Aliuiti Nieivs-
Kijken is KoopenbijCLOECK
Bedreiging van
Rusland
Tweede Kamer.
Heftig incident.
Uitgevers: N.V. vJi. TRAPMAN Co, Schagen.
Eerste Blad.
Een waarschuwing
aan Japan.
Noodlottig ongeluk in de hoofdstad.
Fefie botsing tusschen Dr. Teichert
en den procureur-generaal.
Heden Dr. Göbbels als getuige.
De verbinding tusschen
SCHAGEN en WIERINGEN.
Doodelijk ongeluk te Bunnik.
Woensdag 8 November 1933.
SCBACEI
77ste Jaargang No. 9378
COURANT.
iit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder-
jag en Zaterdag. BIJ Inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
j'lentlën nog zooveel mogelijk ln het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT TELEF. No 20.
Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TIëN van 1 tot 5 regels f0.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno,;
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend^
DIT NTJMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Felle rede van Molotov. De gespannen toe
stand in het Verre Oosten en de politiek
van Tokio.
MOLOTOV.
Volgens een bericht van het perbureau Tass te
Moskou, heeft gister de sowjet van Moskou i. d. groe
ten schouwburg een plechtige zitting gehouden ter
viering van den lGcn jaardag der October revolutie.
Stalin, Molotov, Kaganowitsj en Kalinin werden
bij hun binnentreden met geestdrift begroet.
Molotov hield een rede. waarin hij o.m. betoogde,
dat de laatste tien maanden is gebleken, dat de over
winningen van het eerste vijfjarenplan slechts het
begin zijn van het succes. Geen land tei wereld richt
op dit oogenblik een gebouw op, gelijk aan dat der
U.S.S.R. Zij alleen zet den opbouw voort, belegt
enorme bedragen in do industrie en bevestigt haar
macht.
De crisis in de kapitalisti
sche landen, zoo ging Molo
tov voort, neemt niet af, po
gingen om haar te bestrijden
hebben geen succes. Het ka
pitalisme vindt geen midcle
om uit de crisis te geraken»
In het eene land na het an
dere komen nieuwe fascisti
sche krachten van de bour
geoisie aan de macht. Zij
maken het terrein vrij voor
de reactie, vuren de harts
tochten van het nationalisme
aan, leggen zich meer en
meer op den oorlog toe en
vermeerderen hun bewape
Ding.
De problemen van het Ver
re Oosten, aldus spr., het
vraagstuk der betrekkingen met Japan, waren en
zijn nog steeds aangelegenheden die speciaal de
aandacht heben van de arbeiders in ons land, want
onze politiek ten opzichte van het Verre Oosten en
die tegenover onze buren in dat gebied is steeds van
vreedzamen aard en gericht op de handhaving der
vreedzame betrekkingen met deze buren. Voorbeeld
daarvan is niet alleen ons voorstel aan Japan om
een non-agressiepact te sluiten, maar ook dat om
den Chineeschen Oosterspoorweg tp verkoopen.
Wij zullen op dit oogenblik onze politiek niet wij
zigen, maar moeten toch rekening houden met de
gebeurtenissen in Mandsjoekwo, met het feit, dat
met ons gesloten verdragen zijn geschonden en met
de politiek die er op gericht is deze verdragen te
verbreken.
Wij beseffen, dat wij alle pogingen in die rich
ting moeten verijdelen, dat wij verplicht zijn ten
volle de belangen der U.S S.R. te bewaken en tot
het uiterste de grenzen der Sowjet-Unie te verde
digen.
Als men leest van de absurde plannen van zekere
leidende Japansche staatslieden, die de annexatie
der Siberische kustprovincie beoogen, wanneer de be
spreking van deze plannen steeds openlijker en bru
taler wordt, zijn wij verplicht op onze hoede te zijn.
De regeering van Mandsjoekwo is geen serieuze
partij in deze aangelegenheid. De geheele wereld
weet, dat de verantwoordelijkheid geheel rust op Ja
pan als de werkelijke heerscher in Mandsjoekwo.
Molotov haalt daarop door zekere Japanners ver
kondigde opvattingen aan nopens de domheid der
Europeanen, die het noodig achten den oorlog te ver
klaren alvorens tot militaire operaties over te gaan.
Deze heeren, aldus spreker, verklaren zich voor een
onverwachten en snellen aanval op de U.S.S.R.
Wij mogen deze verklaringen niet stilzwijgend voor
bijgaan. Zij verplichten ons volkomen voorbereid te
zijn op plotselinge ernstige aanvallen.
Maar wij hebben ook reeds terdege met deze feiten
rekening gehouden..
Voor het oogenblik beschouwen wij het als onze
voornaamste taak alle avonturen tegen te gaan, wel
ke het verbreken van den vrede beoogen, voorts het
Roode Leger te versterken, maatregelen ter verdedi
ging des lands te nemen, een vredespolitiek te voe
ren en de goede betrekkingen met onze buren te ver
sterken.
In geval vAn een aanval op de Sowjet-Unie zal ons
eenig doel echter zijn: de volkomen vernietiging van
den tegenstander en de overwinning van ons Roode
Leger.
De imperialistische oorlogstoebereidselen hebben
evenwel niet alleen plaats in het oosten, maar ook ln
het westen, wij moeten speciale aandacht wijden aan
dit feit en met gespannen aandacht de gebeurtenis
sen volgen.
Wij hebben ons Roode Leger versterkt en versterken
dit nog steeds.
Wij zijn er van overtuigd, dat het op dit oogenblik
voor den aanvaller noodzakelijk is te beseffen, wat
het beteekent. met het onoverwinnelijke Roode Leger
te doen te hebben, zoo besloot Molotov zijn rede, wel
ke stormachtig werd toegejuicht.
DOOR EEN TRAMWAGEN OVERREDEN.
HET SLACHTOFFER GEDOOD.
Gistermiddag is in de Van Baerleatraat, hoek Wil
lemsparkweg te Amsterdam, een man bij het overste
ken van de trambaan gestruikeld, waardoor hij onder
het voorbalcon van een tramwagen van lijn 2 ia ge
raakt. De wagen moest worden opgevijzeld en toen
het slachtoffer te voorschijn was gebracht, bleek het
te zijn overleden. De Geneeskundige Dienst heeft het
stoffelijk overschot naar het WilhelminanGasthuis
vervoerd.
Omtrent het ernstig ongeval vernemen wij nader
dat het slachtoffer van middelbaren leeftijd is. Hij
kwam van den kant van den Museum-boekhandel en
wilde den rijweg naar de tramhalte oversteken, toen
hij juist op de trambaan struikelde en door een uit de
richting Roelof Hartpleln komenden tramwagen van
ujn 3 werd gegrepen.
De alge'meene beschouwingen in de Kamer over
de Slaatsbegrooting zijn begonnen.
Prof. Aalberse (r.k.) was de eerste spreker en zei-
de een gematigd woord te willen spreken. Hij wijst op
de belangrijke periode waarin wij thans leven. We
moeten de toestanden in ons land bezien mede in
het licht van war. er in het buitenland voorvalt. liet
streven naar de dictatuur kan in ons land geen toe
komst hebben. Spr. betoogt, dat de gedachte, waar-
j op onze staatsregeling van 1848 is opgebouwd, niet
i meer van dezen tijd is. Voorts meent hij. dat kri
tiek op het parlementaire stelsel ook vroeger werd
vernomen. Spr. is van oordeel, dat het gemiddelde
peil der Kamer steeds gestegen is.
Spr. vraagt eenige inlichtingen betreffende de me
morie van antwoord. Do houding der r.-k. fractie
jegens dit kabinet is dezelfde als in de vorige perio
de, mits het van zijn sterke positie geen misbruik
maakt.
De heer Albarda (s.d.a.p.) noemt autarkie voor ons
land zelfmoord. Spr. hoopt, lettend op verschillende
teekenen, dat het ergste van de crisis voorbij is.
Spr. beroept zich op een vergelijkend overzicht van
den Volkenbond. Volgens dat overzicht behooren wij
met Denemarken, Ierland en Polen tot de landen
waar de ontspanning het laatst, nj in 1933, is inge
treden. Maar de ontspanning is er.
Het is verre van gemakkelijk, om onder do tegen
woordige, nog zoo moeilijke omstandigheden, land,
provincie en gemeente te besturen. De regeering zou
het zich gemakkelijk kunnen maken door af te zien
van het brengen van een evenwicht in de begroo
ting Spr. beveelt haar dat afzien niet aan. Inflatie
ware een ramp. Maar iets anders is, of de vraag van
invoering van een beheerschte devaluatie geen aan
dacht verdient.
Spr. is het niet met de regeering eens, dat alle
crisisuitgaven uit den gewonen dienst zouden moe
ten worden gefinancierd. Mogelijk is een verhooging
van de successiebelasting, welke eenige jaren gele
den is verlaagd. Dan zou de Minister van Sociale
Zaken niet genoodzaakt, zijn tot het z.g aiknippen
van franje, waardoor nood wordt gebracht in reeds
uitgeputte gezinnen. Dan zou de Minister van Bin-
nenlandsche Zaken zijn circulaire aan de gemeen
tebesturen niet hebben behoeven te zendon.
Niemand beweert, dat in dezen tijd de loonen en
salarissen geheel onaangetast kunnen blijven. Ook
spr. Deweert dit niet. Maar zij zijn reeds belangrijk
verlaagd. En loonsverlaging is geen middel, waardoor
de crisis kan worden geëindigd.
Spr. keurt het optreden der regeering tegen de
gemeenten af. Zij hebben recht op een bepaalde rijks-
uitkeering.
Het plan der regeering inzake werkverschaffing
zal vermoedelijk 15.000 arbeiders aan werk helpen.
Daarbij komen dan nog vermoedelijk 8000 arbeiders
door het werk dat tengevolge van de werkverschaf
fing ontstaat. Dit is niet genoeg bij een werkloosheid
van 300.000 werkloozen.
De regeering herzie haar houding inzake de 40-
urige arbeidsweek. Spr. ondersteunt het desbe
treffende adres van het N.VV.
Spr. behandelt daarna de houding der regeering
tegenover do politieke partijen en verwijt haar dat
ze de groep-Musscrt der nat.-soc., niet op één lijn
stelt met de andere fascistengroepen. En deze hou
ding steekt scherp af tegen de houding der regee
ring tegen het N V.V en S.D.A.P.
Men wil ons goed recht niet erkennen. Wij zijn
geen bedelaars. Wij vragen niet om genade.
Men verwijt ons een geest gekweekt te hebben,
waaruit de muiterij op „De Zeven Provinciën" is
voortgekomen. Men zegt. dat het is gebeurd door on
ze actie voor nationale ontwapening, maar waarom
beschuldigt men dan de vrijz.-democraten niet? Men
zegt, dat wij de muiterij niet hebben afgekeurd. Men
voert een enkel onvoorzichtig woord van den heer
Cramer tegen ons aan. Hij zou dat woord hebben in
getrokken als de aanvallen, op hem gedaan, hem dat
niet onmogelijk hadden gemaakt. Overigens zien ook
spr.'s tegenstanders nu wel in dat de regeering inza
ke de salariskorting in Indiè verkeerd is opgetreden.
Spr. keurt af de maatregelen, der regeering tegen
ambtenaren die lid zijn der S.D.A.P. en bij Defensie
werken. Sociaal-democraten zijn geen ontrouwe amb
tenaren.
Spr. keurt eveneens af dat de minister van Bin-
nenlandsche Zaker er toe is over gegaan de gemeente
besturen aan te sporen een politieke selectie te ma
ken onder haar ambtenaren.
Het sluitstuk van dit alles is het besluit van den
EET RIJKSDAGPROCES.
He advocaat der Balgaren zegt, dat de in-
stractle geleid Is in een richting, welke
voor het aanzien van het Dnitsche
volk zeer noodlottig is.
Gistermiddag is het in het Rijksdagproces tot een
heftig Incident gekomen tusschen den procureur-gene
raal dr. Werner en den verdediger der Bulgaren, dr.
Teichert, toen laatstgenoemde zich tot den kellner Hel-
mer, die als getuige werd verhoord wendde, met de
opmerking dat zijn verklaringen over Van der Lubbe
ala ten eenenmale onwaarschijnlijk moesten worden be
schouwd. „Ik betreur, aldus de verdediger, dat de rech
ter van instructie zich door dezen getuige, die zich ab
soluut vergist, op een spoor heeft laten dringen, dat
voor het Dutische volk in hooge mate noodlottig was.
Een twijfelachtige getuigenis.
Het hooren van den getuige Helmer, was dus de
aanleiding van bovengenoemd incident. Deze kellner
had zich eerst veel later bij de politie aangemeld en
zijn getuigenis voor den rechter van instructie, zooals
hierboven reeds gezegd, is aanleiding geweest tot de
arrestatie der drie Bulgaren.
De verdediger der Bulgaren, dr. Teichert, wijst op het
gewicht van de verklaringen van getuige Helmer en
vraagt hem: „U hebt gezegd, dat u de drie Bulgaren
het laatst gezien hebt op den dag van den brand; ook
Dimltroff. Blijft u daarbij ook wanneer u thans uit de
nrooesstukken hoort dat Dimltroff op dien dag niet in
Berlijn la geweest?"
Getuige: ..Ja Ik blijf daarby."
Dr. Teichert: „U hebt u aangifte eerst op 7 Maart
gedaan. Ik vraag u thans, was u toen bekend dat do
politie op 3 Maart een belooning van 20.000 M. had uit
geloofd voor het aanwijzen van de daders?"
Getuige: „Ik had besloten mijn aangifte te doen, zon
der dat ik iets van die belooning wist."
Dr. Teichert wijst er dan op dat, wanneer de verkla
ringen van getuige Organista waar zijn, V. d. Lubbe
in October in Zuid-Duitschland was. V. d. Lubbe moet
I
zich wel heel snel verplaatst hebben, wil hij op al die
plaatsen geweest zijn, waar hij is gezien.
Botsing tusschen het O. M. en dr. Teichert
Het kwam daarna tot een heftige botsing tusschen
het O. M. en den verdediger van de Bulgaren, dr. Tei
chert. De verdediger maakte den kellner Helmer een
opmerking, waarbij hij o.a. verklaarde, dat de getuige
nis over v. d. Lubbe geheel onwaarschijnlijk was. Hij
betreurde dat door dezen getuige, die zich zoo volko
men vergist, de rechter van instructie zich in een
richting heeft laten leiden, welke voor het Duitsche
volk zeer noodlottig was.
I
Het O-M. vroeg den verdediger hoe hij tot zulk een»
opvatting kwam. Hjj ontkende, dat een en ander nood
lottig voor Duitschland was geweest.
Dr. Teichert antwoordde, dat door deze getuigenis
de rechter van instructie er toe gekomen was om de
Bulgaren te arresteeren en het onderzoek in de beken
de richting te leiden. Dat heeft er toe geleid, dat
Duitschland in het buitenland verwijten zijn gedaan,
die ongegrond zijn maar die ten nadeele van het Duit
sche volk gewerkt hebben.
De procureur-generaal riep toen, onder applaus van
het publiek, met verheffing van stem uit: „Wanneer
iemand ln het buitenland niet tevreden is met de ma
nier, waarop wij rechtspreken, beteekent dat heele-
maal geen ramp voor Duitschland.
I
Beklaagde Popoff: Helmer heeft mij nooit bediend.
Ik ben voor het eerst in December in het Bayernhof
geweest en met Ddmitoff was ik slechts eens In het
café, n.1. op den dag van onze arrestatie.
Popoff ontkent, dat hij heeft willen ontvluchten; hij
wist niet dat het de politie was, die hem zijn papieren
vroeg; hy dacht dat het personeel van het café was.
Van der Lubbe wordt met Helmer geconfronteerd;
deze beweert met stelligheid hem te herkennen.
Popoff wijst er op. dat uit de verklaringen der Rus
sische getuigen duidelijk biykt, dat hij onmogelijk op
d<jn> aangegeven tijd met v. d. Lubbe samen geweest
kan zyn.
Daarna wordt de zitting verdaagd.
Dr. Goebbels vandaag als getuige.
Officieel wordt bekend gemaakt, dat de rijkspropagan
daminister dr. Goebbels heden (Woensdag)morgen, da
delijk na de opening der zitting, als getuige in het
brandproces zal worden gehoord.
Görlng haalt bakzeil. - Men heeft
hem verkeerd begrepen. - Sowjet-
Rusland betaalt wèl.
Wolf meldt uit Berlijn:
Tegenover de in een deel van de buitenland-
sche pers verschenen onjuiste wedergave en
tendenzieuse interpretatie van de getuigenver
klaring van den heer minister-president Göring
In het Rijksdagbrandproces wordt vastgesteld,
dat de Sowjet Unie haar betalingsverplichtingen
in Duitschland tot nog toe steeds stipt is nage
komen.
Ministerraad, dat de ambtenaar zich zal hebben te
onthouden van elke openbare actie tegen de overheid
en haar beleid.
Spr. vraagt van wie de maatregelen voor onderwijs-
verslechteringen uitgaan.
Spr. betoogt vervolgens, dat zonder de arbeiders
klasse de democratie niet beveiligd kan worden en
dat de democratie tot verdere ontwikkeling kan wor
den gebracht zonder grondwetsherziening. Art. 194
geeft voldoende gelegenheid daartoe.
Spr. gevoelt niet voor de door den heer Aalberse
aanbevolen instelling van een staatscommissie, die
fascistische denkbeelden zou moeten bestudeeren, om
er, zoo mogelijk, een vernietigende critiek op te oefe
nen.
Spr. eindigt met zijn vertrouwen in de Soc.-Dem.
uit te spreken, die hoe moeilijk de tijd ook is, een
sterke positie inneemt in de Scandinavische landen
en weer as overwinningen boekte in Engeland en
Zwitserland.
Daarna wordt nog het woord gevoerd door Ds. Ling-
beek, die uiteenzet welk een verschillende opvattin
gen er bestaan over 't begrip democratie, terwijl hij
enkele aangekondigde maatregelen der regeering be
spreekt Spr. wijst er op geen versterking van den
Roomschen invloed te wenschen.
De heer Westerman (nat.-herstel), mist bij deze re
geering de nationale doelstelling. De individualisti
sche maatschappij is afgedaan, een andere breekt
zich baan. Er is een streven naar juiste rangschik
king van het individu in het geheel; men moet zich
anders organiseeren.
Spr. becritiseert de regeering en haar maatregelen
om het gezag hoog te houden en mist bij haar de
groote lijnen in de economische politiek.
Do heer Van Houten (chr. dem. unie) betoogt dat
deze regeering in haar streven voor een sluitende
begrooting te materialistisch te werk gaat. Spr. vreest
bij deze regeering een afglijding naar een rechtsch
extremisme en voelt evenwel aankomen een conflict
tusschen de regeering en de Kamer, daar de Kamer
een dreiging in de richting van dictatuur, zou tegen
gaan.
Verschillende onderwerpen uit het Voorloopig Ver
slag werden daarna behandeld.
EEN WEG IN DE WIERENGERMEER
De minister an Waterstaat heeft aan A. Kraaye-
veld. aannemer te Zwijndrecht, gegund het maken van
een gedeelte van Rijksweg no. 7 tusschen de Wierin-
germeer en den Oever met een daarin voorkomende
gewapend betonbrug met bijkomende werken voor
f 118.740.
Afwijzende beschikking van Ged. Staten op
een verzoek van de „Ato". Antobns-
dienst naast tram op den dnur niet
bestaanbaar.
Ged. Staten van Noord-Holland hebben afwijzend
beschikt op het verzoek van de Ato, te Utrecht, om
vergunning voor een autobusdienst Schagen over
Veerburg naar Van Ewijclcsluis.
De weigering is gegrond op de overweging, dat de
door de Ato voorgestelde verbinding in aansluiting
op haar dienst Alkmaar—Leeuwarden op hetzelfde
traject betrekking heeft als dat, waarvoor de Kroon
vergunning heeft geweigerd. Deze vergunning was
gevraagd door M. Geel, te Wieringen, en geweigerd
met het oog op de belangen van de N.V. Spoor-(tram)
weg „WieringenSchagen".
Nu de Kroon zoo kortgeleden heeft beslist,
dat een tramdienst èn een autobusdienst tus
schen Schagen en Wieringen nevens elkander
op den duur niet bestaanbaar zijn, vinden
Ged. Staten geen aanleiding op het onderwer-
pelijke verzoek gunstig te beschikken, te min
der, daar noch in de ingediende schriftelijke
stukken noch bij de behandeling in de open
bare zitting nieuwe gezichtspunten werden
geopend, welke een afwijking van het stand
punt der Kroon te dezer zake zouden kun
nen rechtvaardigen.
Stapel hout verschoven,
het slachtoffer.
Twee arbeiders
Bij de firma van Dam, groothandel te Bunnik heeft
een doodelijk ongeval plaats gehad. By een hoogen
houtstapel waren eenige arbeiders werkzaam, toen er
plotseling beweging in het hout ontstond. Twee arbei
ders raakten onder het schuivend hout met het nood
lottig gevolg, dat zij op slag gedood werden. Een der
slachtoffers, een zekere De' Kruiff uit Langbroek laat
ten vouw met jeugaiee kinderen achter. Het andere
slachtoffer was eea arbeider uit Utrecht,