Alitieei Bltin- ilttittitit- Lulliiillti. Kijken is Koopen bij GLOEOK Noodweer boven onze omgeving. Zuiderzeewerken. Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co, Schagen. Eerste Blad. Boerderij afgebrand. Bange oogenblikken te Dirkshom. De Begrooting Zuiderzeefonds. Donderdag 21 September 1933. SCBACER 76ste Jaargang No. 9351 COURANT. ■(Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- fcentlën nog zooveel mogelijk ln het'eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT TELEF. No 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN* TIëN van 1 tot 5 regels f0.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno. inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. De bliksem ingeslagen. Gistermiddag ontlastte zich boven Schagen een om geving een hevig onweer, gepaard gaande met een grooten waterval. Tallooze bliksemslagen doorklief den dc lucht en weldra klonk langs dc straat het geroep „er is brand op Tolke." Inderdaad was brand ontstaan, doch niet op Tolke, naar op Tjallewal, waar de boerderij bewoond door den heer C. Gootjes, door den bliksem was getroffen tn in een oogwenk in lichterlaaie stond. De heer v. d. B., die voor de a.s. feestverlichting ■werkzaamheden op den toren verrichtte, had gezien dat de bliksem een boerenbehuizing trof en waar schuwde onmiddellijk den opperbrandmeester, den Jieer J. A. de Rooij. Verdere maatregelen werden on middellijk getroffen, maar hoe spoedig men ook met de brandspuit op dc plaats van bestemming was, reeds in den Molenweg bespeurde de brandweer dat het dak reeds was verbrand. Alles werd dan ook een prooi der vlammen, be halve wat geld, dat door een zoon van den heer G. cchijnt te zijn gered. Het echtpaar G. was afwezig, doordat het op fa miliebezoek was te Haarlemmermeer. Zooals hierboven reeds medegedeeld, alles werd een prooi der vlammen. Behalve huisraad en inboe del ging ook een voorraad stroo en hooi te loor. Paard in de weide door den bliksem ge dood. Tijdens het noodweer werd een paard van den heer J. Groenveld in den Nieuwenweg door den blik- eem doodgeslagen. aan toe, ik durfde niet gaan kijken. Eerst om 5 uur ben ik naar buiten gegaan. Het is vreeselijk, in nog geen twee minuten tijds dat te moeten meemaken Tot zoover de verteller. Gaande over het terrein, zagen we, dat de cycloon uit Zuid-Westelijke richting komende, als het ware is neergevallen achter het eerste hok. liet tweede dat rustte op een betonnen plating, was met groote brok ken daarvan royaal oprrenomen, over een gaasraste ring van 1.80 M. hoogte opgetild en door de lucht ge slingerd, op zijn weg vernielend de electrische lei dingen, die ongeveer 7 Meter boven den grond wa ren aangebracht. Behalve dit groote hok zijn er nog twee verwoest, elk met een bodemoppervlakte van 60 M2. en bo vendien twee kleine pluimveestallen, elk met afme tingen 5X4 Meter. Tientallen meters is het hout werk meegevoerd, tot in slooten vonden we hout stukken, vele palen en halken versplinterd. Zelfs 500 Meter vèr 't land in lagen planken verstrooid, von den we een compleet schot. Tientallen dieren, we zeiden het reeds, zijn door slagregens gedood cn velen lagen toen we er waren, stervende. Opmerkelijk is, dat behalve bij den heer Vader, weinig schade is aangebracht. Hier en daar was eeu buiten staande W.C. omgewaaid of een dorschdeur ontzet, maar schade van een dusdanigen omvang is niet aangebracht.. Voorts is het zeer merkwaardig dat hier en daar een hok is verwoest, terwijl een ander ongeschonden bleef. Het was niet mogelijk de schade vast te stellen, maar naar de heer Vader ons verzekerde, zal deze zeker f2000 zijn. De eigenaar is niet verzekerd tegen schade door natuurrampen teweeg gebracht. Het pinimveebedrijf van den heer Vader zwaar geteisterd. Vele jonge dieren gedood. Groote pluimveestallen opge- nomon en weggeslingerd. Tijdens het noodweer, dat gistermiddag heeft, ge- heerscht boven het noordelijk deel der provincie, hebben de bewoners van Dirkshorn bange oogenblik ken doorgemaakt. Om ruim twee uur viel er een harden slagregen, de bliksem flitste zonder ophou den door de lucht, terwijl er een Egyptische duister nis heerschte. Stil zat. men in de kamer bijeen, elkaar angstig aanziende en zich afvragend, wat dit wel zou worden. Het was niet mogelijk 25 Meter voor zich uit te zien door den dichten regen. Ware het hierbij gebleven, dan zou alle doorstane angst wel weer zijn vergeten, doch helaas is he' daar niet bij gebleven. Al spoedig werden we telefonisch op de hoogte ge steld, dat het pluimvcebcdrljf van den heer C. Va der, aan het z.g. Westend, zwaar was geteisterd door een cycloon. Al deed dit bericht ons reeds het ergste vreezen, we hadden niet verwacht, zoon chaos te moeten aanschouwen. Hoe de cycloon huishield. Inderdaad is het pluim veebedrijf van den heer Va der zwaar geteisterd. Van de om het huis staande iboomen waren groote, zware takken afgerukt en la gen deze over liet erf verspreid. In het. dak was een gat geslagen of beter nog, was door den cycloon een gat daarin geboord, van respectabele afmetingen. Was het hier maar hij gebleven! Van de 13 pluimveestallen, welke de heer Vader i op zijn land staan had en waarin in totaal ruim 400 jonge dieren, grootendeels van dc zware rassen zijn ondergebracht, zijn door het woedende element 50 stuks opgenomen en na een luchtreis neergesrnakt, tientallen meters van de plaats waar ze stonden. De betonnen fundeeringen werden deqls mede opgeno men en weggeslingerd, als wogen de brokken beton inplaats van honderden kilo's slechts luttele ponden. De electrische draden, welke zijn aangebracht voor verlichting van het bedrijf, werden door brokken houi afgesneden, zware palen stonden scheef in den zwa- ren grond. Vele. jonge dieren, welke met veel zorgen en kosten I waren opgekweekt en Dinsdag zouden worden ver handeld, lagen op hoopen gedood door zwareu slagregen. De heer Vader vertelt. We vonden den heer Vader direct, bereid om ons alle mogelijke inlichtingen tc. verstreken en ons rond te leiden over zijn zoo zwaar getroffen bedrijf. We laten den heer Vader aan het woord: Mijn vrouw en ik zaten in de huiskamer te pra ten met een kennis uit Blocmcndaal. Het weer werd al slechter cn angstig keken we naar buiten. Het was donker, de regen viel bij stroomen neer. Plotseling stak een hevige wind op, die de groote hoornen voor het huis deed huigen en zwaaien. We meenden dat ze zóó uit den grond werden gedraaid. Mijn knecht was juist van plan om naar dc hokken te gaan voor bet verrichten van werkzaamheden. Hij kon echter fn zulk weer niet naar buiten en stond in de achter deur te wachten. Plotseling vloog hij naar binnen en riep van verre reeds: Er is een hok opgenomen en door de lucht geslingerd! In minder dan geen tijd stonden we buiten, maar het vonnis had zich reeds voltrokken. In dat ondeelbaar oogenblik wa ren drie hokken van 12 bij 5 Meter en twee van 5 bij 4 Meter totaal vernield. Ik begreep dat het daar bij niet. gebleven zou zijn. In die hokken zaten jonge dieren. Wat was er van hen geworden? En waarlijk, zoo voegde dc heer Vader er met trilling in zijn stem Kosten der werken aan den Noord-Oost- polder geraamd op 110 millioen. Ingediend ls het wetsontwerp tot vaststelling van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het Zuiderzeefonds voor het dienstjaar 1934. De regeering kondigt daarin een reorganisatie aan van de diensten, aan welke tot dusverre het Zuiderzeewerk is opgedragen. Zij stelt zich voor die te bereiken door instelling van een „dienst voor de staatsinpolderingen in het IJsselmeer". Met het oog hierop kan de regeering thans nog geen voorstellen doen tot uitvoering van be paalde werken voor de noordoostelijke inpolde ring. Zij heeft daarom in deze begrooting ter zake een memorlepost uitgetrokken, ten einde, zoodra in het begrootingsjaar 1934 de tijd daar toe rijp is, bij suppletoire begrooting de noodige fondsen aan te vragen. Aan de memorie van toelichting wordt het volgende ontleend: Bij de behandeling van de ontwerp-begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1933 heeft de regeering in de Tweede Kamer verklaard, dat zij bereid was om, han gende het onderzoek naar en de instelling van den doelmatigsten vorm van uitvoering der inpolderings- werken, er voor te zorgen, dat de voorbereidende werk zaamheden met kracht terh and genomen worden, dat de weg vrij zou zijn om in 1934 de inpolderingswerk zaamheden zonder vertraging te kunnen voortzetten. Het nieuwe kabinet heeft onder de oogen gezien in hoeverre het volgens deze richtlijnen zou kunnen voort- werken. Behoefte aan cultureel land. De inpoldertngsarbeid is ondernomen, niet in het minst om tegemoet te komen aan de groote behoefte aan cultuurland voor binnenlandsche kolonisatie. De toestand in den Nederlandsohen landbouw is op het oogenblikweinig bevredigend. Hij is zelfs van dien aard, dat hier en daar de meening verkondigd wordt, lat landbouwgrond een negatieve pachtwaarde zou hebben. De vraag is dus gewettigd of het juist is om voort te gaan met kostbaren arbeid tot het verkrijgen van meer cultuurland, waaraan wellicht geen behoefte bestaat. Wordt met dien arbeid begonnen, dan ligt het voor de hand, dat het cultuurland niet dadelijk, doch eerst na vele jaren ter beschikking is, hetgeen wel in het oog dient te worden gehouden, daar de conjunctuur verhoudingen op het oogenblik van den aanvang van den inpolderingsarbeid niet de eenige richtlijnen mo gen zijn bij het nemen van beslissingen. Blijven de oeconomische voortuitzichten even onzeker als op dit oogenblik, dan zal de Nederlandsche landbouw meer aandacht moeten gaan besteden aan de teelt der gewas sen voor binnenlandsche consumptie en daarmede noodgedwongen terugkeeren op het eenmaal verlaten pad. Wanneer dit noodzakelijk zal zijn voor ons zelf standig volksbestaan en ook voor het behoud van een gunstige handelsbalans, zullen de cultuurlanden, welke door de verdere indijkingen in het IJsselmeer beschik baar komen voor de teelt, juist van de gewenschte pro ducten een zeer begeerlijk en gezien den te gerin gen omvang van de bestaande voor die teelt geschikte oude cultuurlanden bijna niet te missen bezit blijken te zijn. Bovendien kan ook afgescheiden van deze nood zakelijkheid. die uit oeconomische toestanden zouden kunnen voortvloeien, het bezit van de genoemde cultuur landen in bepaalde tijden van onschatbare waarde zijn voor dègemeenschap, zooals de distributie in oorlogs jaren duidelijk heeft aangetoond. Ziet men de toe komst evenwel niet zoo donker in, dan zal ongetwijfeld de waarde van het argument, gelegen in de behoefte aan cultuurland, zijn kracht blijven behouden, want bij den opbloei van den landbouw zal de vraag naar grond in versterkte mate herleven. Werkverruiming. Een ander argument ligt in de werkverruiming in het heden èn in de werkverruiming in de toekomst als eenmaal de polders tot oeconomische rijpheid zijn ge komen. De regeering wil met den inpolderingsarbeid doorgaan, althans wanneer deze arbeid geldelijk binnen practische mogelijkheden ligt. Het ligt voor de hand. dat de toestand van 's lands financiën het gebiedend noodzakelijk maakt om de grootste voorzichtigheid in acht te nemen. Bij het opmaken van het definitieve plan van den N.O. polder kan geen rekening worden gehouden met hetgeen nuttig of wenschelijk is, maar za1 zoo goed als uitsluitend gelet dienen te worden op het geen noodzakelijk is. teneinde dc aanlegkosten zoo laag mogelijk te houden. In de nota beetreffende de kosten van een algemeen nlan voor de droogmaking van den Noordoostelijken '>older en de financiering daarvan, wordt medegedeeld, dat jaarlijks rond 5000 arbeiders op de werken of el ders te werk worden gesteld. Dit cijfer werd verkregen door h«t aannemen van de stelling, dat omstreeks 50 pet. van de jaarlijksche uitgaven, die aanvankelijk ge middeld op 11 millioen gulden werden geraamd, als ar beidsloon is te beschouwen. Aannemende nu, dat deze 11 millioen zouden kunnen worden teruggebracht op 9 millioen, dan zou het aantal arbeiders op omstreeks !000 kunnen worden gesteld. Zooals het thans met de werkloosheid gesteld is, zullen deze 4CÖ9 man allen bij nieUuitvoeiing van de inpoldering werkloos zijn en dus gesteund moeten worden .Doorzetting van de indijking oeteekent dus, dat deze 4000 man aan productieven oe- eonomischen arbeid kunnen worden te werk gesteld. Men mag onder die omstandigheden den kostprijs van De boerderijbrand op Tjallewal te Schagen (Zie hierboven.) den polder grond berekenen door dezen steun in min dering te brengen van de aanlegkosten. De vraag is thans of met aftrek van dezen steun het practisch mogelijk is, om de productiekosten van 1 hectare cul tuurland terug te brengen tot een bedrag, dat niet hoo ger ligt dan f 2500. Het risico, dat nog aan dit bedrag vast zit, is niet zoo groot, dat het niet verantwoord zou zijn, om dat risico ten laste van de geheele gemeenschap te nemen De kosten der werken aan den Noord-Oostpolder zijn aanvankelijk geaamd op 144 millioen gulden. Deze raeming is wegens de verlaging van prijzen, loonen en door gebruik te maken van de met die droogmaking verkregen ervaring, wel tot 120 millioen te verminderen, terwijl ook nog wel door de uiterste soberheid toe te passen, het niet onmogelijk zal zijn om ook nog dit bedrag tot een kleiner afmeting terug te brengen, stel 110 millioen. De minister van waterstaat meent, dat een en ander een mogelijke oplossing biedt, doch hij wenscht, alvorens m^t definitieve voorstellen te komen, het oordeel van den nieuw in te stellen dienst in te winnen. Registratie der diensten. Daar men echter thans op een belangrijk punt is aangekomen in de geschiedenis van den afsluitdijk en gedeeltelijke droogmaking der Zuiderzee, omdat meer dan voorheen het landbouw-oeconomisch en kolonisa tie clement op den voorgrond gaat treden, terwijl de eigenlijke civiel-ingenieurswerkzaamheden niet meer cverheerschend zijn. acht de minister een reorganisatie van de diensten, aan welke tot dusver het Zuiderzee werk is opgedragen, wenschelijk en stelt hij zich voor. die te bereiken door instelling van een enkelen „dienst voor de staatsinpoldring in het IJsslmeer". Aan dezen dienst zullen dan worden opgedragen: a. alle werken in den Wieringermeerpolder; b. de voorbereiding en uitvoering der plannen voor overige polders; c .alle landbouwkundig onderzoekingswerk, in clusief de proefpolder, terwijl voorts aan dezen dienst zal worden opgedragen nader studie be maken van de omzetting van dezen dienst in den vorm van een be drijf. Uiteraard zal deze dienst verantwoordelijk moeten zijn, zoowel voor het definitieve inpolderingsplan als voor de raming daarvan. Zou eventueel uit een defini tieve raming van een geheel uigewerkt plan blijken, dat de bovengesttelde getallen verre van het bereikbare liggen, dan zal de regeering alsnog hebben te overwe gen. wat te doen staat. Het zal noodig zyn, ook wijziging te brengen in de lichamen en commissies enz., welke tot dusverre aan de voorbereiding en uitvoering van afsluitings- en in polderingsarbeid hebben meegewerkt Geen voorstel tot uitvoering. Uit vorenstaande overwegingen is de regeering van meening, dat thans nog niet van haar kan worden ver wacht, dat zij voorstellen tot uitvoering van bepaalde werken voor de noordoostelijke inpoldering aan de goed- keuring van de volksvertegenwoordiging onderwerpt. Zij heeft daarom in deze begrooting ter zake een me- moriepost uitgetrokken, ten einde, zoodra in het be- - rootingsjaar 1934 de tijd daartoe rijp is, bij suppletoire begrooting de noodige fondsen aan te vragen. Bij art. 11 wordt aangeteekend,, dat het thans aange vraagde bedrag van f 2.259.000 is bestemd voor de aan schaffing van mobiel luchtdoelgeschut en mobiele lucht doelzoeklichten, welk materieel voor de bescherming van de sluizencomplexen dringend noodig is. Waterschap. Inzake het waterschapsbeheer wordt medegedeeld, dat het overleg met de provincie Noord-Holalnd is ge opend, teneinde tot het inzicht te komen omtrent de werken, enz., welke aan de provincie, aan gemeenten of aan bestaande dan wel in het leven te roepen water schappen behooren te worden overgedragen. Alle aangelegenheden, welke betrekking hebben op toekomstig gemeentelijk beheer, zijn zooveel doenlijk in een afzonderlijk onderdeel van den dienst der direc tie van de Wieringermeer vereenigd met de bedoeling dat dit onderdeel wordt overgedragen aan een te vor men openbaar lichaam, dat deze zaken kan behartigen, als overgang naar de normale gemeente, wanneer de tijd daartoe gekomen is. Het interdepartementale overleg terzake, waarbij ook de provincie Noord Holland is betrokken, is zoover ge vorderd, dat een ontwerp van wet tot het in het leven roepen van bedoeld lichaam, in eersten vorm gereed is. Spoedige indiening van dergelijk wetsvoorstel zal worden bevorderd. De Zuiderzeesteunwot, Ten opzichte van de Zuiderzeesteunwet wordt vei*- meld Bij de toelichting op de begrooting van het Zuiderzee fonds voor het loopende dienstjaar werd reeds opge merkt, dat, nu de afsluiting van de Zuiderzee een feit is geworden, de uitgaven in gevolge de Zuiderzeesteun wet zeer zijn toegenomen. Ook voor 1934 moet nog worden gerekend op een groot bedrag. Intusschen zijn reeds thans maatregelen om te ko men tot liquidatie van den Zuiderzeesteun in uitvoering en in voorbereiding, waardoor de uitgaven geleidelijk zullen verminderen. Reeds voor 1934 kan hierop wor den gerekend en in de ontwerpbegrooting komt dit ook tot uiting door een lagere raming zoowel van de per soneelsuitgaven als van de materieele uitgaven. Wat deze laatste betreft, is de post voor tegemoetkoming wegens waardevermindering vooral de ooi-zaak van de verlaging in verband met de vermindering van het be drag, waarop in 1933 was gerekend voor uitbetaling van de contante waarde van de waardevermindering. Het laat zich n.1. aanzien, dat met een lager bedrag kan worden volstaan, omdat de hierbedoelde wijze van veiteffening slechts in bijzondere gevallen wordt toege past. Dat in 1933 een zooveel hooger bedrag noodig was, vond zijn oorzaak in de voorgeschreven compen satie van de tegemoetkoming wegens waardeverminde ring met die schulden van de Credietvereeniging voor de Zuiderzee. Deze compensatie zal echter in 1933 wel grootendeels haar beslag krijgen. De uitkeering van de contante waarde zal daarna dus beperkt kunnen blijven tot de bovengenoemde bijzondere gevallen. Voor zoover verwacht, is daartoe een post (f 50.000) opgenomen in hoofdstuk VU B der rijksbegrooting,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 1