Raad
Anisa Panlowna.
Het noodweer boven Frankrijk.
Vergadering van den Raad op Woensdag 25 October
1933, des middags 2 uur.
Voorzitter de heer G. J. Lovink, burgemeester;
secretaris de heer C. Keijzer.
Alle leden zijn aanwezig.
Na opening volgt lezing der notulen, ze worden on
der dankzegging aan den secretaris goedgekeurd.
Omtrent de ter goedkeuring aan Ged. Staten toege
zonden bouwverordening, was een rapport ingekomen
van den Inspecteur voor de Volksgezondheid, waarin
enkele wijzigingen worden voorgesteld. De gevraagde
wijzigingen zullen worden aangebracht.
Bij de mededeeling dat de aanslag in 't vergunnings
recht van C. Slikker Cz. bij uitspraak van den Raad
van Beroep is teruggebracht van f 137.50 op f 112.50,
merkt de heer Kuiken op, dat dus de vlieger van
B. en W. niet opging. Spr. vond het ook onbillijk,
want de aanslag dient toch te geschieden naar zijn
verkoop, met 'ie inkomsten heeft het niets te maken.
De Voorzitter zegt dat het juist gaat om den drank
verkoop. Wij zullen ons nu tot den Minister van Fi
nanciën wenden en vragen om opgave van het aan
tal ingeslagen liters.
De heer Kuiken zegt dat de boeken enz. van Slik
ker ter inzage konden worden verkregen.
De Voorzitter zegt dat we dan nog niet klaar waren,
want dan weten we het gehalte nog niet.
Van de mededeelingen verme'den we nog, dat van
het R.K schoolbestuur bericht was ingekomen, dat
voor het vervolgonderwijs zich 18 leerlingen hadden
aangemeld;
dat tuinhouwonderwijs wordt gegeven door de hee-
ren A. Kager, 't Zand en I. J. Schroevers te Juliana-
dorp.
De heer Kuiken merkt op, dat tegenwoordig lange-
ren tijd onderwijs wordt gegeven en spr. dacht dat
daarom in dezen tijd dat vervolgonderwijs achterwege
kon blijven en op het tuinbouwonderwijs kon worden
bezuinigd.
De heer Keuris vraagt den heer Kuiken, wat dan
wel op het tuinhouwonderwijs bezuinigd zou kunnen
worden?
De Voorzitter denkt dat de heer Keuris den heer
Kuiken er in wil laten loopen, want het tuinhouw
onderwijs wordt door het Rijk betaald, do gemeente
draagt alleen maar iets bij in de reiskosten.
De mededeeling, dat het verlies van de Coop. Bloem-
bollenveilingsvereeniging „Breezand" W.A. over het
boekjaar 19321933 bedraagt f2910.05. is voor den heer
Kuiken aanleiding om aan den Voorzitter toelichting
te vragen. Hij meent toch gelezen te hebben dat er
flinke winst r.emaakt is.
De Voorzitter licht toe dat op do schuld f18.000 is
ingeloopen, doordat de leden van de Veilingsvereeni-
ging f150 per lid hebben gestort.
De personeele belasting en de koffiehuizen
Door de afd. Schagen en omstreken van den Ned.
Bond van Koffiehuis-, Restauranthouders en Slijters
was verzocht een verordening vast te stellen, waar
door verlaging wordt verkregen voor koffiehuizen
enz., van de aanslagen in de personeele belasting.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. in gewone omstan
digheden wel iets voor verlaging zouden gevoelen,
maar nu de begrooting met zooveel moeite in elkaar
gezet kon worden, thans niet. Als het in de toekomst
tot verlaging van personeele bealsting komt, zouden
de café's voor vermindering bijv. met 1/3 in aanmer
king komen.
De heer Jonker wijst b-v. op de biljarten, waarvoor
f51 moet worden betaald plus dan aanstonds een be
langrijke aantal opcenten. Het gevolg zal zijn, dat er
zeker 4 a 5 biljarten zullen worden opgeruimd en op
die manier heeft de gemeente er nog geen baten van.
De Voorzitter beaamt dit, en in den loop van het
Jaar zullen B. en W. dan ook met een voorstel tot
verlaging komen.
De heer Smit wijst ook op de moeilijkheden waarin
de kasteleins verkeeren en waar al zooveel menschen
worden geholpen, wil spr. ook de kastelein i helpen.
Spr. ziet aankomen dat er menschen zullen zijn die
hun zaak zullen moeten sluiten.
De Voorzitter zegt dat de geheele middenstand het
slecht heeft, ja bij de winkeliers zal de nood nog veel
hooger zijn dan bij de kasteleins. T a.v. de kasteleins
blijft het nog een zekere luxe en die hebben nog het
machtsmiddel om de prijzen te verhoogen.
De heer Kuiken vindt de prijzen al aardig duur.
De heer Smit meent, dat de Raad van de prijzen
moet afblijven.
De heer Komen zou inzage willen hebben van het
geen door de caféhouders aan belasting moet wor
den betaald. Als de heffing onbillijk is, wordt dat
aanstonds met de heffing van 200 opcenten nog erger
en dient dat zeer dringend veranderd te worden. Spr.
stelt voor, het adres aan te houden tot de volgen
de vergadering.
De Voorzitter leest uit een voor hem liggend
schriftuur een gedeelte voor, waarin er op wordt ge
wezen, dat in verband met het maximumstelsel het
bedrijf een monopolistisch karakter draagt es dat
de vermindering van belasting door de overige mid
denstanders meer moet worden opgebracht.
De heer Komen vraagt wie dat zegt waarop de
Voorzitter zegt, dat het is een blad van den Bond
van Ned. ambtenaren.
De heer Komen zegt, dat de prijsstelling ook een
grens heeft en naar het tegenwoordige leven is de
grens reeds overschreden.
De heer Jonker merkt op, dat de bevoorrechting,
waar dè Voorzitter het over had, door do kasteleins
is betaald. En wat de luxe betreft, bij de winkeliers
is thans ook een lange lijst van luxe artikelen, als
koek, limonade enz. Ook daar zijn de bedrijven van
de winkeliers voor een groot gedeelte luxe. De ijskar-
retjes en het snoepgoed doen zeer veel kwaad.
De heer Rezelman wil ook graag weten wat de kas
teleins betalen. Als 200 opcenten worden geheven,
zullen de bedragen, die zeker al vrij hoog zijn, een
onbillijke verhooging worden. Spr. vraagt, of de op
gave reeds bij de behandeling van de begrooting te
gemoet kan worden gezien.
De oorzitter ontraadt om aan de begrooting, die
met veel moeite in elkaar is gezet, te rammelen. Wat
de biljarts betreft, zullen B. en W. met een voorstel
komen.
De heer Dekker wijst er op, dat als een maximum
aan opcenten wordt geheven, de arbeiders daar ook
door worden getroffen en de algemeene toestand van
de caféhouders nog niet zoo slechts is als voor een
massa arbeiders.
De Voorzitter zegt dat dit ook een van de motieven
van B. en W. is geweest en dat dan ook gehoopt
wordt dat de huur speciaal voor de perceelen der
woningbouwvereniging verlaagd zullen worden.
De heer Komen heeft alleen willen zeggen, dat als
de heffing niet billijk is dat ze dan moet worden her
zien.
De Voorzitter vraagt, welke maatstaf dan moet wor
den genomen.
De heer Jonker zegt dat naast een ander bedrijf de
heffing onbillijk is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het adres voor
kennisgeving aangenomen.
Geen Ventverbod.
De groentenhandelaren in deze gemeente verzoeken
om een ventverbod in het leven te roepen voor uit
wonende handelaren.
B. en W. stellen voor, het adres voer kennisgeving
aan te nemen. W e kunnen geen menschen weren en
de raad heeft daartoe ook niet de bevoegdheid. Wat
een ventverbod elders betreft, dii is om de bedelarij
te weren.
De heer Koorn erkent, dat er geen grens is te trek
ken; ook al is het betreurenswaardig dat de burgers
de belasting moeten betalen De burgerij moest zelf
aan de ingezetenen denken.
Gewezen wordt op het ventverbod te Den Helder,
b.v. de bloemenventers.
Bij de bespreking wordt opgemerkt, dat door de
werkloosheid wellicht in den a.s. winter een paar
honderd bloemenventers naar Den Helder zouden
trekken en dat wil men in Den Helder voorkomen.
Erkende bloemenventers krijgen een ventvergunning.
De Voorzitter zal zich t.a.v. deze kwestie op de
hoogte stellen.
Het verzoek wordt voor kennisgeving aangenomen.
Het verzoek van de politie-schietvereeniging „Scha
gen en Omstreken" om een jaarlijksche subsidie wordt
afgewezen, er is geen geld.
Óp het verzoek van de Esperantoclub „La Verda
Stelo", om beschikbaarstelling van een schoollokaal
en aanschaffing van een leerboek voor een cursus in
esperanto voor werkloozen, wordt gunstig beschikt.
Er zijn 20 cursisten.
De heeren Kuiken en Smit wezen op de wensche-
lijkheid tot bezuiniging, doch de Voorzitter en ook de
heer Dekker wijzen op de noodzakelijkheid iets voor
de ontwikkeling van de werkloozen te doen. En als
de heer Smit later hoort dat het hier betreft jonge
werkloozen, dan is zijn bezwaar opgeheven.
Ten behoeve van een zangkoor zal een lokaal van
school I beschikbaar worden gesteld, de kosten van
vuur en licht zullen aan de gemeente worden ver
goed.
Aan mej. P. J. Krispijn, onderwijzeres aan de o. 1.
school II wordt op haar verzoek eervol ontslag ver
leend met ingang vah 1 November a.s.
B. en W. stellen voor om in de vacature van school
II te voorzien door overplaatsing van mej. A. Diep-
grond, thans onderwijzeres aan school III en om deze
plaats te bezetten door overplaatsing van den heer
J. J. Zaadnoordijk, thans onderwijzer aan school I.
Door vermindering van het aantal leerlingen zou een
leerkracht van school I op wachtgeld gesteld moeten
worden en stellen B. en W. voor niet in de vacature-
Zaadnoordijk te voorzien.
Zoowel de Inspecteur als de Minister verklaarden
met de voorgestelde regeling accoord te kunnen gaan.
De heer Smit vraagt of de heer Zaadnoordijk een
woning heeft, want spr. zou het een bezwaar achten
als de heer Zaadnoordijk in den winter iederen dag
een stuk moest fietsen.
De Voorzitter denkt, dat de heer Zaadnoordijk dat
liever zal doen dan op 1 Januari op wachtgeld te wor
den gesteld. Maar er komt een woning voor den heer
Zaadnoordijk.
Algemeen vereenigt de Raad zich met het voorstel
van B. en W.
Het vervolgonderwijs.
B. en W. stellen voor tot wijz*ging van de verorde
ning tot regeling van het vervolgonderwijs, waardoor
dit onderwijs niet wordt gegeven, wanneer het aan
tal leerlingen minder dan S bedraagt of beneden dit
getal daalt en de belooning zal bedragen fl.per
uur bij 8 tot en met 15 leerlingen, en f 1.25 per uur
bij 16 en meer leerlingen.
De Voorzitter licht toe, dat B. en W. zich ernstig
hadden afgevraagd of het vervolgonderwijs moest
worden gehandhaafd. Als de begrooting niet kloppend
is te krijgen, en het Rijk kort, zou met één streep
het vervolgonderwijs verdwijnen. B. en W. hebben
toen de hoofden der scholen uitgenoodigd en die ver
klaarden, dat als het moest, zij het orderwijs voor
niets zouden geven, maar als het eenigszins moge
lijk was, zouden zij willen dat het onderwijs niet
werd opgehven.
B. en W. meenden dat het niet opging dat de onder
wijzers het ondrr /ijs voor niets gaven en tenslotte
werd overeengekomen dat de belooning per lesuur
zou worden verminderd. Aan het onderwijzend per
soneel komt dank toe voor zijn aanbod. Als het ver
volgonderwijs wordt opgeheven, gooit men zulke
mooie dingen weg, de jongens steken er, wat alge
meene kennis betreft, veel van op.
De heer Smit herinnert er aan, dat hij reeds vorig
jaar voorstelde om het uurloon te geven dat nu wordt
voorgesteld en spr. is blij dat de zaak nu tot zoover
voor elkaar is. Het blijkt nu. dat hij het niet bij het
scheeve, maar bij het rechte eind had. Spr. vindt ech
ter niet mooi, dat 't vervolgonderwijs reeds wordt ge
geven.
De Voorzitter zegt, dat de cursus 1 October dient
te beginnen. Daarom is echter de raad nog niet ge
bonden, want als de raad een ander besluit zou ne
men, zouden B. en W. het voor hun verantwoording
nemen, dat eerder is begonnen.
De heer Raven juicht het toe, dat B. en W. het
vervolgonderwijs willen handhaven en spr. hoopt, dat
als het eenigszins kan lijden, de vergoeding weer op
peil zal worden gebracht. Ook spr. dankt het onder
wijzend personeel voor zijn bereidwilligheid.
De heer Koorn deelt mede, dat het vervolgonder
wijs aan school I en ook de omwonenden van die
school veel last ondervinden van dat zevenuurs-goed,
van jongens die met meisjes beginnen te scharrelen.
De Voorzitter zegt toe, dat daar een eind aan zal
worden gemaakt.
Conform het voorstel van B. en W. wordt beslo
ten.
Voor het geven van het vervolgonderwijs worden
benoemd de heeren: school I: 't Hart en Hamelink,
school II: De Vries en De Wilde, school III: Van
Dijk.
Op enkele verzoeken om ontheffing van aanslag
in het schoolgeld wordt gunstig beschikt, terwijl an
dere verzoeken worden afgewezen.
Geen instelling van Maatschappelijk
Hulpbetoon.
Aan de orde is het voorstel van de S.D.A.P.-frac-
tie om te besluiten tot het vaststellen van een re
glement voor de gemeentelijke instelling van Maat
schappelijk Hulpbetoon en het Reglement voor het
Burgerlijk Armbestuur, vastgesteld in de vergadering
van 12 Augustus 1913, in te trekken.
Voor de toelichting op dit voorstel, zoowel als voor
het advies van het Burgerlijk Armbestuur verwijzen
we naar het nummer van Dinsdag jl.
De Voorzitter zegt, dat de meerderheid van B. en
W. accoord gaat met het advies van het B. A. om niet
op het voorstel van de S.D A.P. in te gaan. Of de
minderheid van het college, de heer Keuris, zijn po
litieke vrienden niet in den steek wil laten, dan wel
of hij werkelijk meent dat het betei is een instel
ling van Maatschappelijk Hulpbetoon te hebben dan
een Burgerlijk Armbestuur, weet spr. niot.
B. en W. vinden het wel goed dat voor de benoe
ming van leden van het Burgerlijk Armbestuur B.
en W. voortaan aan den Raad voorleggen een aan
beveling, na het Burg. Armbestuur om advies te
hebben gevraagd. De raad is dan geheel vrij in de
benoeming, alleen achten ook B. en W. het noodza
kelijk dat de benoeming an geschiedt van één uit de
betrekkelijke wijk.
De heer Dekker begint met aan de reeds bij "het
voorstel genoemde argumenten nog toe te voegen de
laatste circulaire van den Minister van Economische
zaken, dat voortaan als orgaan van stcunverleening
slechts kan optreden het college van B. en W. of op
aanwijzing daarvan het Agentschap dor Arbeidsbe
middeling of een instelling van Maatschappelijk
Hulpbetoon of Burgerlijk Armbestuur.. Spreker acht
het niet ondenkbaar dat het B. en W. te zwaar zal val
len die taak te vervullen en zal het B. A. dan het
aangewezen lichaam zijn. Maar in de tegenwoordige
samenstelling zal het B. A. niet in staat zijn dc
steunverleening aan valide werkloozen te regelen.
Deze zaak zal ook strikt gescheiden moeten blijven
van die van het B. A. schrijft dc minister.
Spreker gaat dan punt voor punt het advies van
het B. A. na. er op wijzende dat ook de voorstellers
zooveel mogelijk de leden der instelling over de ge
heele gemeente verdeeld willen zien, dat de vrees, dat
meer zal moeten worden vergaderd een gezocht argu
ment is. Wat het voorzitterschap betreft, voorop wordt
gesteld dat het voorstel niet gericht is tegen den
tegenwoordigen voorzitter, maar het kan in de toe
komst voorkomen dat de burgemeester minder ge-
wenscht wordt geacht als voorzitter van het B. A.
op te treden. Door uitbreiding van de overheids-be-
moeiingen kan het den burgemeester ook in de toe
komst veel te zwaar vallen het voorzitterschap van
het B. A. waar te nemen. Wat den naam aangaat, het
is waar dat in grootere gemeenten de taak van het
B. A. niet meer uitsluitend is die van de armenver
zorging, maar dat is ook juist het motief van de
voorstellers om een instelling van Maatschappelijk
Hulpbetoon te stichten. De bemoeiingen t.a.v. zieken
verpleging zijn reeds zeer belangrijk en gezien de laat
ste circulaire van den Minister en mogelijk de ko
menden, kunnen die bemoeiingen nog errooterwor
den. Wat de medezeggingschap betreft, deze beperkt
zich thans tot het uiten van wenschen en het vra
gen van inlichtingen.
De heer Van den Berg dacht, dat een lid van het
B. A. verplicht was in de hem aangewezen wijk te
wonen. En voor de menschen èn voor den goeden
gang van zaken acht spr. het noodig dat de burge
meester voorzitter van het B. A. is. Er zijn menschen
die hun zaak liever blootleggen aan den Burge
meester dan aan een armvoogd. Er vervalt op deze
wijze dus al heel wat van hel voorstel van de S.D.
A.P.-fractie. Wel voelt spr. er veel voor, dat er een
paar arbeiders in het B. A. worden benoemd, maar
om nu het aantal in een reglement vast te leggen,
acht spr. niet noodig. Spr. vindt het ook gewenscht
dan in T B. A. tot uiting komen de geestesstroomin-
gen die in de gemeente zijn. Een voorstel daartoe zal
spr. nog niet doen, omdat hij vertrouwt dat de raad
en het B. A. die billijkheid zullen inzien. Om het
B. A. om te zetten in Maatschappelijk Hulpbetoon
ziet spr. niet in. Z.i. dient de crisiswerkloosheid enz.
aan de organisatie te blijven.
De heer Kuiken is voor het voorstel van de meer
derheid van B. en W. Dat de burgemeester buiten
het B. A. kan vallen, acht spr. onmogelijk. Er wor
den zulke zware offers van de gemeente geëischt,
dat het hoofd van de gemeente in het B. A. dient te
zijn. Spr. heeft groot vertrouwen in het B. A. en ziet
in dit voorstel van de S.D.A.P.-fractie dan ook eenig
wantrouwen. Armvoogden hebben steeds een gewil
lig oor, en de bedeeling geschiedt op een wijze die
aller goedkeuring weg draagt. Waarom dan veran
dering? Spr. vreest, dat de voorgestelde regeling
groote lasten mee zal brengen.
De heer Smit vindt het voorstel van de S.D.A.P.-
fractie te ingewikkeld. Er zal teveel personeel noodig
zijn. Het maakt spr. niet uit wie er lid van het B.
A. is, als er maar menschelijk wordt gehandeld.
Maar daar hapert het wel eens aan, al zal het niet
moedwillig gebeuren. Men moet er de kennis voor
hebben.
Wel vindt ook spr. het gewenscht dat de Raad me
dezeggenschap heeft wat de benoeming betreft.
De heer Kuiken informeert wat de bedoeling is om
alle categoriën in het B. A. vertegenwoordigd te heb
ben. De katholieken zullen toch geen protestant in
hun armbestuur benoemen.
De Voorzitter wijst er op dat de kerkelijke instel
lingen haar diaconie hebben, maar behalve de dia-
coniën is er het B. A. voor de geheele gemeente en
een katholiek, een gereformeerde en S.D.A.P. hebben
er ook recht op zitting to hebben in het B. A. Het
wordt wel eens vergeten dat de diaconiën hun eigen
armen verzorgen. In dezen tijd helpt de gemeente de
diaconiën, met uitzondering dan van de gereformeer
de, die betaalt haar armen zelf, maar hebben er niet
zooveel.
De heer Smit noemt een geval dat het R.K. Arm
bestuur iemand f2 kortte en spr. toen daarover bij
pastoor Verhoef is geweest.
De Voorzitter vindt het vriendelijk dat mijnheer de
Pastoor den heer Smit te woord heeft gestaan, maar
deze had met die zaak niets te maken. Het was zelfs
onbeleefd om zich in een zaak te mengen die door de
katholieken zelf wordt bekostigd.
De heer Koorn kan zich er zeer goed mee vereeni
gen dat de naam wordt veranderd. Maatschappelijk
Hulpbetoon klinkt beter, maar verder wil spr. dan
ook niet gaan. Het advies van het B. A. is niet zoo
kwaad en het is al toegeeflijk als B. en W. met een
aanbeveling komen; in het college van B. en W. zit
een S.D.A.P.er, die dus de medezeggingschap van de
arbeiders kan bepleiten.
De heer Raven merkt op dat op het oogenblik het
B. A. zich ook niet houdt aan de wijkverdeeling. Dat
M. H. meerdere kosten zal meebrengen gelooft spr.
niet en spr. wijst op het vele werk dat de arbeiders
voor hun organisatie verrichten. Een bezoldigd Ar
menbezoeker acht spr. niet noodig.
De heer Keuris zegt, dat hij niet de minderheid
in het college van B. en W. vormt omdat hij zijn
partijgenooten niet wil afvallen, maar omdat hij
overtuigd is dat wat zijn fractie voorstelt, in de
huidige omstandigheden beter is. Er spreekt geen
wantrouwen jegens het B. A. uit, maar op de be
noeming heeft do raad tot nu toe geen invloed kun
nen uitoefenen. Thans willen zij een aanbeveling
doen. Spr. stelt zich de vraag, of B. en W. ook met
dat voorstel zouden zijn gekomen, als de S.D.A.P.-
fractie haar voorstel niet had ingediend. De naam
B. A. werkt voor velen afschrikwekkend en er zul
len gezinnen zijn, die de hulp van het B. A. niet
inriepen, hoewel het voor die gezinnen beter ware
geweest, als dat wel was geschied. Wat de benoeming
van den burgemeester betreft, het gaat niet tegen
den persoon, maar het gaat om den eventueelen per
soon, die burgemeester kan worden. In Noordhol
land zijn er wel gemeenten waar men wil dat de
burgemeester er zoo weinig mogelijk heeft te zeggen
De Voorzitter vindt dat dit er buiten moet blij
ven.
De heer Keuris zegt, geen namen te noemen. Als
de gelegenheid bestaat dat een ander lid van het
college kan worden benoemd, zal het wel eens ver
lossend werken. Spr. had voorts gedacht dat over de
voorgestelde samenstelling wel het een en ander was
gezegd. Spr. heeft hier en daar al de critiek gehoord,
waarbij de vraag werd gesteld, of er uit den raad
wel 4 personen zouden kunnen worden benoemd, die
bekwaam genoeg zijn. Dat bezwaar heeft spr. hier
niet gehoord maar spr. kan zich dat ook moeilijk
voorstellen; de leden van den raad zij,n door de kie
zers afgevaardigd, ze zullen dus het vertrouwen van
de kiezers hebben. Ook over het voorstel om 4 leden
uit de arbeidersbevolking te benoemen, heeft spr.
geen woord gehoord. Aleen heeft de heer Van den
Berg de wenschclijkheid geuit om een paar arbei
ders te benoemen.
Spr. kan zich niet indenken dat er meer verga
derd zal moeten worden en oordeelt het argument
dat een bezoldigd armenbezoeker zal moeten worden
benoemd zoo gezocht, dat hij er niet verder op zal
ingaan.
Er behoeft geen wantrouwen te bestaan als men
een andere samenstelling wil.
De heer Kuiken: Die indruk wordt toch gekregen.
De heer Keuris: Dan is die er toch bij gehaald.
Dat er nu een S.D.A.P.er in het college van B. en
W. zit, is waar, maar het is niet gezegd, dat dit zoo
blijft. Spr. blijft een instelling van Maatschappelijk
Hulpbetoon verre verkiezen boven een B. A.
De heer Smit weet niet waar het voor noodig is.
4 leden uit de arbeidersbevolking en 4 leden uit den
Raad. Dat is voor spr. niet noodig, als ze maar goed
zijn. Wel acht ook spr. het gewenscht, dat de arbei
dersbevolking in het B. A. vertegenwoordigd is; de
kiezers zullen dan later wel een oordeel vellen. Alle
S.D.A.P.ers voldoen spr. ook niet.
De Voorzitter had meer motieven van de voorstel
lers venvacht. Motieven en bewijzen dat het B. A.
niet voldoet, dat er wat aan hapert, want als men
iets wil veranderen, dan hapert er toch wat aan het
bestaande. Spr. herinnert er aan hoe vroeger het
S.D.A.P.sche raadslid Bakker door liet B. A. is voor
gedragen om als lid vau het B. A. te worden benoemd.
Van een indeeling zooals de voorstellers willen, ziet
Veel schade en verscheidene slachtoffers
Parijs, 25 Oct.
Stormen en overstroomingen hebben in verscheidene
deelen van Frankrijk ernstige schade aangericht. De
spoorwegverbinding tusschen Parijs en Nimes is wegens
verzakking van-de baan gestremd en de reizigers wor
den per autobus vervoerd. In het district van Béziera
heeft gedurende zes uur een onweer gewoed, waardoor
de rivieren buiten haar oevers zijn getreden en het
verkeer zoowel per trein als per auto gestoord is.
In de Vendée hebben eveneens hevige stormen ge
woed. Op enkele plaatsen is de bliksem ingeslagen,
waarbij eenige personen om het leven zijn gekomen.
GROOT SCHEEPSBOUWFLAN IN RUSLAND.
Volgens een mededeeling van de Sowjet-regeering is
dezer dagen het besluit genomen om in den loop van
1934 een aantal rivierschepen met een totaal inhoud
van bijna 1 milioen tons en tot een prijs van 80 millioen
roebels te doen bouwen.
spr. echter groote moeilijkheden, ook al bij vacatures,
want wijkverdeeling moét er blijven. Dat er andere
menschen in het B. A. komen, daar is het B. A. zelf
ook wel voor, als ze maar geschikt zijn. Nu al ge
wezen is op het zitting hebben in B. en W. van een
S.D.A.P.er, zullen ook B. en W. deze zaak eens be
kijken.
Dat het idéé van de S.D.A.P. fractie groote kosten
zou veroorzaken, daarvan is spr. overtuigd. Als de
leden niet in de wijk wonen zal er minstens één keer
per week moeten worden vergaderd en zonder een be
zoldigd armenbezoeker zal het ondoenlijk blijken. Dat
de burgemeester tevens voorzitter van het B. A. moet
zijn, men moet elke gemeente op zich zelf beschou
wen, maar van deze gemeente zou spr. het jammer
vinden als het in de toekomst niet het geval was. De
burgemeester kan op verschillende wijzen inlichtin
gen geven Een dienst van M. H. is 'n verzameling,
waarvan 't B.A. maar 'n klein gedeelte is. 't Is waar
dat ook nu in twee gevallen een armvoogd niet in
zijn wijk woont. Het eene geval is dat van den heer
Rezelman, die in den Oostpolder thuis behoort. Even
wel de heer Rezelman heeft reeds een paar maal zijn
mandaat ter beschikking gesteld, doch dat is niet ge
accepteerd omdat er geen enkele ondersteunde in den
Oostpolder woonde, thans één.
De heer Rezelman beaamt, dat er nu één is, maar
als spr. over meerdere gevallen zou moeten oordee-
len, zou hij dat een bezwaar achten.
De Voorzitter deelt verder mede, dat B. en W. de
Crisissteun zullen behouden. Laten we toch vooral
niet de alures aannemen van een groote gemeente.
Als spr. het te druk mocht krijgen, zullen we weer
zien. Spr. dankt den heer Kuiken voor de hulde aan
het B. A. gebracht, een hulde die de heeren verdie
nen. Het werk door de arbeiders voor hun organisatie
verricht, kan niet vergeleken worden met het werk
van een armvoogd. De vraag aan den heer Keuris of
deze zijn broeders niet. in den steek wilde laten, was
een grapje. Natuurlijk zijn de leden van den Raad be
kwaam om als lid van het B. A. op te treden. Dat
niet is gesproken over de 4 arbeiders in de instelling
van M. H., komt, omdat dit zou worden goedgevonden,
als het maar geschikte menschen zijn.
De heer Van den Berg gaat accoord met de toezeg
ging dat ook de arbeidersbevolking in het B. A. zal
worden vertegenwoordigd en ook met de toezegging
omtrent de vertegenwoordiging van andere geestes-
stroomingen.
De heer Dekker zegt dat er wel wat aan het B. A.
hapert, maar dat zal ook met M. H. het geval zijn.
Maar daarom kan men toch nog wel verandering noo
dig achten. Spr. ziet wel degelijk de groote moeilijk
heden, maar dat er grootere kosten aan een instelling
van M. H. zouden zijn verbonden, ziet spr. niet in.
Ook niet dat een bezoldigd ambtenaar noodig zou
zijn. Spr. merkt op dat de heer Raven toen hij over
het vele werk door arbeiders voor de arbeidersorgani
satie sprak, doelde op de steunregeling.
De Voorzitter beaamt dit volkomen en komt dan
op het door hem gesprokene terug. Inderdaad hebben
die menschen des avonds hier van 7 tot 11 uur met
ons gezeten.
De heer Dekker wijst er dan op dat vorig jaar wel
is gebleken hoe weinig medezeggingschap in de fi
nanciën de Raad had, toen de bedragen voor de onder
steuning waren verlaagd en spr. dit heftig heeft be
streden, evenwel zonder resultaat.
Als na eenige bespreking het voorstel van de S.D.
A.P.-fractie in stemming wordt gebracht, wordt het
verworpen met 8 tegen 3 stemmen. Voor stemden de
heeren Keuris, Dekker en Raven.
De Raad gaat accoord met een wijziging van het
reglement noodig dat B. en W. in plaats van een
voordracht tot benoeming van een lid van het B. A.
een aanbeveling inzenden na over de samenstelling
van die aanbeveling het B. A. te hebben gehoord.
Evenwel met de restrictie dat de Raad daarbij in acht
dient te nemen, dat buiten de aanbeveling geen per
sonen behooren te worden benoemd, die niet in de
wijk waarvoor de benoeming geldt, woonachtig zijn.
Gaat niet door.
Het volgende agendapunt vermeldt: Vaststelling
van de voorwaarden, waarop de Raad het G.E.B. aan
de provincie zou willen overdragen.
B. en W. nemen dit punt terug, naar aanleiding van
een brief die na afloop van de openbare vergadering
aan den Raad zal worden medegedeeld.
Aanbieding Gemeentebegrooting.
B. en W. bieden den Raad de gemeentebegrooting
voor 1934 aan, sluitende voor den gewonen dienst in
ontvangst en uitgaaf op f306.994.09, met een post on
voorzien van f2777.48 en voor den kapitaaldienst op
ontvangst en uitgaaf op f5450.
De rondvraag.
De heer Dekker wijst op het feit dat er een weg in
de gemeente is die thans twee namen draagt. De
Raad heeft bedoelden weg den naam gegeven van
Oosthoekweg, de dienst der Zuiderzeewerken noemt
hem Ulkesluisvveg.
3esloten wordt den naam Oosthoekweg terug te
nemen.
De heer Dekker deelt mede, dat de boom bij de
brug over het Balgzandkanaal thans aan het einde
van de brug is aangebracht.
De heer Raven informeert naar de verplaatsing
van de lantaarns langs de Molenvaart. Komt binnen
enkele dagen in orde.
De heer Smit informeert naar een adres van G.
Bruin.
De Voorzitter zegt dat dit een zaak voor het Arm
bestuur is en straks nog zal worden besproken.
De heer Koorn vraagt naar het bouwen van een
urinoir bij het pakhuis van Krouwel.
De Voorzitter moet tot zijn schande, zoo zegt hij,
bekennen, te hebben vergeten om er met den heer
Wijdenes Spaans over te spreken, maar spr. zal dat
morgen doen.
De heer Koorn informeert naar een adres van den
heer Van der Werf, om voorschot voor een plaatsje
ingevolge de landarbeiderswet.
De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. dat geen ge
schikte plaats vinden, te duur en niet met een voor
stel zullen komen, omdat op verschillende gronden
de regeering het niet zal toestaan.
Uit de besprekingen blijkt, dat sommige leden het
huis niet te duur achten, ook de heer De Graaf riet,
terwijl de aanvrager wordt geschetst als een eerlijk,
braaf en werkzaam man.
De Voorzitter zegt tenslotte toe, dat hij zich om
een uitspraak tot den Inspecteur zal wenden. Vindt
die het goed, dan zullen B. en W. met een voorstel
komen
Hierna sluiting.