De afsluiting en droogmaking van dejuiderzee. Barbara Worth Radioprogramma Ontzilting van water en gewonnen land. Aan de driemaand el ij ksche mededeelingen betreffen de de Zuiderzeewerken Ia het volgende ontleend: De toestand op het IJsselmeer. Tengevolge van 't geringe waterberwaar was de daling van het zoutgehalte, hoewel goed merkbaar, njet groot Bij een opneming even na half April 1933 werd het gemiddelde chloorgehalte bepaald op 2.6 g. per l; be gin Juni 1933 was dit getal gedaald tot 2.4. (De over eenkomstige gehalten aan keukenzout zijn respectleve- 4.7 en 4.3 g. per liter). Ten opzichte van den ln het vorig bericht weerge geven toestand van Februari 1933 ls vooral het zuidelijk deel van het meer verzoet; ln het Noorden is het ge halte slechts weinig afgenomen. Het gebied met een betrekkelijk hoog chloorgehalte. dat zich gedurende langen tijd langs de Noordhollandsche kust tusschen Enkhuizen en Muiden heeft bevonden, ls geheel en al verdwenen. Dit feit is van belang, omdat thans de ver wachting ls bevestigd, dat In de wlntersche perloden van krachtigen wind het water van het meer in sterke mate wordt gemengd. Het meer zal dus over zijn ge- heele uitgestrektheid verzoeten: zoutzakken zuljen niet achterblijven. Het relatief hooge zoutgehalte van het Buiten-U wordt zonder twijfel veroorzaakt door vermenging met water uit het Noordzee-kanaal, dat thans zouter is dan het IJsselmeer. Nu het IJsselmeer ongeveer een jaar heeft bestaan, loont het de moeite, na te gaan, in hoeverre de ver zoeting van het meer overeenstemt met de verwach ting. Na vergelijking van de grondslagen, waarvan uitge gaan ls met de opgedane ervaring, kan worden vastge steld, dat de verzoeting van het IJsselmeer tot dusverre goed aan de verwachting beantwoordt Het in cultuur brengen van de Wleringer- meer. Ontzilting. Evenals in 1931 en 1932 heeft plaats gehad, moest ook dit voorjaar een overzicht worden gegeven van het zoutgehalte van de Wieringermeergronden, omdat hier op de definitieve vaststelling van het zaaiplan diende te worden gebaseerd. Het omvangrijke cijfermateriaal heeft tot grondslag gediend voor de nadere vaststelling van het voorjaars- zaaiplan. Wegens de plaatselijk onvoldoende ontzil ting, verband houdende met den drogen winter, ls er van afgezien moeten worden een deel van de in den vorigen herfst met granen bezaaide oppervlakte met een grasklavermengsel ln te zaaien, aangezien hiervan geen goed grasland zou zijn te verwachten. De hier be doelde kavels zijn meerendeels gelegen in het noord oostelijk deel van den polder, waar deels door slemplg- heid van den grond de ontzilting niet normaal is ver- loopen, doch waar anderdeels door kwelverschijnselen een hooger zoutgehalte ls gevonden dan had mogen worden verwacht Blijkens de zoutkaart van dit voorjaar vertoont het kleigebied ten Oosten van de Terp. dat eerst in 1932 werd begreppeld .uiteraard nog het hoogste zoutge halte. Een groot deel hiervan ls of wordt met het z.g- noodmengsel (een mengsel van de voor zout het minst gevoelige grassen) bezaaid, en daar hier bovendien nog het noodige dient te worden gedaan voor correctie van de aanwezige zure grondlagen, kan voor dit gebied rustig een betere ontzlltingstoestand worden afgewacht alvorens tot ln cultuur brengen wordt overgegaan. Overigens is gebleken, dat een belangrijke opper vlakte. grootendeels gelegen ln het kleigebied van het Oude Land. in zoodanige mate was ontzilt, dat ernstig overwogen diende te worden, deze gronden alsnog ln het zaalplan op te nemen. Werd dit niet gedaan, dan was te verwachten, dat de wilde flora, in het bijzon der de gewone akker-onkruiden, zich, dank zij het lage zoutgehalte, in zoodanige mate zouden ontwikke len, dat hiervan blijvend last bij de cultuur zou worden ondervonden, terwijl het bovendien voor de structuur van deze gronden alleszins gewenscht moest worden geacht, een gewas te zaaien, als de omstandigheden dit toelieten. Op grond van deze motieven is dan ook besloten een oppervlak van pl.m. 1600 H.A. aan het bestaande zaalplan toe te voegen, waarvoor om verschillende re denen de keuze ls gevallen op roode, witte en lucerne klaver (zonder dekvrucht). De klavers geven in het al gemeen op de Wieringermeergronden een uitstekende ontwikkeling te zien, vooral nu door enting de jeugd- ©ntwikkeltng aanzienlijk kan worden bevorderd. De grondverbeterende werking van de klavers is. ln het bijzonder voor deze jonge Zulderzeegronden. van bul- FEU1LLET0N Door HAROLD BELL WRIGHT 51 En steeds werden de mijlen van den randweg met de volmaakte regelmatigheid van die onvermoeide hoe ven gemeten. Nu naderde hij Wolf-Wells en de laatste lichtschemering verdween van den hemel aan gene zij de van de donkere massa van de Niemandsbergen. Nu eerst liet hij zijn paard stilstaan. Hij stapte af. maak te de stang van den teugel los en diep dook het paard met zijn kop in het verkwikkende water. Het paard dronk met groote teugen, lichtte zijn kop op. haalde diep adem en stond gereed om den tocht te hervatten. In de duisternis vergewiste Abe zich dat zijn zadel- riem stevig bevestigd was. streelde den vochtlg-war- men nek van zijn paard. „Beste jongen..." zeide hij goedkeurend... En zonder verder aan rust te denken vervolgden zij hun weg. Verder, steeds verder, totdat zij den rand van de vroegere zeegolf bereikt hadden en de bruine met neergebogen kop de steile helling van de Mesa beklom. Hier hadden, vele jaren geleden, de vier mannen en de knaap stil gehouden, hier hadden zij in de ongeme ten verte gestaard, naar den ruimen hemel die zich daarboven welfde, naar de vlakte aan hunne voeten, naar de voortrollende zandheuvels en de veelkleurige luchtverhevelingen, alles nu verborgen in de duisternis van den nacht. In den hollen, diepen Duivelsberg weerklonken de hoefstappen van het paard met angstwekkende duide lijkheid. terwijl de duisternis hem belette zelfs den kop van zijn paard te onderscheiden. Bij de Bergbron. waar de reizigers die de woestijn in trokken, altijd hun watervoorraad aanvulden, hield Abe wederom stil. Het was een weinig na midder nacht. Hij maakte den zadelriem en de teugels los en liet zijn paard drinken. Toen nam hij van den voor raad, dien hij had meegenomen, een zak met gerst. tengewone beteekenls, zoodat gehoopt wordt, dat de aanslag en ontwikkeling van deze gewassen aan de verwachtingen zullen mogen voldoen. Natuurlijke vegetatie De ontwikkeling van de spontane vegetatie ln de Wieringermaar is een interessant proces, dat zeer snel is verloopen en waarbij ln korten tijd reeds vele wijzi gingen in het plantendek zijn opgetreden. Het aantal soorten planten, hetwelk zich in den polder vestigde, bedroeg in 1930 reeds 101 stuks; in 1931 werden 172 soorten, in 1932 meer dan 280 soorten gevonden, waar bij zich in het begin van 1933 nog eenige tientallen hebben gevoegd. Deze vestiging is het gevolg van de werkzaamheid van factoren, als water (zeewater en kanaalwater), wind, menschen, vogels, enz. Aan mossen waren tegen het einde van 1932 reeds 20 soorten aanwezig, terwijl ook verscheidene kleine zwammen voorkwamen. Hoewel de vestiging van de plantensoorten grooten deels bepaald wordt door het toeval, waardoor het ge heel gecompliceerd wordt, zijn er toch algemeene lijnen ln de ontwikkeling van het plantendek aan te wijzen. Deze ontwikkeling houdt uit den aard der zaak sterk verband met de ontzilting van deze oorspronkelijk zoute gronden. Men kan in het plantendek de ontwik keling onderscheiden van twee groepen, n.1.: 1. de ontwikkeling van de landplanten; 2. de ontwikkeling van de waterplanten. I. In den erfst van 1930 het jaar van droogvallen waren enkele schelpbanken onder de vroegere kus ten reeds zeer welig begroeid; in 1931 waren het enkele honderden ha, vnl. langs de voormalige kusten en ln 1932 reeds duizenden ha, welke dióht onder de wilde planten stonden. Op de nog zoute terreinen waren het vnl. de zout- minnende planten zeeaster, strandmelde, moddermelde, schorrekruid en ook zeekraal, welke over groote opper vlakten tot overheersching geraakten; op reeds snel ontzilte gronden (zandgronden, enz.) was het vnl. het akkeronkruid krulskruid. Dit zijn alle éénjarige plan- VRIJDAG 18 AUGUSTUS. HILVERSUM (1875 M.) VARA.: 8.00 Gramofoonmuziek; V.PR.O-: 10.00 Morgen wijding: VARA: 10,15 Adolf Bouwmeester draagt voor; 11.15 Vervolg concert; AVRO.: 12.00 Gramofoonmuziek 12.30 Kovacs Lajos en zijn orkest; 2.15 Gramofoonmu ziek; 2.30 Voordracht; 3.00 Gramofoonmuziek; VARA.: 4.00 Orgelspel door Jan Vogel; 4.30 Voor de kinderen; 5.00 De Notenkrakers o.l.v. Daaf Wins; 6.00 Kleln- orkest; 6.40 Causerie; 7.00 De Flierefluiters o.l.v. Ray Forest; VP.R.O.: 8.00 Cursus; 9-00 Lezing; 10.00 Vrijz Godsdienstig Persbureau; daarna Vaz Dlas; 10.15 Gra mofoonmuziek; VARA.: 11.00 Gramofoonmuziek. HUIZEN (298 M.) N.C.R.V.: 8.00 Schriftlezing en meditatie; 8.15 Gramo foonmuziek; 10.30 Morgendienst; 11.00 Harmoniumbe speling; 12.00 Politieberichten; 12.15 Gramofoonmuziek; 12.30 Ensemble Van der Horst; 2.00 Rustpoos; 2.30 Chr. lectuur; 3.00 Gramofoonmuziek; 3.30 Liederenrecital 4.30 Halfuurtje voor jeugdige amateuMotografen5.00 Gramofoonmuziek; 5.15 Concert door The Columbla Th ree; 6.30 A. J. Herwig: Snijbloemen uit den tuin; 7.15 Ned. Chr. Persbureau; 7.30 Literaire lezing; 800 Concert in den Dierentuin te Den Haag door de Kon. Militaire Kapel o.l.v. C. Walther Boer; 10.20 Vaz Dias; 10.30 Gramofoonmuziek; 11.30 Sluiting. LUXEMBURG (1191 Ml 7.00 Lichte gramofoonmuziek; 7.50 Symphonisch con- oert; 8.40 Gramofoonmuziek; 9.55 Dansmuziek, BRÜSSFI (509 M.) 12.20 Concert; 1.30 Gramofoonmuziek; 5.20 Populair conoert; 6.35 Gramofoonmuziek; 7.10 Concert; 8.20 Symphonie-orkest; 9.20 Concert. KALUNDBORG (1151 M.) 12.20 Strijkorkest; 3.20 Omroeporkest; 10.40 Oude mu ziek; 11.20 Dansmuziek. BERLIJN (419 M.) 10.20 Dansmuziek. HAMBURG (372 M.) 11.50 Populair concert; 1.35 Gramofoonmuziek; 2.30 ld.; 8.20 Concert; 9.45 Volksdansen. KONIGSWUSTERHA TARN (1635 M l 12.05 Gramofoonmuziek; 2.20 Idem; 2.50 Kamermuziek; 11.20 Concert. LANGENBERG (473 M l 12.20 Populair concert; 12.50 Dansmuziek; 1.30 Populair concert; 6.20 Opera-muziek. DAVENTRY (1554 M.ï 12.20 Orgelrecital; 1.05 Concert; 2.05 Idem; 2.35 Gramo foonmuziek; 4.35 Concert; 7-05 Pianospel; 10.20 Con cert; 11.20 Orkest. PARIJS EIFFEL (1734 M.) 8.50 Programma van Weenen. PARIJS (RADIO) (1724 M.) 8.05 Gramofoonmuziek; 7.40 Idem; 8.20 Opera. deed dien open. legde dien over den kop van bruintje, die aldus zijn maaltijd binnen zijn bereik bevond. Daar na deed hij zich tegoed aan den mondvoorraad dien Barbara voor hem had toebereid en strekte zich in zijn volle lengte op de aarde uit, zoodat alle spieren tot rust en ontspanning kwamen. Het geluid van het paard dat zijn voedsel verwerkte, hield op en bruin volgde het voorbeeld van zijn meester en nam een welver diende rust. Zij vertoefden daar een uur lang. toen werden de teugels weer aangelegd, de zadelriem aangetrokken en voort ging het weer. Maar de gang was niet meer zoo gelijkmatig, de tred niet meer zoo vast: zij waren nu midden in het gebergte en klommen gestadig naar het hoogste punt. Maar er was geen sprake van rust, van verademing voor het paard noeh voor het pijnlijk ver moeide lichaam van den ruiter. Eindelijk hadden zij den top bereikt en met ver nieuwden moed ging het nu de helling af. De donkere eenzame heuvels weerkaatsten den hoefslag van het paard. En de uren volgden op de uiren en geen ander geluld dat de stilte verbrak dan het getrappel van zijn paard, het gerammel van den ketting of van de sporen en het kraken van het zadel. Toen de morgen daagde, lagen de bergen achter hem. Stroomen helder water vloeiden vroolijk langs hun rotsbedding, het groen van de pljnboomen prijkte in de hoogte en in de ravijnen bloeiden de sycamoren. Bij de eerste hoeve die zy langs hun weg aantrof fen. hielden zij stil. Een uur voor het ontbijt van man en paard en de tocht werd hervat. Het middag- maal werd aangelegd in een liefelijk dorpje te midden van vruohtbare landerijen en het was vier uur, toen hij van verre de zee en den rook van San Felipe tegen het blauw van hemel en water zag. Hij had nu nog drie uren te rijden. De vermoeide man zette zich vaster in het zadel, het paard begreep de beweging en beant woordde die met een versnelling van zijn gang. Ruiter en paard waren zich beiden bewust van het einddoel van den tocht. Maar toch waren er nu nog twee uren van dien gestadigen afgemeten draf noodig. Toen hij de zonter kimme zag dalen, vergat Abe Lee zijn vermoeidheid en zijn verstijfde ledematen. Hij dacht alleen aan die kleine stad in de woestijn en aan de stakende Mexicanen en Indianen die daar samen schoolden, teleurgesteld en verbitterd over het uitstel in de betaling van hun dagloon en geneigd tot alle da den van geweld die hun wraakzucht konden bevredi gen. Hij wist maar al te goed dat woorden hier niets ten, welke In staat zijn tot een enorme zaadproductie (waarbij kruiskruid nog meerdere generaties in één jaar heeft) en daarom aspectvormend werden als pio nier over groote oppervlakten. Deze fase van de overheersching van de éénjarige planten met sterke zaadproductie is te beschouwen als het eerste stadium in de ontwikkeling van de spontane vegetatie in de Wieringermeer. Het tweede stadium, hetwelk plaatselijk reeds optrad ln 1931, op grootere schaal ln 1932 en typisch over groote terreinen ln 1933 (gevolg van de sterke ontzil ting van de Wieringermeergronden in den winter 1932 1933), is dat van de overheersching van de meerjari ge planten en wel ln het bijzonder van de grassen, welk stadium in het begin gekarakteriseerd is door het over- heerschen van grassen met een sterke zaadproductie, terwijl er aanwijzingen zijn, dat deze fase zich verschui ven zal in de richting van de zich vegetatief voort plantende grassen. II. De kanalen en slooten van den polder zijn nog zeer arm aan waterplanten. Toch is er een merkwaar dig gebied ln het noordoosten van den polder, waar, zeer vermoedelijk door vogels, welke hier bij duizenden huiaden, een vrij soortenrijke moeras- en water-vegeta tie is „overgeplant". Daar komen namelijk in groot aantal voor de z.g. zoete wellen, d. z. plaatsen waar door den doorlatenden bodem zoet water uit den on dergrond omhoog geperst wordt. In 1931 gaven deze wellen nog bijkans alle water tot aan de oppervlakte; ln 1932 werd hieraan door begreppeling een einde ge maakt, zoodat de moeras-vegetatie, onder welke opval len riet, lisch-dodden en hooge biezen, thans op drogen grond staat. In 1933 wordt het grootste gedeelte van den polder In cultuur gebracht, waarbij als onkruidbestrijding wordt toegepast de zomerbraak, zoodat het waarne mingsterrein voor deze verschijnselen langzamerhand wordt teruggebracht tot een viertal natuurreservaten, waarop de verdere otnwikkeling van de natuurlijke vegetatie nog jaren zal kunnen worden vervolgd. MILAAN (331 M 7.20 Gramofoonmuziek; 8.00 Idem. ROME (441 M.) 8.35 Gramofoonmuziek. WEENEN (517 M.) 7.35 Opera-uitzending; 10.40 Populair concert WARSCHAU (1411 M 5.35 Solistenconcert; 10.25 Dansmuziek. HEROMUNSTER (460 M.) 5.50 Concert; 7.30 Balalaikamuziek; 8 50 Populair con cert; 10.00 Concert ZATERDAG 19 AUGUSTUS. HILVERSUM (1875 M.) VARA.: 8.00 Gramofoonmuziek; V-PR.O.: 10.00 Morgen wijding; VARA: 10,15 Uitzending voor de^arbeiders in de Continubedrijven; 12.00 Klein-orkest;' 2.00 Gramo foonmuziek; 2.30 Zang; 2.45 Toespraak voor de federa tie van Arbeiders-Esperantisten; 3.00 Zang; 3.10 De Flierefluiters o.l.v. Ray Forest; 3.40 Letterkundig overzicht door A. M. de Jong; 4-00 De Flierefluiters 4.30 Gramofoonmuziek; 5.30 Amsterdamsche Orkest vereniging onder leiding van Frans van Diepenbeek; 6.00 S. Friedmann zingt likjes; 615 Amsterdamsche Orkestvereeniging; 6.45 S. Friedmann; 7.00 Vervolg concert; 7.30 Uitzending voor het platteland: 8.00 Bonte Avond; 9.30 Orgelspel door Joh. Jong; 9.45 Voortz. Bonte avond; 11.00 Gramofoonmuziek. HUIZEN (296 M.) K.R.O.: 8.00 Morgenconcert; 10.00 Gramofoonmuziek; 11.30 Godsd. halfuurtje; 12.00 Politieberichten; 12.15 Or kest onder leiding van Piet Lustenhouwer; 1.45 Rust poos; 2.00 Voor de rijpere jeugd; 2.30 Kinderuurtje; 4.00 Orkest onder leiding van Marinus van 't Woud; 5.00 Gramofoonmuziek5.30 Orkest; 6.20 Weekoverzicht; 6.45 Orkest; 7.15 Causerie; 7.35 Gramofoonmuziek; 7.45 Avondprogramma: Kiss Joska en zijn Hongaarsche Kapel en de K.R.O.-boys; 8.30 en 10.30 Vaz Dias; 11-15 Gramofoonmuziek; 12.00 Sluiting. LÜXEMBOURG (1191 M.) 7.00 Lichte gramofoonmuziek; 7.50 Symphonisch con cert; 8.40 Gramofoonmuziek; 9.55 Dansmuziek. BRUSSEL (509 M.) 12.20 Concert; 1.30 Conoert; 6.35 Pianorecital; 7.05 Gra mofoonmuziek; 8.20 Concert; 9.20 Idem. KALUNDBORG (1153 M.) 12.20 Strijkorkest; 2.50 Gramofoonmuziek; 3.50 Omroep orkest; 900 Concert; 12.00 Dansmuziek. BERLIJN (419 M.) 10.20 Dansmuziek door de Egon Kaiser-kapel. HAMBURG (372 M.) 11.50 Concert; 1-35 Gramofoonmuziek; 2.30 Idem; 4.20 Concert. KONTNGSWUSTERHAUSEN (163.1 M. 12.20 Schooluitzending; 4.20 Populair concert; 6.25 Dans muziek; 1135 Dansmuziek. LANGENBERG (472 M l 12.20 Populair concert; 1.20 Concert; 2.50 Gramofoon muziek; 6 20 Concert; 10.50 Gramofoonmuziek. meer konden uitrichten en geen vermaning tot geduld zou worden aangehoord. Daar hadden zij geen ooren voor. Naar hun meening waren zy bedrogen en om den tuin geleid. Zij kenden geen beter herstel van hun grieven dan vernieling en mishandeling en misschien doodslag. En Barbara... Barbara was daar... Wanneer het nog slechts één nacht rustig bleef... Wanneer Tex en Pat en het handjevol blanken hen nog slechts en kele uren ln bedwang konden houden tot zijn terug komst... Tot zijn terugkomst! Maar wat zou %r gebeuren, wan neer Jefferson Worth zijn telegram niet tijdig vóór zijn vertrek uit San Felipe ontvangen had? Wanneer, de ontvangst van de gelden nog langer op zich zou laten wachten Eindelijk reed hij langs de verlichte straten van de havenstad. Een politie-agent keek wantrouwend naar het bestoven, uitgeputte paard en meer nog naar den ruiter met zijn verwilderd uiterlijk. Hij wees den op zichter den weg naar het hotel dat een huizenblok verder gelegen was... En zijn oogen volgden hen ter wijl zij langzaam het einde van hun tocht naderden. ACHTENTWINTIGSTE HOOFDSTUK. Wat de man van de Maatschappij tot de arbeiders zeide. Terwijl Barbara en haar drie vrienden zich verblijd den ln het bericht van Jefferson Worth dat hun de oplossing van de geldelijke moeilijkheden meldde, zat Willard Holmes alleen in zijn kamer van het hotel van San Felipe. Na het onderhoud, dat hij met Cartwright gehad had, was een stormachtig tooneel met James Greenfield af gespeeld en de woorden van den voorzitter van de Ko ningsdal-Maatschappij klonken in zijn ooren met pijn lijke eentonigheid na: „Ontslagen..., ontslagen... ont slagen!" Voor het eerst in zijn leven had de ingenieur die woorden tot zich hooren richten. Hij kon zich niet los maken van de gedachte dat er plotseling een einde aan zijn loopbaan was gemaakt. Gedurende zijn geheels leven had Willard Holmes den steun en den maohtlgen invloed van zijn vaderlij ken vriend gevoeld. Zonder de geringste inspanning van zijn kant hadden betrekkingen en gunstige gele genheden steeds voor hem klaar gelegen. Ondanks net feit dat zijn bekwaamheid als ingenieur boven allen DAVENTRY (1554 MJ 12.20 Concert; 1.05 Gramofoonmuziek; 3.05 Idem; 3.50 Concert; 7.25 Concert; 8.20 Gramofoonmuziek. i PARUS EIFFEL (1446 M.) 8.50 Radiotooneel. PARIJS-RADIO (1725 M.) 8.05 Gramofoonmuziek; 12.20 Gramofoonmuziek; 7.30 Idem; 8.20 Opera-uitzending. MILAAN (331 M.) 8.00 Gramofoonmuziek; 9.05 Gevarieerd programma. i ROME (441 M.) 8.35 Gramofoonmuziek; 9.20 Blijspel. WEENEN (517 ML) 5.20 Populair concert; 7.25 Gramofoonplaten; 10.35 Po pulair concert, WARSCHAU (1411 M.) 5.35 Solistenooncert; 6.55 Kamermuziek; 8.20 Populair» concert; BEROMUNSTER (460 M.) 7.40 Gramofoonmuziek; 8.50 Concert; 9.30 Idem; 10.35 Dansmuziek. EEN OPLICHTERSTRUC DOOR EEN „DEFTIGE" DAME! Mag ik u iets leenen? Dezer dagen verscheen bij een winkelier in de bin nenstad, aldus vertelt de N. R. Crt., een dame, een deftige dame, een héél deftige dame. De winkelier voelde zich verheugd; een nieuwe klant en dan nog wel zulk een nieuwe klant krijgt men tegenwoordig er niet dagelijks bij. Zijn vreugde werd echter al ras getemperd, toen de dame begon met een verontschul diging te stamelen, omdat zij hem kwam lastig val len. Als een bliksemschicht flitste het door zijn brein: dat wordt een verzoek om artikelen beschik baar te stellen voor een liefdadigheidsbazar. Toch maar doen, je kan nocüt weten.... In het magazijn staan nog die haast onverkoopbare pakjes. Dan ben ik die strop met eere kwijt Maar de dame vroeg niet naar gratis-artikelen; zij vroeg niet om een financieele bijdrage, zij vroeg niet om een busje in den winkel te mogen laten op hangen, zij vroeg naar den kortsten weg naar... Was senaar. De winkelier keek verbluft. Een deftige dame, die van de Rotterdamsche binnenstad naar Wassenaar wilde loopen? De dame raadde blijkbaar zijn ge dachten en vertelde, dat zij op haar doorreis was, dat zij hier ter stede haar taschje was kwijt geraakt, dat zij hier geen kennissen had en dat zij nu geen andere oplossing wist, dan maar naar huis te loo pen. Weer vloog een gedachte als een bliksemflits door het brein van den winkelier en hij haastte zich om te zeggen: Maar dat is toch heelemaal niet noodig. Mag ik u iets leenen? Hier is mijn kaartje, met mijn adres. En hij gaf haar een reclame-adreskaartje. De dame protesteerde. Zij kon toch niets van een haar onbekenden winkelier aannemen. Zij had nog nooit iets bij hem gekocht. De winkelier glimlachte, dacht aan de toekomst en drong aan. Tenslotte zwi« htte de dame, zij gaf naam en adres op en de winkelier verschafte haar een ruim reisgeld. De da me vertrok, na duizendmaal dank te hebben gezegd en te hebben beloofd nog denzelfden dag het geleende bedrag per postwissel terug te zenden. Den volgenden dag kwam er echter geen postwis sel en den daarop volgenden dag ook niet. Toen vertelde de winkelier des avonds dit gebeur tenisje aan een collega, die al spoedig zijn relaas on derbrak en het hem op zijn beurt uit vertelde, met een volledige beschrijving van de dame. Het was hem ook overkomen, alleen woonde zij toen in Voorburg. De beide winkeliers schreven een voorzichtig ge stelden brief naar de hun opgegeven adressen. De brieven kwamen terug: onbestelbaar. Toen zijn do winkeliers naar de politie gegaan en daar hoorden zij, dat zij al de zooveelsten waren, die slachtoffer van de deftige dame waren geworden. EEN REUSACHTIGE NALATENSCHAP. Een meevaller voor de Engelsche schat kist. En tevens voor velen die ln het testament bedacht zijn. Londen, 15 Aug. Sir John Ellerman, de scheeps- magnaat, die op 16 Juli jl. te Dieppe is overleden, heeft een fortuin van ten minste 17.224.425 pond ster ling nagelaten, hoewel verwacht wordt dat met de aandeelen, welke de overledene in verschillende maatschappijen heeft gehad, de geheele nalaten schap wel 30 millioen p.st. zal bedragen, waarvan alleen ongeveer 15 millioen p.st. aan successierechten zullen moeten betaald, alleen reeds 6 millioen p.st. voor het landgoed. Tal van officieren en bedienden der scheepvaartmaatschappijen, waarbij Ellerman was geïnteresseerd, zijn in het testament, dat 26 pa gina's beslaat en van een register is voorzien, be dacht. twijfel verheven was, was hij daar toch nooit uitslui tend op aangewezen geweest. Er waren steeds andere en sterker beweegkrachten voor hem aan het werk ge weest. Maar nu, voor het eerst van zyn leven stond bij tegenover de wereld van zijn vak met niets anders in zijn voordeel dan alleen zijn bekwaamheid als ingeni eur. terwijl zijn plotselinge scheiding van de Maatschap pij hem op eens duidelijk maakte welk een gewichtig aandeel de invloeden van bulten te allen tijde in zijn levensloop .gehad hadden. Het wds hem te moede, alsof h\j voor goed verloren en verongelukt was en tever geefs vroeg hij zich af, welken weg hij nu moest in slaan. Zijn toekomst scheen hem een gapende afgrond. Hij had er voortdurend naar verlangd, naar het Dal en naar zijn werk terug te keeren. Maar hij had nooit ge weten hoe lief dat werk hem was, hoe al zijn plannen en droomen en al zijn hopen in de ontginning van het Koningsdal waren opgegaan. Wanneer zijn ontslag in verband had gestaan met zijn werk, zoo overlegde hij bij zaóhzelven dan zou het een geheel andere zaak zijn geweest. Niet zonder bitterheid herinnerde hij zich al de moeilijkheden die hij ondervonden had en die uit een onvoldoende uit rusting of een misplaatste zuinigheid van de Maat schappij voortvloeiden, terwijl hij alles in het werk had" gesteld om het systeem van de Maatschappij tot ont wikkeling te brengen en zorg te dragen voor de leve ring van het water aan de pioniers allereerste voor- waarde van 't ontginningswerk. Hij kende alles tot de kleinste onderdeelen van het geheel. Hij kende ook de eigenaardigheden van de rivier en wist alle bijzon derheden van het onbewoonde land. Hij kende tenslotte het ontzettende gevaar van het jaargetijde van den hoogen waterstand en hij had plannen ontworpen om de rampen te bezweren, die vroeg of laat te verwach ten waren. En nu was hy op straat gezet, omdat hij geweigerd had de pioniers over te leveren aan de genade van de New-Yorksche kapitalisten, die zich om de onderneming zelve niet in 't minst bekommerden, maar alleen ver langden dat zij zou bijdragen tot de vermeerdering van hun geldbezit. Er was geen enkele reden waarom hij naar het Koningsdal terug zou keeren. Om daar een ander te zien die zijn werk verrichtte? Om als een vreemde de ontwikkeling van het land gade te slaan? Of wat misschien nog waarschijnlijker was mach teloos toe tezien bij de verwoesting van het land? Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 7