Een wonderlijk mengelmoesje
-'R\
LKMAARSCHE m
CAUSERIE
Zaterdag 21 October 1933.
SCHAGER COURANT.
Vierde blad. No. 9368
MERCURIUS
HAVERMOUT
25 cenl per pondspak
EEN ALLEGAARTJE VAN MENSCHEN EN
GODSDIENSTEN. HOE VREEMDE
LINGEN BEDROGEN WORDEN.
EEN Z1ELEHERDER MET
BIJZONDERE OP
VATTINGEN.
(Van onzen reizenden correspondent).
BEYROUTH, 11 October.
EEN wonderlijk mengelmoesje van men-
schen leeft er aan den voet en op de hol
lingen van den Libanon en indien er de
Franschen niet waren om er in naam van den
Volkenbond op gemoedelijke, maar als het noo-
dig is op strenge wijze een oogje in het zeil te
houden, dan zouden er ook thans nog, evenals
vroeger, herhaaldelijk stroomen bloeds vloeien.
Er wonen hier Arabieren, Armeniërs, Grieken.
Joden, Druzen, Turken, Maronieten (welke laat-
sten zich beschouwen als de afstammelingen
van de kruisridders) en wat niet al meer, zonder
te spreken van de min of meer waschechte Euro
peanen. Onder hen, die zich als Europeanen be
schouwen, behooren velen tot families, welke
reeds geslachten lang hier leven. Deze Europe
anen van allerlei soort worden meestal onder
den naam van Levantijnen samengevat. Zij spre
ken behalve Arabisch, dikwijls ook nog Tunrksch
bijna steeds Fransch en hebben in vele opzichten
Arabische gewoonten overgenomen.
Behalve de verschillende rassen zijn er de ver
schillende godsdiensten. Onder de Christenen on
derscheidt men de Roomsch-Katholieken, de
Grieksch-Katholieken, de Maronieten, die allen
den paus als kerkelijk hoofd erkennen, doch in
eeredienst, in kerkelijke taal, in gewoonten, in
bepaalde voorrechten verschillen aanwijzen; dan
zijn er de Armeensch-orthodoxen, en de Grieksch
orthodoxen, verder verschillende protestantsche
eerediensten met eigen kerken. Ook onder de Mo-
hamedanen bestaan aanmerkelijke verschillen.
Onder hen kijken Sun nieten en Sjvieten elkan
der niet vriendelijk aan; de Sunnieten zijn hier
weder te verdeelen in Hanefieten en Malefieten,
terwijl men de Aloewieten feitelijk niet meer als
echte Mohamedanen kan beschouwen. Joden en
Druzen staan verder geheel afzijdig. De Druzen
hebben namelijk 'n eigen Druzischen godsdienst.
Al deze menschen zijn het echter daarover
eens, dat men trachten moet vreemdelingen zoo
veel mogelijk te bedotten en geld af te nemen. Ze
hebben over het algemeen een eigen opvatting
van eerlijkheid.
Tot tegen het einde van den wereldoorlog was
dit gebied in Turksche handen, waardoor zeer
velen hier nog Turksch kennen, een taal, die
mijn Tsjechische reismakker uitstekend spreekt,
wat hier van het allergrootste nut is. We leven
hier nu half Europeesch, half op inlandsche wijze
Het noenmaal nemen we gewoonlijk in een
Fransch restaurant (7.5 Fransche franc een
goede maaltijd, wijn en koffie inbegrepen), maar
's avonds gaan we bij de Arabieren eten en in-
koopen, wat voor mijn reismakker een soort
sport is.
Het eten bij de Arabieren is niet slecht, al
moet men er even aan wennen. Uitstekend is het
geroosterde vleesch, schapenvleesch, in verschil
lenden vorm. Van te voren weten we natuurlijk,
dat men zal trachten ons met den prijs te bedrie
gen, maar voor mijn makker is dat het grootste
genoegen. Komen we in een Arabisch eethuisje,
waar men ons ong niet kent, dan doet mijn mak
ker aanvankelijk of hij geen woord Arabisch of
Turksch verstaat, maar bij de afrekening, als
men ons natuurlijk eenige malen te veel wil af
nemen, begint hij meestal in het Turksch zijn
meening te zeggen, met het gevolg, dat de prij
zen plotseling voor meer dan de helft dalen. Dit
geeft dan nog wel eens aanleiding tot heftige
woordenwisseling, waarbij het publiek te hoop
loopt en ik sta te schudden van het lachen.
Een dezer dagen in een Arabisch eethuis in
het midden der stad betaalde mijn makker (de
betaling laat ik hier steeds aan hem over) met
groot geld. De Arabische eethuisbezitter, die ons
Nederlandsch had hooren spreken en dacht, dat
we nieuwelingen in het land waren, nam ons vijf
maal te veel af, waarop mijn makker in het
Turksch heftig protesteerde. De Arabier wilde
aanvankelijkyniet meer teruggeven en er ontstond
aan de deur van het eethuisje een oploop van
verbaasde menschen, Arabieren, Levantijnen en
Europeanen, die door den woordenstrijd werden
aangelokt; in een oogenblik waren er ook zeven
Zwaar-bewapende inlandsche politie-agenten
aanwezig, die niet wisten wat te beginnen. Een
echten Europeaan, die zoo prachtig in het
Turksch kon vloeken en schelden hadden ze nog
niet medegemaakt. Mijn makker, die door jaren
lange ervaring met de menschen in deze streken
weet om te springen, ontnam plotseling aan een
der politie-agenten diens revolver en richtte het
wapen op den Arabischen kok, zeggend tot den
politieman: „Verdient zoo'n kerel niet, dat hij
overhoop wordt geschoten?"
De politieman gelaten, knikte bevestigend. On
der deze omstandigheden gaf de Arabische kok
zich gewonpen en betaalde het te veel afgenomen
geld terug'; tranen weenend, schreeuwend, dat
we hem ten gronde richtten, terwijl hij, wij en
alle omstanders wisten, dat wij den normalen
prijs hadden betaald.
Een eiken avond terugkeerende strijd is die
bij den inkoop van bananen. Deze vruchten kos
ten hier tien a vijftien piaster (vijf piaster zijn
gelijk aan één Fransche franc) per „oka". In de
landen van het Nabije Oosten wordt gewoonlijk
niet per kilogram, maar per „oka" (1280 gram)
verkocht.
Als na heel veel gejammer en geschreeuw van
den Arabischen koopman, die bij het leven van
zijn (vermoedelijk reeds lang gestorven) vader
en moeder, bij het hoofd van zijn kinderen zweert,
dat hij de vruchten niet kan leveren voor het
bedrag, dat wij bieden, eindelijk de prijs is vast
gesteld, begint de strijd eerst goed.
Men ziet hier de bananen steeds in groote tros
sen nog met een stuk boomtak. Het streven van
den koopman is steeds zooveel mogelijk hout met
de bananen mede te wegen. Ons streven is na
tuurlijk zooveel mogelijk bananen en zoo min
mogelijk hout te krijgen. In een ommezien wreet
mijn makker steeds den Arabier zijn mes te ont
nemen en hij zelf snijdt de vruchten van den tak,
waarbij de koopman op echt Oostersche wijze
raast, tiert, scheldt, protesteert, jammert en soms
zelfs tranen stort, die een week hart zouden doen
smelten.
Arabieren loopen toe en luisteren lachend
zonder partij te kiezen, genietend van den woor
denstrijd, waarbij (naar 's lands gewoonte) flink
wordt gescholden.
„Dat kan ik niet doen", huilde de koopman,
„ik heb de bananen toch ook met het hout teza
men moeten koopen".
„Dat moet je zelf weten", antwoordt dan mijn
makker, „als jij hout wil koopen, gaat me dat
niet aan, maar i k wil bananen hebben. Wat ben
jij eigenlijk: fruitkoopman of brandstof fenhande-
laar?"
Kent de koopman ons eenmaal, dan weet hij,
dat hij ons niet kan bedriegen en een volgende
maal noemt hij dadelijk een redelijken prijs en
tracht niet meer ons zooveel mogelijk hout en
zoo weinig mogelijk bananen in de handen te
stoppen.
Nog in een ander opzicht is Beyrouth een
merkwaardige stad. Er gaat geen week om of er
worden een of meer personen meestal op klaar
lichten dag op straat aangevallen en met stok
ken en messen bewerkt. De daders zijn bijna
steeds Bedoeïnen. Als vreemdeling behoeft men
zich hierover evenwel niet ongerust te maken,
want deze aanvallen zijn „huishoudelijke gebeur
tenissen' der bevolking. Is een der bewoners van
dit gezegende lafid niet tevreden over een tegen
stander op politiek of kerkelijk gebied en heeft
hij genoeg geld. dan huurt hij 'n naar Bedoeïnen,
om den ander af te ranselen, een paar messte
ken toe te brengen en hem zoo een andere mee
ning of meer voorzichtigheid op te dringen.
Niemand maakt zich hierover bijzonder onge
rust. 't Lands wijs, 's lands eer.
De laatste tien dagen hadden drie zulke aan
vallen plaats: één op den hoofdredacteur van een
dagblad; één op een bekend politiek persoon en
één op een lid der Grieksch-orthodoxe kerk. Wat
het laatste geval aangaat fluistert men, dat de
aanvallers betaald waren door een der hooge
geestelijken der Grieksch-orthodoxe kerk. die dan
wel een bijzondere opvatting van zijn kerkelijke
taak schijnt te hebben.
J. K. Breder ode.
MARKT TE BEYROUTH.
.lm
ii*n i
b
Wonderbaar geluk voor de feestvlerendo
Gortbuikjes. Bruggenbouwliunst van
Waterstaat in 1900 op het peil van 1500.
Dartel spel der hooge doppen op het straat-
plaveisel. Kattenmuziek op do stadhuis-
trap. Gemartel do maagden zakken door
de lanings- van de bedstee. Welkome af
wisseling brengen donkergetlnte basterd-
spanjolen op de melkboerenhondenhaar-
kleurige 40-plus-pruimers. Blondo Groot-
gortburgsche maagd met bruine stieren-
meppers op stap naar de poffertjeskraam.
Ontzetgüntjes in den jaro 1873. Do
oude heer Cave Canum in het Oudorper-
land gevonden naast 'n lekko trekplano.
De Hoogere Gortbuiken van 1933 houden
ook nog van pappen en nathouden. Het
hondenhek van den feestredenaar kroont 't
lokkige kopje van een elegante foxtrotster!
Wethouder Jan Westerhof en zijn dier-
baro 99 Mi pereent ontvliedt het feestge-
druisch. Niet gevoelde liefde huichelen
is minderwaardig. Geen strooppot pre
senteeren als de azijnflesch wordt toege
dacht.
Lectori Salutem!
Onder de balineezen is populair het spreekwoord:
Onze lieve Heer is altijd met zijn smeerlappen, en deze
schoone spreuk is nooit méér bewaarheid geworden met
betrekking tot het jubelfeest van de dappere strijders
bij de Friesche poort in 1573!
Tegenwoordig strijden ze daar zoo hard niet meer,
maar staan ze zich te verdooienhonden bij de nooddoen-
de Friesche brug, die alhoewel voor eenige jaren geheel
vernieuwd, nog altijd is berekend op een verkeer van...
1573.
Het schijnt dat de bouwkundige genialiteit van Wa
terstaat sinds dat jaar nog altijd niet is geavanceerd!
Als wijlen (als minister) Jan Reymer ons deze poets
heeft gebakken, zal het hem eeuwig op de ziel en zijn
pensioen 'm op z'n jatten branden. Voila!
Maar om dan op de ontzettende ontzetfuif van Groot-
gortbuikenburg terug te zwammen, wat een reuze bof,
dat de glorievolle verlossing van Grootgortbuikenburg
niet op 16 October werd voltrokken, want dan was er
van ai die schoone stadsversierselen geen bal terecht
gekomen en de hooge bolussen van Hoogwaardigheids-
bekleeders, Hoofdbestuursleden en minder voor het voet
licht tredende feestcommissieleden hadden holderdebol
der op het nat bedropen straatplaveisel krijgertje ge
speeld!
Het briljante feest, waarover elke fijnbesnaarde Groot
gortbuikenburger ai 'n vol jaar zit te piekeren en uit
de Enkhuizer almanak berekent, hoe de mooi weer-
kansen staan, heeft ditmaal weer 'n schitterend ver
loop gehad.
Alleen hoop ik dat het muziekgezelschap „Scli Deo
Gloria" dit jaar nog eens met vernieuwden ijver zal
repeteeren, want ik geloof eerlijk gezegd niet, dat de
goede God deze feestklanken mooi zal vinden. En wat
onze beminde Prinses betreft, nu haar geheele uiterlijk
en bescheiden optreden wijst er op, dat haar karakter
vriendelijk en vergevingsgezind is en daarom zal, hoop
ik, tegen deze executanten geen procesverbaal zijn op
gemaakt wegens Majesteitsschennis, maar als ik mijn
hart mag uitluchten, het is heusch geen gehoor!
Laat deze overigens ambitieuze en volijverige ver-
eeniging eens een lesje nemen aan St. Louis en St. Cae-
cilia, want deze ensembles brachten, ik zeg het niet uit
nijd of spijt, maar uit welwillendheid, deze brachten 'n
heel wat meer melodieuze toon ten gehoore.
De historische optocht, hoewel niet concurrent met
den luister van deze vertooningen in mijn kinderjaren,
was zeer zeker, gelet op de bescheiden middelen en re-
quiaieten zeer presentabel en een historisch moment van
ontroering was voorzeker wel de scène, toen op den
wagen der zeven provinciën, demonstreerende de wreed
heid der Spaansche overheersching en waarop een aan
tal knappe Grootgortbuikenburgeressen waren gezeteld,
bedreigd door barbaarsche Spanjolenkrijgers met uit
getrokken „vlijmscherpe" rapieren, een der geïmprovi
seerde zitbanken bezweek en de gemartelde burgeressen
een paar voet naar beneden zakten. Zoowel slachtof
fers als beulen stikten van 't lachen en de demonstra
tie van de Spaansche wreedheid leed een jammerlijk
fiasco. Niet ten onrechte zegt de Fransohman, dat van
de hoogste tragiek tot de uiterste belachelijkheid soms
maar één stap noodig is!
Maar zoo'n lolletje is soms goed om ons duidelijk te
maken, dat alles toch maar poppekast is. En wat de
haat van het schoone geslacht van 1568 tot 1577 betreft
nou, als we de prachtige Spaansche typen, zoowel In
stad als op het platteland eens observeeren, dan lijkt
het wel of die afkeer niet altijd even groot was. Ik
geloof, dat menige gemartelde burgeres uit die dagen,
met een knappe schoenenpoetser van Alva in de olie-
koekenkraam is geweest. Honey soit qui mar Y pense!
En de avondlol was ditmaal weer eenig, echt ouwer-
wetsch! Juist als uit den grooten historischen dag der
eerste steenlegging van Vikkie, die dit jaar nog gevaar
liep, door ongure revolutionaire elementen in de wit
kalk te worden gezet, toen werd gepimpeld door heer
en sjouwerman, dat het een mirakel was.
Ik weet het nog van mijn braven Vader Zaliger, die
was met de harmonica en zijn kolenploeg op sjouw en
die hebben ze op 9 October ergens gevonden in 't Ou-
dorper land, op de plek, waar in 1573 de jichtige Spaan
sche opperbevelhebber Don Frederique, bastaard-jong van
Hertog Alva en de maestro del campo Juliano Romero
lagen te maffen!
Het is de historie die zich herhaalt!
En ook constateer ik dan met genoegen, dat verschil
lende Grootgortbuikenburgers, edellieden der burgerij,
met de hooge gibus gekroond, in den laten feestavond
van 9 October Anno Domini CICXXXIII als een kok
meeuw naar den koffer zijn gezeild. Nomina Sunt
odioso, namen noemen is natuurlijk zonde en je moet
nooit tegen den bakker zeggen wat je van de melkvrouw
weet, zooals mijn tante Toos met de scheve heup altijd
NEDERLANDSCH FABRIKAAT
zei, maar als ik u vertel dat desgeëerde feestredenaar'»
hooge dop in de Korenbeurs pronkte op het gelokte
hoofd van zijn rumba-danseres, dan hoef ik je niet
verder te vertellen, welk een, wat 'n gijn ook die Groot
gortbuikenburgers van meer aparte kwaliteit en in be
ter formaat hebben uitgespookt.
Maar niet alle Gortbuiken hebben spontaan feest ge
vierd, zooals onze ontrouwe geliefde burgervader ker
mend verzucht in zijn opkikkerend voorwoord ter in
troductie van het feestprogramma!
Ja, dat is heel beroerd, maar ik kan dit zeer natuur
lijk vinden!
De schrijver van „Pro en Contra" in de Alkmaarsche
Post geeft in gesoigneerde termen zijn leedwezen te ken
nen over 't droevige feit, dat hij op 9 Oct. 'n wethouder
van Grootgortbuikenburg in Grand Mokum zag rond
scharrelen. Ja, dat wist ik. dat was onze loco-burge
meester Jan Westerhof, die in alle eer en deugd met zijn.
wettige gade eena een eerzaam slippertje had gemaakt!
En nou vraag ik: wat zou dat voor den duivel? Zou
het niet veel bedenkelijker zijn geweest, als ze Jam
Westerhof op 10 October in Mokum had gesnord met
een ander z'n vrouw? 'n Staaltje van het vrije ruilver
keer. dat je in het Groote Dorp wel eens meer kan
observeeren.
Neen, krachtens zijn principes voelt de Groote Jo«
hannes zoo goed als niets voor het ontzetfeest. Ambte
lijk kon hij gemist worden als kiespijn, want op zoo'n.
gloriedag zou vader Willem liever van zijn geloof afvallen
dan een ander de zoete wafeltjes uit het vuur te laten
halen!
En dan vond ik het veel eerlijker, om de kuiten maar
te nemen, dan de feestvierende gemeente zich te laten
ergeren aan je zure postzegel! En als je van een of an
dere vertooning geen tabak heb, dan moet je het lief
doen achterwege laten! Mijn systeem hoor.
Als Ik voor iemand geen sympathie heb, kan ik niet
over mijn hart verkrijgen om met de strooppot te exer-
ceeren. Buiten schot blijven maakt beter figuur dan
aanwezig en onbeleefd te zijn. Steek dit in je dizak,
vader!
CAVE CANUM.
Tusschen een lift bekneld.
Doodelijk ongeluk te Helmond.
Donderdagmiddag te ongeveer twee uur is
de arbeider Bergers, werkzaam bij de textiel
fabriek van de firma Raaymakers aan den
Kanaalweg te Helmond tusschen een lift be
kneld geraakt en gedood.
B., die werkzaam was in de wevorij, werd omstreeks
1 uur vermist. Na eenig zoeken vond men den man
dood op den bodem van den liftkoker. Hij is ofwel
van groote hoogte in den liftkoker gevallen of onder
de lift terechtgekomen en verpletterd. Het staat nog
niet vast, hoe het ongeluk heeft kunnen plaats vin
den, daar de beveiliging in orde was.
De man had vreeselijke verwondingen aan hoofd
en beenen en moet onmiddellijk dood zijn geweest.
Geestelijke en geneeskundige hulp werden nog inge
roepen, doch waren niet meer noodig. Per brancard
is het lijk naar het St. Anthonius-Gasthuis overge
bracht.
B. was gehuwd en vader van een groot gezin.
Het nieuwe collectieve contract
in de typografie.
Door Alg. Ned. Typografenbond aanvaard.
De Algemeene Vergadering van den Algemeenen
Nederlandschen Typografenbond heeft met 125 tegen
87 stemmen en 28 onthoudingen de nieuwe Collectie
ve Arbeidsovereenkomst voor de typografen aan
vaard.
Eindelijk regen in Zuid-Afrika.
Een eind gekomen aan de alles ver
woestende droogte.
V.D. verneemt uit Kaapstad: Eindelijk is een einde
gekomen aan de verwoestende droogte, die in Natal
en Transvaal o.a. den dood van millioènen schapen
heeft veroorzaakt, In Noord-Natal en Oost-Transvaal
is eindelijk regen gevallen, gepaard met hevige ha
gelstorm. In de uitgedroogde rivierbedding staat
weer water. Een groot deel van het land is nog zon
der regen, maar de vooruitzichten op verandering
der weersgesteldheid zijn gestegen.
Vergiftige paddestoelen.
Doodelijke gevolgen in Frankrijk en Polen.
Uit Parijs: Na het eten van paddestoelen, die een
werkloos arbeider te Tours in de bosschen in de om-
gevin°- had gezocht, werd het geheele gezin ziek met
ernstige vergiftigingsverschijnselen. Kort na over
brenging naar het ziekenhuis stierven de beide kin
deren, die drie en vier jaar oud waren. Men hoopt
de beide ouders in leven te kunnen houden.
Ook te Névers stierven twee arbeiders na het ge
bruik van zelfgezochte paddestoelen.
Uit Konitz: Na het gebruik van zelf gezochte pad
destoelen werd een uit tien personen bestaand gezin
te Konitz in den Poolschen Corridor ernstig ziek. Twee
kinderen van 6 en 9 jaar en de moeder stierven kor
ten tijd later. De overige zeven patiënten verkeeren
in levensgevaar.
Waanzinnige moordenaar.
Na een achtervolging van 10 dagen gedood.
V.D. verneemt uit Rome: De 70-jarige waanzinnige,
die in Alba twee menschen heeft vermoord, is na
een opsporing, die tien dagen duurde, door gendar
mes gevonden, nadat hij nog zijn 40-jarigen neef had
neergeslagen. De oude verzette zich wanhopig en
verwondde niet minder dan vier gendarmes. Hijzelf
werd door revolverschoten gedood.