HONIG'S
BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct.
VARIA.
DE ONLUSTEN
IN PALESTINA.
Het Rotspad.
Radioprogramma
Hoe de orde gehandhaafd wordt.
De plek, waar Lincoln, een van de meest geniale presidenten, die Amerika ooit heeft bezeten,
werd geboren, wordt voor de toekomst als mo nument bewaard gebleven. Hierboven zien wy
het blokhuis te Hardin Country In Kenlucky, waar Lincoln werd geboren.
Moeilijk werk voor de politie.
Door de onlusten, die in Pa
lestina plaats hebben, is de
aandacht gevestigd op de poli
tie in het Heilige Land, die
een moeilijke taak heeft te
verrichten.
EEN oneindige uitgestrektheid van harden, kalen
grond, slechts hier en daar onderbroken door
een boschje kreupelhout of een verdorrende
dadelpalm. In de gloeiende hitte van den sub-
tropischen namiddag beweegt zicb een kleine stoet van
in uniform gekleede, op trage kameelen gezeten man
nen voort. Vier van hen zijn Sikhs, die den tulband
dragen terwijl de vijfde een jong Engelschman is, in
khaki-uniform en voorzien van den fez en den gor
del van de Transjordaanéche politie.
Een dergelijk tafereel is lang niet zeldzaam in Pales
tina, waar thans weder onlusten heerschen.
De taak van de politie is niet gemakkelijk. Zij moet
de orde handhaven in de dichtbevolkte steden van het
Heilige Land en buiten de steden, in het wilde gebied,
waar roofzuchtige benden Arabieren een voortdurende
kwelling zijn voor de eenzame kolonisten en de rei-
eende kooplieden.
In de steden stelt men het zonder kameelen; de vei
ligheid wordt daar bewaakt door politie te paard en te
Voet. Zij is het die bij de eerste onlusten van de vuur
wapenen gebruik moest maken en ieder, die dit corps
kent, weet. dat de situatie wel zeer gevaarlijk moet
zijn geweest waar de agenten tot dien uitersten stap
hebben moeten overgaan.
Maar het zijn niet alleen de Arabisch-Joodsche troe
belen, die de politie hier bezighouden. Van de Arabi
sche sjeiks, die onder ritsch mandaat staan, worden
zekere belastingen geheven en de meeste dezer sjeiks
zijn niet erg vlot met betalen. In zoon geval wordt een
patrouille, op kameelen gezeten, naar den sjeik gezon
den om de zaak te onderzoeken en zeer dikwijls moet
de weerbarstige Arabier worden gearresteerd. Dat is
geen gemakkelijk werk. wanneer men in aanmerking
neemt, dat het niet onmogelijk is. dat een paar honderd
woeste stamleden een uitdagende houding aannemen
en de beambten aanvallen.
Bij deze Transjordaansche politie, die bestaat uit
Indiërs en Britten, vindt men vele zoons van de goe
de Engelsche families. Een dienst nemend Engelsch
man krijgt automatisch den rang van sergeant en
wordt gewoonlijk met zes of twaalf Indiërs op pa
trouille gezonden.
Het moeilijke terrein en de gloeiende hitte maken
het noodlg, dat de mannen een ijzersterke gezondheid
genieten, en zoo is het niet te verwonderen, dat de
kameelpolitie en de gendarmerie tot de beste corpsen
ter wereld behooren.
Voor zij in dienst worden genomen moeten de candi-
daat-beambten eerst een cursus in kameelbehandeling
volgen en die behandeling is nog lang niet gemakke
lijk. De kameel is namelijk in staat, plotseling te gaan
liggen en geen stap meer te doen, ondanks alles, wat
de berijder doet om hem aan te sporen. Bovendien
moeten de beambten op de hoogte zijn van de ziekten,
welke hun dieren kunnen treffen, en van de behande
ling daarvan.
Welk risico de leden van het politiecorps loopen bij
hun dagelijksch werk. blijkt wel uit het feit, dat ieder
jaar verscheidene agenten door kameelbeten onge
schikt worden voor den dienst.
De hek van de meeste kameelen is septisch, zoodat
de gebetene groote kans loopt, door een ernstige ziek
te te worden aangetast. Men kan nooit zeggen, wan
neer een kameel de slechte ingeving krijgt om te gaan
bijten. Sommige zeer ervaren agenten zijn invalide ge
worden door een plotselingen en volkomen onverwach-
ten beet van een schijnbaar gewillig dier.
Het politiecorps geniet overal in Palestina veel aan
zien, ofschoon het na de recente onlusten natuurlijk
een stuk van zijn populariteit heeft ingeboet. Nieuwtjes
doen in dergelijke landen snel de ronde en wellicht
zullen de geruchten omtrent de onlusten worden over
dreven, zoodat de Mohanfledanen hier en daar van een
„heiligen oorlog.' gaan spreken. Het hoeft geen
betoog, dat de mannen die thans patrouilleeren in de
afgelegen wilde streken, in groot gevaar verkeeren»
Onder de Arabieren zijn veel heethoofden, die de blan
ken hartstochtelijk haten en het is niet onmogelijk da
zij de fanatieke stamleden zullen overhalen tot over
vallen op de kleine patrouilles.
Maar de mannen der politie heben in den chaos, die
hier na den oorlog heerschte veel meegemaakt, en zij
zijn niet voor een klein gerucht vervaard.
FEUILLETON.
Naar het Engelsch.
HOOFDSTUK VU.
Zelfs met den dood van den ouden heer van Wemyss
had er niet zulk een somberheid over het kasteel ge
hangen als nu. De bedienden liepen geruischloos door
het huis spraken slechts fluisterend tot elkaar en
schudden bedenkelijk het hoofd.
Rokeby had in enkele woorden de geschiedenis mee
gedeeld. de kastanjebruine was op hol geslagen en ze
waren er beiden uit geworpen. Hij zelve had ook letsel
gekregen; onder anderen had hij den pols verstuikt.
En de jonge meesteresse van Wemyss?
Eerst hadden ze allen gemeend, dat zij dood was,
en ze hadden zelfs geen hoop meer durven koesteren.
De dokter had somber het hoofd geschud, toen de
oude butler hem naar den toestand vroeg. Er werd
gezegd, dat er een operatie had plaats gehad; dat een
stukje heen op de hersenen had gedrukt en dat Miss
Dorothy nog niet bij gekomen was.
Niemand in huis scheen de leiding op zich te nemen;
op niemand viel een beroep te doen, om kraehtiger In
te grijpen en een van de knapste specialisten uit Lon
den te raadplegen; want dokter Steele was al oud;
had waarschijnlijk zijn beste dagen gehad; was niet
zoo geheel op de hoogte gebleven van den vooruitgang
op medisch en chirurgisch gebied.
Rokeby zelve werd ook door hem behandeld en Miss
Greig had haar kamer behouden, al dadelijk na het
ongeluk.
Het weer was ook somber, vochtig en guur en niet
velen kwamen naar de patiënte vragen. De butler had
in opdracht van Mr. Rokeby, om te zeggen, dat Miss
Wemyss langzaam herstellende was.
Nu ditmaal waren Mr. Wemyss en Effie het eens,
wat betreft dit: dat het niet noodzakelijk was, om
HOE KAUWGOM VERKREGEN WORDT.
In dc Vereenigde Staten blijft chewlng-gum of
kauwgom een belangrijk handelsartikel.
De basis van die zoogenaamde lekkernij is het sap
van een altijd groenen boom, die tien tot vijftien me
ter hoog wordt: den Achras sapota, van de familie
der sapotaceeën of brijappelachtigen.
Dit sap wint men zooals men rubber verkrijgt,
door in de schors inkervingen te maken, die, van
Juli tot Januari om de veertien dagen herhaald
worden.
Een boom, welks stam 1.80 middellijn kan berei
ken, brengt 15 kilogram „chicle" op. Dit product moet
gewusschen en gezuiverd worden; daarna wordt het
met suiker en aromatische oliën vermengd en tot de
bekende tabletjes vervormd, die de Amerikanen zoo
gaarne in den mond hebben.
De brijappclboom levert nog meer dan bovenbe
doeld sap op. De schors bevat een plantenzout, dat
wegens zijn versterkende, koortswerende en' buik-
loopstoppende eigenschappen in de geneeskunde aan
gewend vfordt. Van het hout worden planken ge
maakt. die meer in timmer- dan in meubelwerk te
pas komen en de vrucht, die zoet en sappig is en zoo
groot als een kleine sinaasappel, verschijnt regelma
tig in Mexico op de markt.
Verder levert de boom nogal veel hars op met vrij
weinig sap, dat op getah-pertjah gelijkt. Die hars
wordt naar Duitschland verzonden, waar zij ver
schillende toepassingen in de industrie heeft gevon
den; en het sap, dat vroeger zoo goed als waarde
loos was, dient nu om chewing-gum te we hadden
bijna vervalschen geschreven, maar zullen ons maar
bepalen bij het woord vervaardigen. Men oogst per
jaar 120.000 ton sapotaproducten. waarvan inaar
10.000 ton sap voor... ersatz chewing-gum.
ROBERT NOBEL EN
DE NAFTABRONNEN TE BAKOE.
Bakoe, aan de Kaspische Zee, werd in 1872 bezocht
door Robert Nobel, den broeder van den beroemden
Zweedschen ingenieur Alfred Nobel, die het dynamiet
uitvond. Hij ging er niet heen om er het natuurschoon
te bewonderen, want de streek daar is dor en er groeit
zelfs geen grashalm. Maar de grond bevat er schatten,
onderaardsche naftabronnen.
Robert Nobel bemerkte dadelijk, dat de rijke bron
nen op gebrekkige wijze door Russen en Armeniërs
werd uitgebuit
In 1874 kochten Alfred, Robert en een derde broeder
Lodewijk Nobel, er voor gezamenlijke rekening uitge
strekte gronden, om er boorputten en boortorens op
doelmatige wijze in te richten. Zij legden lange pijplei
dingen aan, waardoor de nafta naar Bakoe kon worden
geleid en brachten gewichtige verbeteringen aan in het
boren der putten. Hun pogingen verwekten bij de be
woners der streek veel haat en de afgunst. De aan
gelegde werken werden door hen vernield en zy deins
den voor geen middelen terug. De dappere Zweden 11e-
ten zich echter niet afschrikken en weldra ging de door
hen gezuiverde olie naar alle streken van Europa.
meer hulp te halen in de ziekenkamer. De dokter had
een pleegzuster willen zenden, maar hier had Effie
zich met hand en tand tegen verzet: niemand, dan
zijzelve mocht haar lieveling verplegen.
Toen de operatie met succes gelukt leek, wilde de
dokter daar ook niet verder op aandringen; hij wist,
dat er geen getrouwer hulp kon zyn dan de oude. En
Rokeby Wemyss leek hem immers de voorkomend
heid in persoon. Dokter Steele kon zich niet begrijpen,
dat men hem hard en oud vond.
Wemyss had zelve aan Colin Fenwick geschreven,
die in de Riviera verblyvei> moest,daar hij nu de koorts
van zijn zuster had overgenomen.
Na enkele dagen begon Rokeby weer gewoon uit te
gaan, maar met den arm nog in verband. Hij was
kalm en ongewekt en toen hij naar Coombe ging, sprak
hij met zorgvolle genegenheid van zijn nichtje.
Lady Monica bleef hem echter steeds met de groot
ste nauwlettendheid gadeslaan.
„Wat ben je stil, liefste!"
Het woei en regende en Dorothy Wemyss had dien
heelen dag lusteloos bij het vuur gezeten, met de han
den in den schoot, en keek met onbestemden blik
vóór zich uit.
Zij was veel verouderd, sinds het ongeluk; ze zag er
teer en tenger uit en zat geheel achteruit gezonken in
de kussens van haar stoel; maar het was vooral de
uitdrukking op haar gelaat, waaraan zulk een veran
dering viel waar te nemen. Z leek half-wakend. half
In slaap, zóó dof en mat zat zij vóór zich uit te staren.
Den heeler. dag had zy bijna geen woord gesproken en
Effie merkte, dat het wezenlooze steeds toenam; ze
deed, wat men van haar vroeg en antwoordde ook,
maar uit zichzelve ging zij hoe langer hoe minder
spreken.
Sinds haar ziekte had Dorothy niemand meer gezien
dan den dokter, Effie er. Miss Greig. Rokeby had niet
aangeboden, bij haar te komen en zij had nooit zijn
naam genoemd. Uit eigen beweging sprak zij over
niemand. Effie had zich zoo gevleid, dat dit langzame -
hand wel weer komen zou. maar eigenaardig genoeg,
nam die apathie met den dag toe
De dokter had dien ochtend een brief met een ché-
que van Wemyss gehad, waarin Rokeby verklaarde,
dat zijn nichtje nu zooveel beter was, dat dokter Stee
le vcorloopig zijn bezoeken wel staken kon.
Hy dacht er eens even over na: Zoo, zyn patiënte
ging dus vooruit, de operatie was geslaagd en er was
geen reden tot ongerustheid. Waar de hersenen een
In zijn hoogst merkwaardige volksboek „Van Pool tot
Pool", spreekt Sven Hedin met trots over zyn Zweed-
sche landgenooten. En verder vertelt hij nog:
In het jaar 1910 bedroeg het aantal boortorens 4.094,
waaronder er 2.600 in werking waren. Zy leverden in
1909 8 milliarden kilogram ruwe nafta, en een zevende
gedeelte daarvan kwam uit de Nobel-boorgaten, van
welke eenige in 24 uur meer dan 300.000 kilogram
naar boven pompen, of 20.000.000 kilogram leveren, als
de olie van zelf uit de aarde ontspringt. Het diepste
van de Nobel-boorgaten gaat 860 meter in de aarde. In
Bakoe bestaan 176 maatschappijen; de Nobel-maat-
schappy is de grootste en bepaalt de prijzen.
Alfred Nobel stierf in 1896; hij was toen slechts 63
jaar oud. Welk gebruik hij van zijn groot fortuin ge
maakt heeft, weet iedereen. Het getuigt voor den adel
van zijn geest.
SPREEKWOORD.
(17de eeuw).
Eén vrouw is een menaige;
Twee vrouwen is een clappaige;
Drie vrouwen is een eyermerct;
Vier vrouwen is een jaermerekt;
Vijf vrouwen is eenen beer;
Teghens zes vrouwen en is geen gheweer;
Zeven vrouwen en sijn niet te blusschen,
Want sy sijn eenen duyvel op een cussen.
maal geraakt waren, bleef het toch altijd een precair
geval!
Dorothy keek even op, nu Effie sprak.
„Wat zei je?" vroeg ze langzaam en op haar droe-
vigen toon.
„Je bent zoo stil, Heveling."
„Er valt niets te zeggen, Effie. Ik houd van stilte.
Ik haat drukte en lawaai."
„Nu, lieve, houdt je dan ook maar heel stil, hoor!
Ik zal je niet lastig vallen."
„Hoe vreemd!" dacht de oude intusschen. „Zij vraagt
in het geheel niet meer naar Colin en schrijft hem
ook niet. Wat zou dat toch beduiden, die overgroots
lusteloosheid?"
Maar Effie maakte niemand deelgenoot van haar be
zorgdheid. Geen ander dan Miss Greig betrad ooit de
ziekenkamer en die had zich dan ook zoo nuttig ge
maakt, dat Effie haar den toegang niet durfde verbie
den.
Toen de oude getrouwe dien avond naar beneden
ging om te eten, en Miss Greig met haar handwerk bij
de patiënte was geinstalleerd, vertelde Effie weer het
gewone: „Miss Wemyss was beterende; meer viel er
niet te zeggen."
Miss Greig keek af en toe eens naar het jonge meis
je, en sprak dan een enkel woord tot haar, maar som
mige opmerkingen bleven géheel onbeantwoord. De
ovlde dame zag er bleek en slecht uit, terwijl er on
rust lag in den blik. van haar oogen.
Toen Effie binnentrad met een blad, stond Miss
Greig op en keken beide vrouwen elkaar aan. Dorothy
was weer in gepeins verzonken; met gebogen hoofd
zat zy kalm vóór zich uit te staren. Toen de oude het
blad voor haar neerzette, sprak ze enkel zacht:
„Dank je wel."
Miss Greig trad bet vertrek daarnaast binnen. Effie
volgde en sloot de deur. Dit was haar eigen kamer,
ofschoon ze op een veldbed naast haar meester sliep.
„Hoe vindt u, dat zij er vanavond uit ziet?" vroeg
zij Miss Greig
„Vrijwel hetzelfde."
„Vindt u haar dan niet hijzonder stil?"
„Is ze altijd zoo kalm geweest?"
„O neen, tegenover mij niet! Zelfs toen ze nu jaren
geleden roodvonk heeft gehad was ze dadelijk bij haar
beterschap weer veel levendiger en opgewekter."
,,'t Is eigenaardig."
Effie kwam wat dichter naar haar t®* fluisterde:
„Weet hy het?"
DONDERDAG 9 NOVEMBER-
HILVERSUM (296 M.)
AVRO.: 8-00 Gramofoonmuziek; 10.00 Morgenwijding;
10.15 Gramofoonmuziek; 10.30 Kamermuziek door het
Arnhemsche Strijkkwartet; 11-00 Voorlezen; 11.30
Voortzetting kamermuziek; 12.00 Omroeporkest; 2.15
Rustpoos; 2.30 Omroeporkest; 3.00 Knipcursus 3.45
Gramofoonmuziek; 4-00 Mevr. Ant. van Dijk spreekt
voor zieken en ouden van dagen; 4.30 Pianorecital door
Jos. de Rooij; 5.00 Halfuur voor grootere kinderen;
5-30 Kovacs Lajos en zijn orkest; 6.30 Sportpraatje
door H. Hollander; 7.00 Kovacs Lajos en zijn orkest;
7.30 Engelsch voor beginners; 8.00 Vaz Diaz; 8.05 Con
certgebouworkest 10.30 Louis Armstrong en zijn Or
kest; 11-00 Vaz Dias; 11.10 Dansmuziek.
HUIZEN (1875 M.)
KRO.: 8.00 Morgenconcert; N.C R.V.. 10,00 Gramofoon
muziek; 10,15 Morgendienst; 10.45 Gramofoonmuziek:
KRO.: 11.00 Gramofoonmuziek; 11.30 Godsdienstig
halfuurtje; 12.00 Politieberichten; 12.15 Orkest o.l.v
Marinus van 't Woud; N.CR-V.: 2,00 Fraaie handwer
ken; 3.00 Gramofoonmuziek; 4.00 Bijbellezing: 5.00
Handenarbeid; 5.20 Concert, 7.00 Politieberichten; 7.15
Causerie; 7.30 Weekoverzicht; 8.00 Mannenkoor; 9.00
Ouderuurtje; 9.30 .Kamermuziek door het Hartveld
kwartet; 10,30 Gramofoonmuziek.
I
LUXEMBURG (1191 M->
7.50 Symphonieconcert; 8.40 Concert; 10.50 Dansmuziek
BRUSSEI (509 M.)
12.20 Klein orkest; 1.30 Gramofoonmuziek; 5-20 Concert
6.25 Gramofoonmuziek; 8.20 Concert; 9.20 Idem.
I
KALUNDBORG (1154 M.)
11.20 Concert; 1-05 Dansmuziek; 7-30 Symphoniecon
cert; 10.10 Dansmuziek.
BERLIJN (419 M.)
7.20 Omroeporkest.
HAMBURG (372 M.)
3.20 Concert; 5.20 Gevarieerd programma; 9.40 Concert
I
LANGENBERG (472 M.»
11.20 Populair concert; 12.05 Concert; 2.10 Kamermu
ziek; 320 Conoert.
DAVENTRY (1554 MJ
12.20 Concert; 1.20 Nieuwe gramofoonmuziek; 3.20 Ves
perconcert; 4-25 Concert; 10.05 Idem; 11.05 Dansmuziek
I
PARUS E1FFKL (1446.)
7.50 Gramofoonmuziek.
PARIJS (RADIO) (1724 M.)
8.05 Gramofoonmuziek; 12.50 Idem; 7.40 Idem.
MT1AAN (881 M.)
7.00 Gramofoonmuziek; 7.35 Idem;; 8.20 Opera.
ROME (441 M.V
4.35 Vocaal en instrumentaal concert; 7.35 Gramo
foonmuziek; 8-05 Concert.
WEE VEN (517 M.)
620 Populair concert; 925 Symphonie-orkest
WARSCHAU (1411 M
4.15 Zangvoordracht; 7.20 Populaire muziek; 8.35 Con
cert; 9.30 Dansmuziek; 1025 Idem
„Wie?"
„Mr. Rokeby."
„Hij heeft haar niet gezien".
.Morgen ga ik toch eens met den dokter spreken,
of hij nog niet eens een middel weet, om haar wat op
te wekken, Miss Greig.'
„Zeker. Vraag het den dokter eens. Hij lijkt mij
anders niet bijzonder knap. Kan men niet eens een
specialist raadplegen?"
Effie schudde het hoofd, zij wist immers van geen
specialisten in Londen!
Even later verliet Miss Greig het vertrek. De deur
van de bibliotheek ging open en Rokeby Wemyss trad
op haar toe, terwijl hij zei:
„Ik wilde u juist graag eens spreken, 't Is zoo stil
overal In huis, dat je niets hoort dan het gieren van
den wind door de hooge boomtoppen.'
Miss Greig gaf geen gevolg aan zijn uitnoodiging en
ging ook de bibliotheek binnen.
HOOFDSTUK VUL
Het onderhoud duurde nog tot laat in den avond, of
eigenlijk tot in den nacht voort en, toen zij eindelijk:
de bibliotheek weer verliet, vroeg hij nadrukkelijk:
„Dus u begrijpt het goed?"
„Ja, maar je zult geduld moeten hebben."
„O ik kan mijn tijd wel afwachten. „En toen zij nog
even draalde, legde hij haar de hand op den arm en
zei: „U is niet zoo enthousiast, als in het eerst, Miss
Greig."
Vrij heftig trok zij haar arm terug en antwoordde:
„Als je enthousiasme verlangt, moet je bij een ander
aankloppen. Maar zoolang ik althans nog doe, wat j®
wenscht, is dat immers voldoende-"
Miss Greig begaf zich nu naar haar eigen kamer,
maar van slapen kwam niet veel in. Zij deed haar fla-
üellen ochtendjapon aan en ging by het vuur zitten
nadenken.
Allerlei tegenstrijdige gedachten doorkruisten haar
brein, dat ze eindelijk opstond, haar vertrek verliet,
heel voorzichtig de deur van Dorothy opendeed, aan 't
bed trad,-en daar eenlgen tijd stond te kijken naar het
slapende meisje.
Zij lag zoo kalm en vredig, met de lippen half open,
net als een kind.
Wordt vervolgd.
DE ONLUSTEN IN PALESTINA. Een beeld in de straten van Jaffa, tijdens de gevechten
met de politie, waarby 20 personen werden gedood en verscheidene anderen gewond. De straat
is bezaaid met voorweerpen, waarmee naar de politie is gegooid.