De afsluiting en droogmaking
van dejuiderzee.
Barbara Worth
Radioprogramma
Ontzilting van water en
gewonnen land.
Aan de driemaand el ij ksche mededeelingen betreffen
de de Zuiderzeewerken Ia het volgende ontleend:
De toestand op het IJsselmeer.
Tengevolge van 't geringe waterberwaar was de daling
van het zoutgehalte, hoewel goed merkbaar, njet groot
Bij een opneming even na half April 1933 werd het
gemiddelde chloorgehalte bepaald op 2.6 g. per l; be
gin Juni 1933 was dit getal gedaald tot 2.4. (De over
eenkomstige gehalten aan keukenzout zijn respectleve-
4.7 en 4.3 g. per liter).
Ten opzichte van den ln het vorig bericht weerge
geven toestand van Februari 1933 ls vooral het zuidelijk
deel van het meer verzoet; ln het Noorden is het ge
halte slechts weinig afgenomen. Het gebied met een
betrekkelijk hoog chloorgehalte. dat zich gedurende
langen tijd langs de Noordhollandsche kust tusschen
Enkhuizen en Muiden heeft bevonden, ls geheel en al
verdwenen. Dit feit is van belang, omdat thans de ver
wachting ls bevestigd, dat In de wlntersche perloden
van krachtigen wind het water van het meer in sterke
mate wordt gemengd. Het meer zal dus over zijn ge-
heele uitgestrektheid verzoeten: zoutzakken zuljen niet
achterblijven.
Het relatief hooge zoutgehalte van het Buiten-U
wordt zonder twijfel veroorzaakt door vermenging met
water uit het Noordzee-kanaal, dat thans zouter is dan
het IJsselmeer.
Nu het IJsselmeer ongeveer een jaar heeft bestaan,
loont het de moeite, na te gaan, in hoeverre de ver
zoeting van het meer overeenstemt met de verwach
ting.
Na vergelijking van de grondslagen, waarvan uitge
gaan ls met de opgedane ervaring, kan worden vastge
steld, dat de verzoeting van het IJsselmeer tot dusverre
goed aan de verwachting beantwoordt
Het in cultuur brengen van de Wleringer-
meer. Ontzilting.
Evenals in 1931 en 1932 heeft plaats gehad, moest ook
dit voorjaar een overzicht worden gegeven van het
zoutgehalte van de Wieringermeergronden, omdat hier
op de definitieve vaststelling van het zaaiplan diende
te worden gebaseerd.
Het omvangrijke cijfermateriaal heeft tot grondslag
gediend voor de nadere vaststelling van het voorjaars-
zaaiplan. Wegens de plaatselijk onvoldoende ontzil
ting, verband houdende met den drogen winter, ls er
van afgezien moeten worden een deel van de in den
vorigen herfst met granen bezaaide oppervlakte met
een grasklavermengsel ln te zaaien, aangezien hiervan
geen goed grasland zou zijn te verwachten. De hier be
doelde kavels zijn meerendeels gelegen in het noord
oostelijk deel van den polder, waar deels door slemplg-
heid van den grond de ontzilting niet normaal is ver-
loopen, doch waar anderdeels door kwelverschijnselen
een hooger zoutgehalte ls gevonden dan had mogen
worden verwacht
Blijkens de zoutkaart van dit voorjaar vertoont het
kleigebied ten Oosten van de Terp. dat eerst in 1932
werd begreppeld .uiteraard nog het hoogste zoutge
halte. Een groot deel hiervan ls of wordt met het z.g-
noodmengsel (een mengsel van de voor zout het minst
gevoelige grassen) bezaaid, en daar hier bovendien nog
het noodige dient te worden gedaan voor correctie van
de aanwezige zure grondlagen, kan voor dit gebied
rustig een betere ontzlltingstoestand worden afgewacht
alvorens tot ln cultuur brengen wordt overgegaan.
Overigens is gebleken, dat een belangrijke opper
vlakte. grootendeels gelegen ln het kleigebied van het
Oude Land. in zoodanige mate was ontzilt, dat ernstig
overwogen diende te worden, deze gronden alsnog ln
het zaalplan op te nemen. Werd dit niet gedaan, dan
was te verwachten, dat de wilde flora, in het bijzon
der de gewone akker-onkruiden, zich, dank zij het
lage zoutgehalte, in zoodanige mate zouden ontwikke
len, dat hiervan blijvend last bij de cultuur zou worden
ondervonden, terwijl het bovendien voor de structuur
van deze gronden alleszins gewenscht moest worden
geacht, een gewas te zaaien, als de omstandigheden
dit toelieten.
Op grond van deze motieven is dan ook besloten
een oppervlak van pl.m. 1600 H.A. aan het bestaande
zaalplan toe te voegen, waarvoor om verschillende re
denen de keuze ls gevallen op roode, witte en lucerne
klaver (zonder dekvrucht). De klavers geven in het al
gemeen op de Wieringermeergronden een uitstekende
ontwikkeling te zien, vooral nu door enting de jeugd-
©ntwikkeltng aanzienlijk kan worden bevorderd. De
grondverbeterende werking van de klavers is. ln het
bijzonder voor deze jonge Zulderzeegronden. van bul-
FEU1LLET0N
Door
HAROLD BELL WRIGHT
51
En steeds werden de mijlen van den randweg met
de volmaakte regelmatigheid van die onvermoeide hoe
ven gemeten. Nu naderde hij Wolf-Wells en de laatste
lichtschemering verdween van den hemel aan gene zij
de van de donkere massa van de Niemandsbergen. Nu
eerst liet hij zijn paard stilstaan. Hij stapte af. maak
te de stang van den teugel los en diep dook het paard
met zijn kop in het verkwikkende water. Het paard
dronk met groote teugen, lichtte zijn kop op. haalde
diep adem en stond gereed om den tocht te hervatten.
In de duisternis vergewiste Abe zich dat zijn zadel-
riem stevig bevestigd was. streelde den vochtlg-war-
men nek van zijn paard. „Beste jongen..." zeide hij
goedkeurend... En zonder verder aan rust te denken
vervolgden zij hun weg. Verder, steeds verder, totdat
zij den rand van de vroegere zeegolf bereikt hadden en
de bruine met neergebogen kop de steile helling van
de Mesa beklom.
Hier hadden, vele jaren geleden, de vier mannen en
de knaap stil gehouden, hier hadden zij in de ongeme
ten verte gestaard, naar den ruimen hemel die zich
daarboven welfde, naar de vlakte aan hunne voeten,
naar de voortrollende zandheuvels en de veelkleurige
luchtverhevelingen, alles nu verborgen in de duisternis
van den nacht.
In den hollen, diepen Duivelsberg weerklonken de
hoefstappen van het paard met angstwekkende duide
lijkheid. terwijl de duisternis hem belette zelfs den kop
van zijn paard te onderscheiden.
Bij de Bergbron. waar de reizigers die de woestijn
in trokken, altijd hun watervoorraad aanvulden, hield
Abe wederom stil. Het was een weinig na midder
nacht. Hij maakte den zadelriem en de teugels los en
liet zijn paard drinken. Toen nam hij van den voor
raad, dien hij had meegenomen, een zak met gerst.
tengewone beteekenls, zoodat gehoopt wordt, dat de
aanslag en ontwikkeling van deze gewassen aan de
verwachtingen zullen mogen voldoen.
Natuurlijke vegetatie
De ontwikkeling van de spontane vegetatie ln de
Wieringermaar is een interessant proces, dat zeer snel
is verloopen en waarbij ln korten tijd reeds vele wijzi
gingen in het plantendek zijn opgetreden. Het aantal
soorten planten, hetwelk zich in den polder vestigde,
bedroeg in 1930 reeds 101 stuks; in 1931 werden 172
soorten, in 1932 meer dan 280 soorten gevonden, waar
bij zich in het begin van 1933 nog eenige tientallen
hebben gevoegd. Deze vestiging is het gevolg van de
werkzaamheid van factoren, als water (zeewater en
kanaalwater), wind, menschen, vogels, enz.
Aan mossen waren tegen het einde van 1932 reeds
20 soorten aanwezig, terwijl ook verscheidene kleine
zwammen voorkwamen.
Hoewel de vestiging van de plantensoorten grooten
deels bepaald wordt door het toeval, waardoor het ge
heel gecompliceerd wordt, zijn er toch algemeene lijnen
ln de ontwikkeling van het plantendek aan te wijzen.
Deze ontwikkeling houdt uit den aard der zaak sterk
verband met de ontzilting van deze oorspronkelijk
zoute gronden. Men kan in het plantendek de ontwik
keling onderscheiden van twee groepen, n.1.:
1. de ontwikkeling van de landplanten;
2. de ontwikkeling van de waterplanten.
I. In den erfst van 1930 het jaar van droogvallen
waren enkele schelpbanken onder de vroegere kus
ten reeds zeer welig begroeid; in 1931 waren het enkele
honderden ha, vnl. langs de voormalige kusten en ln
1932 reeds duizenden ha, welke dióht onder de wilde
planten stonden.
Op de nog zoute terreinen waren het vnl. de zout-
minnende planten zeeaster, strandmelde, moddermelde,
schorrekruid en ook zeekraal, welke over groote opper
vlakten tot overheersching geraakten; op reeds snel
ontzilte gronden (zandgronden, enz.) was het vnl. het
akkeronkruid krulskruid. Dit zijn alle éénjarige plan-
VRIJDAG 18 AUGUSTUS.
HILVERSUM (1875 M.)
VARA.: 8.00 Gramofoonmuziek; V.PR.O-: 10.00 Morgen
wijding: VARA: 10,15 Adolf Bouwmeester draagt voor;
11.15 Vervolg concert; AVRO.: 12.00 Gramofoonmuziek
12.30 Kovacs Lajos en zijn orkest; 2.15 Gramofoonmu
ziek; 2.30 Voordracht; 3.00 Gramofoonmuziek; VARA.:
4.00 Orgelspel door Jan Vogel; 4.30 Voor de kinderen;
5.00 De Notenkrakers o.l.v. Daaf Wins; 6.00 Kleln-
orkest; 6.40 Causerie; 7.00 De Flierefluiters o.l.v. Ray
Forest; VP.R.O.: 8.00 Cursus; 9-00 Lezing; 10.00 Vrijz
Godsdienstig Persbureau; daarna Vaz Dlas; 10.15 Gra
mofoonmuziek; VARA.: 11.00 Gramofoonmuziek.
HUIZEN (298 M.)
N.C.R.V.: 8.00 Schriftlezing en meditatie; 8.15 Gramo
foonmuziek; 10.30 Morgendienst; 11.00 Harmoniumbe
speling; 12.00 Politieberichten; 12.15 Gramofoonmuziek;
12.30 Ensemble Van der Horst; 2.00 Rustpoos; 2.30 Chr.
lectuur; 3.00 Gramofoonmuziek; 3.30 Liederenrecital
4.30 Halfuurtje voor jeugdige amateuMotografen5.00
Gramofoonmuziek; 5.15 Concert door The Columbla
Th ree; 6.30 A. J. Herwig: Snijbloemen uit den tuin;
7.15 Ned. Chr. Persbureau; 7.30 Literaire lezing; 800
Concert in den Dierentuin te Den Haag door de Kon.
Militaire Kapel o.l.v. C. Walther Boer; 10.20 Vaz
Dias; 10.30 Gramofoonmuziek; 11.30 Sluiting.
LUXEMBURG (1191 Ml
7.00 Lichte gramofoonmuziek; 7.50 Symphonisch con-
oert; 8.40 Gramofoonmuziek; 9.55 Dansmuziek,
BRÜSSFI (509 M.)
12.20 Concert; 1.30 Gramofoonmuziek; 5.20 Populair
conoert; 6.35 Gramofoonmuziek; 7.10 Concert; 8.20
Symphonie-orkest; 9.20 Concert.
KALUNDBORG (1151 M.)
12.20 Strijkorkest; 3.20 Omroeporkest; 10.40 Oude mu
ziek; 11.20 Dansmuziek.
BERLIJN (419 M.)
10.20 Dansmuziek.
HAMBURG (372 M.)
11.50 Populair concert; 1.35 Gramofoonmuziek; 2.30 ld.;
8.20 Concert; 9.45 Volksdansen.
KONIGSWUSTERHA TARN (1635 M l
12.05 Gramofoonmuziek; 2.20 Idem; 2.50 Kamermuziek;
11.20 Concert.
LANGENBERG (473 M l
12.20 Populair concert; 12.50 Dansmuziek; 1.30 Populair
concert; 6.20 Opera-muziek.
DAVENTRY (1554 M.ï
12.20 Orgelrecital; 1.05 Concert; 2.05 Idem; 2.35 Gramo
foonmuziek; 4.35 Concert; 7-05 Pianospel; 10.20 Con
cert; 11.20 Orkest.
PARIJS EIFFEL (1734 M.)
8.50 Programma van Weenen.
PARIJS (RADIO) (1724 M.)
8.05 Gramofoonmuziek; 7.40 Idem; 8.20 Opera.
deed dien open. legde dien over den kop van bruintje,
die aldus zijn maaltijd binnen zijn bereik bevond. Daar
na deed hij zich tegoed aan den mondvoorraad dien
Barbara voor hem had toebereid en strekte zich in
zijn volle lengte op de aarde uit, zoodat alle spieren tot
rust en ontspanning kwamen. Het geluid van het paard
dat zijn voedsel verwerkte, hield op en bruin volgde
het voorbeeld van zijn meester en nam een welver
diende rust.
Zij vertoefden daar een uur lang. toen werden de
teugels weer aangelegd, de zadelriem aangetrokken en
voort ging het weer. Maar de gang was niet meer zoo
gelijkmatig, de tred niet meer zoo vast: zij waren nu
midden in het gebergte en klommen gestadig naar het
hoogste punt. Maar er was geen sprake van rust, van
verademing voor het paard noeh voor het pijnlijk ver
moeide lichaam van den ruiter.
Eindelijk hadden zij den top bereikt en met ver
nieuwden moed ging het nu de helling af. De donkere
eenzame heuvels weerkaatsten den hoefslag van het
paard. En de uren volgden op de uiren en geen ander
geluld dat de stilte verbrak dan het getrappel van zijn
paard, het gerammel van den ketting of van de sporen
en het kraken van het zadel. Toen de morgen daagde,
lagen de bergen achter hem. Stroomen helder water
vloeiden vroolijk langs hun rotsbedding, het groen van
de pljnboomen prijkte in de hoogte en in de ravijnen
bloeiden de sycamoren.
Bij de eerste hoeve die zy langs hun weg aantrof
fen. hielden zij stil. Een uur voor het ontbijt van man
en paard en de tocht werd hervat. Het middag-
maal werd aangelegd in een liefelijk dorpje te midden
van vruohtbare landerijen en het was vier uur, toen hij
van verre de zee en den rook van San Felipe tegen het
blauw van hemel en water zag. Hij had nu nog drie
uren te rijden. De vermoeide man zette zich vaster in
het zadel, het paard begreep de beweging en beant
woordde die met een versnelling van zijn gang. Ruiter
en paard waren zich beiden bewust van het einddoel
van den tocht. Maar toch waren er nu nog twee uren
van dien gestadigen afgemeten draf noodig.
Toen hij de zonter kimme zag dalen, vergat Abe Lee
zijn vermoeidheid en zijn verstijfde ledematen. Hij
dacht alleen aan die kleine stad in de woestijn en aan
de stakende Mexicanen en Indianen die daar samen
schoolden, teleurgesteld en verbitterd over het uitstel
in de betaling van hun dagloon en geneigd tot alle da
den van geweld die hun wraakzucht konden bevredi
gen. Hij wist maar al te goed dat woorden hier niets
ten, welke In staat zijn tot een enorme zaadproductie
(waarbij kruiskruid nog meerdere generaties in één
jaar heeft) en daarom aspectvormend werden als pio
nier over groote oppervlakten.
Deze fase van de overheersching van de éénjarige
planten met sterke zaadproductie is te beschouwen als
het eerste stadium in de ontwikkeling van de spontane
vegetatie in de Wieringermeer.
Het tweede stadium, hetwelk plaatselijk reeds optrad
ln 1931, op grootere schaal ln 1932 en typisch over
groote terreinen ln 1933 (gevolg van de sterke ontzil
ting van de Wieringermeergronden in den winter 1932
1933), is dat van de overheersching van de meerjari
ge planten en wel ln het bijzonder van de grassen, welk
stadium in het begin gekarakteriseerd is door het over-
heerschen van grassen met een sterke zaadproductie,
terwijl er aanwijzingen zijn, dat deze fase zich verschui
ven zal in de richting van de zich vegetatief voort
plantende grassen.
II. De kanalen en slooten van den polder zijn nog
zeer arm aan waterplanten. Toch is er een merkwaar
dig gebied ln het noordoosten van den polder, waar,
zeer vermoedelijk door vogels, welke hier bij duizenden
huiaden, een vrij soortenrijke moeras- en water-vegeta
tie is „overgeplant". Daar komen namelijk in groot
aantal voor de z.g. zoete wellen, d. z. plaatsen waar
door den doorlatenden bodem zoet water uit den on
dergrond omhoog geperst wordt. In 1931 gaven deze
wellen nog bijkans alle water tot aan de oppervlakte;
ln 1932 werd hieraan door begreppeling een einde ge
maakt, zoodat de moeras-vegetatie, onder welke opval
len riet, lisch-dodden en hooge biezen, thans op drogen
grond staat.
In 1933 wordt het grootste gedeelte van den polder
In cultuur gebracht, waarbij als onkruidbestrijding
wordt toegepast de zomerbraak, zoodat het waarne
mingsterrein voor deze verschijnselen langzamerhand
wordt teruggebracht tot een viertal natuurreservaten,
waarop de verdere otnwikkeling van de natuurlijke
vegetatie nog jaren zal kunnen worden vervolgd.
MILAAN (331 M
7.20 Gramofoonmuziek; 8.00 Idem.
ROME (441 M.)
8.35 Gramofoonmuziek.
WEENEN (517 M.)
7.35 Opera-uitzending; 10.40 Populair concert
WARSCHAU (1411 M
5.35 Solistenconcert; 10.25 Dansmuziek.
HEROMUNSTER (460 M.)
5.50 Concert; 7.30 Balalaikamuziek; 8 50 Populair con
cert; 10.00 Concert
ZATERDAG 19 AUGUSTUS.
HILVERSUM (1875 M.)
VARA.: 8.00 Gramofoonmuziek; V-PR.O.: 10.00 Morgen
wijding; VARA: 10,15 Uitzending voor de^arbeiders in
de Continubedrijven; 12.00 Klein-orkest;' 2.00 Gramo
foonmuziek; 2.30 Zang; 2.45 Toespraak voor de federa
tie van Arbeiders-Esperantisten; 3.00 Zang; 3.10 De
Flierefluiters o.l.v. Ray Forest; 3.40 Letterkundig
overzicht door A. M. de Jong; 4-00 De Flierefluiters
4.30 Gramofoonmuziek; 5.30 Amsterdamsche Orkest
vereniging onder leiding van Frans van Diepenbeek;
6.00 S. Friedmann zingt likjes; 615 Amsterdamsche
Orkestvereeniging; 6.45 S. Friedmann; 7.00 Vervolg
concert; 7.30 Uitzending voor het platteland: 8.00 Bonte
Avond; 9.30 Orgelspel door Joh. Jong; 9.45 Voortz.
Bonte avond; 11.00 Gramofoonmuziek.
HUIZEN (296 M.)
K.R.O.: 8.00 Morgenconcert; 10.00 Gramofoonmuziek;
11.30 Godsd. halfuurtje; 12.00 Politieberichten; 12.15 Or
kest onder leiding van Piet Lustenhouwer; 1.45 Rust
poos; 2.00 Voor de rijpere jeugd; 2.30 Kinderuurtje;
4.00 Orkest onder leiding van Marinus van 't Woud;
5.00 Gramofoonmuziek5.30 Orkest; 6.20 Weekoverzicht;
6.45 Orkest; 7.15 Causerie; 7.35 Gramofoonmuziek; 7.45
Avondprogramma: Kiss Joska en zijn Hongaarsche
Kapel en de K.R.O.-boys; 8.30 en 10.30 Vaz Dias; 11-15
Gramofoonmuziek; 12.00 Sluiting.
LÜXEMBOURG (1191 M.)
7.00 Lichte gramofoonmuziek; 7.50 Symphonisch con
cert; 8.40 Gramofoonmuziek; 9.55 Dansmuziek.
BRUSSEL (509 M.)
12.20 Concert; 1.30 Conoert; 6.35 Pianorecital; 7.05 Gra
mofoonmuziek; 8.20 Concert; 9.20 Idem.
KALUNDBORG (1153 M.)
12.20 Strijkorkest; 2.50 Gramofoonmuziek; 3.50 Omroep
orkest; 900 Concert; 12.00 Dansmuziek.
BERLIJN (419 M.)
10.20 Dansmuziek door de Egon Kaiser-kapel.
HAMBURG (372 M.)
11.50 Concert; 1-35 Gramofoonmuziek; 2.30 Idem; 4.20
Concert.
KONTNGSWUSTERHAUSEN (163.1 M.
12.20 Schooluitzending; 4.20 Populair concert; 6.25 Dans
muziek; 1135 Dansmuziek.
LANGENBERG (472 M l
12.20 Populair concert; 1.20 Concert; 2.50 Gramofoon
muziek; 6 20 Concert; 10.50 Gramofoonmuziek.
meer konden uitrichten en geen vermaning tot geduld
zou worden aangehoord. Daar hadden zij geen ooren
voor. Naar hun meening waren zy bedrogen en om den
tuin geleid. Zij kenden geen beter herstel van hun
grieven dan vernieling en mishandeling en misschien
doodslag. En Barbara... Barbara was daar... Wanneer
het nog slechts één nacht rustig bleef... Wanneer Tex
en Pat en het handjevol blanken hen nog slechts en
kele uren ln bedwang konden houden tot zijn terug
komst...
Tot zijn terugkomst! Maar wat zou %r gebeuren, wan
neer Jefferson Worth zijn telegram niet tijdig vóór zijn
vertrek uit San Felipe ontvangen had? Wanneer, de
ontvangst van de gelden nog langer op zich zou laten
wachten
Eindelijk reed hij langs de verlichte straten van de
havenstad. Een politie-agent keek wantrouwend naar
het bestoven, uitgeputte paard en meer nog naar den
ruiter met zijn verwilderd uiterlijk. Hij wees den op
zichter den weg naar het hotel dat een huizenblok
verder gelegen was... En zijn oogen volgden hen ter
wijl zij langzaam het einde van hun tocht naderden.
ACHTENTWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Wat de man van de Maatschappij tot de
arbeiders zeide.
Terwijl Barbara en haar drie vrienden zich verblijd
den ln het bericht van Jefferson Worth dat hun de
oplossing van de geldelijke moeilijkheden meldde, zat
Willard Holmes alleen in zijn kamer van het hotel van
San Felipe.
Na het onderhoud, dat hij met Cartwright gehad had,
was een stormachtig tooneel met James Greenfield af
gespeeld en de woorden van den voorzitter van de Ko
ningsdal-Maatschappij klonken in zijn ooren met pijn
lijke eentonigheid na: „Ontslagen..., ontslagen... ont
slagen!"
Voor het eerst in zijn leven had de ingenieur die
woorden tot zich hooren richten. Hij kon zich niet los
maken van de gedachte dat er plotseling een einde aan
zijn loopbaan was gemaakt.
Gedurende zijn geheels leven had Willard Holmes
den steun en den maohtlgen invloed van zijn vaderlij
ken vriend gevoeld. Zonder de geringste inspanning
van zijn kant hadden betrekkingen en gunstige gele
genheden steeds voor hem klaar gelegen. Ondanks net
feit dat zijn bekwaamheid als ingenieur boven allen
DAVENTRY (1554 MJ
12.20 Concert; 1.05 Gramofoonmuziek; 3.05 Idem; 3.50
Concert; 7.25 Concert; 8.20 Gramofoonmuziek.
i
PARUS EIFFEL (1446 M.)
8.50 Radiotooneel.
PARIJS-RADIO (1725 M.)
8.05 Gramofoonmuziek; 12.20 Gramofoonmuziek; 7.30
Idem; 8.20 Opera-uitzending.
MILAAN (331 M.)
8.00 Gramofoonmuziek; 9.05 Gevarieerd programma.
i
ROME (441 M.)
8.35 Gramofoonmuziek; 9.20 Blijspel.
WEENEN (517 ML)
5.20 Populair concert; 7.25 Gramofoonplaten; 10.35 Po
pulair concert,
WARSCHAU (1411 M.)
5.35 Solistenooncert; 6.55 Kamermuziek; 8.20 Populair»
concert;
BEROMUNSTER (460 M.)
7.40 Gramofoonmuziek; 8.50 Concert; 9.30 Idem; 10.35
Dansmuziek.
EEN OPLICHTERSTRUC DOOR EEN
„DEFTIGE" DAME!
Mag ik u iets leenen?
Dezer dagen verscheen bij een winkelier in de bin
nenstad, aldus vertelt de N. R. Crt., een dame, een
deftige dame, een héél deftige dame. De winkelier
voelde zich verheugd; een nieuwe klant en dan nog
wel zulk een nieuwe klant krijgt men tegenwoordig
er niet dagelijks bij. Zijn vreugde werd echter al ras
getemperd, toen de dame begon met een verontschul
diging te stamelen, omdat zij hem kwam lastig val
len. Als een bliksemschicht flitste het door zijn
brein: dat wordt een verzoek om artikelen beschik
baar te stellen voor een liefdadigheidsbazar. Toch
maar doen, je kan nocüt weten.... In het magazijn
staan nog die haast onverkoopbare pakjes. Dan ben
ik die strop met eere kwijt
Maar de dame vroeg niet naar gratis-artikelen;
zij vroeg niet om een financieele bijdrage, zij vroeg
niet om een busje in den winkel te mogen laten op
hangen, zij vroeg naar den kortsten weg naar... Was
senaar.
De winkelier keek verbluft. Een deftige dame, die
van de Rotterdamsche binnenstad naar Wassenaar
wilde loopen? De dame raadde blijkbaar zijn ge
dachten en vertelde, dat zij op haar doorreis was, dat
zij hier ter stede haar taschje was kwijt geraakt,
dat zij hier geen kennissen had en dat zij nu geen
andere oplossing wist, dan maar naar huis te loo
pen.
Weer vloog een gedachte als een bliksemflits door
het brein van den winkelier en hij haastte zich om te
zeggen: Maar dat is toch heelemaal niet noodig. Mag
ik u iets leenen? Hier is mijn kaartje, met mijn adres.
En hij gaf haar een reclame-adreskaartje.
De dame protesteerde. Zij kon toch niets van een
haar onbekenden winkelier aannemen. Zij had nog
nooit iets bij hem gekocht. De winkelier glimlachte,
dacht aan de toekomst en drong aan. Tenslotte
zwi« htte de dame, zij gaf naam en adres op en de
winkelier verschafte haar een ruim reisgeld. De da
me vertrok, na duizendmaal dank te hebben gezegd
en te hebben beloofd nog denzelfden dag het geleende
bedrag per postwissel terug te zenden.
Den volgenden dag kwam er echter geen postwis
sel en den daarop volgenden dag ook niet.
Toen vertelde de winkelier des avonds dit gebeur
tenisje aan een collega, die al spoedig zijn relaas on
derbrak en het hem op zijn beurt uit vertelde, met
een volledige beschrijving van de dame. Het was hem
ook overkomen, alleen woonde zij toen in Voorburg.
De beide winkeliers schreven een voorzichtig ge
stelden brief naar de hun opgegeven adressen. De
brieven kwamen terug: onbestelbaar. Toen zijn do
winkeliers naar de politie gegaan en daar hoorden
zij, dat zij al de zooveelsten waren, die slachtoffer
van de deftige dame waren geworden.
EEN REUSACHTIGE NALATENSCHAP.
Een meevaller voor de Engelsche schat
kist. En tevens voor velen die ln het
testament bedacht zijn.
Londen, 15 Aug. Sir John Ellerman, de scheeps-
magnaat, die op 16 Juli jl. te Dieppe is overleden,
heeft een fortuin van ten minste 17.224.425 pond ster
ling nagelaten, hoewel verwacht wordt dat met de
aandeelen, welke de overledene in verschillende
maatschappijen heeft gehad, de geheele nalaten
schap wel 30 millioen p.st. zal bedragen, waarvan
alleen ongeveer 15 millioen p.st. aan successierechten
zullen moeten betaald, alleen reeds 6 millioen p.st.
voor het landgoed. Tal van officieren en bedienden
der scheepvaartmaatschappijen, waarbij Ellerman
was geïnteresseerd, zijn in het testament, dat 26 pa
gina's beslaat en van een register is voorzien, be
dacht.
twijfel verheven was, was hij daar toch nooit uitslui
tend op aangewezen geweest. Er waren steeds andere
en sterker beweegkrachten voor hem aan het werk ge
weest. Maar nu, voor het eerst van zyn leven stond bij
tegenover de wereld van zijn vak met niets anders in
zijn voordeel dan alleen zijn bekwaamheid als ingeni
eur. terwijl zijn plotselinge scheiding van de Maatschap
pij hem op eens duidelijk maakte welk een gewichtig
aandeel de invloeden van bulten te allen tijde in zijn
levensloop .gehad hadden. Het wds hem te moede, alsof
h\j voor goed verloren en verongelukt was en tever
geefs vroeg hij zich af, welken weg hij nu moest in
slaan. Zijn toekomst scheen hem een gapende afgrond.
Hij had er voortdurend naar verlangd, naar het Dal en
naar zijn werk terug te keeren. Maar hij had nooit ge
weten hoe lief dat werk hem was, hoe al zijn plannen
en droomen en al zijn hopen in de ontginning van het
Koningsdal waren opgegaan.
Wanneer zijn ontslag in verband had gestaan met
zijn werk, zoo overlegde hij bij zaóhzelven dan zou
het een geheel andere zaak zijn geweest. Niet zonder
bitterheid herinnerde hij zich al de moeilijkheden die
hij ondervonden had en die uit een onvoldoende uit
rusting of een misplaatste zuinigheid van de Maat
schappij voortvloeiden, terwijl hij alles in het werk had"
gesteld om het systeem van de Maatschappij tot ont
wikkeling te brengen en zorg te dragen voor de leve
ring van het water aan de pioniers allereerste voor-
waarde van 't ontginningswerk. Hij kende alles tot de
kleinste onderdeelen van het geheel. Hij kende ook
de eigenaardigheden van de rivier en wist alle bijzon
derheden van het onbewoonde land. Hij kende tenslotte
het ontzettende gevaar van het jaargetijde van den
hoogen waterstand en hij had plannen ontworpen om
de rampen te bezweren, die vroeg of laat te verwach
ten waren.
En nu was hy op straat gezet, omdat hij geweigerd
had de pioniers over te leveren aan de genade van de
New-Yorksche kapitalisten, die zich om de onderneming
zelve niet in 't minst bekommerden, maar alleen ver
langden dat zij zou bijdragen tot de vermeerdering van
hun geldbezit. Er was geen enkele reden waarom hij
naar het Koningsdal terug zou keeren. Om daar een
ander te zien die zijn werk verrichtte? Om als een
vreemde de ontwikkeling van het land gade te slaan?
Of wat misschien nog waarschijnlijker was mach
teloos toe tezien bij de verwoesting van het land?
Wordt vervolgd.