VAN DIT EN VAN DAT
Rijwielplaatje.
DE ROEM VAN WATERV1LLE CITY.
50 Jaar Vrijheidsbeeld.
De Avontuurlijke Lotgevallen van Miep Muizenschrik en Bul Krakebeen
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 12 Augustus 1933. No. 9328.
ZA TF. R n A O A V ON nSCHTCTS
Vrij naar het Engelseh,
bewerkt door SIROLF.
.(Nadruk verboden
alle rechten voorbehouden).
„Nou meneer, of ik Waterville City ken?
Dat zou ik denken, ik ben er toch zeker
geboren? Bovendien meneer, Waterville City
Is toch zeker een van de beroemdste plaat
sen van heel Amerika? Ach meneer, ik heb
bij wijze van spreken Waterville City ge
kend, toen het drie turven hoog was! Her
innert U zich het meer nog? Het meer van
Waterville City? Nou. dat was nog eens
een meer, meneer! De heele winter een ijs
vlakte en zomers opgedroogd, dat is waar,
maar in het voorjaar en het najaar, me
neer. dan was het toch maar een pracht
van een meer Ja, en niet zoo'n kleintje,
maar vijftien kilometer was het naar den
overkant! Weet U nog Bronkville City aan
den overkant, meneer? En dan, sapperloot,
herinnert U zich nog de Waterville City
Facket?"
„Sakkerju meneer, wat een boot was dat,
de oude Waterville City Packet! Als hij 's
winters in het ijs zat, ben ik er dikwijls
genoeg naar toe gewandeld om de beman
ning het een of ander te brengen. Maar
in het voorjaar en het najaar heb ik dik
wijls aan boord van die schuit gevaren.
Een pracht van een boot, meneer, die oude
Waterville City Packet."
„Weet U nog de geschiedenis van de
vuurpijl? O nee natuurlijk niet, meneer dat
was voor Uw tijd! Ik spreek nu van een
vijf en twintig jaar terug. Herinnert U
zich nog Snubbels? De sheriff? Nou. toen
Snubbels tien jaar sheriff was van Water
ville City. kreeg hij zoo een ingeving, dat
hij iets moest doen voor zijn geboortestad
ter gelegenheid van zijn tienjarig jubileum.
En op een morgen ging hij op stap om
eens te kijken wat er nu eigenlijk in Wa
terville City ontbrak. Nu, zooals U weet.
meneer, ontbrak er in die dagen niet veel
aan Waterville City, want van elke twee
huizen, was er één kroeg."
„De wandeling van sheriff Snubbels
duurde dan ook een heelen tijd.
Om precies te zijn. hij wandelde tot aan
den waterkant. En daar lag de oude Wa
terville City Packet Juist te lossen aan
den steiger, na haar tocht van af Bronk
ville City. Toen kreeg sheriff Snubbels
zijn reuzenidee, meneer. U weet misschien
nog wel. meneer, dat de oude Packet ne
gen van de tien keer precies langs zij aan
den steiger kon komen met mooi weer!
En natuurlijk dacht niemand er ooit aan
met de boot uit te varen, als het geen mooi
weer was. Maar wat was nu sheriff Snub
bels' reuzen-idee? Hij bedacht, wat er wel
zou gebeuren, als ze met de boot gingen
varen in mooi weer, terwijl het later lee-
lijk weer werd? Of wat er wel zou ge
beuren. als de boot plotseling lek werd.
Of iets anders van dien aard!"
„En als dan het ergste met de oude
Packet zou gebeuren, hoe moesten dan de
leden van de bemanning van boord ge
haald worden? In den zomer zouden ze
natuurlijk niets anders hebben te doen
dan te wachten tot het meer zou zijn op
gedroogd en in den winter hadden ze alleen
maar te wachten tot het zou zijn bevroren.
Maar jn het voorjaar of In het najaar, me
neer, hoe moesten ze dan geholpen wor-
den? Deze gedachten bestormden sheriff
Snubbels en waren oorzaak, dat hij aan
zijn geboortestad Waterville City aan het
meer van Waterville, het groote Racket
Reddingsapparaat ten geschenke gaf."
„Sheriff Snubbels betaalde zelf het hee
le apparaat met Inbegrip van een loodsje
aan het strand, waarin het kostelijke appa
raat bewaard moest worden. Het aller
nieuwste model had hij uitgezocht. Nu me
neer, toen de dag van de officieele feeste
lijke overdracht van het Reddingsapparaat
van Waterville City aanbrak, was de heele
stad in feeststemming. Het Racket Red-
dingslijn-apparaat was opgesteld bij de
Klaproosbaai. het gevaarlijkste deel van de
kust en het diepste deel van het meer. zoo
als U weet. En daar, ln de feesttent over
handigde sheriff Snubbel*- het wonderlijke
apparaat aan den burgemeester, als ver
tegenwoordiger van de burgerij en toen
kwam de grootsche demonstratie. De be
doeling was. dat precies om drie uur 's
middags de oude Waterville City Packet
op moest stoomen van den steiger naar de
Klaproosbaai en daar een noodsignaal
moest uitzenden. De Racket zou dan naar
het strand gesleept worden, waarna de
vuurpeil zou worden afgeschoten met een
reddingslijn er aan vast. waarna iedereen
aan boord van de Packet langs de lijn
gered zou worden, een voor een en zoo op
den beganen grond ln veiligheid gebracht.
Het had drie uur geslagen. Vijf minuten te
voren had de Packet den steiger verlaten
en ze stoomde nu statig naar de Klaproos-
baai, terwijl de heele bevolking van Water
ville City aan het strand ln spanning bij
een stond. Plotseling ging de noodvlag
aan boord van de oude Packet omhoog"
„Kijk, kijk," riep de menigte, ,het nood
signaal van de Packet!"
„Onder luid gejoel en geschreeuw ren
den de jongens van de reddingsbrigade
naar het schuurtje, trokken er het Racket-
apparaat uit en vlogen er mee naar het
strand, onder het gejuich van de menigte.
Ze plaatsten de vuurpijl er in, staken de
lont aan en floep, daar ging de racket
omhoog. Door de lucht, onder aanzwel
lend gejubel, in een boog naar de water
vlakte toe! Een luid geplons... en de red
dingsracket viel neer, tweehonderd meter
van de Waterville City Packet!"
„Verder kunnen we niet schieten," riep
de aanvoerder van de reddingsbrigade
uit en dus seinden ze met vlaggen naar de
de Packet: „KOM DICHTERBIJ. WE
KUNNEN U NIET BEREIKEN!"
„Zoo gaf de oude Packet weer wat stoom
en kwam een stukje dichterbij. Intusschen
hadden de jongens de reddingslijn Inge
haald, een andere patroon ingezet, het ap
paraat weer geheel gereed gemaakt en
wachtten. Weer werd de lont aangesto
ken. Weer ging een daverend gejubel op,
weer schoot de racket omhoog in de lucht
en daarna in een wijde boog het water te
gemoet en weer kwam hij met een plons
in het water terecht! Nog honderd meter
vóór de Waterville City Packet! Nogmaals
werd naar de oude Packet geseind: „KOM
NOG WAT DICHTERBIJ. WE KUNNEN
U NIET BEREIKEN!" en weer stoomde
de Packet een stukje dichterbij naar het
strand toe. Weer haalden ze de reddings
lijn in en weer ging de racket in een boog
de lucht in. Weer vijftig meter te kort.
Nogmaals geseind naar de packet... deze
nog een stukje dichterbij. Nog eens^
„Om kort te gaan, meneer, de vierde
keer viel de racket ook nog in het water,
nu op nog maar tien meter afstand van
de Packet. De aanvoerder van de reddings
brigade was bijna krankzinnig van vreug
de: „Nog één keer en we hebben hem!"
brulde hij. „Sein de Packet nog een keer!"
En nog eenmaal seinden ze: „KOM NOG
ééN KE3ER DICHTERBIJ. WE KUNNEN
U NIET BEREIKEN OP EEN PAAR
METER NA!"
Dezer dagen kan het Vrijheidsbeeld
aan den ingang van de haven van
New York, één der grootste merk
waardigheden van den Amerikaan-
schen metropole, op een vijftigjarig
bestaan terugblikken. Dit beeld met
zijn enorme afmetingen, ls het werk
van^ den Franschen beeldhouwer
BartholdL
„En toen kwam dadelijk het antwoord
van de goede, oude Packe terug: „KLETS
NIET ALS BEN IDIOOT, WE KUNNEN
NIET DICHTER BIJ KOMEN! WE ZIT
TEN AAN DEN GROND!"
„O ja, en wat ik U in het begin al had
willen vertellen, meneer, dat ls de reden,
waarom sheriff Snubbels een week later
naar Bronkville City verhuisde. Hij vond,
dat voor een man met zijn talenten Wa
terville City te klein was geworden!"
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
dat in Nieuw-Guinea ratten zijn aange
troffen, die op de vischvangst gaan?
dat zij daartoe aan den oever van het
water gaan zitten, met hun staart han
gende in het water?
d a t af en toe een der ratten een sprong
maakt en dan met zijn staart een krab op
het droge brengt, die zich had vastge
hecht?
d a t de rat zich dan omkeert en den krab
verslindt?
dat de kathedraal van St. Pieter te Rome
de grootste kerk ter wereld is?
dat deze kerk 718 voet lang en 448 voet
hoog is?
dat- een man gemiddeld dertig uur per
jaar gebruikt om zich te scheren?
dat volgens deze berekening een man on
geveer 75 dagen en nachten van zijn leven
gebruikt om zich te scheren?
ANECDOTEN.
Koning Wilhelm van Pruissen, de latere
keizer Wilhelm de Eerste van Duitsch-
land, bezocht eens de Krupp-fabrieken te
Essen. Voor den grooten stoomhamer,
wiens slagen de aarde rondom deden tril
len, bleef koning Wilhelm vol bewondering
staan en liet zich door den in den dienst
vergrijsden meesterknecht alles haarfijn
uitleggen. De meester vertelde hem, dat de
armen, waartusschen de hamer liep, op een
grond van honderden over elkaar gelegde
eikenstammen was geplaatst, omdat een
vaste, gemetselde basis reeds bij de eerste
slagen van den hamer zou scheuren en
verzakken, terwijl de eikenstammen Iedere
slag daarentegen veerend opvingen. De ko
ning gaf als zijn meening te kennen, dat
het toch geen kleinigheid zou zijn, de ha
mer zóó in zijn macht te hebben, dat men
niet te hard of te zacht sloeg.
Maar de meesterknecht lachte trots!
„Neen majesteit, op een haardikte
houd ik den hamer tegen en als Uwe Ma
jesteit het hoofd op het aambeeld zou wil
len leggen, zou ik den hamer omlaag laten
suizen, maar zoodanig, dat Uwe Majesteit
geen schrammetje zou oploopen. Ik zou
zooveel lucht tusschen Uw huid en de
hamer laten, dat er geen speelkaart meer
Ik heb je weer contant betaald,
Je was nog niet in prijs gedaald,
Maar je bent beeldig, dat is waar,
O knappe, koop'ren ambtenaar!
Wanneer ik jou, gloednieuwe, bekijk,
Dan lijk je wel een huldeblijk,
„Het blikje" van den kampioen
Van 't een of and're sport-seizoen,
Een ridderorde voor beleid
Van een bevriende mogendheid,
Den eereteeken of zooiets.
Maar niet een plaatje voor de flets!
Ik vind je min of meer van stand,
Je past niet goed bij Nederland.
Maar toch, jê voelt je dadelijlT thuis
Omstreeks mijn fiere balhoofd buis,
Je bent een gladde kameraad,
En leidt me veilig langs de straat.
Ik druk je zorgzaam in je huls,
Je hebt Iets hartelijks en guls.
Zooiets van: „Pak me straks weer mee!
„Ik ben met eiken baas tevree!"
Dn als ik jou alleen laat 3taan,
Dan ben je gauw bij mij vandaan!
Eén enkel jaartje duurt je rijk,
O onvergeeflijk huldeblijk,
Dan lig je bij den grooten hoop
Na een gewrongen levensloop,
Dan ben je ouwelijk en verweerd,
Je beste krachten zijn verteerd,
Je hebt je waarde-tijd gehad,
En deugt niet meer voor 't rijwielpad!
Maar troost je, jij staat niet alleen,
Kijk d i t jaar maar eens om je heen,
Je bent geregeld langs den weg.
Speur dan eens rond met overleg,
Want al vervliegt je roem als rook,
Zoo gaat 't in 't menschenleven ook!!
Augustus 1933. KROES.
(Nadruk verboden).
„Ik geloof U graag, meester," zei de
koning glimlachend, „maar U zult begrij
pen dat het risico toch wel wat érg groot
is, zelfs voor een koning, die toch ook
maar één leven en éen hoofd te verliezen
heeft Maar ik wil U toch in staat stel
len Uw handigheid te bewijzen. Neem dit
gouden hoTloge, leg dat onder den hamer
en laat de hamer daar boven stoppen.
Wordt het vergruizeld, welnu dan moet
ik helaas maar een nieuw koopen
De meester glimlachte en legde het
kostbare uurwerk op de aambeeldplaat
Den oogenblik latef siste en loeide de
stoom, de hamer suisde omlaag met een
snelheid, dat de koning door den luchtdruk
achteruit werd gedrukt. Toen bleef de
hamer stilstaan en werkelijk de koning
kon zijn horloge nog maar juist aan de
ketting onder den hamer wegtrekken. Het
glas was ongeschonden, het horloge liep
rustig verder! De koning drukte den
trotsch lachenden meester de hand en
schonk hem het horloge tot aandenken.
111. Ze kunnen niet zien hoe Buikje
in zee geduwd wordt, maar helpen
braaf mee aan het andere einde van
den lijn te trekken. Een oogenblik
verkeert Buikje nog ln levensgevaar,
als er een groote monstervisch vlug
aankomt, juist als Buikje weer naar
boven geheschen wordt. De visch
bromt in zichzelf: zoo'n dikzak zou
Ik niet lusten, hoor! Geen wonder,
want hij kan er niet meer bij.
112. Bul en Miep zouden in de keu
ken helpen met het klaarmaken van
t' eten en 't schillen van aardappelen.
Toen ze zagen, dat voor Buikje het
gevaar geweken was, gingen zij zoo
gauw mogelijk naar beneden en to
gen aan het werk. Ze hadden de ra
dio ingeschakeld en Miep schilde op
de maat van een wals haar aardap
pelen prachtig vierkant, en moest
even proeven of de wortelen nog niet
gaar waren.
113. Juist toen Bul het hoogste lied
stond te zingen, kwam Buikje in zijn
zwempak binnengestapt, 't Beviel
hem maar half, dat hij 't tweetal
zoo lustig bezig zag, maar hij had
toch wel een beetje ontzag gekregen
voor Bul en Miep. Miep schrok ge
weldig toen ze Buikje daar zoo zag
staan en hield maar op met dansen
en zingen.
114. Maar Buikje, die in zyn hart
toch ook zoo kwaad niet was. stapte
op Miep toe en sloot al zingende en
dansende een hechte vriendschap
met deze wonderlijke wezens. Bul,
die eerst van schrik in een hoek ge-
sohoten was, stond even later te
schateren Hij had niet gedacht, dat
die dikke Buikje zoo kon dansen.
115. Alle leed werd nu spoedig ver
geten en vergeven en dat werd ook
tijd, want al gauw zou men op de
plaats van bestemming aankomen.
De boot kwam 's nachts aan en werd
aan wal vastgelegd. Onderwijl zaten
Bul, Miep en Knipstaart te beraadsla
gen, waar ze nu heen zouden gaan.