Vliegverbinding Kaapstad-Vuurland De bloeddorst der haaien. De hengelaar. Donderdag 17 Augustus 1933. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9331 Gevaarlijke ontmoetingen. BOOTEN WORDEN AANGEVALLEN. Door Dr. Ph. J. DE WAARD. In de ondraaglijke hitte van de Roode Zee was reeds dagen lang door geen koeltje verlichting gebracht. De ijzeren platen van den scheepsromp waren zoo heet, dat men ze ternauwernood kon aanraken. Tot over maat van ramp lag mijn hut aan de zonzijde. De ven tilator zoemde onafgebroken, maar koelte bracht hij Biet. In het Oosten hing boven de Arabische Kust wel •en zwavelgele wolkenzuil, maar er viel geen druppel regen. De zee was als olie. Vlschvangst in het groot Plotseling staken er een paar driehoeken bovenuit Haaien! Alles kwam in actie. Twee geweldige, onge veer zes meter lange vissohen, pijlsnel in hun bewegin gen, zwommen met het schip mee, omgeven door vijf kleine, zebra-ach tig gestreepte visschen, ag. loodsman netjes. De matrozen wilden meer. Een flink stuk spek, een groote haak, een ijzeren ketting, dat waren de maatregelen ten opzichte van de groote menscheneters En zij hadden succes! De loodsmannetjes bemerkten het aas het eerst, doch zij bleven er slechts omheen zwemmen. Een van de haaien slokte het op. Met de stoomwinch werd hij opgetrokken, waarbij zijn mach tige staart krachtig tegen het schip aansloeg. Kletsend viel hij op het dek en een bijl moest eraan te pas ko men om zijn taaie leven te beëindigen. Uit zijn lijf kwam van alles te voorschijn. Behalve over boord geworpen keukenafval had hij ook leege blikjes en botten opgeslokt. Verder vonden wij in zijn maag een groot aantal lnktvisschen, een oude poets lap, twee kippenkoppen, een stuk scheepstouw en de fitting van een gloeilamp. Een haai kan dat alles ver dragen zonder schade voor zijn gezondheid. Niet bang voor haaien. Mijn tweede ontmoeting met de ongure dieren had ik In de haven van Curagao. Ik keek naar twee jongens, die in het vuile water doken naar geld, dat wij hen toewierpen. Met verrassende handigheid haalden zij het uit het water op, waarna zij het in den mond bewaar den. Plotseling verstijfde ik van schrik. Een haai zwom rakelings langs hen voorbij. Maar het was alsof zij %en verbond met elkaar hadden gesloten; noch de Jongens, noch de haai deden iets bijzonders en de tragedie, waarvoor ik gevreesd had, vond niet plaats. Onverzadigbare vraatzucht. In Guatemala bestaat de kust van den Stilten Oce aan uit zwart vulkaanzand. De drie- en vierduizend meter hooge vulkanen spuwen dit uit bij hun uitbars tingen en op hun hellingen ligt het zand soms 20 4 30 meter hoog. Geleidelijk wordt het afgespoeld naar de zee. Het is een mooi gezicht, dat zwarte zand bij het wit van de branding. Men kan bier in de zee baden tot 50 a 60 M. uit de kust, waar men reeds duidelijk de machtige deining van den oceaan voelt. Slechts een uitstekend zwemmer kan zich in de krachtige strooming wagen. Doch nog om een andere reden is voorzichtigheid geboden. Ik heb, te paard langs het strand rijdende, gezien hoe een daar zwemmende matroos op het onverwachtst werd aan gevallen door zooiets als een levende torpedo. Hij gaf een vreeselijken gil, het water in de omgeving kleurde zich rood. Toen andere menschen, die daar in de buurt zwommen, hem aan land hadden gebracht, was hij reeds dood. Beide beenen waren hem afgebeten. Deze ongeevenaarde vraatzucht van den haal doet mij overigens denken aan een geval, waarvan mij ver teld werd te Port Natal. Twee jongens zwommen daar ongeveer 10 M. uit de kust, toen er een haai aankwam, onzichtbaar in een aanrollende golf. Hij beet een van de jongens in de borst. Zijn kameraad trok hem in al lerijl aan land, maar niet voordat de onverzadigbare haai den ongelukkige nog een onderarm en een voet had afgebeten. Na enkele minuten, voordat er hulp mogelijk was, stierf hij reeds. Booten worden aangevallen. Eens ging ik tegen zonsondergang uit visschen met een groote acetyleenlamp voor op het bootje om in het nachtelijk donker de visschen aan te trekken. Plotse ling voelden wij kort na elkaar twee harde stoote» te gen het roeibootje en meteen hapte een haai in den bootrand, dat het geteerde hout kraakte. Een der vis- schere sloeg zijn roeispaan stuk op den kop van het dier, het was wel niet dood, maar verdween toch. Bij Aberdeen ie het echter eene gebeurd, dat een 4 M. lange haai een boot omwierp. De inzittenden vie len in het water en verkeerden in het grootste gevaar, totdat een hunner hem een diepen messteek in zijn snuit gaf, waardoor hij afdeinsde. Zwemmers in het rijk der haaien. Op de Noordkust van Afrika, waar de menschen bij honderden zwemmen in de blauwe golven, 'ia er een speciale uitkijkpost met het oog op de haaien. Als er een gesignaleerd wordt, gaat er een zwarte vlag om hoog. Dat gebeurt minstens eens per week. De zwem mers haasten zich al niet meer om weg te komen. Als regel is dat ook niet noodig, maar een enkele maal is er juist door deze zorgeloosheid een ongeluk gebeurd, dat vermeden had kunnen worden. Storm in de Caraibische Zee. De Caraibische Zee verandert soms in enkele uren van een verrukkelijke blauwe watervlakte in een lood kleurige, schuimende en brullende dreiging. Zoo was het ook toen een groote motorboot met 18 Cariben, drie blanke mannen en een blank meisje langs de kust voer. Zij hadden in een naburige haven prachtige ba nanen afgeleverd van de plantage, waar zij woonden en nu kwamen zij terug met de mail, een nieuwen voorraad kinine en diverse inkoopen. Anderhalf uur moesten zij langs de kust varen, die kust waar het on doordringbare oerwoud als een groene muur oprijst met op den voorgrond de taaie, op ademwortels staan de mangrovebCsschen. Daarna kwamen nog twee uur van stroomopwaarts varen over de groote rivier en dan zou de plantage bereikt zijn. Het was een mooi gezicht. Dichtbij het oerwoud met zijn groote verscheidenheid van boomen, zijn lianen zoo dik als scheepstouwen, zijn bontgekleurde bloemen en zwartgroene reuzen vlinders, zijn luidruchtige apen en papegaaien. Op den achtergrond de avondhemel, waar tegen de bergen al dreigend donker leken. En toen schoot er heel ver weg een gele wolkenzuil op, die zich uitbreidde tot een roodachtige massa. Een vreemd angstaanjagend mengsel van geel en violet, rood en zwart. Een fluitende windstoot over het spiegelgladde water... Ten prooi aan de barracudas. De reizigers wisten, dat een nachtelijke storm, zoo dicht bij de kust, zeer gevaarlijk is. Maar de lompe, zwaar beladen boot kon niet sneller vooruit, dan zij reeds ging. De zee werd wild, de golven hoog. Het was geheel donker geworden, het water en de kust werden slechts af en toe ziohtbaar bij het licht van een blik semstraal. Steeds grooter werden de golven, die van opzij tegen de boot aanrolden. Steeds meer water sloeg naar binnen. En toen sloeg de boot om, 22 menschen lagen in het water. Zonder uitzondering uitstekende zwemmers, gaven zij den strijd om het leven niet op. Doch zij werden aangevallen door de gevreesde barra cudas, de in deze wateren voorkomende, palingachtige roofvisschen. die wel 1.5 a 2 M. lang worden. Alle Ca riben, het blanke meisje en de blanke farmer met zijn oudste zoon werden door hen verslonden. Slechts de jongste zoon kon ontkomen. Het was als een wonder... de rondzwervende barracudas gingen langs hem heen zonder hem iets te doen. Drie uur lang hield hij zich drijvende, een zeestrooming voerde hem mee naar de omgeving van Belize in Honduras en wierp hem daar half bewusteloos op het strand. 's Morgens werd er van de slachtoffers niets meer gevonden. De zon scheen weer over een spiegelgladde zee, omzoomd door dampend, van leven overvloeiend oerwoud. En op de plantage, waar ik zoo gastvrij was opgenomen, kreeg de niets vermoedende farmersvrouw het dubbele doodsbericht, terwijl haar Jongste zoon uit geput, maar ongedeerd werd thuisgebracht. Waarom kolonel Llndbergh in Groenland is. - Een snoer wordt over de globe ge spannen. - De plannen der „Paname- rican Airways" 1934 35. - Direc te vliegverbinding Alrika- Europa, Noord- en Zuid-Amerika. Zooals men weet bevindt de bekende Oceaanvlieger Charles A. Lindbergh zich op een „privé-tocht" van Labrador naar Groenland en IJsland. Deze tocht heeft echter in het geheel geen privé-karakter, maar hangt samen met reusachtige plan nen welke de „Panamerican Airways" in den loop van 1934/35 verwezenlijken wil. Dit artikel geeft 'n beeld van de af metingen warain zich het intercontinen tale vliegverkeer belooft te ontwikkelen. Met tnsschenlandingsplaatsen. Als men een nieuwe luchtlijn ontwerpt, heeft men bijna geen rekening te houden met gebergten, nog minder met rivieren, maar men neemt een globe ter hand, zoekt de punten, welke men verbinden wil en spant een snoer daar tusschen. Een kleine berekening geeft ons het aantal kilo meters van de luchtlijn, een blik op de kaart geeft ons uitsluitend over de tusschenlandiugsplaatsen. Dit is alles zeer mooi en zeer eenvoudig, zoolang het luchtverbindingen over het vasteland betreft. Moeilijker wordt echter de kwestie der tusschen- landingsplaatsen bij een luchtlijn over den Oceaan. Men moet altijd bedenken, dat elke overlading van een vliegtuig met brandstof de hoeveelheid nuttige last vermindert en daarmee de rentabiliteit van de vlucht. Hoe meer sprongen men maken kan, d.w.z. hoe meer tusschenlandingen mogelijk zijn, hoe beter het is, uit een zakelijk oogpunt bezien. Men heeft zich hiervan rekenschap te geven, wan neer men goed begrijpen wil, waarom de „Paname rican Airways" Kolonel Lindbergh naar Groenland en IJsland zond. Door Amerika en door Alrika-Europa. De „Panamerican Airways" heeft Amerika van het Zuiden naar het Noorden met vlieglijnen overtrok ken. Men kan van New York naar Vuurland vlie gen. ook vanuit Noordelijk Canada. Nederland verbond door de K.L.M. Indië met het moederland, Engeland door zijn „Imperial-Airways" Zuid-Afrika met Groot-Brittannië Zoo zijn de con tinenten Afrika-Europa en de beide declen Noord en Zuid-Amerika overwonnen voor de vliegtech niek. Er zijn vliegvelden aanwezig, men kan landen en heeft steeds eerste klasse machines en brandstof voorraden beschikbaar. Het kwam er dus op aan, deze beide lange conti nentale lijnen met elkaar te verhinden. Men nam Lindbergh en zyn vrouw. het reeds genoemde snoer op, nam als beginpunt Chicago en als eindpunt Kopenhagen. De route leidde recht over Canada, Groenland, IJsiand naar Kopen hagen. Met vele tusschénlandingen en daardoor groo te rentabiliteit. Deensch expeditieschip. Men zal binnenkort, als de voorbereidende werk zaamheden op het genoemde traject de wereld ver rassen zullen, meer dan eens den naam van een stoomschip „Jellinge" hooren. Dit hebben de Denen, om een weinig medezeggingschap te hebben, bij de ze onderzoekingen van Lindbergh, ter beschikking gesteld. Tenslotte gaat de vlucht over Deensch ge bied en ligt het eindpunt in Kopenhagen. Vermeld moeten nog worden twee overwinterings expedities onder Watkins en Rymill-Chamann en de scheepsexpedities onder den Deenschen kapitein Da- mon en den leider van den Amerikaanschen technl- schen staf, Robert H. Jagon. Alles hangt, echter af van Charles A. Lindbergh. Op zijn oordeel komt het aan Hij moet de tus- schenlandingsplaatsen aan de Groenlandsche kust zoeken en meten. Hij moet de route ontwerpen. Conferenties met Knud Rasmussen. Hoe ver men met de voorbereidende werkzaamhe den gekomen is, blijkt wel daaruit dat in de eerst volgende dagen verschillende conferenties tusschen Lindbergh en den beroemden Poolvorscher dr. Knud Rasmussen, alsmede met den Groenlandreiziger dr. Lange Koek plaats vinden Daugard Jensen, de gouverneur van Groenland, neemt als stille waarnemer aan de besprekingen deel, waarin Rasmussen met zijn Groenlandsche en Lindbergh met zijn technische vliegervaringen zul len confereeren over de landingsplaatsen, de noodza kelijke uitbreidingen en de mogelijkheid om ook des winters te vliegen. Rasmussen heeft een opdracht van de regeering, deze dingen tot in finesses met Tokio in den neveL Een aanstaand oorlogsbeeld. Bij de manoeuvres van de Japansche luchtstrijdkrachten werd Tokio door vliegmachines in kunstmatigen nevel gehuld. Do feestelijke ontvangst in Rome van de Ooeaanvliegers Do dapperen met Balbo aan het hoofd marcheeren door den triomfboog van Constanten. Lindbergh te bespreken, daar er belangrijke staats belangen mee gemoeid zijn. Maar behalve de deelnemingen aan conferenties en het maken van kleinere vluchten langs de schoo- ne kueten van Groenland heeft het echtpaar Lind bergh zeer moeilijk en belangrijk werk te doen. Lindbergh zelf probeert een nieuwe „aandrijvingsin dicator", een uitvinding van Harold Gatty, die eens met Post een wereldrecordvlucht maakte. Ook Post had dit apparaat op zijn laatste vlucht mee. Verder maken beiden cartographische en andere opnamen. De resultaten moeten aan de „Panamerican Air ways", welke al deze dingen financiert, worden voor gelegd. In drie k vier weken moeten de beraadslagingen in orde zijn. Het stadium der theorie ligt reeds lang in het verleden. De aanvang van een regelmatig vliegverkeer over het genoemde traject is tegen den herfst 1934 of het voorjaar van 1935 bepaald. In twee groote vliegtuigfabrieken van Amerika en wel in Martins fabrieken in Baltimore en de Sikorski fa briek in Bridgeport zijn de grootste vliegmachines ter wereld in aanbouw. Zij worden in den trant der z.g. Clippers gebouwd, welke mén ook voor het vliegverkeer naar de Caribische eilanden gebruikt. Het zullen wonderwerken van techniek worden. Maar over de bijzonderheden zwijgt men tot dus ver, om de concurrenten niet kl te nieuwsgierig te maken. De „Panamerican-Airw«ys" gaat met de hoogste verwachtingen en vele dollars een groot werk begin nen. Dat is de reden, waarom Kolonel Charles A. Lindbergh in Groenland, Labrador en IJsland ver wijlt. Hij rust weer aan de drasse boorden Van d'een of and'ren wijden pla6, Met pieren, deeg en and're zaken, Plus een verschoten regenjas. Of wel hij doolt langs stille vaarten. En speurt naar ongeziene buit. Dan hurkt hij hoopvol in elkander, En werpt zijn aas behoedzaam uit. Hij kent de plekjes op zijn duimpje, De juiste richting van den wind, De uitgezochte lekkernijen, Die een rechtschapen visch bemint. Ook is hij vaak verscheiden uren Nadenkend in ziohzelf gekeerd, Al weet hij reeds bij ondervinding, Dat er geen enkele visch passeert! Hij hengelt altijd naar het wonder, Naar een applaus bij open doek, Een idem idem zóóveel ponder, Een reuzen-karper of een snoek. En als dat wonder niet wil komen, Toevallig of misschien expres, Dan weet hij in een achterstraatje Nog wel een zeer vertrouwd adres! De hengelaar la van nature Een rustig en omzichtig mensch, Behept met vreemde idealen, En menig onberepen wensch, Die stoute stukjes uit 't verleden Wel wat te' onwaarschijnlijk kleurt. En ook wel dingen gaat vertellen, Die niet preoies zoo zijn gebeurd! Zoovèlen hengelen in 't leven Naar visschen van divers formaat, Dan weten ze hun aas te kiezen Uit deeg van eigen fabrikaat! En zij, die soms in troebel water Zich oefenen in dit vermaak, Die slaan, naar men steeds blijft beweren Heel vaak het meest nog aan den haak!! Augustus 1933. (Nadruk verboden).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 5