AXKER.CACHETS ("AKKERTJES") Een petroleum- moeras. Het Rotspad. Woensdag 15 November 1933. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9382 Weer onprettig? S BIJ DE BRULKIKKERS IN AMERIKA. Voor vijf eeuwen petroleum genoeg! K-M.2. Uit zorgvuldige dieptemetingen werd afgeleid, dat er in totaai ongeveer 500 milliard M3. zand aanwe zig was, dat minstens 50 milliard M3. olie in zich had opgezogen; volgens het tegenwoordige wereldverbruik zou de mensohheid daaraan voor vijf eeuwen genoeg hebben. Nuttelooze geldverspilling. Men behoefde „slechts" petroleum en zand van elkaar te scheiden. Ingenieurs en kapitalisten naimen vol hoop het werk ter hand. Alle mogelijke proeven werden er genomen. Kapitalen werden verspild aan steeds weer andere machines en installaties. Het gewenschte resul taat werd echter niet bereikt. Eindelijk verflauwde het particulier initiatief. Toen nam de* Canadeesche regeering de wijze voorzorgs maatregel, om alle uitgegeven concessies in te trekken. Dan had zij tenminste de vrije hand, als er eens een practische oplossing werd gevonden. En voorloopig kan zij proeven laten nemen om het mengsel van zand en petroleum in zijn natuurlijken toe stand te verwerken. Men heeft byv. getracht om er een wegbedekking van te maken door vermenging met kleine hoeveelheden van andere materialen. Al deze proeven leverden echter evenmin iets op, omdat het transport uit het hooge Noorden naar de steden te kost baar was. Heet water het „Sesam, open U!" Ook de regeering had er zich reeds bij neergelegd dat het oliemeer niets kon opleveren, toen er door Ir W. C. Laughlin te New York een bruikbare machine werd uitgevonden. Deze scheidt olie en zand van elkaar met behulp van de middelpuntvliedende kracht, zooals wij reeds zeiden. Soortgelijke machines worden ook wel voor ertsen en andere delfstoffen, alsmede bij het raf- fineeren van vetten, enz. gebruikt. Een half jaar gele den is men ter plaatse begonnen met de eerste prac- tlsohe proeven; hiervoor werd een verkleind model der nieuwe machine gebruikt. Het bleek, dat, wanneer men slechts heet water te hulp nam, de olie bijna even snel en zelfs nog goedkooper geproduceerd kon worden dan op de terreinen, waar men van boortorens gebruik moet maken. Bovendien is de kwaliteit der zoo verkregen ruwe olie beter dan elke andere; zij overtreft zelfs die van de beroemde Russische Bakoe-olie. En het noodlge warme water krijgt men ook nog goedkoop, omdat er zioh op ongeveer 150 K.M. afstand warme bronnen bevinden. Dalende pertroleumpryzen? Het is te begrijpen, dat de activiteit der Canadeesche regeering in het nieuwe petroleumgebied de aandacht heeft getrokken. De groote petroleummaatsehappijen vreezen niet ten onrechte, dat vroeger of later de prij zen op de wereldmarkt zullen dalen. En de andere mo gelijkheden zullen rekening moeten houden met het feit, dat Engealnd op het gebied van petroleum onafhanke lijk is geworden. Op het oogenblik is de olieproductie in de omgeving van Waterways intussohen nog gering. Het verkleinde model van de machine, dat onophou delijk het slijk opzuigt door middel van lange buislei dingen, produceert daaruit ongeveer 70 ton gereinigde olie per dag. De groote machine zal echter binnenkort gereedkomen en dan kan de productie op groote schaal ter hand worden genomen. Men zal dan wederom een der schatten, die de aarde sinds onheugelijke tijden verborgen heeft gehouden, gaan uitbuiten en verbrui ken om de eeuwigdurende hebzucht der menschen te bevredigen. WAAROM DE BLADEREN VALLEN. Het grootste sterfproces, dat de Herfst telken jaren brengt, is thans weer in vollen gang. De temperatuur is onder de voor de ontwikkeling van het levensproces gunstige warmtegraad gedaald, hetwelk een stilstand in de vegetatie te weeg brengt. De bladeren zijn over bodig geworden aangezien de planten niet meer zoo levendig ademen en stofwlsselen als gedurende hun hoogste levenswerkzaamheid. De bladeren zouden ech ter ook de planten directe schade toebrengen daar zij water zouden laten verdampen dat niet meer zou kun nen worden vervangen. De transpiratiestroom heeft nl. opgehouden het water uit den grond, door den stam, 'tot in de kleinste takjes op te voeren. De planten zou den uitdrogen als zij hun bladeren behielden en daar om worden ze afgeworpen, nadat hun hetgeen men eerst sedert kort weet de laatste opbouwende stoffen onthouden zijn. Vele vrouwen zijn op gezette tijden het slachtoffer van pijnen. Dent niet, dal legen dit lijden weinig te doen is, wam de vele vrouwen die geleerd heb ben "AKKERTJES" te gebruiken, weten wel beter. AKKER-CACHETS bestrijden vrouwenpijnen en zijn NederiondKh ©©n uitkomst in de donkere dagen der vrouw. In plaats product van neerslachtig zult Ge U opgewekt en rustig voelen. AKKER-CACHETS lijn een nieuwe teer werkzame vinding van Apotheker Dumont. Ze hebben geen enkele nadeeliae werking. De cachet-vorm is de meest ideale manier van innemen. "AKKERTJES" hebben in korten tijd bewezen een geneesmiddel bij uitnemend heid te zijn. Haal nog heden een doosje. Ook U zult tevreden zijnl Volgens recept von Apotheker Dumont. Slechts 50 cent per 12 stuks. EEN NIEUW BEROEP. DAT VAN KIKVORSCHEX FOKKER, WORDT THANS IN DE VER. STA TEN VEELVULDIG BEOEFEND. Van het kippenhok naar de pelsdierenfarm dat is eer. weg, die men ook in Europa heeft afgelegd. Maar van de pelsdragers naar de brulkikvorscben, neen. Zooals bekend, krijgt men in Frankrijk wel eens kikkerbilletjes opgediend, een uitstekend gerecht Deze spijs is nu de Yankees ook gaan bekoren, en daar de Nieuwe Wereld alles In het groot doet, verrezen er kweekerijen om aan de vraag tegemoet te komen. Bo vendien worden er geen gewone kwakers geteeld, maar brulkikvorschen (Engelsch: bull-frogs; Duitsch: Ochsenfrösche) Het vleesch van dit dier heeft veel op dat van de gewone kikvorsch voor: het is goedkooper, lekkerder en voedzamer. Bereidt men het volgens Amerikaansch recept, dan is het zachter dan het malschte kippen- vleesch. Verder kan men niet alleen de pootjes eten, maar ook de rug, die bijna even lekker is. Het geheel is een product van de Chineesche keuken, die ons Westerlingen- over het geheel excellent bekomt De kikkerteelt is zeer loonend. Een farmer in de om geving van St. Louis deelde mee, dat hij in zijn leven al van alles geprobeerd had; hij was krantenverkooper in New York geweest en grondspeculant in Los Ange- les. Maar de vorschenteelt was werkelijk een prachtig bereoper.-. Een paar honderd meter van zyn huis verwij derd, heeft hij een vijver, ongeveer twaalf meter lang en zeven breed. Tot vlak bij de oevers van de vy'ver staat struikgewas. Een plankenschutting is om het water gebouwd. Die laatste dient om wezels er.- slan gen weg te houden. Het struikgewas, de waterlelies en vooral de electrische lampen boven de vijver lokken, de insecten. Wanneer men s avonds gaat kijken, ziet men legert groote en kleine Insecten onder de lampen vliegen. Ook is de verlichting behulpzaam bij het vangen der kik kers, als men ze aan den leverancier wil overdoen. Bij heldere zonneschijn kan men ze tengevolge van hun eigenaardige mimicry ternauwernood van hun omge ving onderscheiden. Er zyn exemplaren bij, die meer dan een halve meter lang zijn en minstens vijf pond. wegen, een afmeting en een gewicht, die de brulkik- vorsch pas na vijf of zes jaar bereikt. De dieren liggen; heel stil in het water en wachten tot de insecten hen in den bek vliegen. Nog meer houden ze van elritsen, de bekende, kleine, levendige vischsoort, die ten on zent veel in aquaria wordt gehouden. 's Winters heeft men met de kikkers in 't geheel geen moeite. Bij een temperatuur van ongeveer 5 gra den C. duiken ze onder en overwinteren op den bodem. Naturlijk vereischt de teelt wl degelijk bekwaamheid. Allereerst moet men op slangen kunnen jagen, want het is noodig nu en dan een slachting onder deze vij anden der „kudde" aan te richten. Verder moet mea een zachte en practische manier van kikkersvangen be zitten. De beginneling zal door ruwheid en onhandig heid tal van eieren dooden. Harde voorwerpen moet men uit zijn bassin weren. Heeft men de kinderziekten overwonnen, dan ls de kikkerteelt een lucratieve zaak, ook al daar men ze op anders toch onbruikbaar moe- rasland kan grootbrengen. Ieder gematigd klimaat verdraagt de brulkikvorsoh, mits men hem niet op een grootere hoogte, dan 400 M. boven het zeeniveau brengt. Ook epidemiën of ernstige ziekten heeft men onder het nieuwbakken vee geconstateerd. Sommige fokkers zijn begonnen met één paar fokdieren, eenige dozijnen elritsen en een plas water. Na enkele maanden hadden ze dan een farm van 20.000 a 30.000 stuks. De pooten kan men tegen een gemiddelde prijs van fl.20 verkoopen. Het meest krijgt men voor plusminus één jaar oude exemplaren, die 1 a 1% pond wegen. Men moet bij de teelt steeds trachten even veel man netjes als wijfjes te krijgen, daar de bruikikker mono gaam is. Het mannetje kan men door de grootere ooren van het wijfje onderscheiden. Deze ooren sluiten onder water en gaan boven water weer open. Aan de Mississippi leven kikkerjagers, die 18 tot 25 gulden per dag verdienen. Maar de farmer is er van zelfsprekend beter aan toe. gullen de olieprijzen dalen? Waterways, het stadje aan het Petroleummeer. Engeland, onaf hankelijk op petroleumgebied. TORONTO (Canada). Volgens een verklaring der Canadeesche regeering cal men over eenige maanden beginnen met de exploi tatie van het rijkste olieveld, dat tot dusverre op de wereld gevonden is. Op grond van zorgvuldige bereke ningen schat men de reusachtige hoeveelheid ruwe olie, welke hier aanwezig is, op honderd milliard ton. Wan neer de voorbereidende werkzaamheden, waarmee men zich thans nog bezighoudt, beëindigd zijn, zai deze ont zaglijke voorraad gaandeweg op de wereldmarkt worden aangeboden. Volgens deskundigen is daardoor een vol komen ommekeer te verwachten in de petroleumvoor- siening der wereld. Het merkwaardigste is echter niet de grootte van den olievoorraad, waarvan wij ons bijna geen voorstelling kunnen maken, doch het karakter van de vindplaats. Terwijl dit bij bijna alle andere petroleumvelden van beteekenis van dien aard is. dat zy door middel van boortorens en pompen ontsloten moeten worden, zal men hier voor het eerst In de geschiedenis der petro leumindustrie gebruik maken van een machine, die veel lijkt op een buitensporig vergrootte melkcentrifuge. Om dit te begrijpen, nemen wij in gedachten eerst een kijk je in het nieuwe pertroleumgebied. De stad aan het oliemeer. De trein brengt ons tot Waterways, een klein stadje aan het eindpunt van den spoorweg, dat aan zijn sta tionnetje zijn voornaamste beteekenis ontleent, aldus vertelt dr. ir. Glen Irwing. Voor missionarissen, pels- handelaars, jagers en anderen die hun weg moeten zoeken naar de ijswoestijnen van het poolgebied, be ginnen hier de moeilijkheden. Tot Waterways toe kun nen zij nog gebruik maken van den trein, die op dit traject eens per week zijn weinige passagiers vervoert, de andere reis moet echter gedaan worden In primitie ve scheepjes op dit punt stroomen de Athabasca en de Mackenzie samen of in hondensleden. Ongeveer een jaar geleden was Waterways nog een stil plaatske zonder beteekenis voor de buitenwereld, met nog géén 50 huisjes en nog géén 300 inwoners. Thans heersoht er echter groote drukte: er worden barakken voor arbeiders opgetrokken, groote olietanks staan al gereed en reeksen vrachtauto's met machines en pijpleidingen rijden, uit de richting van het station komende, door de stad. Alles bereidt zich voor op de exploitatie van onmetelijke natuurlijke rijkdommen; men krygt eenzelfden Indruk als in de steden, die als pad destoelen uit den grond schieten in een goud- of dia mantstreek. waar- als gevolg van een onberekenbaar toeval avonturiers en gelukzoekers samen stroom en in de hoop op r^jke vondsten. Hoop en werkelijkheid. Toch heeft men in geval van Waterways volstrekt niet te doen met een nieuwe ontdekking. Het ls al bijna een eeuw geleden, dat de eerste berichten binnenkwa men omtrent een reusachtig oliemeer ln het Noorden der Provincie Alberta, dit gebied was onder de toen malige omstandigheden echter zoo moeilijk toeganke lijk, dat een nader onderzoek achterwege bleef. Eerst in 1883 zond de regeering er eenige ingenieurs heen, die niet anders konden doen dan de gekoesterde ver wachtingen teleurstellen. Het meer was geen meer ln den eigenlijken zin van het woord, doch een onafzienbaar gebied met slijkerlg drijfzand, waarin echter het zand niet vermengd was met water, doch met olie. Slechts op enkele plaatsen wordt het gevaarlijke moeras afgewisseld door kleine schraal begroeide hoogten, het strekte zich uit over een lengte van ongeveer 180 en een breedte van ongeveer 95 K.M. en had dus een oppervlakte van ongeveer 19000 FEUILLETON Naar het Engelsch. is. De hulpprediker betrad alleen het rotsige pad, dat toaar het kasteel voerde, en toen hij daar den klopper gebruikte, scheen 't geluid te weerklinken door de corri dor, terwijl onmiddellijk de groote waakhond aansloeg. De deur ging open en Sandy's vrouw verscheen op den drempel, met eerbiedigen hoofdknik, maar zonder 8ets te zeggen, want, net als haar man, sprak zy geen twoord méér dan noodzakelijk was. Ze ging den bezoeker vóór naar de keuken en op weg daarheen begon die al: „Hoe maken jullie het allen hier? Dat ziet er heer lijk uit, Mrs. McDougall! U verstaat de kunst van wa fels bakken!" „We maken het goed, sir. Sandy, Malcolm en Do- hald doen hun gewone werk maar Colin hébben wij naar college gestuurd. Hy heeft altijd willen studee- ren." »>Nu, jullie durft! Me dunkt, dat is een groote uit gave, maar misschien wordt je geholpen." Mrs. McDougall. die dit nieuws toch niet vóór zich had kunnen houden, kreeg een kleur en nam de wa fels van het vuur. „Colin weet met heel weinig toe te komen," zei ze. In eens ging de keukendeur open en zag zij Effle op den drempel staan, wat haar in dit geval een ware verlichting was. ,rDe wafels zijn klaar", kondigde ze aan. „Heerlijk knappend en bros!" De oude nam het bord van de boerin over en Mr. Martin stond op en stelde zich voor met naam en ambt Zij antwoordde enkel met een knik en, toen hij haar vervolgens vroeg, tot welke kerk zy hoorde, zei ze min>- beleefd, maar zeer duidelijk: „Tot geen enkele", waarna ze, met de lippen stijf opeengeklemd, verdween. Toen de deur achter haar dichtgetrokken werd, ging Mrs. McDougall weer aan 't bakken en de be zoeker vertrok. Hij knikte Sandy eens even toe, toen hij langs het portiershuisje ging en er verscheen een glimlach op diens weinigzeggend gelaat, terwijl hij in fciohzelven mompelde: „Hij heeft zeker moeder de vrouw eens willen uit- hooren. Maar door haar zal hij niet veel wijzer zijn geworden. Ik heb haar niet voor niks gewaarschuwd, dat ze tegenover niemand iets zou zeggen over onze logées. Toen zette hij zy lectuur voort, tot de schemering al begon in tevallen en een teer gezichtje even bin nenkeek. Dorothy zei niets, maar onmiddellijk vloog de-aap op haar toe en sloeg den arm om haar hals als een kind. Ze lachte en riep: „Wat doet hy toch grappig, die arme Jummy!" Ze bleef eenigen tijd in die houding staan en Mr. Mc. Dougall keek naar haar, vol eerbied en medelijden; de aap maakte enkele grimassen over haar schouder en de deur ging dicht. „Arm kind!" mompelde de man. „Arm, arm kind!" Vervolgens sloot hij het boek en begon alles ordelijk bij elkaar te zetten in het kleine vertrekje, ter voorbe reiding van den avond. Intusschen besteeg het jonge meisje het stelle heu velpad, als iemand die gewoon was aan een dergelijke klimpartij. Zij was hoogsteenvoudig, ofschoon met veel zorg gekleed; jammer dat er in de lichtbruine oogen een onbestemde blik te lezen stond en dat de blanke handjes geen oogenblik stil waren. Toen ze langs den „Windhoek" gingen, stond zy on willekeurig even stil, huiverde en zei: ,,'t Is hier altijd koud!" De aap sloeg de armen nog dichter om Dorothy's hals en scheen zich bijzonder veilig te voelen. Hij was gewoon op die manier de „Jacobsladder" opgedragen te worden. Onder het opstijgen keek zij naar de onbewoonde vertrekken aan den achterkant van het kasteel; maar nergens was licht te zien. Ze streek met de hand langs het voorhoofd en prevelde iets droevigs voor zich heen. Ze keek met half-bevreesden, half-verschrikten blik en deed de keukendeur open. Mrs. McDougall, die nu klaar was met bakken, zat gezellig bij een knappend vuur te breien. Ze keek open toen ze haar logéetje met den aap zag, wees zij zwij gend naar een schotel brood met melk, die in een hoek vaa de keuken stozxd. En het dier sprong van Doro thy's schouder af en viel met grooten eetlust op zijn avondeten aan. Dorothy begaf zich toen naar haar eigen, gezellige zitkamer, doodeenvoudig ingericht, maar keurig netjes en waar een heerlijk vuurtje brandde, terwijl het klassieke kaarslicht er een zacht poëtischen glans ver spreidde. De oude kamenier had aan het venster staan uit kijken naar den stroom „Het Verdriet"; maar onmid dellijk toen zij de deur hoorde opengaan, keerde zij zich om en haar gerimpeld gezichtje plooide zich tot een breeden glimlach: „Zoo, liefste, ben je daar? Ik heb de thee klaar staan. Ben je koud geworden?" Dorothy liet zich naar haar makkelijken stoel bij 't vuur trekken en warmde haar handjes bij den gloed terwijl Effie haar den hoed afnam. „Waar bent u geweest, Miss Dorothy?" ,3eneden." Het jonge meisje wees met den vinger ln die rich ting, streek zich weer met de hand over het voorhoofd en keek het vertrekje rond. „Heb je niemand gezien?" vroeg de oude weer. Dorothy antwoordde niet en Effie ging haar een kopje thee inschenken en legde een wafel op haar bordje. „O, mocht ik haar toch maar eens wat vroolijker zien kijken! Ze schijnt te weten, dat er iets niet goed is^ met haar. Maar in ieder geval is zij hier veilig voor hèm; buiten zijn bereik!" HOOFDSTUK XL „Het is-zoo ver van Londen af, Colin, dat ls het eenige bezwaar! Het is hier anders wel heerlijk en ik wil nog wel tot na Kerstmis blijven, maar dan ga ik naar de Riviera. Ik moet anders zuinig zijn want die rekeningen van de vorige „season" waren ontzettend hoog en jij hebt ook heel wat geld uitgegeven door je reizen naar alle windstreken, om dat arme kind op te sporen! Maar je vraagt toch wel enkele gasten voor de jacht?" Colin Fenwick wees naar een pakje brieven op tafel. „Ik heb juist zes uitnoodigingen geschreven." „En toch niet allen heeren?" „O, neen! Ik heb Mary Fenwick gevraagd en haar nichtje Lucy en u kunt nog net zooveel invitaties schrijven, als u wilt." „Drie dames zijn genoeg. Ik was al hang. dat je Monlca had gevraagd. Die ls heel vriendelijk voor je geweest, Colin." Lady Elior wierp een onderzoekenden blik naar haar neef. Colin zag er nu heel anders uit dan de vroolij- ke, onbezorgde jongman, dien Dorothy Wemyss tot uitverkorene had genomen; hij was bleek en mager en als hij lachte, trilden zijn lippen krampachtig. Hij had juist bezit genomen van zijn Schotsch land goed. Dolour Begg, daar zijn oude pachters het ver laten hadden en hij was vergezeld door zijn tante, Lady Elinor, die hijzonder op hem gesteld was. Vandaar dat zij ook zeer begaan was met die wreede wijze, waarop er een eind was gekomen aan zijn verloving, en ze hoopte maar, dat hij zich inhet onvermijdelijke zou leeren schikken. Zij, voor zich, hield het er vast voor, dat het arme kind dood was. „Lady Monica!" riep Colin. „Ik mocht haar graag, omdat zij over Dolly praatte. Maar zij logeert op het oogenblik in Muil. Ze zeggen, dat zij trouwen zal met Lord Allan Madntyre." „Wie zeggen dat?" „Wel, Tom Fenwick, de Oourtenay's en de Campbells en Jack Melvor en Rokeby Wemyss." „Degenen, die je daar opnoemde, worden dus allen; je gasten? Rokeby ook? Lijkt je dat niet wat pijnlijk? Hij zou er bij profiteeren, als het bewezen zou zijn, dat Dorothy dood was." „Hij verlangt er niet naar, dat haar dood bewezen wordt. Hij wil juist even graag als ik." „Zoo? Nu, goed, Colin. En wanneer komen die gasten' En hoe imoeten wij al die menschen amusee ren? „De heeren gaan op jacht." „En de dames?" „O, die zullen zich ook best amuseeren. Daar zal Mary Fenwick wel voor zorgen. Er zijn heel wat aardige ritjes in den omtrk. lederen dag kan je twee paarden gebruiken. Je hebt hier de watervallen, en de heuvels en het kasteel. Ik geloof, dat het de „Schar duw" heet. „O, dat is iets voor Mary Fenwick! Die houdt zoo veel van romantische namen. Jammer, dat je er in No vember niet meer zult kunnen picknikken." „Maar wel theedrinken. Ik geloof, dat 't goed onbe woond staat U heeft het immers wel gezien, Tantetje, die ruïne op den top van den heuvel?" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1933 | | pagina 5