Naar het portaal van Scandinavië Zaterdag 28 October 1933. SCHAGER COURANT. Vierde blad. No. 9372 INDRUKKEN Tweeweeksche Motortocht mar Denemarken. I „Duitsche groef bij de spoorwegen. Wolvenplaag in Lapland. Belangrijke opgravingen te Pompeji. Een streng vonnis. van een PRETTIG AFSCHEID VAN DENEMARKEN. - DUITSCHLAND, DE DUITSCHERS EN WIJ HOLLANDERS. POLITIEK DEBAT. VII. IN het dorpje Rye lap de kalmte des levens in allerlei vormen verstard. Goed geplaveide stra ten ruston onder een minimum aan verkeer. En zoo er al eens een auto door reed, dan hoef de die niet luide te claxoneeren, want om den hoek kwam toch niets. Net onderhóuden huisjes met vroolijke tuintjes her bergden hun kalme bewoners. En buiten op dc hek ken en op de vensterbanken groepten buren voor een bezadigd en onopvallend praatje. Zoo zakte hier de nacht over de vredigheid en zoo verdween elke avond met evenveel pracht de zon achter de Hemelsberg en het meer. In en van de uithoeken van het dorp werden een paar oude sporten in eere gehouden. Er werd tot diep in de duisternis een soort „croquet." gespeeld en el ders zagen we door een schare enthousiaste Denen van den meest uiteenloopenden leeftijd een eivormig houten bal die aan een koord hing zwaaien, welke bal dan een bord met kegels moest treffen, zoodanig dat de meeste omvielen. We hebben een wandeling gemaakt van een uur, drie, vier maal het dorp door en zijn tenslotte met wat jongelui die op een soort onvoldragen M.L'.L.O. waren, aan 't Engelsch praten geraakt. Na veel moei te waren we daarbij de meest elementaire namen in het Deensch te weten gekomen. Het bleek dat er ver scheidene woorden waren d'p heel veel van Hol- landsch weghebben. De moeilijkheid lipt hem echter in het verstaan, want de Deensche tongval is ons heelemaal vreemd. Den volgenden morgen zijn we gestart voor een tocht naar Viborg, Dcnemarken's heilige stad, die on geveer 60 K.M. van Rye afligt. We volgden den kortsten weg naar Silkeborg, die vlak langs het meer liep en ons schitterende uitzich ten bood op de Paradijs-eilanden. Zoo heetten n.1. die wild beboschte kleine eilandjes die er in de zo merzon zoo aantrekkelijk midden in het meer liggen. Zeg in een romantische bui maar eens Isle of Paradise op z'n Engelsch en denk aan tropische koesteringen onder de cocospalmen en de bananen hoornen van een of ander Zuidzee eiland! Ondertusschen werd er weer heel wat van je aan dacht geëischt, want de weg waarlangs we reden was weer zoo primitief, dat hij zich eveneens eigende voor prestatieritten. Hoewel we dit alles er gaarne voor over hadden. Het ritje waö in één woord: goddelijk. Op den primairen weg SilkeborgViborg was het eigenlijk slechts gemaakt van gas geven en rijden maar jongens. Je ziet daar haast geen kip op den weg. In Viborg was bar veel te kijk volgens de gidsjes. Via een goed Engelsch-sprekende Deen belandden we in een museum. De huisbewaarder ontpopte zich als een vrij vlotte Engelsch-spreker, alhoewel hij het in 40 jaar niet gesproken had. Dat museum was heel interessant en door de aar dige explicatie niet vervelend. Op de benedenverdie ping 't woprd bel-étage klinkt te modern bij een museum-beschrijving bevond zich een middeleeuw- sche Deensche kamer met precies aangekleede pop pen aan tafel, bij welk schouwspel ik me in de oude Wieringerkamer van Bosker waande. Bij nauwkeu rige beschouwing en op navraag bleek ons dat die oude Denen vroeger niet liggende sliepen, maar zittende. Zoo blijkt het nog niet zoo heel lang geleden te zijn dat de eerste snuggere Deen op het lumineuze idee kwam om languit in zijn bed te gaan liggen! In het middaguur hebben we in een eerste klas restaurant Engelsk Bóf met Rögro genuttigd en waar ons bleek dat de bekende Dom van Viborg heelemaal „in oorspronkelijken vorm gerestaureerd" is, d.w.z. absoluut van zijn fijne oude trekjes ontdaan, lyeek het ons beter om Viborg vaarwel te zeggen en de ■warm wordende middag in het zwembad bij Silke borg door te brengen. En zoo geschiedde. In den vooravond hebben we den motor opgeknapt en de moeren aangehaald, op dat we met 100 motor de terugtocht konden aan vaarden. Want Donderdagavond moesten we Dene marken verlaten hebben. Dar zou de 10-daagsche ver sekeringspolis om zijn en langer verblijf zou extra kosten meebrengen. De laatste avond dus in Denemarken stond voor de boeg. Weer sneden we brood met kaas - ook de herbergsvader hebben we als de zooveelste Deen kennis laten makrtn met ons nationale kaasje weer bracht de dienstbode een groote pot thee, opnieuw en tevens voor 't laatst nuttigden we ons avondmaal op de witte tuinmeubelen, om daarna nogmaals te gaan passagieren door Rye. We zullen zoo een kwartiertje meer dan een uur rondgewandeld hebben, zonder dat zich iets nieuws openbaarde, toen we op het idéé kwamen om de straat waaraan ons tehuis stond niet in de richting van het dorp in te loopen maar den anderen kant eens op te gaan. En warempel, daar kwamen we langs een gebouw waarvan het opschrift veel op „Huis houdschool" leek. Inderdaad zagen we tusschen de boompjes door meisjes in een lokaal staan bezig met allerlei nuttige ontspanningswerkzaamheden. Ook op de bovenverdieping werd een geluid geproduceerd, dat typeerend is voor het. samenzijn van een koppel van plus minus vijftien meisjec. En nu vraag ik u het volgende niet met fronsend voorhoofd te lezen, maar te bedenken hoe wij veertien dagen als ascetur geleefd hebben We begonnen met opvallend naar de ramen van de bovenverdieping te kijken; vervolgens floten en zongen we enkele popu laire wijsjes en toen eindelijk „door 't zoet gefluit der vogelaars" een der wichten uit het raam keek, begonnen we in drie talen te vragen of ze ook En gelsch, Fransch of Duitsch verstonden. Na een korte, zwijgende beraadslaging, waarin on getwijfeld onze ernstige bedoeling tot een leuke con versatie voor geloofwaardig werd aangenomen, was net succes verbijsterend. De heele bezetting kwam naar beneden en naar buiten zetten. Het geluk wilde dat de aardigste meisjes meteen de „mondigste" op taalgebied waren. Wat hebben we ons dat half uurtje uitgesloofd bij dat schoolhek. Fransch, Duitsch en En gelsch kwam er bij te pas en het speet me dat m'n vriend, de Esperantist, niet van de partij was, want *jie had ongetwijfeld teedere banden kunnen smee- den. Het was alleen jammer dat er behalve de twee dames waarmee we converseerden een aantal niets zeggende schapen aanwezig was en een waakzame directrice met Argus-oogen zoo nu en dan de duister nis vanaf de schoolstoep doorboorde. De ééne van de twee schoonheden was afkomstig vaa een klein D« majestueuze Dom van Sleeswijk met zijn 125 meier hoogen toren. eilandje op 40 K.M. afstand van de kust in het Ka'te gat. Ondanks dit wa het een flinke blonde verschij ning met Noorsche gelaatstrekken en „Himmclsblaue Augen". Helaas moesten ze om 10 uur binnen zijn, zoodat de conversatie een ontijdig einde vond. En dit is heusch alles wat we beleefd hebben. Maar toch heb ben we den laatsten nacht op Deensch grondgebied heerlijk geslapen en het was achteraf heelemaal niei verwonderlijk dat onze droomen zich hadden afge speeld op kleine eilandjes in verre zeeën met verge ten schoonheden. 't Is te ver weg, maar anders zou ik m'n kamera den aanraden om op een goeden Zondag een wagen te huren en eens naar Denemarken te gaan. Den anderen morgen bleken de weergoden nog steeds te dutten, d.w.z. ze vergaten heelemaal om gure winden en vervelende druilregens op ons af to zen den, zooals ze dat in bonte onvoorzienbare afwisse ling gewoon zijn te doen. In een tijd \an vier uur waren we aan de Deen sche grens. In Kolding stapten we, zooals reeds te doen gebruikelijk was, in een der behoorlijkste mid denstandsrestaurants af en kochten overvloedige schotels Engelsch Böf en Rögro voor weinig kronen. Aan de grens kochten we voor de resteerende kro nen en öres goedkoope olie en benzine en we lieten onze papieren in orde brengen. We zegden 't goede Denemarken geen „vaarwel" maar een welgemeend „tot we^rsziens". En we reden weer in 't Hitler-land; 't was weer al-Duitsch wat de klok sloeg. Ons plan was om in Flensborg te overnachten; om dan den anderen morgen via Sleeswijk naar Ham burg te rijden. Wellicht lagen in Sleeswijk brieven. Wegens het vroege uur bleven we niet in Flensborg maar pak'en de 40 K.M. naar Sleeswijk er bij. Daar begon het eerste slechte weer van de reis los te bre ken. In stroomenden regen koersten we door de stille stad, reden benauwd voorzichtig over de spiegel gladde spekvette straten en staken onder het om hoog zenden van schietgebedjes de glinsterende tramrails over. We belandden bij een café-hotel, waar we vroegen de motor te kunnen stallen. Want motortrekkers worden in Duitsche Jeugdherbergen niet toegelaten. Wie een motor kan betalen, kan ook wel in een hotel logeeren, zegt men in Duitschland. Er zitten aan neembare motieven achter; voor ons geval ging het niet op. Maar toch moesten wij gekleed als wande laars naar de J.H. toe en de leeren kleeding en de motor wilden we daarom in het café achterlaten. Toen we eenmaal in het café waren en belegde broodjes zich goed lieten smaken en de waard zich oen allervriendelijkst prater toonde, hebben we maar besloten om er te blijven logeeren ook. Interessant gesprek. Een heer van tegen de dertig voegde zich bij ons gezelschapje van drie. Even later kwam er nog iemand bij en toen de waard, zooals vanzelf spreekt, aan de heeren had verteld, dat we Hollanders waren, lokte de eerst bijgekomene met tastbaar enthousias me het onderwerp: de politiek aan. Om zich uit te leven in zijn Hitier vereering. In het uurtje dat we zaten te praten, hebben wij als „nuchtere, koele" Hollanders trachten te weer leggen dat ook wij over drie of vier jaar een Hitier hebben. We plozen zoo goed en zoo kwaad als het ging de Duitsche en Nederlandsche ziel uiteen, maar onze anatomie was niet voldoende on: de geestdrift het veld te laten ruimen voor rustige overweging. 't Viel ons erg mee, dat we zoo vrij en openlijk onze tegenwerpingen teger Hitier en het nationaal- socialisme kenbaar konden maken. Hoewel we te genover vier vurige nazi's zaten en Hitier's portret Nieuwe instructie der directie. Wolff meldt uit Berlijn: Het hoofdbestuur der rijkssooorwegen heeft een nieuwe instructie gepubli ceerd over het gebruik van den „Duitschen groet" bij de spoorwegen. Daarin wordt voorgeschreven, dat alle ambtenaren, beambten en arbeiders, onverschillig of zij uniform dragen of niet, in dienst, in de dienstgebouwen en op de terreinen door het opheffen van den rechterarm moeten groeten. In afwijking van dezen regel moet echter ter ver mijding van het verkeerd begrijpen van signalen de militaire groet worden gebruikt in de nabijheid van alle rails, op alle voertuigen, op perrons en door de perronbeambten bij ie controle. De vlaggen der na tionale verbonden moeten bij optochten van aaneen gesloten afdeelingen of openbare nationale betoogin gen met den Duitschen groet worden gegroet.. Evenzoo moet de Duitsche groet steeds worden ge bruikt bij het zingen van het Duitschland- en het Horst-Wessellied. In de instructie wordt voorts gezegd, dat van de ambtenaren wordt verwacht, dat zij ook buiten den dienst op dezelfde wijze groeten met den Duitschen groet. Bij correspondentie in het binnenland is het aanbe velenswaard aan het slot van den brief, waar tot dus ver speciale beleefdheidsformules gebruikelijk waren, de korte mee- en meer ingeburgerde woorden „mit deutschem Gruss" te gebruiken, waarbij eventueel ook de i.itdrukking „mit deutschem Gruss und mit Heil-Hitler" kan worden gebruikt. i Explosie van een locomobiel. Twee dooden en drie zwaar gewonden. Uit Boekarest. In de nabijheid van Jassy ont ploften tijdens het binnenhalen van den oogst op het veld een bij het oogstwerk gebruikte locomobiel. Twee boeren werden op slag gedood en 3 personen ernstig gewond. Tengevolge van de geweldige boschbran- den ln Rusland. Het schijnt, dat de groote troepen wolven, die in den zomer van het vorige jaar tengevolge van ge weldige boschbranden in Rusland de wijk namen naar Finsch en Zweedsch Lapland, daar nog steeds rondzwerven, aldus een bericht uit Stockholm aan de N.R.Ct. In de vrijwel ontoegankelijke streken rond Enare-trask laten de Lappen hun rendierkudden 's zomers vrij om er op eigen gelegenheid voedsel te zoeken. Bij het verzamelen der kudden zijn zij nu tot de ontdekking gekomen, dat een groot percentage der kalveren, naar schatting een goede 1500 stuks, door wolven gedood zijn. Zoo spoedig als er voldoen de sneeuw ligt om te kunnen skiën, zullen de Lappen een groote drijfjacht op touw zetteu. Ook in de aan Finland grenzende deelen van Zweedsch Lapland zijn de laatste weken ruim honderd rendieren, door wolven vescheurd. Wetenschap. VJ>. verneemt uit Rome: Uit Pompeji wordt gemeld, dat aldaar, niet ver van de Poort van Nola, een oud Romeinsch graf is gevon den. Het is een graf van vrij groote afmetingen; de binnenzijde is met kleurige friezen versierd. De boven kant van den grafkelder doet naar den vorm aan een altaar denken; door een paar kleine openingen, kon den zoo ais dat vrij gebruikelijk was de nabestaan den de overledene nog offers en liefdegaven brengen. Deze vondst is vooral daarom zoo belangwekkend, om dat ze erop duidt, dat men hier te doen heeft met een graf, dat deel uitmaakte van een geheele doodenstad. Dergelijke grafkelders komen namelijk nooit alleen voor. In verband hiermede worden de opgravingen op dit terrein dan ook voortgezet. aan den wand hing. In dat opzicht hebben we Duitschland als toeristenland meer waardeering toe- gekend dan we er oorspronkelijk voor over hadden. Hitier blijkt toch wonderwel te weten hoe hij z'n mannetjes moet aanpakken. En vooral de ceremo niemeester Gabbels is enorm veel waard. De Duitsche ziel loopt warm wanneer hij een troep soldaten door de straten ziet marcheeren, hij wordt geimponeerd door mooie uniformen, wapengekletter, ja zelfs door papier met veel stempels! Een groot feest, een reusachtig vuurwerk, veel' vlaggen en ridderorders en een brallende redevoe ring is voldoende om een Duitscher in operste ex tase te brengen. Heusch: de groote meerderheid van het Duitsche volk dweept met Hitier! De Duitschers meenen dat ze het middelpunt der wereld zijn. Zij vormen het cultuurvolk bij uitne mendheid. En de revolutie die in Duitschland heeft plaats gevonden zal door de heele wereld in alle lan den stuk voor stuk moeten worden nagevolgd. Al dus volgens de Duitschers. In Duitschland heerscht rust, er heerscht orde en tucht en de Duitschers voelen zich volgei s hun eigen spontane verklaring ondanks hun armoede gelukkig. Hitier zal arbeid, brood en geluk brengen. Men heeft 6 millioen werkloozen: 2 millioen maak je soldaat; 2 millioen zijn er noodig om de soldaten, te kleeden en te voeden en de resteerende 2 millioen stop je bij de boeren. Als elke boer er twee neemt en aan elk 18 mark per week boven de kost en in woning geeft, zoo redeneerden de Duitschers het waren nota bene menschen met goede ontwikkeling! dan is alle leed geleden; en met deze mank-gaan- de economische theorie staat men op, werkt men den heelen dag onder het brengen van Hitler-groeten en gaat 's avonds gelukkig en tevreden naar bed. Men krijgt wel sterk den indruk dat het Duitsche volk onder hypnose leeft! O, ja, we hadden het natuurlijk ook over de vre delievendheid van Duitschland. Daar zou je werkelijk tranen van in de oogen krij!- gen, zoo aandoenlijk oprecht als die vredesbetuigin- gen van Duitschland zijn. Tenminste als je blind bleef voor de feiten die je dag in dag uit, eigenlijk van minuut tot minuut, in den Duitscher treffen. Want begin maar eens over den „krieg", den oor log. Praat even met ze en hun oogen glinsteren en met een zekere zielsvervoering beginnen ze door te draven over hun herinneringen. Onze waard had in een leger van 3000 man in één dag tijds een leger van 18000 Russische scherpschut ters afgemaakt. En ik zag hem gloeien van emotie, terwijl hij de bewondering van z'n tafelgenooten van de gezichten af wilde lepelen. „Ara Deutschen Wesen so'1 einmal die Welt ge- nesen" herhaalde hij maar steeds. Hij schreef het achter op een ansicht van zijn zaak en gaf het ons mee. En hij noteerde onze adressen en wij moesten hem schrijven wanneer hij gelijk had gekregen. We beloofden 't hem om hem tevreden te stellen. We hebben 's avonds een heelo tijd liggen filoso feeren. We kwamen tot de conclusie dat het wel heel erg was in Duitschland en dat een regelmatige koude douche niet slecht zou zijn om hen wat koel te hou den. „Waarom willen jullie onze land- en tuinbouw producten niet hebben en waarom mogen wij onze boter en kaas niet invoeren?" 't Was net of we 't waagden een zeer eigenwijze schoolmeester op een foutje te betrappen. Onze Duitsche landbouw, onze Duitsche veeteelt zorgt voor ons, klonk het in een woordenstroom vol verontwaardiging. En als er tekort is mogen jullie de rest leveren. De economische wet dat die land streek en dat "volk voor de productie van een be paald artikel in aanmerking komt, die er krachtens bodem, klimaat en kunde het meest geschikt voor is, bleek niet in het arsenaal van wetenschappen bij de menschen aanwezig te zijn We kregen zoo den indruk dat Holland wel op houden kan om alsnog op Duitschland voor den ex port te hopen. In een krant las ik daar juist van een productieplan met premies voor den landbouw en veeteelt! Tenslotte zijn we in een akelig week bed naar schatting had de samenstelling van de lits-jumeaux aan niet meer dan één piepkuiken den dood gekost ronddraaiend in vicieuze economische cirkels eW rondspoelend in de steunlooze lucht-met-laken-pap, vechtend tegen en afmattende slapeloosheid, dood moe in slaap gezonken. Om den anderen morgen op te staan met onvoldane ledematen en een naargeestigen regen op de ruiten; en om te antwoorden op 't „Gut geschlafen?' met „sehr gut, danke!" HENK JONKER Hz. Slot volgt. Krachtig optreden tegen het ongeoorloofd wapenbezit ln Britsch-Indië. Meisje-stu dente tot 4 jaar gevangenisstraf veroor deeld. De rechtbank te Caleutta (heeft mejuffrouw Jotikana Dutta, een vierde jaars meisje-studente aan het bis schoppelijk college te Caleutta veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf, omdat zij op 1 Augustus in het bezit was gevonden van twee revolvers, twee pistolen en 43 patronen zonder een wapenvergunning te hebben. Jotikana Dutta was van onbesproken gedrag. De wa pens werden toevallig ontdekt, doordat van een ander meisje geld ontvreemd was en men ln de bedden zocht of het daar soms verborgen was. De beklaagde zei. dat de wapens er door een ander verborgen moesten zijn. Alle verklaarden, dat zij geen belangstelling voor poli tiek toonde; alleen had zij den dag van Sen Gupta's be grafenis gevast en gevraagd van het dak van een huis naar de begrafenis te mogen kijken. De rechter zei, dat het meisje bij het opmaken van haar bed de wapens had moeten vinden. Hij nam aan, dat Jotikana Dutta uit goedheid en kameraadschap, om een vriend-in) te hel pen, tot haar misdrijf was gekomen. Intusschen worden dergelijke wapens, die zonder vergunning circuleeren, vaak gebezigd voor politieke aanslagen. Daar volgens de getuigenverklaringen de beklaagde geen politieke neigingen heeft, laat staan moordplannen, nam da rechter verzachtende omstandigheden aan. Een vonnis van vier jaar, onder verzachtende omstan digheden! Daar blijkt wel uit hoe krachtig men tegen woordig optreedt om aan het euvel van het ongeoor loofde wapenbezit in Britsch-Indië een einde te maken. Te Waplenica (Opper-Silezdë) heeft dezer dagen de inwijding plaats gehad van een geweldige stuwdam, waaraan verscheidene jaren gewerkt is. Het is een van de grootste werken in zijn soort, dat ooit in Polen Is uitgevoerd. Trelnoverval ln Bengalen. Verscheidene gewonden; twee der daders aangehouden. Caleutta. In Noord-Bengalen heeft een brutale treinoverval plaats gehad door gewapende Bcngaal- sche jongelieden, die, naar men meent, leden, zijn van een terroristische organisatie. De overval geschiedde toen de trein met volle snel heid reed. De passagiers werden met revolvers en dolken in bedwang gehouden. Bij een ontstane wor steling werden verscheidene personen gewond. Twee bandieten werden gevangen genomen bij hun poging om te ontsnappen. Een van hen bleek een student te zfin. Van een der passagiers had hij een bedrag van 50 p.st. aigenomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 13