I VAN DIT EN VAN DAT
I EN VAN ALLES WAT
Het zuinige
Vrouwtje.
Vacantie.
De Avontuurlijke Lotgevallen van Miep Muizenschrik en Bul Krakebeen
Illllllllllttlllllllllll
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 19 Augustus 1933. No. 9332
ZATERDAG A VONDSGHETS
Vry bewerkt naar een Duitsch gegeven,
door SIROLF.
(Nadruk verboden
alle rechten voorbehouden).
„O mannie," fluisterde het vrouwtje, ter
wijl ze op haar teenen de werkkamer van
haar echtgenoot binnen kwam, „schrik
maar niet, ik ben het maar!"
De echtgenoot, in diepzinnige hersen
arbeid verzonken, draaide zich geprikkeld
om en zag zijn vrouw lachend achter zijn
stoel staan.
Ach mannie, ik wou... Maar ben j«
aoms aan het werk? Dan wil ik je niet
storen!
Ja zeker, ik werk, dat wil zeggen, ik
heb gewerkt!
O heerlijk! Dus ben je nu klaar?
Dat niet, maar ik ben er nu heele-
maal uit!
Maar hoe komt dat dan? Ik heb j«
toch heelemaal niet gestoord! Ik ga toch
dadelijk weer weg?
Nu ja, het doet er niet toe. Zeg maar,
kindje, wat er aan de hand is!
Hè née (het vrouwtje pruilt) nu heb
je al de helft van mijn plezier bedorven!
Mooi zoo, dan hebben we altijd nog
die andere helft. Maar waar ging dat
plezier eigenlijk over?
Och mannie, heb je dan nog heele
maal niets gemerkt? Zie Je dan niet, dat
het herfst wordt?
O, is het al weer zoo laat? Ja, als jij
zoo plotseling op dezen tijd hier binnen
komt en mij dan opmerkzaam maakt op de
wisseling van het jaargetijde, dan weet ik
het wel...
Nu, wat weet Je dan wel?
Nu ja, dat zoo iets mij geld gaat kos
ten!
O mannie, nu zal Je dadelijk zien,
hoe verschrikkelijk onrecht je mij altijd
aandoet. Het is maar goed. dat jij geen ad
vocaat bent geworden, want ik zeg je, je
zou een verschrikkelijke onrechtvaardige
rechter geworden zijn!
Best mogelijk! Maar misschien dan
toch wel een goed advocaat! Een pleiter
tenminste voor zoo'n aardig klantje als jij!
O. mannie, ben ik werkelijk nog aar
dig? Vind je mij heusch nog leuk?
Maar natuurlijk kindje! En alleen
om mij dat te vragen, ben je zoo stil mijn
kamer binnen gekomen en heb Je mij niet
aan het schrikken willen maken?
Ach nee, ik had je willen verraseen.
Ik wilde een nieuwe winterhoed... je weet
wel zoo'n snoezig nieuw model, zoo'n klein
vilten kapje met een voiletje en èen glim
mende speld op zij...
Zie je wel, dat het mij geld kost!
Nee, akelig dier, dat is nu juist de
zaak. Ik wilde je deze keer de kosten be
sparen. Want weet je, zoö'n nieuwe hoed
als dat mensch van hiernaast er ook e«en
heeft, is nogal prijzig. Maar bovendien
past zoo'n ding mij niet! Ik moet zoo'n
nauw aansluitend kapje hebben met zoo'n
interessant voiletje!
Aha, je hebt dus al iets gezien en wat
kost die nachtmerrie?
O, nu zul je toch heusch versteld zijn!
Hij kost heelemaal niets! Of zoo goed als
niets! Ik heb alleen maar zoo'n blinkende
speld noodig en een klein voiletje.
Dus eigenlijk heb je dan alleen maar
het vilten kapje noodig!?
Ja, het vilten kapje met een apart
aangezet coquet randje van het zelfde vilt
en daarvoor heb ik nu juist een reusach
tige inval gehad!
En waar hangt die inval Sn de etala
ge?
Nergens, mannie, hij hangt in jouw
kast boven!
In mijn kast boven?
Ja mannie, jij hebt nog zoo'n aardige
bruine vilthoed, die je heelemaal niet meer
draagt. Tenminste ik heb hem je heelemaal
niet meer op zien hebben!
Nee, nogal natuurlijk! In den zomer
draag ik mijn vilthoed toch niet! Ik heb
toch mijn panama? Maar tegen den herfst
als het kouder wordt...
Ja, maar mannie, het is toch veel ge
zonder voor je, als je zonder hoed loopt
Bovendien is het erg modern. Een echte
heer loopt zonder hoed, juist in den herfst
en in den winter. De hoofdhuid heeft dan
veel meer uitwaseming en voor je haar
moet het uitstekend zijn!
Mooi. laten we dus aannemen, dat ik
je bezorgdheid omtrent de uitwaseming van
mijn hoofdhuid dankbaar aanvaard en van
den winter met mijn bloote haardos door
sneeuw en regen loop, zonder hoed. Maar
wat gebeurt er dan met mijn mooie bruine
vilten hoed?
Kijk, mannie, nu zul je eens zien, hoe
zuinig ik ben. Ik geef er een paar knepen
in om er een echt leuk. sjiek model aan te
geven, maak er een aardig kwiek randje
aan en een voiletje en zet hem dan schuin
op mijn hoofd met zoo'n glimmende speld
links en dan moet jij eens zien h'oe snoe
zig mij dat staat!
Denk je? Nu enfin, als jij het zegt, zal
het wel zoo zijn, het zal je wel prachtig
staan. Alleen dat het nu juist speciaal mijn
vilthoed moet zijn!
Nogal logisch! Moet ik soms de vilt
hoed van meneer hiernaast nemen? Boven
doen moest je je aan hem spiegelen, hij
loopt altijd met een vilthoed op, dus van
daar zijn kale kop, geloof mij nu heusch.
En bovendien, wanneer hij mij toevalliger
wijs nu eens niet zou staan, ondanks het
voiletje en die glimmende speld, wel, een
EEN IDEAAL WEEK-END-HUIS
REDWOODS MILL TAL IN
CALIFORNIë.
paar knepen en wat oprekken en hij is
weer in zijn ouden vorm en je kunt hem
weer uitstekend dragen!
Zoo zoo. nu goed dan, maar wil je mij
dan nu alsjeblieft alleen laten voor een
poosje. Ik heb nog een heeleboel te werken!
Natuurlijk, natuurlijk, ik ga al... Ga
jij maar werken... Maar je mag toch zeker
eerst wel je verstandige vrouwtje even be
danken, omdat ze door haar schitterende
inval je weer zoo'n groote uitgave bespaard
heeft, want je begrijpt toch wel. dat ik
daardoor een nièbwe winterhoed uitspaar?!
(De echtgenoot zat op en gaf pootjes.
Bedankte en zij zweefde heen. Hij pieker
de nog even na over zijh mooie vilthoed,
hie hij zoo graag droeg. Hij was nog uitste
kend. amper een jaar oud en hij zat hem
eoo lekker. Dan zette hij zijn diepzinnige,
geestelijke arbeid voort.)
Gedurende een kwartier, misschien was
het zestien minuten, dan staat het vrouw
tje weer achter hem en fluistert: „Schrik
niet, mannie
Verwilderd draait hij zich om. „Wat heb
je daar achter je rug, kind?"
Ik? O... ja, maar je mag niet kwaad
zijn, hoor! Een zuinige vrouw probeert van
alles, nietwaar? De tijden zijn slecht, ls
het niet zóo? Je probeert van alles om je
lieve man geld te besparen.
Een waar woord, kindje, vergeet dat
vooral niet!
Hoe zou ik dat nu kunnen vergeten?
Ik ben er toch zelf mee begonnen? Nu en
omdat ik je geld wilde .uitsparen had Ik...
had je mij toch je vilthoed gegeven?
Ja, ja, is het gelukt met dat voiletje
en die glimmende speld?
O, het voiletje heb ik heel goedkoop
hiernaast gekocht. Het kostte maar drie
gulden vijftig cent en die speld is ook schit
terend, die kostte maar vier gulden vijf
tig... maar het geheel viel zoo tegen...
Jaantje zegt het ook... hij staat me heele
maal niet... nu en toen heb ik nog aan iets
anders gedacht... een mensch prakkizeert
van alles, nietwaar, om maar geld uit te
sparen; toen wilde ik er zoo'n heel klein
hoedje van maken, zonder rand, weet je
wel? Nu, toen heb Ik den rand van je hoed
afgeknipt, omdat je die immers toch niet
meer draagt? En bovendien is het beter
voor Je haar om zonder hoed te loopen;
nu toen dacht ik, als je die hoed toch weg
gooit, kan ik er net zoo goed den rand af
knippen... en dat heb ik dan ook gedaan...
maar het hoedje stond me heelemaal niet.
Ik leek er net idioot mee! Nu, dat zou je
toch niet willen hebben, is het wel? Dat je
vrouwtje voor gek op straat loopt! Alle
menschen zouden me nakijken!
Het vrouwtje stak haar handen naar vo
ren en onthulde het geheim. In de eene
hand had ze een afgeknipte rand, van wat
eens een mooie heeren-vilthoed was, in de
andere een vilten kapje, dat eens de bol
van dezen hoed was.
Dus je hebt mijn hoed vernield?
Ja, ik wou je immers zooveel geld be
sparen, maar ik weet niet wat het is, maar
zoo'n klein hoedje staat me heelemaal niet.
Jaantje zegt het ook en ik heb den heelen
tijd maar voor den spiegel gestaan tot ik
er draaiirig van werd. Zie je, mannie, er
zijn nu eenmaal gevallen, dat je met de
beste wil van de wereld niet kunt slagen...
en je wil toch zeker ook, dat ik er altijd
netjes uitzie, vooral in de herfst, nietwaar?
Ik heb heusch van alles geprobeerd, ik heb
nog een krant in den bol gelegd om die wat
ondieper te maken. Maar ook dat hielp
niet. Maar er toch altijd nog 'n geluk hij
een ongeluk, want denk toch eens aan hoe
toevallig! Toen ik de krant weer uit den
bol haalde, viel mijn oog opeens op een ad
vertentie van het „Hoedenpaleis", is dat
niet wonderbaarlijk? Het eerste waar mijn
oog op viel is een afbeelding van zoo'n
sjiek modern hoedje in den geest als dat
mensch van hiernaast op heeft, maar dan
veel en veel sjieker! En zoo goedlkoop! Het
is gewoonweg voor niemandal! Als je na
gaat, dat in dezen duren tijd zoo'n schat
tig model hoedje maar f35.ko9t. Denk
eens aan, mannie, maar f35.
Peinzend nam de echtgenoot het ramp
zalig overschot van wat eens zijn beste
vilthoed was in de hand en zei: Jaja, dat
had ik mij ook zoo gedacht! Ik had er al
zoo'n voorgevoel van. Het is toch heerlijk,
dat je zoo echt zuinig bent, kindje... hier
heb je geld, voor er nog meer ongelukken
gebeuren! En de hoofdzaak is toch maar,
dat mijn haar goed groeit...
Nietwaar?'' juichte het vrouwtje stra
lend, terwijl zo de vijf en dertig gulden
met trillende handen oppakte, „Is het niet
heerlijk, dat ik zoo zuinig ben?! En. d«
hoofdzaak is toch zeker, dat wij gezond
zijn?!* y
E
Wie nog een achterdeurtje heeft,
En niet alleen voor sparen leeft,
Maar ook zijn geld eens rollen laat,
Al is 't dan niet met overdaad,
Die neemt, naar 'n vastberekend plan.
Het eens per jaar er maar eens van!
Hij weet nog ergens in de zon
Een niet te duur en goed pension,
Een serre en een spiegelruit,
Die kijken op de bosschen uit.
Een goed ontbijt met een karaf,
En 's middags altijd soep vooraf,
Een toetje of een ijs glacé,
En dan een extra potje thee.
Dan maakt hij eens een wandeling,
Alleen of ook wel onderling,
En altijd is zijn disch bereid,
En altijd ligt zijn bed gespreid!
Zoo 's avonds zit hij in z'n stoel,
Met een sigaar en zonder doei,
Dan raakt hij uit zijn zorgen los,
De maan staat boven 't stille bosch,
Dan weet hij vol verheugenis,
Hoe heerlijk z'n vacantie is!
Of wel. hij z»ekt het aan het strand.
En huurt een huisje in het zand,
Zoo'n heel klein huisje, niet te duur,
Een tegelpaadje en een schuur.
Daar zingt hij zijn vacantie-lied,
En heel de wereld deert hem niet.
Hij wandelt met zijn badpak aan
Soms uren van zijn huis vandaan.
Dat was altijd zijn stille wensch,
Zóó voelt hij zich een ander mensch.
Hij spartelt in de vrije zee,
En al zijn vreugde spartelt mee!
Wel hem, die vol van dankbaarheid,
Zich over 't feit alleen verblijdt,
Dat hij volop genieben kan,
Al is hij een eenvoudig man!
In 't doodeenvoudige pension.
Wat klein misschien, maar in de zon,
Daar rinkelt steeds zijn tafelbel
Als in een Eerste Rangs Hotel!!
Juli 1933. KROES.
(Nadruk verboden).
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
dat In Engeland de raampjes van de ge
vangenis nu zoo gemaakt worden, dat zé
geopend kunnen worden?
dat de gevangenen nu kunnen genieten
van frissche lucht en beter licht?
116. Ze gingen op zoek naar den ka
pitein om afscheid te nemen. Daar
hoorden ze, dat een der matrozen erg
ziek was geworden. Nu mocht er nie
mand van boord. Bul en Miep ver-
lans* n echter zoo naar een verande
ring, dat ze hun boeltje toch bij el
kaar zoeken en hun motor in orde
maken.
117. Ze schreven eerst'een afscheids
brief aan d enkapitein om hem te
bedanken voor de hartelijke ont
vangst en de goede zorgen aan boord.
Toen een brief aan Buikje om te be
danken voor de prettige vriendschap
en de fijne hapjes, die ze nu wel zou
den missen.
118. Op hun eigen manier trekken ze
er nu op uit met hun staartzeppelin
en met Knipstaart tusschen hen in.
Ze vliegen eerst een paar maal over
de havenstad en dachten eerst dat
't dezelfde stad was, als waar ze van
daan kwamen. Maar nee hoor. zoo'n
groote brug met nog zoo'n boogbrug
er naast is er toch niet geweest, en
dan die breede rivier!! Nee, nee, ge
lukkig maar, ze kunnen hier veilig
landen. We zoeken nu eerst een rus
tig plekje, zegt Miep.
119. Alles ging best. Plotseling zagen
zij achter zich nog een vliegmachine
dalen, waaruit tot hun grooten schrik
een paar politie-agenten stapten.
Daar hadden ze heelemaal niet aan
gedacht. Zoo, zoo, zei een van hen,
zijn jullie van de boot, die hier in qua
rantaine ligt, ontsnapt? Dat is heel
gevaarlijk en brutaal van jullie, weet
je dat wel? Jullie behoort even goed
bij de bemanning of passagiers als
ieder ander daar. Uit naam van den
Burgemeester uit Buuggestad breng
ik jullie naar een plaats, waar je
voorloopig een poosje moet blijven,
om te zien of je alle drie gezond bent
120. Neem zoo vlug mogelijk je baga
ge op en stap oogenblikkelijk in mijn
vliegmachine. Bul en Miep wisten
niet hoe vlug ze moeten gehoorzamen
Hiun hart stond stil bij de gedachte,
dat ze weer in de gevangenis terecht
zouden komen en die brutale Knip
staart stond maar allerlei rare gezich
ten achter den agent te trekken. Ze
stapten in en de politieman zette
zich achter het stuur. Niemand dacht
op dat oogenblik aan Knipstaart,
die niet ingestapt was. Maar geluk
kig paktje hij nog bijtijds Miep's
staart, die buiten de vliegmachine
hing en rrrrt daar ging hij meteen
omhoog.