DENKSPORT Ingezonden Stukken. ANTWOORD AAN ASTOR. 1 U'T de OMG EVING Groote boerderij afgebrand. Kruiswoordraadsel. Oplossingen van de vorige week. BRIDGEN. 3 B 5 8' 5 8 10 4 10 V 7 9 - 4 9 4 2 4 A, 10, 5 4 - Geachte Redactie. Ook uit het vervolgartikel van Zaterdag 5 Aug. blijkt duidelijk, dat Astor zich schaart aan de zijde van de ongeloovige wetenschap. Hij spreekt zijn onbegrensde bewondering uit over de grootheid en de schoonheid van den macroc osmos en den microcos mos, doch zie, aan het eind van zijn enthousiaste beschrijving, komt hij tot de vage conclusie: „Ondoorgrondelijke krachten (of moet ik spreken van één ondoorgrondelijke kracht?) zien wij overal werkzaam". Astor, hoewel predikant, d.w.z. bedienaar des Goddelijken Woords, erkent dus niet God als den Kunstenaar en Oppersten Bouwmees ter van de gansche Schepping. Hy spreekt liever van krachten, ondoorgrondeiyke krachten. Deze weigering, om God te erkennen als den Almachtigen Schepper van hemel en aarde, is smadelijk voor God zelve en ook voor allen, die Zijn naam belijden. Zooals het grievend zou zyn „De nachtwacht"- te roemen als een groot mees terwerk, maar den kunstenaar Rembrandt eenvouolg te negeeren. Men moet zich telkens verwonderen over de gemak- keiykheid, waarmede deze natuurwetenschap wordt aangediend. Zeer zeker moet men bewondering hebben voor de bereikte resultaten, maar vooral op het terrein der exacte wetenschappen büjkt telkens weer hoe voor zichtig men moet zijn met de uitspraak: „wetenschap pelijk vast". Astor levert daar zelf het bewijs voor. Men zou uit zyn verhandeling over atoom en electroon kun nen afleiden, dat zyn gegevens onomstooteiyk vast staan. Hy had dan ook moeten spreken van de atoom- theorie en de electronen theorie. Immers, al ls het waar, dat zonder deze theoriën zelfs de eenvoudig ste scheikundige verschgnselen onverklaarbaar zouden zgn, toch biyft de mogelijkheid bestaan, dat de geleer den voor nieuwe verrassingen gesteld worden in de toekomst. Astor herinnert zelf reeds aan de nieuw ste vindingen van Prof. Einstein. Wie wel eens bacteriologische proeven heeft gezien, kwam vanzelf onder den Indruk van deze kleine, mach tige wereld, die niet ontgaat aan de waarneming van den mensch. Astor noemde in dit verband Antony van Leeuwenhoek, doch vertelt daarby niet, dat Van Leeu wenhoek. de ontdekker van de infusiediertjes. Gods grootheid roemde in de wondere wereld, die hy door zgn prachtinstrumenten waarnam. Daarin vervulde deze natuuronderzoeker zijn heiligste plicht als schepsel te genover God, want God alleen is groot en zeer te prij zen. Wie dit niet erkent, loopt hopeloos vast Wie zon der God de schepping wil doorgronden, loopt gevaar krankzinnig te worden. Zulk een mensch zal versuft moeten neerzitten by elk ding. dat hy beschouwt om dat hy onmachtig is ook maar iets van dat eene, hoe klein ook. te begrijpen. Dit neemt niet weg. dat het zeer zeker geoorloofd is in de geheimen der natuur door te dringen, mits men eigen' nietigheid erkent en Gods Wys- heid en Almacht belgdt Astor doet dit niet. Hy voelt zichzelf „de denkende mensch, die een antwoord zoekt". Deze vaak herhaalde uitspraak wordt gewooniyk met een air van gewicht gesteld tegenover hen. die hun geloof in God belijden. Deze menschen moeten toch vooral goed gevoelen, hoe naïef, hoe onlogisch, hoe onmogeiyk hun geloof in God en Zgn Heilig Woord is. Hoe ouderwetsch het is om eenige waarde te hechten aan het gezag der H. Schrift moge blgken uit het feit, dat zelfs een predikant als Astor met geen woord van de majesteit Gods in het rgk der natuur, wil reppen, ook ai leert ons de By- bel nadrukkelgk, dat God, en Hg alleen, alles met wgs- held heeft gemaakt. Toch kunnen de belgders van Gods Naam zich troosten. Nog zyn er vele denkers, mannen van wetenschap, die by hun onderzoekingen zich vastklemmen aan God, omdat zonder Hem geen antwoord te vinden is. Ten opzichte van het ontstaan der aarde wenscht Astor ln geen geval wgsheid te bekomen uit Genesis 1, waar we in vers 1 lezen: „In êen beginne schiep God den hemel en de aarde." Het gansche scheppingsverhaal in Gen. 1, waarin we lezen van de Almacht, de Majesteit van God, den Schepper van hemel en aarde, wordt door Astor niet genoemd. Hij wordt als denkend mensch beter bevre digd door „de algemeene opvatting" der geleerden. Nu begrijp Ik nooit recht, wat dat toch voor een vreemd soortig geloof is, aan „de algemeene opvatting der ge leerden". Wie God belijdt als zijn Schepper en Jezus Christus als zyn Verlosser, en Zaligmaker, moet dit liefst zoo zacht mogelgk uitspreken, omdat velen zulk een geloof dwaasheid achten, dooh wie zich beroept op de algemeene opvatting der geleerden, die kan luid zgn stem verheffen, want dat is het resultaat van het denken, van het wéten. Men leze slechts, wat Astor schrijft over het ontstaan der aarde en vergeiyke eens met andere litteratuur op dat gebied, om tot de con clusie te komen, wat zooal de algemeene opvatting der geleerden ia Natuurlgk erkennen we gaarne het verdiensteiyk werk dezer geleerden, maar met welk recht verheft Astor deze hypothese tot dogma. Zijn citaat van den Engelschen schrijver Wells ls pure fantasie. Hoe zin ledig deze besohouwing ls, biykt duideiyk uit de zin: „Tenslotte moet een toestand zyn ingetreden waarin het denkbaar was, dat een mensch verrees en rondom zich blikte en leefde". Hier valt het wel bgzonder op, hoe goedgeloovig de denkende mensch ls, die zonder God, zoekt te begrypen. Zulke denkende menschen verwerpen het geloof ln God en zien in hun verblin ding hun wankele fantasie als het ware. Astor beroept zich gaarne op oude heidensche wijs- geeren. Dan moge hy zich spiegelen aan het einde van Aristoteles, den grootsten natuurvorscher der Oudheid, die zich wierp in den Euripus, uitroepend: „Grijp my, daar ik u niet begrijpen kan!" En al zouden deze woorden historisch niet juist zyn, volgens sommigen, dan zgn ze nog teekenend voor den geestestoestand van dezen grooten geleerde. De menschheld keert zich van God af. Men heeft God niet meer noodig* en sohakelt Hem uit ln het persoon- g xv arm en bv 1 zen De Middenstandsvereeniging „Samenwerking" hield Donderdagavond een algemeene vergadering in de zaal van den heer Slikker. Voorzitter de heer P. Dissel opende de vergadering en heette den aanwezigen welkom; ook het bestuur van de zustervereenlging „de Hanze" en in het byzonder den spreker voor dezen avond, den heer v. d. Leeuw, adj.- dir. van den Kon. Ned. Middenstandsbond. Het woord werd gegeven aan den heer v. d. Leeuw, die als onderwerp had gekozen: De moeilijkheden van den middenstand te plattelande. Spreker bracht allereerst naar voren de pogingen die waren aangewend om het ministerie te overtuigen van den nood dien onder den middenstand heerscht, doch dit kan als vruchteloos worden beschouwd. Nadien ia met enkele Kamerleden een bespreking hierover gehou den, doch ook hiermede is niet veel bereikt. Den minister is toen de vraag gesteld, de mogeiykheid om werkverruiming door het opknappen en restauree- ren van gebouwen en hierdoor voor de vaklieden ver ruiming te krijgen. De tweede vraag om vanwege het crisiscomité de noodlijdende middenstanders te steunen. Al deze pogingen zy'n vruchteloos en men kan zeggen dat de regeering elgeniyk doof is voor den middenstand. De minddenstand staat in deze nog niet sterk genoeg want het moet van de massa uitgaan en wel de groote massa die actie voert, wil men bg het mlnsterle resul taat bereiken. De minister ls er op gewezen, dat wan neer niet spoedig hulp wordt verleend, vele midden standers ten onder zullen gaan. De omzetbelasting werd besproken en volgens spr. zal dit ook voor den middenstand een looden last worden. Duideiyk ls door toelichting van den spreker gebleken, dat alle pogingen die door den middenstandsbond zyn verricht vruchte loos zyn geweest. Deze schuld ligt niet by ons, merkt spreker op, doch dit ligt geheel aan de Regeering. Het Is ook het recht van den middenstand, om zoo goed iy-k leven en ln het maatschappelijk leven. Zooals een groot gezin, dat het ouderiyk gezag verwerpt, verwil dert en de kinderen verbitterd uiteen doet gaan, zóó zal de menschheid nimmer vrede vinden, omdat zy God hebben verlaten. Daarom: terug! Laat ons weder- keeren tot den Heere en Hèm alleen dienen. Voor on zen tyd geldt, wat staat ln 1 Samuel 2 30: „die My eeren. zal Ik eeren, maar die Mg versmaden, zullen licht geacht worden." Er zyn tal van menschen. die dit Bybelwoord met hoongelach begroeten. Menschen, voor wie men sid dert, omdat ze bruut en vb'andig God lasteren. Ze hebben geen God en geen Bijbel noodig en als iemand nog opkomt voor de eere Gods. dan roepen ze als de Joden weleer: „Weg van de aarde met zulk één!" Dit mag de ware christenen niet ontmoedigen, want wij, die vertrouwen op God en die Jezus Christus beiyden als onzen Zaligmaker, wij zullen nooit beschaamd uit komen. Ons geloof ls oud. als de historie der mensch heid; ons geloof is krachtig dis een rots ln de bran ding. Nog zyn er menschen, die droomen van een nieuwe wereld. Die wereld moet komen, kan het niet met vrede, dan met geweld. De ontvredenheid vreet voort als de kanker en het is niet twijfelachtig, wat uit zulk een broeinest van geestesverwarring eenmaal zal voortkomen. Daarom ls het van de grootste beteekenis dat zij, die in God gelooven vasthouden aan het Woord van God en anderen er op wijzen, dat niet de aard- sche dingen het voornaamste zyn: ..Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en zyne gerechtigheid en alle deze dingen zullen u toegeworpen worden". (Matth. 6 33). Ook dit artikel van Astor kan den denkenden mensch geen bevrediging schenken. Het beantwoordt niets, doch roeipt nog meerdere vragen op. Geachte Redactie, vriendeiyk dank voor de plaatsing. A. VAN DALEN. Krabbendam, 8 Augustus 1933. als andere bedrijven in stand worden gehouden en ge steund al is het ook matig ook de Regeering ons daar niet van moet onthouden. Verder werd gelegenheid gegeven tot het stellen van vragen en door spreker zeer duideiyk beantwoord. Ook kwam uit de vergadering de vraag of de midden standsbond ook een oplossing weet, wat gedaan moet worden. De toestand onder den middenstand is op 't oogenblik treurig en is nu de Kon. Ned. Middenstansd- bond niet by machte steun te verleenen? De heer v. d. Leeuw antwoordde, dat het voor den Bond onmogeiyk is steun te verleenen. het ls niet voor een enkeling, maar duizenden zgn met dit lot begaan. Hierna sluiting. h e e r n u nn w a a n n GEMEENTE HEERHUGOWAARD. Burgerlijke stand van 3 tot en met 10 Aug. 1933. Geboren: Johannes Gerardus, zoon van Gerrit van der Stoop en Anna Maria Schuyt; Sjoerd, zoon van Wopke 4e Jong en Geertje van der Heide. Ondertrouwd of getrouwd: Geene. Overleden: Geene. Biykens de gegevens der volkstelling bestond de be- volking op 31 Dec. 1930 uit: m. VT. tot Ned. Herv. 471 464 935 Remonstranten 1 3 4 Ch. Gereformeerden 14 9 23 Doopsgezinden 38 28 66 Evang. Luterschen 2 1 3 Geref. Kerken 156 170 326 Roomsch-Kathol. 1678 1541 3219 Anderen 1 4 5 Geen kerkgenoatschap 195 129 324 Totaal 2556 2349 4905 By de familie Poland aan de Draai werden door een losloopenden hond 27 jonge kippen verscheurd. Naar de eigenaar van het dier wordt een onderzoek ingesteld. Dat de Spoorput niet alleen vlschrijk ls, doch daarin ook exemplaren voorkonien, die de moeite van het van gen waard zyn, werd Woensdag bewezen, door den heer Ouener uit Amsterdam, wien het gelukken mocht een snoek van 12 pond op te halen met den hengel. Het beeet was 0.95 M. lang. Begunstigd door schitterend zomerweer had Woensdag de lang verbeide autotocht voor de ouden van dagen plaats. Van Heerhugowaard ging het door Veenbuizen bg Aartswoud de Wieringermeer in. Te Slootdorp werd halt gehouden en de inwendige mensch versterkt. Daar na ging de tocht over Wleringen naar De Kooy. alwaar het vliegveld werd bezichtigd. De ontvangst daar was hoogst welwillend. Een korporaal leidde het gezelschap rond door alle werkplaatsen en gaf over alles duideiyke uiteenzettingen. Om één uur werd de tocht naar Kam perduin aangevangen. Op 't strand was 't gezellig, niet te warm, niet te frisch. Nu trok men naar Bergen, al waar de bekende tuin bij Duinvermaak de oudjes tot een rustig en gezellig zitje noodigde. De terugtocht werd gedaan door den Alkmaarder Hout, waar het mooi aan gelegde Westerllcht, de apenkooi enz. de ouden van da gen nog lang wisten te boeien. Te Heerhugowaard werden allen door het harmonie- gezelschap met een vrooiyke marscb begroet, zoodat weldra de oudjes In een grooten kring ronddansten. De leider van den tocht, de heer A Kooy, bracht aan allen, die tot het slagen van dezen dag medegewerkt hadden, hartelijken dank, terwyi deze op zyn beurt van den heer D. de Jong een pluim ontving voor zyn goede leiding. Namens de ouden van dagen, roemde de heer G. de Jong in zijn dankwoord, de naastenliefde, welke helaas tegenwoordig in de wereld veel zoek ls. van het be stuur. 0VT)E N I E D"P P De Raad der Gemeente Oude NIedorp vergadert Dinsdag 15 Augustus, 's avonds 8 uur (n.t) HOOIBROEI DE OORZAAK» In den vroegen morgen van Vrijdag (te 4 uur onge- geveer) brak brand uit in de boerderij van den heer G. Liefhebber, oud-wethouder dezer Gemeente, thans woonachtig te Alkmaar. De fraaie boerdery, bewoond door den heer J. Liefhebber, stond weldra ln lichte laaie, en brand e door de groote hoeveelheid hooi, die er zich ln bevond, zeer snel en langdurig. De plaatseiyke brandweer, geassisteerd door de motorspuit van Heer hugowaard weerde zich kranig en wist het belendends pand van den heer C, Waterdrinker, dat groot gevaar liep, te te behouden. Hooibroel ls de oorzaak van den brand. Er was begrijpelijkerwijs veel belangstelling van pu bliek voor dezen feilen brand. CA HANTSOng Openluchtspel Callantsoog. Men maakt ons* er op opmerkzaam dat de weersom standigheden van as. Zondagmorgen geen Invloed zul len hebben op het al of niet doorgaan van de spelen tijdens den middag. Wanneer het dus Zondagmorgen ongeschikt is en het klaart tegen den middag op, dan zullen de spelen wèl doorgang vinden. Voor koel weer behoeft men niet bevreesd te zyn, daar de duinhellingen voldoende beschutting bieden. Aangezien de duinen overal begroeid zyn en men tydens het spel geen hin der van de zon zal hebben, behoeft ook de warmte geen bezwaar voor het bezoeken te zgn. Voor nadere byzonderheden zie men de advertentls in dit blad. De heer A. Vries te Groote Keeten heeft een op een valk lijkende roofvogel gevangen, welke een ring aan zyn poot droeg met het merk: „Museum Nat Hist. 7 1772 Leiden Holland". Waarschyniyk ls deze vogel in jongen toestand geringd en later losgelaten om de ver spreiding of den trek van deze vogelsoort na te gaan. Nieuwe opgaven. Ho r lzo n taal: Geloofsrichting Met behoud van eer, afk. Afkeerig Visch Met geestdrift Bedekt bloeiende plaat Verval Witte Populier Rib van een schip Dag, (Fransch) Daar was eens Slaande Zangstem Gebakje Lofzang Engelsche Stuiver Naam van bekenden wedstryd Roode verfstof Verticaal: 1 Laagte 2 Onder andere, afk. S Gulden, afk. 4 Groente 5 Verleden tijd v. werkwoord T. Eminentie, afk. 8 Muzieknoot 9 Boom U Verduistering 12 Cyfers 14 Christelijke Lofzang 15 Onder verzekering 18 Noord (Fr.) 17 Gedeelte van een trap 18 Het jaar der wording, afk. 19 Voorzetsel 21 Dit is. afk. 22 Vormt vrouw, en persoonsnaam 25 Dier 27 Ketel 28 Stamwerkw, 29 Pyniyk, smart 31 Lidwoord Fransch 32 Ten name, afk. 34 Voorzetsel 35 Dit ls. afk. Het magische vierkant. Plaats op de kruisjes woorden van de navolgende beteekenis. De middelste rij, horizontaal zoowel als verticaal als onder 4o. X XXX X X X X X X X X X X X X X X X X X XXX X lo. medeklinker; 2o. vat; 3o. hoofdbedekking; 4o. (ook vert.) waarin men het wereld gebeuren volgt; 5o. huldeblijk in bloemen; 6o. Gewichtseenheid 7o. Medeklinker Steeds vi'tenveertigI Hoe je bovenstaande cirkels ook ten op zichte van elkaar draalt, steeds zullen de vyf op één iyn liggende hokjes tezamen 45 tot som geven. Daarvoor Iedere cdrkel apart uitsnijden en daarna kyken of dat inderdaad zoo is. Kruiswoordraadsel Horizontaal: 1 Tol, 6 Tip, 9 Meter, 14 Al, 16 La, 18 Boa, 21 Cel, 24 Notie. 29 Aktie 34 Te, 37 Es., 39 On, 42 T.T., 45 Ets, 49 Maag, 53 Pers, 57 Dngelebak, 66 N.T., 68 Lac, 72 Ik, 74 Field, 79 Er. 81 Es., 84 Ka, 86 Na, 90 Tuil, 95 Egels, 101 Ferm, 105 Zee. Verticaal: 1 Titel, 3 Lepel, 7 It, 9 Maaien, 13 Racket, 18 Bo, 19 Otto, 22 Etat, 23 LI, 36 Zet, 44 Omen, 45 Egel, 47 Speci aal. 48 Eskadrille, 50 Antiek, 51 A.G. 54 Eb, 55 Ra, 61 Lafenis, 73 Krater, 89 Lef, 91 Ulm, 96 Ge. r Vlechtwerk-raadsel. Aardappel, aderlaten, spaarbank, belee ning. Oplossing Probleem 4 H, 9, 2 Vr., 8 4 B.S Z 0 w B, 7 N 4 6. 5. 4 6, Klaver is troef, alle slagen N. O. Z. 1. S10 Sb SH 2. H7 S3 S9 3. K2 H5 H3 4. R5 R7 R8 5. R9 Rb Rvr. 6. K9 K5 S2 7. R10 K8 Kb 4 10, 9, 5 4 2 voor N.Z. W. 54 55 H8 of: R4 R6 56 K10 N. O. Z. W. 1. S10 S3 S2 S4 2. R5 R7 R8 R4 3. H7 Sb SH S5 De volgende 4 slagen verloopen het zelfde als in nevenstaande. Probleem No. 8. 4 8, 6, 3, 2 V Vr., 5 4 10. 7, 6, 3 Z 4 0 W Vr. 5 N B., 10, 6, 3 V - Jf, Vr., 7, 5. 4 Ruiten ls troef; hoe maken N.Z. 6 van de 7 slagen tegen iedere verdediging? N. komt uit.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 14