Het baantje.
Oplossingen
V.' 'r V
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 28 October 1933. No. 9372.
ZATERDAC. A VONDStTTETS
Oorspronkelijke sdheta van SIROLF.
(Nadruk verboden
alle rechten voorbehouden)-
LARRY FLABBERGASTER had In 3
nachten bijna geen oog dicht ge
daan vanwege de emotie en de
enerveerende spanning. Want hij, de klei
ne, slecht betaalde, onopvallende bankbe
dlende, die ln zijn vrijen tijd blokte en stu
deerde, hij had een oproeping gekregen op
een van zijn tallooze sollicitaties naar een
beter baantje". Larry Flabbergaster had
het zelf niet kunnen gelooven. Want dat
baantje waa niets meer of minder dan het
directeurschap van een bijkantoor van een
kleine doch uitstekend gerenommeerde
bank. Het ls waar, men had hem geschre
ven, dat men hem slechts opriep, ten ein
de zijn sollicitatie mondeling nader toe te
liohten bij den president-commissaris van
de bank. Doch dat was toch in leder geval
een goed teeken. Men was blijkbaar onder
den indruk geraakt van de lijst van zijn
diploma's en zijn net geschreven briefje
Maar nu kwam het erop aan, een goeden
Indruk te maken, door zijn persoon, zoo'n
Indruk, dat m«en zou zeggen: dat ls de
man, die wij noodig hebben voor het di
recteurschap van onze bijbank!
Juist dat persoonlijke optreden nu had
Larry Flabbergasted den schrik om het
hart gejaagd als hij eraan dacht, hoe die
President-commissaris, Lord Glendale, een
buitengewoon voornaam personage, hem
zou ontvangen en opnemen van top tot
teen, dan kreeg Larry het al benauwd en
waa het alsof zijn keel dichtgekneepen
werd. Want Larry was een uitstekend
bankbeambte en had heel wat in zijn
mare, doch hij was uitermate timide en
bescheiden. Wanneer iemand een groote
mond opzette, kroop hij schielijk ln zijn
schulp. Met angst en vreeee zag hij dan
ook op tegen het bezoek aan den geweldi
ge, aan den president-commissaris, die als
t ware over zijn wel en wee had te be
slissen, over zijn toekomst
Drie dagen en drie nachten had hij in een
soort van nachtmerrie geleefd en nu zat
hij In den trein naar de provinciestad,
waar de bijbank gevestigd was en waar
het onderhoud zou plaats hebben. Futloos
als een zoutzak hing hij in den hoek van
de leege coupé en luisterde naar het ha
meren van zijn hart, dat af en toe op hol
sloeg als hij dacht aan het steeds nader
komende onderhoud. Na een poosje ver
wijderde hij zich even, om zijn klamme
handen te gaan wasschen en legde voor
alle zekerheid zijn hoed op zijn hoekzit-
plaats neer.
Toen hij terugkwam, zat er een heer op
zijn hoekplaatsje aan het venster, terwijl
boven hem, in het bagagenet, een leeren
valies lag. Nu ging het er niet om, dat er
niet voldoende plaats In de coupé zou zijn,
doch alleen om het feit, dat de vreemde,
later Ingestapte heer eenvoudig den hoed
van Larry Flabbergaster had genegeerd,
hem achteloos In het bagagenet had ge
worpen en op Larry's plaats was gaan
zitten. Alle opgekropte zenuwen der laat
ste dagen, al de ellende der slapelooze
nachten en de angstwekkend snel nade
rende beslissing over zijn toekomst door
het onderhoud met den president-commis
saris maakten, dat er in Larry Flabber
gaster Iets scheen te knappen. Door lyrt
dolle heen vergat hij al zijn bescheiden
heid en timiditeit, stapte op den vreemde
ling die op „zijn" plaats zat, toe en sprak:
„Zeg eens meneer wat verbeeldt U zich wel
om op mijn plaats te gaan zitten?!
Waar haalt U de onhebbelijkheid vandaan,
om m Ij n hoed van m ij n plaats weg te
nemen, die ik daar had neergelegd om
mijn plaats te reserveeren
De vreemdeling, een heer op eenigszins
gevorderden leeftijd, keek Larry Flabber
gaster een beetje hautain van achter zijn
monocle aan, mompelde iets van: „zoo erg
toch niet... plaats genoeg... altijd gewend
vooruit te rijden."
Dat was olie op het vuur. Larry Flabber
gaster, met een energie, die zijn collega's
op de bank met stomme verbazing vervuld
zou hebben, plaatste zich vierkant tegen
over den man op „zijn plaats" en beet
hem toe: (rAl had ik zes en dertig ooupé's
voor mij alleen, dan ging dat U nog niets
aan en dan had U nog niet het recht
m lj n hoed van m ij n plaats weg te nemen
en op mijn plaats te gaan zitten! En nu
van mijn plaats af!"
Larry's toon klonk zóó dreigend, dat de
vreemdeling opstond, excuses mompelde
en in den anderen hoek van d« coupé
ging zitten. Doch nu lag zijn koffer nog
in het net boven Larry's plaats. Zonder
een woord te zeggen, pakte Larry het va
lies van den vreemdeling beet, sjorde het
van zijn plaats en smeet het boven ln het
net, boven de plaats waar de vreemdeling
nu zat „Daar!", bulderde hij hem toe,
,dat hoort ook nog van U! Ik zal U eens
manieren leeren..."
Hij had nog veel meer willen zeggen.
Doch zijn tong weigerde hem eensklaps
den dienst Kreeg hij een flauwte? Had
hij een zenuwinstortlng* Werd hij niet
goed? Niets van dit alles... hij had alleen
maar heel toevallig de label van het valles
ln het oog gekregen, waarin het naam
kaartje van den bezitter stak. Zag hij dat
goed? Op het kaartje stond: „Lord Glen
dale".
langzaam, alsof hjj klompen lood aan
zijn voeten meetorste, liep Larry Flabber
gaster naar zijn plaats, zijn zoo moeizaam
terugveroverde plaats terug. Nu was alles
voorbij. Nu was alle kans op promotie, op
het directeurschap van de bijbank verke
ken.. Nota bene, dat moest nu speciaal
hem overkomen, dat hij ln 4en trein ruzie
maakte tegen den president-commissaris,
met wien hij straks persoonlijk kennis
moest gaan maken. Als die hem straks
zou herkennen, zou hij hem natuurlijk de
deur wijzen. Wat een pech! Wat een te
genslag! Weg alle droom en van verbete
ring ln zijn positie. Alles, alles weg...
Stil zat Larry Flabbergaster in zijn
hoekje. Toen de trein stilstond, stapte de
vreemdeling die nu voor Larry geen
vreemdeling meer was snel uit, even
zijn hoed lichtend voor Larry. Deze stapte
vervolgens ook langzaam uit en liep doel
loos het stadje in 't Had feitelijk niet veel
nut meer om zich nog op het kantoor van
de bijbank te gaan voorstellen. Hij werd
immers toch niet aangenomen, na deze af
schuwelijke scène? Nu ja, hij zou komen,
uit beleefdheid, omdat hij geschreven had,
dat hij zou komen.
Met de dood in het hart stapte hij klok
slag drie uur het bankkantoor binnen en
gaf zijn kaartje aan het loket af. Even
later werd hij een deftig gemeubileerde
vergaderkamer binnengeleid. Van achter
de groene tafel rees een heer omhoog, een
grijze heer, met een moncle ln het oog.
Toen deze den binnenkomende zag, vond
er een merkwaardige verandering op zijn
gelaat plaats. Van een misprijzende, ver
veelde uitdrukking veranderde die plotse
ling in een van belangstelling en men zou
haast hebben gezegd, van goedkeurende
bewondering. Met uitgestrekte hand kwam
hy op Larry Flabbergaster toe, die zijn
oogen niet kon gelooven, en zei hartelijk:
„Zoo, dus U bent meneer Larry Flabber
gaster? Tjonge, dat valt me mee. Ik had
niet veel verwachting van U. om U de
waarheid te zeggen. Och, Uw getuigschrif
ten en diploma's en bekwaamheden waren
prima, dat is waar. Maar ik dacht, dat U
zoo'n echt studie-mensch zoudt zijn, zoo
Iemand zonder ruggegraat en die niet van
practlsch, flink, doortastend optreden zou
weten. Maar de manier, waarop U daar
straks in den trein tegen mij bent te keer
gegaan U had volkomen gelijk hoor, U
was ln Uw recht en de vasthoudend
heid waarmee U Uw goed recht verdedig
de, hebben mij U van een kant laten zien,
die ik zeer kan waardeeren en waaruit ik
de overtuiging put, dat U de Juiste per
soon bent, om op energieke wijze het be
heer van deze bijbank te voeren. Meneer
Larry Flabbergaster, ik feliciteer U, ik
benoem U tot directeur van het bijkan
toor van mijn bank!"
Wetenswaardigheden.
Is het U bekend:
dat de Iersahe aardappel heel cm aal niet
afkomstig ls uit Ierland, doch oorspronke
lijk geteeld werd in Zuid-Amerika?
d a t de Sovjet-Unie 1/6 van het oppervlak
der aarde beslaat, en samengesteld is uit
180 nationaliteiten, die ongeveer 150 ver
schillende talen of dialecten spreken?
Horizontaal:
4 Begin van een sprookje
5 Flink
7 Wiel met tanden
10 Klaar
11 Ontkenning
13 Zindelijk
15 Deel van een japon
17 Kier
18 Dokter
19 Lofzang
31 Niet (Fr.)
22 Dienstwillig
23 Dikke pap
24 Vlsch
25 Dato
27 Ambtshalve
28 Rivier
29 Niet neer
30 Aanmoediging
31 Persoonlijk voornaamwoord
32 Roofdier
35 Stevige
36 Tot genoegen
37 Met verlof
39 Zijne Excellentie
40 Tot later
41 Afgekorte meisjesn?-
42 Rijksonderrlcht
43 Door tevens
44 Juichkeet
46 Hedendaagsch
Verticaal:
1 Haak
2 Boom
3 Getal
4 Persoonlijk voornaamwoord
5 Bedekking
6 Vrucht
7 Wagen
9 Dorschvloer
12 Ingewand
14 Plaatsje ln Gelderland
16 Door
19 Achternaam van bek, filmster
20 Omdat
23 Uitroep van afkeer
25 Bewaring
26 Geboortebewijs
82 Afgekorte jongensnaam
33 Grond, waarin zich metaal be
vindt
34 Waarnemende vorsten
37 Uitgedorschte halmen
38 Wassende tij
44 Hare Majesteit
45 Persoonlijk voornaamwoord
van de vorige week
Kruiswoordraadsel.
Horizontaal: 1 Tali, 5 Ja, 7
Tintelen, 15 Ra, 17 Adonis, 23 Melk
emmer, 32 Snoer, 37 Oneigen, 44 Pat-
na, 49 Signalen, 57 Si, 59 Eden, 63
Nautilus, 71 Prieel, 77 EgaJiteit, 86
Dra, 91 Op, 97 Einde, 102 Moor, 107
Fenian, 113 Entente, 120 Sage, 124
Ivena, 129 G.G., 131 Oer, 134 Ay, 136
Me, 138 Ada, 141 Eubiotiek, 150 Pa
rade, 156 Niet, 160 Vies, 164 Bark,
168 En, 170 Teren, 175 H-S., 177
Goorn, 182 Torgler, 189 Odeur, 194
Kasteel, 201 Na, 203 Deksel, 209 Or,
212 Nachten, 219 Na, 219 Melo.
Verticaal: 2 Atmos, 3 Leening,
4 Illegaal, 5 Ja, 6 Adspirant, 7 Tien.
den, 8 Israël, 1340 E.k., 14 Nega
tief, 15 Re, 16 Ar, 20 Noteeren, 40
Inuline, 57 Dansen, 70 Stranden, 77
Epos. 86 Deeg, 91 Oo, 100 De, 102 Me
tingen, 105 Raak, 106 Eierkoek, 109
N.V., 122 Gij, 118 Tooveren 13&-200
Riéhl. 136 Maroden, 142 Uit, 144—172
It, 148 Essenoe, 150 Pagode, 172 Rot,
180 Rus, 188 R&hl, 194 Ko, 196 Ar,
200 Lam, 208 La, 216 To.
166. Ze mochten dien nacht in het
kasteel slapen in een prachtig praal
bed. Ze voelden zich zoo rijk en
overgelukkig, dat Knipstaart van
malligheid de beddekwast greep en
boven het bed heen en weer zweef
de. Ze dacht heusch even, dat ze
weer thuis in de woestijn was. Alle
drie hadden ze de prachtigste droo-
men en sliepen zooals ze nog nooit
hadden geslapen, wat wel te begrij
pen was, want in tooverland bij den
koning te mogen slapen, valt lang
niet iedereen te beurt
167. Den volgenden morgen werden
ze ai vroeg gewekt door de zon. Ze
waschten en kleedden zich vlug aan,
want ze zouden om 8 uur het ont
bijt met den Koning gebruiken.
Prompt op tijd zaten allen aan de
gezellige tafel, waarop allerlei lek
kers stond Onze vriendjes waren
erg benieuwd,wat de konink hen van
daag voor werk zou opdragen, zoo-
als hij gisterenavond afgesproken
had.
168. Toen allen heerlijk gesmuld
hadden, zei de koning: Beste Miep,
Bul en Knipstaart vandaag mogen
jullie overal heen wandelen waar je
wilt en vanavond zou ik graag eens
een mooi lied van jullie hooren,
want ik houd veel van muziek. Mor
gen wil ik jullie dan voorstellen aan
m'n muzikanten, die dan van vacan-
tle komen.
169. Ons drietal vond het heerlijk
eens een kijkje te nemen in de bos-
schen. Ze konden den weg niet
kwijtraken, want de groote witte
toren van t kasteel was overal te
zien. Ze bespraken met zijn drieën
hoe ze 's avonds den koning 't best
tevreden konden stellen. Bul hief tot
grooten schrik van de anderen een
lied aan, maar 't was een vreese-
lijk gebrul. Miep had ook nooit veel
stem gehad, en toch zouden ze den
Koning zoo graag een genoegen doen.
170. Plotseling daaht Knipstaart
aan zijn ring. Ze waren nu toch wel
in nood, want de opdracht van den
koning moest uitgevoerd worden.
Zou ik 't eens met m'n ring probee-
ren? zei hij heel gewichtig. Bul
schrok er van. O, nee, want we ver-
keeren niet in echten nood, we moe
ten alleen maar nadenken. Onder 't
praten gingen zijn ooren recht in de
hoogte staan. Wat hoorde hij daar?
Muziek!!