Het Rotspad. Donderdag 9 November 1933. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9379 DIERENRAZERNIJ IN ZUID-AFRIKA. Gevolg van de „snotziekte". Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Moeilijke bestrijding. Zuid-Afrika, vooral Swaziland, staat in het teeken van een ernstige catastrofe. Terwijl in somriiige streken millioenen dieren door dorst omkomen, is onder het wild een eigenaardige hersenziekte uitgebroken, die hen tot dolheid drijft. Men hoort de wilde, verschrikkelijke jacht reeds uren ver naderen. De grond dreunt onder de millioenen hoe ven. Koeien, stieren, schapen, paarden, reeën, antilo pe wilde en tamme zij allen zijn door waarzin bezeten en rennen voorwaarts, steeds voorwaarts. Een farm met 30.000 morgen welonderhouden land ls vertrapt, andere zijn gedeeltelijk verwoest En nog steeds neemt het voortrennen van de dolle parade geen •inde. Men vroeg de inboorlingen, wat er met de dieren was. „Snotziekte", zeiden zij en verrichten drie nachten ach tereen geestenbezweringen. Met „snotziekte" bedoelt men hier een veeziekte, die uiterlijk niet zeer verschilt van het mond- en klauw zeer. Maar bij de dieren, die werden neergeschoten, of in het woeste gewoel vertrapt, kon men veranderingen In de hersenen waarnemen, zoodat hier dus waarschijn lijk sprake is van een dolheid, die de dieren er tos ifrijft „amok" te maken. Groots drijfjaohten zijn georganiseerd om de opdrin gende kudden te kunnen afleiden. Zij maakten een kleinen omweg en keerden naar de oude plaats terug om daar den eersten weg weer te nemen. Daarna zette men machinegeweren op groote vrachtauto's en vuur de urenlang op de kudden. Het resultaat was niet noe menswaardig, want de zich opstapelende cadavers be schermden de daarachter komende dieren. En tenslotte moest deze jacht worden opgegeven, omdat men muni tie te kort kwam. De farmers wendden zich toen tot de regeering. met het verzoek, de dierscharen te mogen vergiftigen. Zij wilden groote waterbekkens opstellen en een sterk gif In het water mengen. Maar het gevolg was, dat niet alleen de dolle dieren, maar ook de dierlijke bewoners van Zuid-Afrika, die onder bescherming staan, tenein de uitsterven te voorkomen, van het water gebruikten •n vergiftigd werden. En dat kon onmogelijk de be doeling zijn. De maatregel bewerkte, dat het secretariaat voor de bescherming der fauna in Zuid-Afrika overstelpt werd met protest-telegrammen. Londen kwam tusschenbelde en de methode werd voorloopig verboden. Dat was bo vendien ook noodig, omdat de inboorlingen van de ver giftigde dieren aten en ernstig ziek werden. Men begrijpt, dat de bewoners van Swaziland op het oogenbllk in het vleesch zwemmen en door de goede voeding zoo dik worden als nooit te voren. Maar... zij moeten van de vergiftigde dieren afblijvén. Daarentegen wordt in Beetsjoeanaland en het Noor den van Transvaal ten gevolge van de ontzettende droogte honger geleden. De regeering heeft nu het plan tot het organlseeren van groote drijfjaohten, om het zoo verkregen vleesch over de noodlijdende gebieden te verdeden. Maar dis drijfjaohten gaan met moeilijkheden gepaard. Want men kan den inboorlingen maar niet zonder onder scheid wapenen in de hand geven, om aan de jacht deel te nemen. Op een kwaden dag zouden zy er een verkeerd gebruik van kunnen maken. Bovendien zou den zij alles schieten wat hun voor den loop kwam, dua ook beschermde dieren. En dat zou een vreemden in druk maken, nu te Londen de internationale dierenbe schermingsconferentie bijeen is. In Afrika blijkt dus weer eens de grilligheid der na tuur. Te Londen confereert men over de bescherming der Afrikaansche fauna, terwijl in Swaziland twee mil- lioen dolle dieren menschen en mensohenwerk bedrei- genJn de kuststreken verdrinken duizenden dieren in de overstroomingen, die door den zwaren, aanhouden den regenval zijn veroorzaakt, terwijl zij in Transvaal en Beetsjoeanaland van dorst omkomen. Bij Apoth.en'Drogisten Ruth Chatterfcon, de nieuw-ontdekte filmster, zal binnenkort in de First-National-Film „Female" ook in Europa te bewonderen zijn. Warmenhuizen. De chauffeur Pieter N. uit Alkmaar had te Warmen huizen op den rijksstraatweg de maximum snelheid overtreden met niet minder dan 40 kilometer en was deswege te Schagen veroordeeld tot f7 boete of 7 da gen, wat hij nogal rijkelijk hoog vond, reden waarom hij heden in hooger beroep betere voorwaarden tracht te bedingen. De Officier toonde daarin niet de minste lust en vor derde bevestiging. Appellant mocht zichzelf felicitee- ren, dat de Officier niet kon overgaan om een hooge- re straf te vorderen tegen een zoo roekeloozen rijder, die 60 KM. reed op een weg, waarop maar 20 K.M. geoorloofd is. Pang! Anna Paulowna. TE ZWAAR GESTRAFT? De machinist Jan H. te Haarlem reed in den avond van 17 April op den Molen-vaart onder Anna Paulow na met zijin motor een wandelaarster, mej. Maart je Nieuwenburg, de wed. van Willem Borst, die zich. rechts van den weg voortbewoog, op geduchte wijze van de sokken. De oude vrouw was bewusteloos en werd ergens binnengedragen. Zelf kwam hij er óók niet best af en werd boven>*vi te Schagen nog ver oordeeld tot f 80 boete of 60 dagen en ontzegging rij bevoegdheid voor den tijd van 1 jaar. Van dit vonnis kwam de machinist in hooger beroep, doch de Offi cier vond niet de minste aanleiding, gelet op de ern stige gevolgen, om verzachting van het gewezen von nis te requireeren. Uitgeest. NOG EEN PROTESTEEREND VEROORDEELDE. De 20-jarige chauffeur Arie Jan D. uit Amsterdam, zich op 26 Maart te Uitgeest op een rijwiel voortbewe gende, kwam alstoen op den drukken, rijweg in aanrij ding met een anderen wielrijder, genaamd G. Ineke uit Castricum. De chauffeur werd te Alkmaar veroordeeld tot f 8 boete of 8 dagen en betaling van f 4.50 schade vergoeding. De veroordeelde gevoelde zich bezwaard en ontwikkelde heden zijn grieven voor de Meervoudig® strafkamer, waar hij meer gelegenheid kreeg zijn mond te roeren dan bij den kantonrechter. Volgens Ineke had appellant op geforceerde wijze het verkeer afgesneden. Als hij behoorlijk gewacht had, was er niets gebeurd. Hij vorderde nu f 20 schadevergoeding; wie den kans krijgt, moet toegrijpen. Maar die ontglipte hem opnieuw, want de officier vereenigde zich met het vonnis van Mr. Bastert en requireerde bevestiging, ook wat betrof de toegeschatte schadevergoeding. Terschelling en Alkmaar. DUBIEUS GEHALTE. De middagzitting werd entre nous besteed aan de berechting van een drietal zedendelicten. In de eerst© plaats stond terecht de 47-jarige bootkapitein Evert K., geboren te Helder en wonende op Tersohelling, thans in arrest, die het te kwaad kreeg met art, 249 strafrecht. Voorts een ingezetene uit Zaandam, Jan W., en den reeds bejaarden schoenmaker Joh. Tr. Dr. (eveneens gedetineerd), 'n paar klantjes voor art, 247 van boven aangeduid wetboek, die te Alkmaar hun minderwaardige praktijken hadden beoefend. De schoen maker is voor 'n aantal jaren ook al eens voor derge lijke feiten veroordeeld en bracht Dr. Barnhorn uit het bekende gesticht St. Willibrordus te Heiloo, omtrent dezen verdachte een psychiatrisch rapport uit. ZITTING VAN DINSDAG 6 NOVEMBER. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. MISLUKT EXPEIRIMBNT. Op 28 Maart j.1. werd de 20-jarige gedetineerde los werkman Gijsbert B. te Den Helder, welke snaak zich had vergrepen aan eer.- aantal onbeheerde rijwielen, na een minitieus onderzoek, voorwaardelijk veroor deeld tot 7maanden gevangenisstraf met 3 proefjaren en verdere aankleve van dien. Het Leger des Heils werd belast met het toezicht op dezen zwakken broe der, doch vermoedelijk beantwoordde hij niet aan de gekoesterde goede verwachtingen, althans werd heden, na het hooren van den secretaris der Heilslegerafdee- ling te Den Helder, ten uitvoerlegging der voorw. straf (7 maander.) gelast. Al k m a a r. GEVAARLIJK NACHTAVONTUUR. In den nacht van 29 op 30 Mei j.1. werd de 33-jarige timmerman Nic. H. V. te Alkmaar, die per auto met eenige vrienden een voetbalmatch had bezocht, op zijn terugtocht aangehouden op den Middelweg te Uitgeest door de surveilleerende rijks- en gementepolitie naar aanleiding van de snelheid, waarmede werd gereden. De rijksveldwachter Tilstra plaatste zich midden <>P den rijweg en gebaarde om te stoppen, doch in stede hiervan werd meer gas gegeven en moest de rijksveld wachter voor der.- auto, waarmede met gedoofd achter licht werd doorgereden, vlug ter zijde springen, ten einde niet geraakt te worden. Het nummer van de auto kon echter worden genoteerd en bleek dit een wagen te zijn van de firma Met, gehuurd door den heer V., hierboven gemeld, die evenwel niet in het bezit bleek van een rijbewijs. Ter zake bedreiging met doodslag, of zware mishan deling, stond de automobilist op 26 September terecht voor de meerv. strafkamer. Hij ontkende pertinent den veldwachter te hebben opgemerkt, minder nog eenige strafbare bedoeling te hebben gehad. Niette genstaande die ontkentenis vorderde de Officier niet minder dan 1 jaar gevangenisstraf, waarop door den verdediger, mr. Langeveld, vrijspraak werd geconclu deerd, subsidiair een meer clement vonnis. Door de rechtbank werd op 3 October een tusschen- vonnis gewezen, waarin werd bevolen, alsnog een on derzoek in te doen stellen naar de gesteldheid van den Middelweg. Dit onderzoek had nu plaats gevonden en werd heden deze onaangename strafzaak, omdat het hier gold een jongmensch met een tot dusver onbe sproken reputatie, voortgezet en behalve de getuigen, rijksveldwachter Tilstra, de gemeenteveldwachter Bor- nebroek, ook nog gehoord de heer A B. Meiman, elec- triclen te Alkmaar, onder hernieuwd verhoor der ver balisanten, reeds bij vorige gelegenheid door ons gere leveerd, waarbij de verdachte beslist bleef beweren, gen personen in uniform, noch iemand op den- weg voor de auto te hebben opgemerkt, toonde de verde diger, mr. P. Langeveld eenige situatiefoto's, die met veel interesse werden bezichtigd. De gerequireerde nieuwe getuige A. B. M., passa gier in de bewuste auto, had achterin gezeten, zoo'n beetje te suffen, en wèl burgers gezien, maar verder geen aandacht aan het verkeer geschonken. Wel had hij verdachte hooren zeggen: Barst vent! De heer Mei man wist niet dat verdachte geen rijbewijs had, dan was hij vermoedelijk niet van de partij geweest. De Officier verklaarde geen nieuwe gezichtspunten- te hebben gevonden en persisteerde bij zijn requisitoir strekkende veroordeeling tot 1 jaar gevangenisstraf. Verdediger, mr. Langeveld, bracht dank aan de rechtbank voor de serieuze behandeling en bleef twij felen of hier poging tot doodslag houdbaar kon worden geacht. Pleiter trachtte aan te toonen, dat hier in leder geval twijfel aanwezig was. Verdachte is toch niet de man, die maar „mir nichts, dir nichts' op een huisvader zou inrijden. Het was volgens pleiter een zaak, die thuis hoorde bij den Kantonrechter. Ten slotte concludeerde verdediger voor dezen jongeman, wiens toekomst vernietigd driegt te worden, vrijspraak W i e r i n g e-n. DE FANTASTISCHE, MAAR ONSOLIDE COMMEN SAAL. LEEFT GAARNE TEN KOSTE VAN DE „ARME" GEMEENSCHAP. De welbekende heer Com. Sn., 'n 54-jarige schar relaar uit Bergen, had weer eens in September een van zijn bekende trucs, waarvoor hij al eer-s 'n maand of 6 voorwaardelijk is veroordeeld, uitgespookt en zich vervoegd by den heer G Visser, arbeider te Wlerin- gen. alwaar hy vertelde, in dienst te zijn by land meters en f 20 per week te verdienen. Hij gaf te ker nen by den heer Visser in den kost te willen komen, met gevolg dat hy door Visser als zoodanig werd ge accepteerd. Hy zou f 10 per week betalen met f 1 waschgeld. Na een geruimen tyd kost, inwoning en be- wassching te hebben genoten, verdween op een goeden dag de commensaal, zonder betaling of nog iets van zich te doen hoorer. De politie wist dezen oplichter van menschen, die het ook niet breed hebben, en bo vendien in het bezit van eer weinig eervol justitieel verleden, op te sporen en stond hy thans terecht. Het moest niemand verbazen, dat de Officier hem vereerde met den eisch hem tot 1 jaar gevangenisstraf te veroordeeler. Verdachte weende nog eenige krokodillentranen! Heeft die steeds in voorraad! Mr. Prins, zyn verdediger, verbaasde zich over den buitensporigen eisch tegen zyn prodeaan. Hy sloeg er byna van achterover er. verzocht voor zyn cliënt, die per saldo niet een zóó ernstig misdrijf had gepleegd, onder overlegging van een teederen brief der directie "an „het HJooge Land" die hem weer met vreugde verwachtte, 'n voorwaardelijke, althans een gecombi neerde straf, opgesierd met de noodige byzondere voorwaarden ter beveiliging der maatschappij. De Officier noemde echter dit advies onaanvaard baar en zou liever zyn Officiersbyltje er by neer leg gen. dan genoegen te nemen met een dergelyke slappe justitie. Mr. Prins diende natuuriyk van repliek, waarby kon worden geconstateerd, dat geen der beide debaters ge neigd waren in het zelfde schuitje te stappen. Voor alea werd ten uitvoerlegging der voorwaardelijke straf gelast HET JACHTSEIZOEN IN ENGELAND GEOPEND. De beroemde „Eridge Hunt" is d© eerste groote jachtpartij van de „high-life" In Engeland. Hierboven zien we de stoet ver trekken vanuit een romantisch kasteel ln de graafschap Sussex. FEUILLETON. Naar het Engelsch. 10t „Het heeft er veel van, of zy dood is, zóó weinig teeken van leven geeft zy maar... Zou het niet beter Voor haar zijn, als zy ook dood was? Ik geloof van weL Ik had ook niet gedacht, dat zy daaraan ontkomen zou. E£y; ik... heb hem nogal aangezet, om het te doen! Zij ging weer even gerulschloos, als zy gekomen was «n dien volgenden oohtend zat zy, als gewooniyk, aan het hoofd van de ontbyttafel.. Zelfs Rokeby merkte niets ongewoons ln haar manier van doen. Er verliepen verscheidene dagen en weinig verande- 8 viel er waar te nemen in de ziekenkamer, behalve nvr? Dorothy al minder en minder sprak en dat Elfle haar al meer als een kind ging beschouwen. Toen de oude getrouwe eens den naam van Colin tegenover haar uitsprak, keek ze haar aan met vragenden blik, ©r ze iets trachtte te begrypen. O, er was iets niet goed met haar lieveling, dit kon niet anders, dacht Effie met onuitsprekelyk verdriet Op een avond werd de eentonigheid op Wemyss •enigszins verbroken, doordat er een vriend van Rokeby Uit Londen daar kwam dineeren. Miss Greig had orders f^SjVen' er aan ^ct diner byzondere zorg zou be- eed worden en John moest den besten wyn uit den lmJen' daar de 8331 een eerste kenner was. ffie zag hem voor 't eerst, toen zy beneden kwam. Het was een lange, gespierde man, met lichtgryza en grijzen snor. Hy lachte en praatte met Roke- y» die maar half luisterde. Terwyi de oude toen weer n7imeeStereS:'e binnen was, sprak zy in zlchzeve: „Wie kan dat wezen? O, hy is zeker niet voor veel *©eds gekomen! En wat moet ik doen? Ja, wat moet beginnen?" Juist even vóór de gong voor het diner ging, werd ©r geklopt en, toen Effie opendeed, stonden Rokeby en *un gast op den drempel. „Ik heb een dokter uit Londen meegebracht, om myn nichtje eens te zien. Miss Greig heeft my verteld, dat Je verlangde, hoe er een komen zou. Is Miss Wemyss hier?" Dorothy keek angstig naar beide heeren en stak on willekeurig de handen naar Effie uit. „Wie is dat?" fluisterde zy. „Wie is dat?" De vreemde trad nu naderby, stelde Miss Wemyss enkele vragen en voelde haar den pols. Hy zei Iets in het Fransch, waarnaar zy luisterde. Het bezoek was ln enkele minuten afgeloopen en Ro keby ging zyn vriend voor door de kamer van Effie naar beneden. Eerst toen de heeren in de studeerka mer waren, begon Rokeby: „Je ziet, het is, zooals ik je gezegd heb. Denk je, dat het je gelukken zal?" „Niets is eenvoudiger. Ik zal dadelyk enkele schik kingen maken en dan kan ik terugkeeren. Heeft zij. voogden of .beheerders van haar goederen of vermo gen?" „Neen. Grootvader was niet geheel hy zyn zinnen, toen hy zyn testament maakte; hy heeft haar het goed nagelaten en aan haar kinderen na haar; als zij sterft vervalt het aan my, zooals ik je reeds gezegd heb." „En heeft zy geen verloofde?" „Die is aan de Rlviera. En juist om hèm wil ik er wat haast achter zetten, want ik heb vanochtend een brief van hem gehad, waarin hij verzocht om tijding van haar en tegelyk meedeelde, dat hy terugkwam, zoo dra hy in staat was tot reizen. Haar stilzwygendheld maakte hem ongerust. Je brengt toch een pleegzuster mee? Die oude kamermiet van myn nichtje moet ik zoo ganw mogelyk opzy zien te sohuiven. En wanneer kom je dan terug? Je neemt haar toch zelve mee, niet waar?" „Zullen wy zeggen: Donderdag? En nu de voorwaar den?" Ze spraken heel zacht en iemand, die met het oor tegen het sleutelgat had staan luisteren, kon nu niets meer hooren en sloop naar boven, trillende over al haar leden- Toen ze ln haar eigen kamer was, liet ze het hoofd ln de handen rusten en barstte in snikken uit. „En niemand, die haar redden kan, dan ik! O, de Hemel helpe my! Ze willen haar zeker wegvoeren en haar dooden!" Ze rees weer overeind en ging by Dorothy binnen, Die leek half in slaap en onwillekeurig viel nu het oog van de oude op een koffer, die altijd bij het venster stond. Ijlings ontsloot zy dien en haalde den Inhoud er uit, dien zy zoo lang op den grond wierp. „Konden we toch maar wegloopen!... Hier wegko men!... Maar hoe?... We hebben nog drie dagen den tyd en ik heb heel wat geld gespaard... O, kon ik haar hier toch maar wegkrügen en haar dan ergens veilig verborgen houden!" Ze had nu haar zakboek gevonden en dit lag vol banknoten en goud; by elkaar een aardige som, die menigeen haar benyd zou hebben. Verder kwam er uit den koffer een matrozenpak, wat kostbaar porselein, een bouquet veeren bloemen, een doosje van sandel hout, een ivoren waaier en een paar gravures in lyst Toen Effie haar geld geteld had, ging zy met zorg alles weer in den koffer pakken en steeds draaiden haar gedachten rond om dit ééne punt: kon ik haar tooh maar ergens heenbrengen, waar zy veilig zou zijn Want Mr. Colin is veel te onvoorzichtig. Mr. Rokeby zou hem dadelyk doorzien. Donderdag... Donderdag zal het wezen...! Dus nog drie dagen en niet langer!" Onder het inpakken kwam de gravure haar weer in handen en opeens riep zy in de grootste opgewonden heid: „Ja juist. Daar kan ik haar verbergen. De Hemel zy dank, dat Ik deze plaats nu moest zien." Alles was nu weer in den koffer geborgen; het geld sloot zy zoo lang in de lade en toen ging zij een for mulier voor een telegram invullen. Dit was een heele inspanning en een verlichting was het haar, toen dit schrijfwerk althans af was. Zij stak het papier by zich en trad het vertrek uit, waarna zy zich regelrecht naar de kamer van Miss Greig begaf. Daar draalde zy even en tikte toen be- soheiden aan. Madam", begon zy, „zoudt u ook een uurtje by Miss Dorothy willen zitten? Ik ben in geen weken uit ge weest en ik zal niet lang wegblyven. Als u zoo goed wilde wezen..." „Wel zeker, ga jy maar en biyf uit, zoolang als Jo wilt. Ik zal wel bij haar gaan zitten." Het volgend oogenblik liep Effie langs de oprijlaan en ging naar het dorpje, waar zy het telegramformulier afgaf. Toen ging zy weer gauw terug en vond Dorothy nog steeds slapende Effie deed dien nacht echter geen oog toe. Zy was bezig met alle dingen van waarde uit de bijouteriekistjes van haar meesteresje by elkaar te pakken en verdere benoodigdheden in twee koffers, die naast den ouden stonden. Dien heelen volgenden dag was zy mateloos en opge wonden. Zoo wat om een uur of twee stond zij aan de keukendeur, toen zy een telegrambesteller zag aanko men. IJlings trad ze op hem coe en eerst toen ze weer veilig en wel op haar kamer was, begon zy den inhoud te lezen. Haar handen trilden, maar waarschynlyk was zy te vreden met hetgeen haar gemeld werd, en het papier vernietigde zij onmiddellyk na lezing. Andermaal ging zy de gravure bekyken in den ouden koffer, nam ook het matrozenpak er uit en ging de kamer van haar meesteresje binnen. „Ik ga vanavond naar de stad, Miss Greig, met den trein van 7.15. Wilt u zorgen, dat er om zes uur gedi neerd wordt?" Miss Greig beloofde dit en vroeg: „Heb je alles dus in orde gemaakt?" „Ja. My dunkt het is niet noodig, om in nadere bij zonderheden te treden. Hoe maakt zij het?" „Och, zoo hetzelfde; nog stiller geloof ik haast." Rokeby zocht naar een papier in zyn zak en zei: „Donderdag kom ik terug met myn vriend. Die Fen- wick komt toch pas de volgende week!" „Ik begrijp anders niet, hoe je tegenover hèm zult doen. Hy zal er op aandringen..." ,-Laat dat maar aan my over. Maak u over hem niet ongerust!" „En de oude kamerdienaar?" „Voor héar moet ik de een of andere bezigheid be denken, als ik in Londen ben. Martini heeft natuuriyk zyn eigen verpleegsters. Er is zeker de laatste dagen geen boodschap van Coombe geweest?" „Neen." Na het diner reed Rokeby naar het station. Effie, die het rytuig had hooren weggaan, ging haastig naar beneden en vond den butler ln den hall, bezig de scho tels weg te dragen. „Waar gaat Mr. Wemyss heen? Naar Coombe?" vroeg zy. „Neen, naar Londen en hy blyft een paar dagen weg. Hoe maakt Miss Dorothy het vandaag?" „Och, zoo hetzelfde." De volgende minuut stond Effie boven op haar slaap kamer. Dit kon nu niet gunstiger treffen, dacht zij. Wordt vervolgd*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 5