nieuwe slangen moeten worden gekocht voor een f 1000.De zaak moet in orde zijn, wel nu, het moet gebeuren. De heer Schenk is van meening dat dit zoo niet mag. De Voorzitter: Het zal gebeuren, anders zijn we weer niet verantwoord. De heer Schenk wil zien dat de spuiten en het overige materiaal meer worden geprobeerd en daar dient, aldus spreker, Voorzitter op toe tc zien. Voorzitter vraagt zich af, of 't. wel gemotiveerd is om, nu er toch nog wordt gedacht over de aanschaf fing van een nieuwe spuit, een zóó groot bedrag te besteden aan het bruikbaar maken van dat oude spuitje. De heer Blaauboer: De organisatie dient in orde te wezen. Alles moet functionneeren en passen. Het deugt lang niet! Voorzitter zegt, dat het met deze oude spuit nooit goed zal zijn, al past de zaak ook. De heer Smit merkt nog op, dat bij den laatsten brand de dokter, de gemeente-secretaris en meerdere notabelen als pompgasten fungeerden, omdat de brandweerlieden er óf niet waren óf stonden toe te zien de goeden niet te na gesproken. Zoo iets mag niet voorkomen! De heer Engel: Het is anders wel gemakkelijk, dan behoeven we niet meer naar personeel om te zien! De heer Smit: Maar als ze er bij staan te kijken, is 't toch wel prachtig. Niets meer aan de orde zijnde, sluit dan Voorzitter de openbare vergadering.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 8